User manual

8NL
Nederlands
4.2.1 Apparaten toevoegen
1 Raak de knop in de werkbalk aan.
Het scherm Apparaat toevoegen wordt weergegeven.
2 Selecteer het nieuwe apparaat waarvoor u de afstandsbediening wilt
instellen (toevoegen) en volg de instructies op het scherm.
3 Raak de knop in de werkbalk aan als u klaar bent.
Het scherm Home verschijnt. De afstandsbediening is nu ingesteld
om het nieuw toegevoegde apparaat te bedienen.
4.2.2 Apparaten verwijderen
1 Selecteer in de lijst met apparaten het apparaat dat u wilt verwijderen.
Het scherm Apparaat verwijderen verschijnt.
2 Raak de knop in de werkbalk aan.
3 Raak ter bevestiging de knop 'Ja' aan.
4 Raak de knop in de werkbalk aan als u klaar bent.
Het scherm Home verschijnt. Het apparaat is nu uit het geheugen
van de afstandsbediening verwijderd.
Opmerking
Knoppen van het verwijderde apparaat die ergens anders worden gebruikt,
bijv. in een activiteit of voor de volumeknoppen, worden ook verwijderd.
Controleer de activiteiten die u hebt geïnstalleerd en installeer ze indien nodig
opnieuw. Raadpleeg hiervoor hoofdstuk 4.3 'Activiteiten instellen'. Controleer
de volumeknoppen voor uw apparaten en installeer ze indien nodig opnieuw.
Raadpleeg hiervoor hoofdstuk 4.2.4 'Volumeknoppen van een ander apparaat
kopiëren'.
4.2.3 Apparaten hernoemen
1 Selecteer in de lijst met apparaten het apparaat dat u wilt hernoemen.
2 Raak de knop in de werkbalk aan
Het scherm Apparaat bewerken verschijnt.
3 Raak de knop 'Hernoemen' aan.
4 Gebruik het toetsenbord om de nieuwe naam in te voeren.
5 Raak de knop 'OK' aan als u klaar bent.
Het scherm Instellingen verschijnt.
6 Raak de knop in de werkbalk aan.
Het scherm Home verschijnt. Het apparaat is nu onder de nieuwe
naam opgeslagen.
4.2.4 Volumeknoppen van een ander apparaat kopiëren
Als u apparaten toevoegt, kopieert de afstandsbediening de volume-
instellingen als volgt:
Als de volumeknoppen van een apparaat in de database van de
afstandsbediening zitten, worden deze volumeknoppen gebruikt.
Als de volumeknoppen van een apparaat niet in de database van de
afstandsbediening zitten, worden automatisch de volumeknoppen van
een ander apparaat gebruikt.
U kunt instellen welke volumeknoppen worden gebruikt, bijvoorbeeld als
u wilt dat de volumeknoppen van de versterker worden gebruikt om het
volume van de DVD-speler te bedienen.
1 Selecteer in de lijst met apparaten het apparaat waarnaar u het volume
wilt kopiëren.
2 Raak de knop in de werkbalk aan.
Het scherm Apparaat bewerken verschijnt.
Extra mogelijkheden