Operation Manual

10 Philips PPF 631 · 632
NL
4 Telefoonfuncties
Hulp 3 · Telefoonfuncties
Extra telefoons aansluiten
Hoe u extra telefoons aansluit en welke functies u ter be-
schikking staan, staat in het hoofdstuk over telefoonaan-
sluitingen en extra toestellen, pagina 21.
Telefoneren met het toestel
Kies het gewenste nummer. U hebt hiervoor verschillende
mogelijkheden. Neem daarna de hoorn van de haak.
Direct kiezen
Manueel kiezen: Kies het gewenste nummer met het
cijfertoetsenbord.
Telefoonboek:
1 Druk op ma.
2 Kies met [ een record. Toets de beginletter met de
cijfertoetsen in om sneller door het telefoonboek te na-
vigeren.
Verkort kiezen: Druk op Ý. Kies het gewenste re-
cord met [ of met de cijfertoetsen.
Snelkeuzenummers opvragen
Herkieslijst: Druk op @. Kies met [ een record uit
de lijst van de gekozen nummers.
Uitgaande telefoongesprekken
Bellerslijst: Druk lang op @ (tenminste twee secon-
den). Kies met [ een record uit de bellerslijst.
Binnenkomende telefoon gesprekken
CLIP vereisten
Buitenlijn nemen
Centrales voor nevenaansluit ingen (PABX)
Centrales voor nevenaansluitingen (PABX) zijn in heel wat
bedrijven en huishoudens gebruikelijk. U moet een kent-
getal kiezen om via een nevenaansluiting een verbinding
met het openbare telefoonnet (PSTN) te kunnen krijgen.
Voer het kengetal van het openbare telefoonnet in vooral-
eer u het gewenste nummer invoert of een opgeslagen re-
cord kiest. Het kengetal van het openbare telefoonnet is
meestal 0.
Fout kengetal
Nevenaansluiting instellen
Nummers met elkaar verbinden
U kunt manueel ingevoerde cijfers en opgeslagen records
combineren en bewerken vooraleer te kiezen. Hebt u bij-
voorbeeld het netnummer van een gunstige telefoonaan-
bieder (call-by-call) als telefoonboekrecord opgeslagen dan
kiest u deze record. Aansluitend voert u het telefoonnum-
mer manueel in of u kiest nog een andere opgeslagen re-
cord.
Kiespauze invoegen
Het kan noodzakelijk zijn om bij het nummer een kiespau-
ze in te voegen, bijvoorbeeld voor een doorkiesnummer of
onderadres of bij een interlokale telefoonverbinding. Druk
lang op R (tenminste twee seconden). Op het display ver-
schijnt
. Het tweede deel van het nummer wordt pas na
een korte pauze gekozen.
Telefoonboek van het toestel
Telefoonboek
In het telefoonboek van uw toestel kunt u records met ver-
schillende nummers opslaan en verschillende records in
groepen onderbrengen. U kunt aan de records verschillen-
de beltonen toewijzen. Let op de gegevens in de technische
specificaties.
Cursornavigatie 1
Record opslaan
1 Druk lang op ma (tenminste twee seconden).
2 Voer de naam in. Letters voert u met de cijfertoetsen in
(zie opdruk). Speciale tekens voert u in met 0. Druk
zo vaak op de betreffende toets tot de gewenste letter of
het gewenste speciale teken op het display verschijnt.
3 Bevestig dit met OK.
4 Kies met [ de categorie waarvoor u een nummer wilt
invoeren:
CATEGORIE:THUIS, CATEGO-
RIE:WERK
, CATEGORIE:MOBIEL of CATEGO-
RIE:FAX
.
5 Bevestig met OK.
6 Voer het telefoonnummer in.
7 Bevestig met OK.
Druk op i en 3 om een overzicht van de tele-
foonboekfuncties uit te printen.
U kunt ook eerst de hoorn opnemen en dan een
nummer kiezen. Het toestel begint meteen te kiezen.
U kunt de telefoonboekrecords ook opvragen
door op OK, 11 en OK te drukken.
U kunt een record meermaals onder dezelfde
naam, maar telkens onder een andere categorie
opslaan. In het telefoonboek staat achter het re-
cord de beginletter van de categorie.
U kunt de snelkeuzenummers ook opvragen door
lang (tenminste 2 seconden) op de betreffende cijfer-
toets te drukken.
U kunt de herkieslijst ook opvragen door op OK,
22 en OK te drukken.
U kunt de bellerslijst ook opvragen door op OK,
21 en OK te drukken.
Opdat deze functie zou functioneren, moet voor uw
telefoonaansluiting de nummerherkenning (CLIP)
geactiveerd zijn (afhankelijk van het land en het net-
werk). Nummer en naam worden niet getoond wan-
neer de beller zijn nummer onderdrukt.
Soms kan het kengetal een ander cijfer zijn of uit
twee cijfers bestaan. Bij oudere telefooncentrales kan
het kengetal R (=flash) zijn. Druk op R om dit ken-
getal in te voeren. Mocht de verbinding met het
openbare telefoonnet niet mogelijk zijn, neem dan
contact op met de aanbieder van uw telefooncentrale.
Bij voortdurend gebruik van het toestel aan een ne-
venaansluiting kunt u het kengetal opslaan met de
functie 96 (zie pagina 21).
Met [ beweegt u de cursor. Met C wist u de tekens
afzonderlijk. Met STOP verlaat u het menu en keert
u naar de uitgangsmodus terug.
U kunt deze functie ook oproepen door op OK,
12 en OK te drukken.