SFF 6135d Register your product and get support at www.philips.
Inleiding Geachte klant Inleiding Brand Variabel Inleiding Door dit toestel te kopen hebt u gekozen voor een kwaliteitsproduct van PHILIPS. Uw toestel vervult de meest uiteenlopende eisen voor privé en professioneel gebruik. Met de ecologische besparingsfuncties bespaart u stroom en toner, doordat het apparaat snel overschakelt naar de stroombesparing modus of afdrukt in de tonerbesparing modus. Met de knop ECO kunt u snel en op eenvoudige wijze tonerbesparende kopieën maken.
Inhoudsopgave Inleiding ..................................................... 2 Geachte klant ....................................................................... 2 1 Algemene veiligheidsinstructies......... 5 Over deze handleiding ....................................................... 7 2 Overzicht .............................................. 8 Toesteloverzicht ................................................................. 8 Aansluitingen aan de achterzijde .....................................
13 Instellingen ......................................... 56 NL Ecologische besparingsfunctie voor stroom instellen ............................................................................................... Ecologische besparingsfunctie voor toner instellen . Ecologische besparingsfunctie voor papier instellen Land kiezen ........................................................................ Taal kiezen .........................................................................
1 Algemene veiligheidsinstructies Inleiding 3 Laat uw kinderen niet zonder toezicht met het toestel omgaan. Uw toestel is in overeenstemming met de normen EN 60950-1 resp.IEC 60950-1 gekeurd en mag alleen op telefoon- en stroomnetten worden gebruikt die aan deze normen voldoen. Het toestel is uitsluitend voor gebruik in het desbetreffende land van verkoop gefabriceerd. Breng geen instellingen en veranderingen aan die niet in deze handleiding zijn beschreven.
Hoge frequente straling beïnvloed medische apparatuur Papier zit vast Het gebruik van dit apparaat kan, door het versturen van hoge frequentie straling, de werking van onvoldoende afgeschermde medische apparatuur evenals gehoorapparaten of pacemakers beïnvloeden. Richt u tot een arts of tot de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen of deze voldoende zijn afgeschermd tegen externe hoge frequentie straling. Trek het vastgelopen papier voorzichtig uit het apparaat.
Over deze handleiding Met de installatiehulp op de volgende bladzijden kunt u uw toestel snel en gemakkelijk in gebruik nemen. Gedetailleerde beschrijvingen vindt u in de volgende hoofdstukken van deze handleiding. Lees de handleiding nauwkeurig. Let op de veiligheidsinstructies om een correcte werking van uw toestel te garanderen. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enig gebruik dat afwijkt van het in de instructies beschreven gebruik.
2 Overzicht Toesteloverzicht Scannerglas ‚ Scannerglas ƒ Tonercartridge „ Klep voor het verwijderen van vastgelopen papier (print unit) Tonercartridge Scannerdeksel ‚ Scannerdeksel ƒ Paneel met display „ Print- en faxuitgifte … Printuitgiftehouder † Papierlade ‡ Handmatige papiertoevoer ˆ ý-Bus – USB-hostaansluiting voor opslagmedia ‰ Hoorn met krulsnoer Paneel met display Print- en faxuitgifte Klep voor het verwijderen van vastgelopen papier (print unit) Übersicht nummeriert Printuitgiftehouder Pa
Paneel met display Rood lampje Rode lamp Æ – knippert of licht op, lees de aanwijzingen op het scherm Groen lampje â – Het groene lampje â op het bedieningspaneel knippert, als zich een fax in het geheugen bevindt. j – functie afbreken / terug naar de uitgangsmodus C – menufuncties oproepen / terug naar het vorige menu-niveau / tekens afzonderlijk wissen [ – Aantal kopieën instellen / In het menu navigeren / Opties selecteren / Cursor verplaatsen OK – twee keer indrukken: automatisch kopiëren.
Overzicht menufuncties 2 Printer Papierinstellingen aanbrengen Inleiding Uw toestel beschikt over de volgende functies. Er bestaan twee mogelijkheden om de functies op te roepen. Door het menu navigeren: Druk op C om het menu met deze functies te openen. Blader door het menu met [. Met OK kiest u een menufunctie. Met C keert u naar het vorige menu-niveau terug. Met j verlaat u het menu en keert u naar de uitgangsmodus terug.
7 Opdrachten 08 Draadloos netwerk (WLAN) Opdracht meteen uitvoeren optioneel en origineel 71 Opdracht meteen uitvoeren ............... pagina 50 72 Opdracht wijzigen ................................. pagina 50 73 Opdracht wissen.................................... pagina 50 74 Opdracht uitprinten.............................. pagina 50 75 Opdrachtenlijst uitprinten ...................
3 Eerste ingebruikneming Inhoud verpakking Toestel ‚ Toestel ƒ Begincartridge (al geplaatst) „ Netkabel met stekker (afhankelijk van het land) … Telefoonkabel met Stecker (afhankelijk van het land) † Papiercassette (al geplaatst) ‡ Spiraalsnoer voor telefoonhoorn ˆ Telefoonhoorn Installatie-CD (zonder afbeelding) Bedieningshandleiding met installatiehandleiding (zonder afbeelding).
3 Verwijder de cartridge door deze aan de handgreep in het midden vast te pakken en naar voren uit het apparaat te trekken. GEVAAR! Er komt tonerstof vrij! Schud de tonercartridge niet meer nadat u de beschermstrook verwijderd hebt. Er zou anders tonerstof vrij kunnen komen. 7 Plaats de tonercartridge in uw toestel. De cartridge moet compleet vastklikken. NL 4 Verwijder de kleefstrip en het beschermfolie, maar nog niet de beschermstrook in de cartridge. 8 Sluit het toestel.
Verpakkingsmateriaal uit de papiercassette verwijderen 5 Sluit de afdekking van de papiercassette. 1 Trek de papiercassette uit het apparaat. NL 2 Klap de afdekking van de papiercassette omhoog. Opmerking Afdekklep van de papiercassette Als de afdekklep van de papiercassette is losgeraakt, dient u de afdekklep weer aan de houders vast te maken. Let erop dat de gladde kant van de afdekklep (met de markeringen) naar boven is gericht. 3 Verwijder a.u.b.
Hoorn aansluiten Netkabel aansluiten Hoorn aansluiten Netspanning en plaats van opstelling Steek het einde van het spiraalsnoer in de bus aan de telefoonhoorn. Steek het andere einde in de bus die met het Ó-symbool gekenmerkt is. Telefonhörer anschließen VOORZICHTIG! Netspanning en plaats van opstelling! Controleer of de netspanning van uw toestel (typeplaatje) overeenkomt met de netspanning die op de opstelplaats beschikbaar is. 1 Steek de netkabel in de aansluiting aan de achterkant van het toestel.
Eerste installatie Naam invoeren kopregel Eerste installatie Nadat u uw apparaat op de netspanning hebt aangesloten, start het apparaat op. Tijdens het opstartproces knipperen de lampjes. Wacht totdat het proces voor de eerste installatie begint. Taal kiezen 1 Kies met [ de gewenste displaytaal. 2 Bevestig met OK. NL Land kiezen Land juist instellen VOORZICHTIG! Land juist instellen! Stel in ieder geval het land in waarin u het toestel gebruikt.
Systeemeisen Systeemeisen Uw computer moet over één van de volgende besturingssystemen beschikken. Microsoft Windows 2000 (SP¦4) · XP · Vista · Windows 7 Windows Server 2003/2008 Apple Macintosh OS 10.4 · 10.5 · 10.6 Linux Redhat 9.0 · Debian 5,0 · Suse 11,1 · Fedora 11 Ubuntu 9:10:00 Microsoft Windows Apple Macintosh Linux NL USB kabel aansluiten 1 Sluit alle lopende programma’s en toepassingen voordat u de installatie start. Leg de installatie-CD in het CD-ROM-station van uw computer.
4 Companion Center SFX Companion Center SFX U kunt het apparaat op een computer aansluiten en als printer of scanner gebruiken. Op de meegeleverde installatie-CD vindt u het programma Companion Center SFX. Daarmee kunt u foto’s en teksten scannen en bewerken, faxberichten verzenden en ontvangen en verder de webinterface van het apparaat oproepen, waarmee u veel verschillende instellingen kunt maken.
6 Sluit pas na het opnieuw starten het toestel met een in de handel gebruikelijke USB-kabel op uw PC aan. De USB-interface van uw toestel vindt u op de achterzijde van het toestel. Opmerking Uitsluitend een voor high-speed gecertificeerde USB-kabel Gebruik uitsluitend een in de handel gangbare USB-kabel die voor high-speed is gecertificeerd om het apparaat op uw computer aan te sluiten. De kabel mag niet langer dan 1,5 meter zijn.
5 Webinterface Inleiding NL De webinterface is beschikbaar voor alle besturingssystemen. U kunt de webinterface via het programma Companion Center SFX of via de internetbrowser op de computer oproepen. De webinterface geeft de actuele status van het apparaat en alle instellingen weer. U kunt zowel de instellingen als het telefoonboek van het apparaat bewerken.
6 Scanner Inleiding U kunt een document scannen en op de computer, op een USB-opslagmedium of op een netwerkcomputer opslaan. Op de meegeleverde installatie-CD vindt u het programma Companion Center SFX. Daarmee kunt u documenten van de computer scannen, faxberichten vanuit de computer verzenden en beheren en verder instellingen van het apparaat via de webinterface wijzigen (zie ook het hoofdstuk Drivers en software installeren, pagina 18). 2 Plaats het document met de beeldzijde onder op het scannerglas.
4 Sluit het scannerdeksel. Scan met standaardinstellingen maken 1 Druk op SCAN. 2 Kies met [ SCAN NAAR PC USB. 3 Bevestig met OK. Opmerking Functie oproepen U kunt deze functie ook oproepen door op C, 31 en OK te drukken. NL Opmerking Deksel van de scanner aanpassen Het deksel van de scanner heeft verstelbare scharnieren; hierdoor kunt u ook dikkere documenten (bijvoorbeeld boeken) op de vlakbedscanner leggen. Til het scannerdeksel voorzichtig op, zodat het er zo gelijkmatig mogelijk op ligt.
12 Selecteer met f de gewenste resolutie. ONTWERP(100) – Scan met lage resolutie bijvoorbeeld voor gebruik op het Internet TEKST Z/W (300) – Zwart-wit-scan met hoge resolutie voor de optische tekenherkenning van tekstdocumenten (OCR) FOTO(200) – Scan met hoge resolutie bijvoorbeeld voor foto's HQ(300) – Scan met hoogste resolutie 13 Bevestig met OK.
3 Selecteer met [ SCAN NAAR USB uit het keuzemenu of druk op C, 913 en OK. Opmerking Functie oproepen U kunt deze functie ook oproepen door op C, 32 en OK te drukken. NL 4 Kies met [, of u het document in grijswaarden of in kleur wilt scannen 5 Bevestig met OK. 6 Voer een naam voor het bestand in. Letters voert u met de cijfertoetsen in (zie opdruk). Speciale tekens voert u in met 0. Druk zo vaak op de betreffende toets tot de gewenste letter of het gewenste speciale teken op het display verschijnt.
5 Als u de actuele instellingen wilt veranderen, staan volgende functies ter beschikking: Bronnen – Automatische documentinvoer of vlakbedscanner als bron voor de scan Mode – Scannen in de zwart-wit modus (ook streep-modus) of in de grijstinten-modus Resolutie - Resolutie voor de scan kiezen Papierformaat – Papierformaat instellen Uitgangsformaat – Kies het bestandsformaat 6 Voer onder File Naam de naam van het bestand in. 7 Selecteer bij Save Image de map, waar het bestand in moet worden opgeslagen.
7 Printer en afdrukmedia Testafdrukken van laserprinters! Printen vanaf de computer NL Opmerking Printen vanaf de computer Als u de Companion Center SFX op uw computer installeert, wordt het toestel als printer onder Windows opgeslagen. ´In het printermenu onder Start > Instellingen > Printer vindt u het toestel als Laser Printer Scanner. U hebt vanuit elk programma – net als tot elke andere printer – toegang tot uw toestel en kunt zwart-wit afdrukken maken.
3 Pas de lengte van de papiercassette aan het afdrukpapier aan. Druk op de vergrendelingknop aan de onderkant van de papiercassette. Verschuif de achterkant totdat ze in de juiste omschrijving vastklikt: Legal = LG, A4 = A4, A5 = A5, Letter = LE, B5 = B5. VOORZICHTIG! Testafdrukken van laserprinters! Voorgedrukte formulieren die door een laserprinter zijn afgedrukt zijn niet geschikt om verder bedrukt te worden. 6 Fixeer het papier met behulp van de beide papierdwarsgeleiders.
8 Schuif de papiercassette tot aan de aanslag in het toestel. Enveloppen bedrukken Enveloppen bedrukken U kunt enveloppen direct via de handmatige papierinvoer laten bedrukken. Ongeschikte enveloppen! VOORZICHTIG! Ongeschikte enveloppen! Gebruik geen enveloppen met zelfklevende sluitingen, vensterenveloppen of nietjes. NL Papier in de handmatige papiertoevoer plaatsen 1 Leg de envelop in de handmatige papiertoevoer aan de voorkant van het apparaat.
Sjablonen invoeren Testafdrukken van laserprinters! VOORZICHTIG! Testafdrukken van laserprinters! Voorgedrukte formulieren die door een laserprinter zijn afgedrukt zijn niet geschikt om verder bedrukt te worden. Print een lijst met beschikbare documenten op USB opslagmedium USB-opslagmedia VOORZICHTIG! Compatibele USB-opslagmedia! Let erop dat de stroom van een USB apparaat de toegestane Ampère waarde van de USB aansluiting niet overschrijdt.
Opmerking Functie oproepen U kunt deze functie ook oproepen door op C, 211 en OK te drukken. USB-opslagmedia verwijderen! VOORZICHTIG! USB-opslagmedia verwijderen! Trek het ingestoken opslagmedium er nooit uit, als het apparaat er nog op leest of schrijft. Hierdoor kunnen gegevens beschadigd worden of verloren gaan.
13 Kies met [ de sterkte van het geplaatste papier. 14 Druk op o, om het afdrukken te starten. USB-opslagmedia verwijderen! VOORZICHTIG! USB-opslagmedia verwijderen! Trek het ingestoken opslagmedium er nooit uit, als het apparaat er nog op leest of schrijft. Hierdoor kunnen gegevens beschadigd worden of verloren gaan.
Kalender printen Oplossing uitprinten Laatste oplossing beschikbaar Kalender printen NL Uw apparaat print een weekoverzicht af als kalenderpagina - voor de huidige week, de komende week of een vrij te kiezen week. 1 Druk op C, 85 en OK. 2 Kies met [ of u een kalenderpagina van de huidige week, de komende week, of een vrij te kiezen week wilt afdrukken. 3 Bevestig met OK.
8 Kopieerapparaat Specificaties voor documenten Specificaties voor documenten Breedte van de documenten 208¦–¦218¦mm Lengte van de documenten 277¦–¦600¦mm Papiergewicht van de documenten 60¦-¦90¦g/m2 Capaciteit 50 vel (80¦g/m2) Aanbevelingen van de fabrikant voor optimaal functioneren A4 · A5 · Letter · Legal (80¦g/m2) 2 Plaats het document met de beeldzijde onder op het scannerglas.
4 Sluit het scannerdeksel. Instellingen wijzigen Instellingen voor de volgende printertaak Opmerking Instellingen voor de volgende printertaak Met deze functies selecteert u de instellingen voor de volgende printertaak. De basisinstellingen wijzigt u met de functies uit het hoofdstuk Instellingen (zie ook het hoofdstuk Instellingen, op pagina 56).
Meerdere kopieën maken 1 Voer het document in. 2 Geef aan hoeveel kopieën u van het document wenst te maken (maximaal 99 kopieën). U kunt het aantal ook aanpassen door op [ te drukken. 3 Druk twee keer op COPY. Kopieën met het tweede profiel maken Kopieën met het tweede profiel maken In een tweede profiel slaat u instellingen op die u vaker gebruiken wilt, bijvoorbeeld om een regelmatig gebruikte documentsoort te kopiëren (zie ook hoofdstuk Instellingen voor tweede profiel inrichten, pagina 37).
Kies met [ het gewenste profiel. Bevestig met OK. Kies met [ de papierbron. Bevestig met OK. Voor papier in de handmatige papiertoevoer: Kies met [ het gewenste papierformaat. 8 Bevestig met OK. 9 Voor papier in de handmatige papiertoevoer: Kies met [ de sterkte van het geplaatste papier. 10 Bevestig met OK. 11 Selecteer met [ de gewenste resolutie.
Beide zijden van een document op één blad kopiëren (= visitekaartkopie) Inleiding Met de visitekaartkopie kunt u beide zijden van een kleiner document (bijvoorbeeld van een visitekaartje) op één vel kopiëren. Reproduceren niet toegelaten VOORZICHTIG! Reproduceren niet toegelaten In heel wat landen is het reproduceren van bepaalde documenten (door bijvoorbeeld scannen, uitprinten en kopiëren) verboden.
9 Telefoonfuncties Extra telefoons aansluiten Kengetal invoeren Hoe u extra telefoons aansluit en welke functies u ter beschikking staan, staat in het hoofdstuk over telefoonaansluitingen en extra toestellen, pagina 64. Voer het kengetal van het openbare telefoonnet in vooraleer u het gewenste nummer invoert of een opgeslagen record kiest. Het kengetal van het openbare telefoonnet is meestal 0. Onjuiste toegangscode buitenlijn Telefoneren met het toestel NL Kies het gewenste nummer.
Gemiste telefoongesprekken Gemiste telefoongesprekken Instructies over gemiste gesprekken vindt u in de lijst opnieuw kiezen/oproepen 1 Druk op @. 2 Blader met [ door de lijst met gekozen nummers, de binnengekomen en gemiste gesprekken (© toont de gekozen nummers, ® de binnengekomen gesprekken en * de gemiste gesprekken) Opmerking Telefoonboeknamen tonen Uw toestel toont de naam waaronder u de deelnemer in het telefoonboek hebt opgeslagen.
10 Telefoonboek van het toestel Telefoonboek van het toestel Opmerking Webinterface oproepen U kunt de adressen in het telefoonboek ook met de webinterface van het apparaat bewerken (zie ook het hoofdstuk Webinterface, op pagina 20). Opmerking Nummer uit de lijst nummerherhaling U kunt een opgeslagen nummer uit de lijst van de laatst gekozen abonneenummers en binnengekomen gesprekken (=nummerherhaling/oproepenlijst) kiezen. Druk op @. Kies met [ een record. Bevestig met OK.
10 Kies de snelheid voor de faxtransmissie naar deze abonnee. Normaal gesproken kunt u de hoogste snelheid selecteren. Stel een lage transmissiesnelheid in wanneer u faxberichten stuurt in netten met een slechte lijnkwaliteit. 11 Bevestig met OK. Het record wordt opgeslagen. Een invoergegeven wissen 1 2 3 4 5 6 7 Druk op C, 515 en OK. Kies met [ EEN ENTRY WISSEN. Bevestig met OK. Kies met [ het record dat u wilt wissen. Bevestig met OK. Kies met [ WISSEN: JA. Bevestig met OK.
Telefoonboek exporteren/ importeren Telefoonboek exporteren/importeren U kunt de gegevens van uw telefoonboek op een USBopslagmedium opslaan of de gegevens vanuit een USBopslagmedium importeren. Sla telefoonboek op USB opslagmedium op NL 1 Zorg ervoor dat er een USB-opslagmedium op de USB-host-aansluiting aan de voor- of achterkant van het apparaat is aangesloten. Sluit zonodig alsnog een USB-opslagmedium aan. 2 Druk op C, 518 en OK. Het telefoonboek wordt op het USB-opslagmedium opgeslagen.
11 Fax Fax met standaardinstellingen versturen Fax met standaardinstellingen versturen Uw faxbericht wordt met de standaardinstellingen verstuurd. Wilt u instellingen (bijvoorbeeld de resolutie of het contrast) voor het versturen van een fax wijzigen, dan gebruikt u de functie Fax later verzenden, pagina 45. 1 Voer het document in. 2 Druk op FAX. Opmerking Functie direct oproepen U kunt deze functie ook oproepen door op C, 41 en OK te drukken.
3 Richt het document uit langs de linker achterhoek van de glasplaat van de scanner (pijlen). De markeringen op de scanner omranding voor de formaten A4 en A5 helpen u erbij het document juist te positioneren. VOORZICHTIG! Niet op het deksel van de scanner duwen! Druk niet met geweld op het scannerdeksel, als u dikkere documenten of driedimensionele sjablonen scant, dit kan een beschadiging van het scannerdeksel en/of het scannerglas tot gevolg hebben.
Onjuiste toegangscode buitenlijn Opmerking Onjuiste toegangscode buitenlijn Soms kan het kengetal een ander cijfer zijn of uit twee cijfers bestaan. Bij oudere telefooncentrales kan het kengetal R (=flash) zijn. Druk op R om dit kengetal in te voeren. Mocht de verbinding met het openbare telefoonnet niet mogelijk zijn, neem dan contact op met de aanbieder van uw telefooncentrale.
Met Companion Center SFX faxen Inleiding NL Met het programma Companion Center SFX zend, ontvangt en beheert u faxberichten op de computer. U kunt zowel gescande documenten als op de computer opgeslagen bestanden verzenden. Met de Editor voor voorbladen maakt u zelf voorbladen voor uw faxzendingen op, of u gebruikt bestaande bestanden als faxvoorblad. Bovendien kunt u uit vele faxinstellingen kiezen.
Voorblad/titelblad met Editor opmaken Inleiding Met de Editor voor voorbladen maakt u zelf voorbladen voor uw faxzendingen op, of u gebruikt bestaande bestanden als faxvoorblad. 1 Klik op Voorblad. >,3 $GUHV@ 6FDQQHQ )D[ =HQGHQ 0HW YRRUEODG $I]HQGHU 1DDP ,QVWHOOLQJHQ +XOS 9RRUEODG *HDYDQFHHUG )$; %2; 9RRUEODG 2 Selecteer de gewenste map.
4 U kunt de volgende opties activeren. Automatisch verzonden document afdrukken – Drukt het verzonden bericht na de verzending af Verzendbevestiging afdrukken – het verzendrapport wordt na elke uitgevoerde of afgebroken transmissie afgedrukt. Print the send log – Het verzendprotocol wordt na elke uitgevoerde of afgebroken overdracht afgedrukt. NL Fax ontvangen Geheugen Wanneer u de fabrieksinstellingen niet hebt gewijzigd, worden ontvangen faxberichten meteen uitgeprint.
Tijdstempel Faxberichten afdrukken Tijdstempel 1 Druk op C, 4031 en OK. 2 Toets de viercijferige pincode in. 3 Bevestig met OK. De opgeslagen faxberichten worden afgedrukt en uit het geheugen gewist. Het toestel print de ontvangstdatum en de juiste tijd op elke binnenkomende fax. Hiermee kunt u documenteren wanneer u een faxbericht hebt ontvangen. Een buffergeheugen in het toestel waarborgt dat ook na een stroomstoring de juiste datum en de juiste tijd worden afgedrukt.
Opdracht meteen uitvoeren 1 Druk op C, 71 en OK. 2 Selecteer met [ de opdracht die u meteen wilt uitvoeren. 3 Bevestig met OK. Het verzenden of het afroepen begint meteen. Opdracht wijzigen NL 1 2 3 4 Druk op C, 72 en OK. Selecteer met [ de opdracht die u wilt wijzigen. Bevestig met OK. Toets de gewenste wijzigingen in en bevestig dit met OK. Opdracht wissen 1 2 3 4 Druk op C, 73 en OK. Selecteer met [ de opdracht die u wilt wissen. Bevestig met OK. Bevestig het wissen met OK.
12 Netwerken USB-aansluiting Met een USB-kabel kunt u uw apparaat met een computer verbinden die op een netwerk is aangesloten. Alle computers in het netwerk kunnen dan contact maken met het apparaat, als het hiervoor is vrijgegeven. U kunt het apparaat niet direct met een USB-kabel aan een netwerk aansluiten, behalve als u over een USB-printserveraansluiting beschikt. Met een WLAN-adapter is het mogelijk om het apparaat als netwerkprinter op een bestaand netwerk aan te sluiten.
WLAN-adapter aansluiten WLAN-adapter aansluiten Steek de WLAN-adapter in de USB-host-aansluiting aan de achterkant van het apparaat. USB-Host hinten anschließen WPS met de pincode gebruiken 1 Druk op C, 0811 en OK. 2 Kies met [ WPS PIN. 3 In het display verschijnt een pincode. Voer deze pincode in bij het toegangspunt (Access Point, Router). 4 Druk aan het toestel op OK. Het WLAN-toegangspunt en het apparaat maken automatisch een verbinding afgeschermd door een WPA-sleutel.
Draadloos netwerk (WLAN) met de hand instellen Inleiding De pc en alle andere apparaten moeten ingesteld zijn op hetzelfde netwerk als de multifunctionele terminal. Alle voor de instelling van de parameters benodigde gegevens, zoals de naam van het netwerk (SSID), het soort netwerk, de WEP-sleutel, het IP-adres en het subnetmasker moeten overeenkomen met de gegevens van het netwerk. De benodigde informatie vindt u in de netwerkconfiguratie van uw computer of van het toegangspunt (Access Point, Router).
Netwerkbeveiliging instellen Onbeveiligde draadloze netwerken zijn voor buitenstaanders toegankelijk! VOORZICHTIG! Onbeveiligde draadloze netwerken zijn voor buitenstaanders toegankelijk! Onbeveiligde draadloze netwerken zijn voor buitenstaanders toegankelijk! Bescherm uw netwerk daarom in ieder geval tegen onbevoegde toegang. U kunt tussen verschillende encryptiemethoden kiezen. NL 1 Druk op C, 0822 en OK. 2 Selecteer met [ een encryptiestandaard of schakel de netwerkbeveiliging uit. 3 Bevestig met OK.
Domain Name Server (DNS) invoeren Inleiding De DNS vertaalt IP-adressen in namen van internetsites en omgekeerd. U kunt een primaire en een secundaire DNS opgeven. Primaire DNS invoeren 1 Druk op C, 0844 en OK. 2 Voer het adres van de primaire DNS in. 3 Bevestig met OK. Secundaire DNS invoeren 1 Druk op C, 0845 en OK. 2 Voer het adres van de secundaire DNS in. 3 Bevestig met OK.
13 Instellingen Basisinstellingen wijzigen Opmerking Basisinstellingen wijzigen De gewijzigde instellingen worden als nieuwe basisinstellingen opgeslagen. Kies voor een eenmalige procedure een speciale functie, denk eraan daarna een standaard instelling of de fabrieksinstelling weer in te stellen. NL Instellingen Opmerking Webinterface oproepen U kunt de instellingen van het apparaat ook met de webinterface bewerken (zie ook het hoofdstuk Webinterface, op pagina 20).
Land kiezen Opmerking Bewerkingsfunctie voor tijdszones Druk op [ om de weergave te wijzigen (+/-). U kunt ook waardes onder één uur invoeren, bijvoorbeeld 0,15 (of 0,25) voor een kwartier, 0,30 (of 0,50) voor een halfuur, of 0,45 (of 0,75) voor driekwartier. Land juist instellen VOORZICHTIG! Land juist instellen! Stel in ieder geval het land in waarin u het toestel gebruikt. Anders is uw toestel niet aangepast aan het telefoonnet.
Nummer en naam intoetsen Toetsentonen uitschakelen kopregel Toetsentonen uitschakelen Uw nummer en uw naam worden aan de bovenste rand van elk faxbericht (= kopregel) samen met datum, tijd en paginanummer meegestuurd. Elke bediening van een toets wordt door een toon begeleid. U kunt de toetsentonen op uw apparaat uitschakelen. 1 Druk op C, 007 en OK. 2 Kies met [ of u de functie wilt in- of uitschakelen. 3 Bevestig met OK. Naam invoeren NL 1 Druk op C, 021 en OK. 2 Voer uw naam in.
Resolutie instellen Resolutie voor scannen instellen 1 Druk op C, 303 en OK. 2 Selecteer met [ de gewenste resolutie. ONTWERP(100) – Scan met lage resolutie bijvoorbeeld voor gebruik op het Internet TEKST Z/W (300) – Zwart-wit-scan met hoge resolutie voor de optische tekenherkenning van tekstdocumenten (OCR) FOTO(200) – Scan met hoge resolutie bijvoorbeeld voor foto's HQ(300) – Scan met hoogste resolutie 3 Bevestig met OK. Contrast voor het faxen en kopiëren instellen 1 Druk op C, 104 en OK.
Extra kopieeropties EXT/Antwoordapparaat-modus EXT/Antwoordapparaat-modus Kies enkelzijdig/dubbelzijdig printen (simplex/duplex) 1 Druk op C, 101 en OK. 2 Met de toets [ kunt u enkelzijdig (= Simplex) of dubbelzijdig afdrukken (= Duplex) selecteren. 3 Bevestig met OK. NL Faxontvangstmodus instellen (ANTW.APP./FAX) Deze modus moet u instellen, als u extra apparatuur, speciaal een extern antwoordapparaat, op de AUX./ Ò-bus van uw toestel hebt aangesloten.
Aanvullende opties voor faxverzending Transmissiesnelheid reduceren Transmissiesnelheid reduceren Het toestel past de transmissiesnelheid aan de kwaliteit van de telefoonverbinding aan. Vooral bij overzeese verbindingen kan de kwaliteit minder goed zijn. Stel een lage transmissiesnelheid in wanneer u faxberichten stuurt in netten met een slechte lijnkwaliteit. 1 Druk op C, 4015 en OK. 2 Kies met [ de gewenste snelheid. 3 Bevestig met OK.
4 Vaste waarde invoeren: Voer een percentage voor de verkleining tussen 70 en 100 procent in. 5 Bevestig met OK. Drempelwaarde voor paginaafbreking instellen Toestel blokkeren Toestel blokkeren Met de vergrendeling verhindert u dat onbevoegden uw toestel gebruiken. Pas na invoer van de code kunt u functies oproepen of cijfers intoetsen. De vergrendeling wordt na elk gebruik ingeschakeld.
USB opslagmedium vergrendelen USB opslagmedium vergrendelen Met deze functie blokkeert u de toegang tot een aangesloten USB-opslagmedium. 1 Druk op C, 925 en OK. 2 Toets de viercijferige pincode in. 3 Bevestig met OK. 4 Kies met [ of u de functie wilt in- of uitschakelen. 5 Bevestig met OK. Lijsten en berichten afdrukken Functielijst afdrukken Functielijst afdrukken Druk op C, 81 en OK om een lijst van alle functies van uw toestel uit te printen.
14 Telefoonaansluitingen en extra toestellen NL Nummerherkenning (CLIP) aan- en uitzetten Openbaar telefoonnetwerk (PSTN) inrichten functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund (functie wordt niet in alle landen en netwerken ondersteund) Op het display verschijnt het nummer van een binnenkomend gesprek.
Type aansluiting instellen 1 Druk op C, 051 en OK. 2 Kies met [ of u gebruik wilt maakt van een nevenaansluiting. 3 Bevestig met OK. Nummer buitenlijn instellen Lengte van doorkiesnummers invoeren 1 Druk op C, 0521 en OK. 2 Toets de lengte van de interne nummers in. Met C wist u de tekens afzonderlijk. Ga uit van het langste nummer en tel er een cijfer bij op. Bestaan uw doorkiesnummers bijvoorbeeld uit vier cijfers, toetst u 5 in. 3 Bevestig met OK.
Verdere draadloze telefoons aanmelden Externe Geräte anschließen Opmerking Verdere draadloze telefoons aanmelden Verdere draadloze telefoons meldt u op dezelfde manier bij uw toestel aan. Mochten er tijdens het aanmelden problemen optreden, meld dan alle draadloze telefoons af en meld ze elk afzonderlijk weer aan. Weergave van tijd en datum NL Opmerking Weergave van tijd en datum De datum en de tijd van de draadloze telefoon worden voortdurend met die van het apparaat gesynchroniseerd.
Extern antwoordapparaat gebruiken Uw externe antwoordapparaat moet over een parallelle herkenning voor het aannemen van binnenkomende gesprekken beschikken. Voor meer informatie kunt u terecht bij uw vakhandelaar. Om het antwoordapparaat goed te laten functioneren moet het aan de AUX./Ò-bus van het toestel worden aangesloten. Kies als faxontvangstmodus de modus EXT/antwoordapparaat (zie ook hoofdstuk Faxontvangstmodus instellen, pagina 60).
15 Service Storingen Opmerking Tips over storingen Indien er storingen optreden, let dan op de instructies op het display en op de foutmelding. Aantal gescande documenten tonen Aantal gescande pagina's tonen Druk op C, 943 en OK. Het aantal gescande documenten wordt getoond.
Firmware update 2 Sluit het USB-opslagmedium met het firmwarebestand aan op de USB-host-aansluiting. Firmware update Opmerking Webinterface oproepen U kunt de firmware van het apparaat ook met de webinterface bijwerken (zie ook het hoofdstuk Webinterface, op pagina 20). Firmware update De firmware bepaalt de basisfuncties en toepassingsmogelijkheden van uw apparaat. Dit wordt soms ook als apparaatdriver aangeduid. Wij streven naar verbeteringen en innovaties. Kijk op onze internetpagina www.sagemcom.
Let op instructies op de verpakking VOORZICHTIG! Let op instructies op de verpakking Let op de instructies op de verpakking van de verbruiksmaterialen. 1 Open het bovenste deksel van het apparaat, door het deksel bij de pijlmarkeringen aan de buitenkant vast te pakken en naar boven te klappen. NL 2 Open het apparaat door het apparaatdeksel naar voren te klappen. GEVAAR! Er komt tonerstof vrij! Neem de tonercartridge voorzichtig uit het toestel, zodat er geen tonerstof uitvalt.
8 Plaats de tonercartridge in uw toestel. De cartridge moet compleet vastklikken. Papieropstopping verhelpen Inleiding Uw toestel is met sensoren uitgerust die een papierstoring snel herkennen. Als een storing optreedt, wordt de invoer van het printpapier meteen gestopt. Controleer alle van de volgende drie onderdelen op vastgelopen papier: papiercassette/papierinvoer, afdrukeenheid en fixeereenheid (zie ook aanwijzingen hieronder).
3 Schuif de papiercassette tot aan de aanslag in het toestel. GEVAAR! Er komt tonerstof vrij! Neem de tonercartridge voorzichtig uit het toestel, zodat er geen tonerstof uitvalt. Let op waar u de cartridge neerlegt; uittredend tonerstof kan de ondergrond vervuilen. Open nooit de tonercartridge. Mocht er tonerstof uit komen, vermijd dan contact met huid en ogen. Adem de losse tonerstof niet in. Verwijder de stof van kleding of voorwerpen met koud water; heet water zou de toner fixeren. Verwijder evt.
7 Plaats de tonercartridge in uw toestel. De cartridge moet compleet vastklikken. Vastgelopen papier in de duplexeenheid/fixeereenheid verwijderen 1 Open de papierstoring klep aan de achterkant van het apparaat. NL 8 Sluit het toestel. GEVAAR – WARMTE! VOORZICHTIG! Toner cartridge niet correct geplaatst! Als u het deksel van het apparaat niet kunt sluiten is de toner cartridge niet volgens de voorschriften geplaatst. Haal de toner cartridge eruit en plaats deze op de juiste manier.
4 Sluit de papierstoring klep. De hendels van de fixeereenheid klappen bij het sluiten van de papierstoring klep automatisch terug naar hun beginpositie. NL Opmerking Doorgaan met afdrukopdracht Druk op o na het verhelpen van de fout om door te gaan met de afdrukopdracht. Druk op j, om de foutmelding te negeren. Aanwijzingen voor schoonmaken! GEVAAR! Aanwijzingen voor schoonmaken! Gebruik een zacht, pluisvrij doekje.
Scanner kalibreren Scanner kalibreren Als op afgedrukte pagina’s of op faxberichten verticale strepen verschijnen, moet mogelijk de scanner worden gekalibreerd. 4 Kies met [ JA. 5 Bevestig met OK. Opmerking Invoer afbreken Met NEE breekt u de invoer af wanneer u een verkeerde code hebt ingevoerd. Tips voor kalibratie! VOORZICHTIG! Tips voor kalibratie! De scanner is in de fabriek gekalibreerd en hoeft normaliter niet opnieuw te worden gekalibreerd. Gebruik deze functie niet te vaak.
Problemen en mogelijke oorzaken Algemeen Mogelijke oorzaak/oorzaken Op het diplay knipperen klok en datum. Na een korte stroomonderbreking moet u de klok en de datum controleren. Bevestig met OK. Versturen van faxberichten niet mogelijk Controleer de installatie van het toestel. Controleer of het apparaat is aangesloten op een stopcontact. Sluit de telefoonkabel aan de met FAX/Ñ gekenmerkte bus aan. Steek de telefoonstekker in uw telefoonaansluitingsdoos.
Problemen tijdens het afdrukken of kopiëren Mogelijke oorzaak/oorzaken Het toestel maakt tijdens het uitprinten witte strepen. Reinig de trommel van de tonercartridge met een zachte doek. Reinig de scanner (zie ook hoofdstuk Reiniging, pagina ), pagina 74). Het toestel maakt tijdens het uitprinten zwarte strepen. Reinig de scanner (zie ook hoofdstuk Reiniging, pagina ), pagina 74). De tonercartridge is beschadigd en moet worden vervangen. Gebruik uitsluitend originele verbruiksmaterialen.
Foutmeldingen en mogelijke oorzaken Algemene foutmeldingen Mogelijke oorzaak/oorzaken PAPIER INVOEREN Papier moet in de handmatige papierinvoer worden geplaatst (zie ook hoofdstuk Papier in de handmatige papierinvoer plaatsen, pagina 28). GEHEUGEN VOL Faxgeheugen vol! Wanneer het faxgeheugen vol is, kunnen geen verdere berichten meer worden ontvangen. Druk opgeslagen faxberichten af, zodat het apparaat weer berichten kan ontvangen. PAPIER VAST.
Foutmeldingen USB opslagmedium Mogelijke oorzaak/oorzaken MEDIUM VOL Op het ingestoken USB-opslagmedium (USB-stick, externe harde schijf etc.) is geen opslagruimte beschikbaar. Schoon de gegevensdrager op, of wis bestanden om opslagruimte vrij te maken. MEDIUM MIST Er is geen USB opslagmedium (USB stick, externe harde schijf) op het apparaat aangesloten. Controleer of er een USB opslagmedium is aangesloten. Steek deze indien nodig er nogmaals in.
Foutmeldingen op het verzendbericht Mogelijke oorzaak/oorzaken Afgesloten Kan niet communiceren Deelnemer heeft verbinding aangehouden Controleer gekozen nummer De verzendprocedure is onderbroken. Herhaal de verzendopdracht. Bel het nummer en controleer of dit nummer een faxnummer is en of het aangesloten faxtoestel klaar is voor ontvangst (fluittoon of stilte). Druk op FAX ofo om het faxbericht handmatig te versturen. Vraag de ontvanger of zijn apparaat klaar voor ontvangst is.
Foutmeldingen op het verzendbericht Mogelijke oorzaak/oorzaken Fout ontvangen document Het ontvangen faxbericht is mogelijk onvolledig. Vraag aan de afzender om de lengte van het faxbericht te controleren. Mogelijk is het bericht te lang om volledig te worden verstuurd. Geen document voor faxafroep In het gekozen apparaat waren geen documenten aanwezig die opgeroepen konden worden. Mogelijk is het apparaat van de afzender niet klaar, of is het document niet langer beschikbaar.
16 Verklarende woordenlijst Aankloppen Wordt u tijdens een telefoongesprek door nog iemand opgebeld, hoort u een signaal. Is uw telefoonaansluiting voor extra functies geactiveerd, dan kunt u tussen de gesprekken heen en weer schakelen (Zie R-toets, zie Wisselgesprek). NL Afzenderherkenning (= kopregel) Aan de bovenrand van elke ontvangen faxbladzijde verschijnen nummer en naam van de afzender evenals datum en tijdstip van de faxtransmissie. Asymmetric Digital Subscriber Line (ADSL).
Faxschakelaar De faxschakelaar controleert binnenkomende oproepen en regelt het belgedrag van het faxapparaat. Afhankelijk van de geselecteerde modus worden faxberichten automatisch of handmatig ontvangen. Faxsignaal, CNG-toon (= Calling Signal) De toon die een faxapparaat uitzendt om een faxtransmissie aan te kondigen. Aan de CNG-toon herkent de faxschakelaar van het apparaat een binnenkomend faxbericht en start de faxontvangst.
pulskiesmethode Een kiesmethode die in oudere telefoonnetten wordt gebruikt. U hoort na elk gekozen cijfer een tikken. Reductie van transmissiefouten (ECM) ECM reduceert transmissiefouten die bijvoorbeeld door slechte leidingen ontstaan en verkort daardoor de transmissieduur. Beide verbonden faxapparaten moeten ECM ondersteunen. NL RJ-11 Registered Jack 11 (ook Western-stekker, gestandaardiseerde telefoonstekker) Rondzenden (= Broadcast) Met deze functie kunt u een fax naar meerdere ontvangers sturen.
17 Bijlage Technische specificaties Papier (handmatige papierinvoer) Capaciteit....................................................................1 vellen Breedte............................................................... 98¦–¦216¦mm Lengte ...............................................................148¦–¦356¦mm Gewicht............................................................. 60¦–¦165¦g/m2 Capaciteit Afmetingen (B¦×¦H¦×¦D)...................... 430¦×¦346¦×¦393¦mm Gewicht ......................
Garantie (Garanties en bepalingen uitsluitend voor Nederland) NL Voor een garantieaanspraak dient u zich tot uw leverancier of de helpdesk van Sagemcom te richten. U dient een bewijs van aankoop te overleggen. Gebruikt u uw apparaat a.u.b. waarvoor het is bedoeld en onder normale gebruiksomstandigheden. Sagemcom aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor gebruik dat niet volgens de voorschriften is, noch voor de daaruit resulterende gevolgen.
De reparatie- en verzendkosten zijn ten laste van de klant. De bovenstaande bepalingen gelden in zoverre als niet anders schriftelijk met de klant is overeengekomen en uitsluitend in Nederland. Helpdesk: 09 00 - 040 04 79 Garantie (Garanties en bepalingen uitsluitend voor België & Luxemburg) Voor een garantieaanspraak dient u zich tot uw leverancier of de helpdesk van Sagemcom te richten. U dient een bewijs van aankoop te overleggen. Gebruikt u uw apparaat a.u.b.
C) Reparaties die buiten de garantie vallen NL In de onder B) genoemde gevallen en na afloop van de garantietijd dient de klant een kostenraming te laten opstellen door een erkend Sagemcom reparatiecentrum. De reparatie- en verzendkosten zijn ten laste van de klant. De bovenstaande bepalingen gelden in zoverre als niet anders schriftelijk met de klant is overeengekomen en uitsluitend in België & Luxemburg.
De gebruikte papieren en kartonnen verpakkingen kunnen als oud papier worden aangeboden. De plastic en Styropor verpakkingen biedt u als overig afval ter verwerking aan, afhankelijk van de in uw land geldende richtlijnen. Handelsmerken: De in deze handleiding genoemde referenties zijn handelsmerken van de betreffende firma’s. Het ontbreken van de symbolen É en Ë betekent niet dat de betreffende begrippen vrije handelsmerken zijn.
Klanteninformatie Inleiding 1 Inleiding 1 We streven er voortdurend naar onze producten volgens hoge kwaliteitsnormen en met een zo groot mogelijke gebruiksvriendelijkheid te ontwikkelen. In uw handleiding vindt u alle noodzakelijke informatie om uw toestel te kunnen gebruiken. Hebt u ondanks deze handleiding toch nog vragen dan kunt u zich steeds aan ons callcenter wenden. Onze medewerkers zijn goed opgeleide experten en beantwoorden uw vragen graag.