User manual

94
handmatig instelbaar.
HOLD-toets voor opslag in het geheugen van de weergegeven
meetwaarde.
8 Draaischakelaar voor functiekeuze.
9 Contactbus (positief
1
) voor V, Ω, , Hz,
J COM-contactbus, gezamenlijke contactbus voor stroom-, spannings-,
weerstands-, frequentie-, temperatuur- en capaciteitsmetingen, doorgangs-
en diodentest.
K Contactbus (positief
1
) voor A-bereik, voor stroom tot 10 A
( TESTFOX M-1).
L Ophangoogje.
M LED voor spanningsindicator
1
) betreft automatische polariteitaanduiding voor gelijkstroom en -spanning.
5. Algemene kenmerken
5.1 Algemene gegevens van de multimeter
5.1.1 De numerieke waarden zijn op een display (LCD) af te lezen met 3½
cijfers van 16 mm. hoog, met een komma voor de decimalen. De grootst
mogelijk af te lezen waarde is 2000.
5.1.2 De polariteitaanduiding werkt automatisch. Er wordt slechts één pool
t.o.v. de contactbussen aangeduid met „-“.
5.1.3 Metingen buiten het bereik van de meter worden aangeduid met „OL“ of
„-OL“, alsmede gedeeltelijk met een akoestisch signaal.
NB: Geen aanduiding of waarschuwing bij overbelasting!
5.1.4 De MAX/MIN-functie 4 bepaalt automatisch de hoogste en de laagste
gemeten waarde. Het meetbereik, indien nodig, door “RANGE”-
toets voorkiezen. Door op de knop te drukken worden de volgende
meetwaardes weergegeven:
„MAX“ geeft de hoogst en “MIN” de laagst gemeten en opgeslagen
waarde aan. De voortdurende registratie van de MAX/MIN-waarde
kan gestopt resp. gestart worden door het indrukken van de „HOLD“-
toets . Door de MAX/MIN-toets langer in te drukken (1 sec.) wordt de
normale status terug geschakeld.
5.1.5 Met de “RANGE”-toets 6 kan het meetbereik handmatig worden
ingesteld waarbij tegelijkertijd het symbool “AUTO” in het display wordt
uitgeschakeld. Door de toets langer ingedrukt te houden (1 sec.) wordt
de automatische bereikkeuze ingesteld (aanduiding “AUTO” in diplay).
5.1.6 Opslaan van een gemeten waarde in het geheugen: „HOLD“. Door het
indrukken van de toets „HOLD“ wordt de gemeten waarde in het
geheugen opgeslagen. Tegelijkertijd verschijnt het symbool „HOLD“ in
het display. Door de toets opnieuw in te drukken wordt teruggeschakeld
naar de meetstatus.
5.1.7 Het meetpercentage van de TESTFOX M/ M-1 bedraagt nominaal 2
metingen per seconde voor de digitaal aanduiding.
5.1.8 De TESTFOX M/ M-1 wordt door de draaischakelaar 8 in- of
uitgeschakeld. Uitschakelstand is “OFF”.
5.1.9
De TESTFOX M/ M-1 schakelt zichzelf na ca. 10 minuten automatisch
uit. (APO, Auto-Power-Off). Hij wordt weer ingeschakeld door een
willekeurige toets in te drukken of door bediening van de schakelaar.
Een zoemer waarschuwt voor de automatische uitschakeling. Deze
automatische uitschakeling kunt u deactiveren door de toets „RANGE“ in
te drukken en gelijktijdig de TESTFOX M/ M-1 vanuit de „OFF“-stand in
te schakelen.
5.1.10 De temperatuurcoëfficiënt van de gemeten waarde: 0,15 x (aangegeven
nauwkeurigheid van de gemeten waarde)/ °C < 18 °C of > 28 °C, t.o.v.
de waarde bij een referentietemperatuur van 23 °C.
5.1.11 De TESTFOX M/ M-1 wordt gevoed door twee micro batterijen van
1,5 V (IEC 6 LR 03).
5.1.12 Indien de batterijen onder de minimaal benodigde spanning van de
TESTFOX M/ M-1 dalen, verschijnt in het scherm het batterijsymbool
.
5.1.13 De levensduur van een batterij (alkaline) bedraagt ongeveer 250 uur.
5.1.14 Afmetingen: (l x b x h) = 156 x 74 x 44 mm.
Gewicht = 320 gram met beschermingshoes en batterijen.
5.1.15 De veiligheidsmeetsnoeren zijn uitgevoerd in een 4 mm. stekertechniek.
De meegeleverde veiligheidsmeetsnoeren zijn alleen voor de nominale
spanning en stroom van de TESTFOX M/ M-1 geschikt.
5.1.16 De TESTFOX M/ M-1 kan door een uitklapbare steun neergezet of aan
het oogje opgehangen worden.
5.1.17 De TESTFOX M/ M-1 heeft aan de bovenzijde een opnamesensor als
spanningsindicator om geaarde wisselspanning te lokaliseren.
10/ 2008
TESTFOX M/ M –1