Operation Manual

24 NL
Een vermelding bewerken
1
Raak in het hoofdmenu aan om de
contactpersonenlijsten te openen.
2
Raak het vervolgkeuzemenu aan om een
contactpersonenlijst van de vaste lijn/
mobiele lijn te selecteren.
» De contactpersonenlijst wordt
weergegeven.
3
Selecteer een contactpersoon en raak
aan voor toegang tot het optiemenu.
4
Selecteer [Contactpers. bewerk.].
5
Bewerk de gegevens en raak [Bewaar] aan.
Uitzondering stille modus
U kunt een contactpersoon uitsluiten van de
stille modus. Wanneer een contactpersoon die
aan de uitzonderingslijst voor de stille modus
is toegevoegd u belt, klinkt de beltoon; zelfs
wanneer de stille modus actief is.
1
Raak in het hoofdmenu aan om de
contactpersonenlijsten te openen.
2
Raak het vervolgkeuzemenu aan om een
contactpersonenlijst van de vaste lijn/
mobiele lijn te selecteren.
» De contactpersonenlijst wordt
weergegeven.
3
Selecteer een contactpersoon en raak
aan voor toegang tot het optiemenu.
4
Selecteer [Stille modus].
5
Selecteer [Uit].
» De instelling wordt opgeslagen.
Tip
Zie voor meer informatie over het instellen van de stille
modus het hoofdstuk ‘Stille modus’.
De persoonlijke beltoon
instellen
U kunt een eigen beltoon instellen die
wordt afgespeeld wanneer een bepaalde
contactpersoon u belt.
Opmerking
Zorg dat u zich hebt aangemeld voor nummerherkenning
voordat u deze functie gaat gebruiken.
1
Raak het vervolgkeuzemenu aan om een
contactpersonenlijst van de vaste lijn/
mobiele lijn te selecteren.
» De contactpersonenlijst wordt
weergegeven.
2
Selecteer een contactpersoon en raak
aan voor toegang tot het optiemenu.
3
Selecteer [Beltoon selecteren] en selecteer
vervolgens een melodie.
» De beltoon is ingesteld.