InstantCD/DVD De alles-in-een oplossing voor CD/DVD
Snelstartgids Copyright © 2003 Pinnacle Systems Inc. Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit Handboek mag zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Pinnacle Systems GmbH, Braunschweig, worden gereproduceerd of op een andere wijze worden overgenomen. Alle merken en productnamen zijn handelsmerken of ingeschreven handelsmerken van de desbetreffende producenten. Dit Handboek werd gedrukt op chloorvrij gebleekt papier met oplosmiddelvrije inkt.
Inhoud Hoofdstuk 1: Welkom ................................................................................ 1 INSTANTDISC ............................................................... 9 Hoofdstuk 2: Van start gaan ................................................................... 11 Hoofdstuk 3: Werken met InstantDisc ................................................... 13 Het hoofdvenster van InstantDisc.......................................................... 13 Hoofdstuk 4: CD’s en DVD’s maken ......
INSTANTAUDIO .......................................................... 93 Hoofdstuk 11: Inleiding ........................................................................... 95 Hoofdstuk 12: Het venster InstantAudio................................................ 99 De Player ............................................................................................. 100 Het paneel EQ/FX ............................................................................... 109 De Playlist .......................
Hoofdstuk 20: Tv-scherm en afstandsbediening.................................. 209 Hoofdstuk 21: Menupagina's aanpassen .............................................. 213 Menupagina-elementen ....................................................................... 213 De Stijlkiezer ....................................................................................... 216 Hoofdstuk 22: Videoscènes en diavertoningen..................................... 223 Het dialoogvenster Bewerk video.....................
Hoofdstuk 1: Welkom Welkom bij het startscherm van Pinnacle InstantCD/DVD, dat dienst doet als startpagina voor elke functie binnen het programmapakket InstantCD/DVD. De functies zijn in vijf groepen onderverdeeld, die u selecteert met de tabbladen aan de bovenkant van het venster: Maken: Gebruik uw CD brander om een keur aan schijftypen te branden waaronder dataschijven, audio CD’s, CD’s met MP3 muziek, foto CD’s en video CD’s.
Kopie/Backup: Kopieer CD’s en DVD’s zonder kopieerbeveiliging, maak backups op schijf en herstel vanaf die backups. Media: Organiseer uw muziekbestanden, maak uw eigen muzikale composities en start de toepassing Windows Media Player. Extra’s: Simuleer een CD of DVD op uw harde schijf, formatteer een opnieuw beschrijfbare CD of DVD, gebruik een opgeslagen schijfproject opnieuw, maak geavanceerde schijftypen en kijk video op VCD of Super VCD schijven.
Dataschijf: Maak dataschijven die u kunt gebruiken om informatie te delen met elke computer die een compatibel station heeft. Audio CD: Maak een standaard audio CD die in een audio CD speler kan worden afgespeeld. Haal perfecte WAV bestanden van CD. MP3 schijf: Maak gecomprimeerde CD’s die 5 tot 10 keer meer muziek bevatten dan een standaard audio CD (ze kunnen echter alleen worden afgespeeld met een speciale MP3 speler). Rip audiotracks naar MP3 of WMA bestanden.
Kopie/Backup Met de functies in dit menu kunt u CD’s en DVD’s kopiëren, backups op CD maken en vanaf die backups herstellen. CD/DVD kopiëren: Met het programma InstantCopy kunt u bijna elke CD of DVD zonder kopieerbeveiliging kopiëren. Kopieer DVD’s met meerdere lagen op normale media voor DVD-R of DVD+R. U kunt zelfs direct van het ene optische station naar het andere kopiëren zonder dat u de gegevens op uw harde schijf hoeft te zetten.
Media Met de functies in dit menu kunt u uw muziekbestanden organiseren, uw eigen muzikale composities maken en de toepassing Windows Media Player starten. Muziek beheren: Organiseer de audiobestanden die u als bestanden op de harde schijf en op CD hebt opgeslagen. Maak afspeellijsten en sla ze op met cross-fades, EQ en effecten, maak daarna CD’s gebaseerd op uw afspeellijsten.
Extra’s Met de functies in dit menu kunt u een CD of DVD op uw harde schijf simuleren, een CD-RW of DVD-RW formatteren om opnieuw voor opslag te gebruiken, een CD of DVD van een opgeslagen InstantDisc project maken, geavanceerde schijftypen maken en vanaf uw bureaublad video op VCD of Super VCD schijven kijken. InstantWrite: Formatteer een herschrijfbare CD of DVD om als diskette in uw CD of DVD brander te gebruiken.
Project openen: Open een bestaand project in de toepassing InstantDisc. Hier kunt u het project bewerken of het gebruiken om een schijf te branden. Geavanceerd project: Met deze optie kunt u InstantDisc gebruiken om geavanceerde CD en DVD projecten waaronder Mixed Mode, Enhanced, Raw/ISO/HFS, en Video /Audio DVD te maken. InstantCinema: Gebruik deze chique speler om video CD’s en Super Video CD’s op uw bureaublad af te spelen.
Leesmij: Lees de laatste opmerkingen en advies over uw versie van het programmapakket InstantCD/DVD. Handleiding: Bekijk een elektronisch leesbare versie van de documentatie van InstantCD/DVD. Website: Open uw webbrowser en bezoek de startpagina van Pinnacle op internet waar u extra informatie over en ondersteuning voor InstantCD/DVD kunt vinden. Support: Neem contact op met het Service en Support Center van Pinnacle. Instellingen: Open dialoogvenster Instellingen InstantCD/DVD.
9
Hoofdstuk 2: Van start gaan Welkom bij InstantDisc! De toepassing InstantDisc is een belangrijk onderdeel van het pakket InstantCD+DVD. InstantDisc is een veelzijdig programma voor het opnemen van CD’s en DVD’s. U kunt het gebruiken om snel en eenvoudig uw eigen CD’s en DVD’s te maken. Om het werken met InstantDisc van meet af aan een intuïtieve en vertrouwde ervaring te maken, is de interface zo vormgegeven, dat deze veel mogelijk op die van Windows Verkenner lijkt.
InstantDisc kan worden gebruikt op een systeem met de bovengenoemde eisen. Voor optimale prestaties raden we echter het volgende aan: • Processor: Pentium 4 of AMD 1.2 GHz (of hoger) • 128 MB RAM • DVD-R/RW • Windows XP • Ten minste een CD/DVD speler en een CD/DVD brander voor "on-the-fly" (gelijktijdig) kopiëren.
Hoofdstuk 3: Werken met InstantDisc De onderwerpen in dit gedeelte zijn ontworpen om u vertrouwd te maken met de gebruikersinterface van InstantDisc en de belangrijkste handelingen die door het programma worden ondersteund. HET HOOFDVENSTER VAN INSTANTDISC Voor ervaren gebruikers is het hoofdvenster de startplek voor het maken van nieuwe schijven, het lezen van CD’s en DVD’s, het maken van labels, muziek bewerken en nog veel meer.
Het linkergedeelte van beide delen bevat een “structuurbeeld”, dat sterkt lijkt op het paneel Mappen van Windows Verkenner. U kunt de hoeveelheid diepte die in het structuurscherm wordt weergegeven regelen door delen van de structuur te openen en te sluiten (“weer te geven” en “te verbergen”). Gegevens die kunnen worden weergegeven hebben een pictogram aan de linkerkant van het gegeven. Klik op het pictogram om het gegeven weer te geven.
Het gedeelte Projecten verkennen Dit gedeelte somt uw huidige schijfprojecten op evenals projecten die u in het verleden hebt gemaakt. De projecten worden onder “Deze computer” in mappen met de namen “Schijfprojecten” en “Geschiedenis” opgesomd. Data, audio en Mixed Mode schijfprojecten worden allemaal met hun eigen pictogram opgesomd. De afbeelding hierboven toont een dataproject open in de map “Geschiedenis”.
Is een audiotrack geselecteerd in het structuurweergave, dan wordt de gebruikelijke bestandsweergave in het rechterpaneel vervangen door een speciale grafische weergave van de track: Hardware Het gedeelte Projecten somt ook de optische schijfstations in uw systeem op en de inhoud van de schijven in die stations. Stations: Geeft de in de machine geïnstalleerde stations weer, inclusief het virtuele station dat door de software van InstantDrive is gemaakt.
• Van audio- of datatracks naar het bestandssysteem: De audiotracks worden als WAV uitgelezen en in de doelmap opgeslagen. bestanden • Van audio- of datatracks naar de schijfprojectgroep: Er wordt een nieuw schijfproject gemaakt. De geplaatste tracks worden aan het schijfproject toegevoegd. • Van audio- of datatracks naar een bestaand schijfproject: De geplaatste tracks worden aan het schijfproject toegevoegd. • Van bestanden naar de schijfprojectgroep: Er wordt een nieuw schijfproject gemaakt.
Veel handelingen in het hoofdformulier kunnen worden uitgevoerd met de contextmenu’s van de rechtermuisknop die met de elementen in de structuurweergave verbonden zijn. Klik gewoon met de rechtermuisknop op het overeenkomstige element en selecteer de benodigde handeling. Sommige zeer belangrijke handelingen kunnen ook via de pictogrammen aan de bovenste rand van het venster worden uitgevoerd.
De tracks op de CD in het geselecteerde station worden in het linkergedeelte van het venster weergegeven. Elke track kan worden “gesampled” via de afspeelknoppen eronder. U kunt de schuifregelaar gebruiken om snel door het nummer heen te navigeren. De tracks rippen: 1. Vink het selectievakje aan naast de tracks die u wilt lezen. 2. Selecteer een bestandsformaat in de vervolgkeuzelijst in de hoek linksonder van het venster.
3. Klik op de knop Rippen in het midden van het venster. De tracks worden nu gelezen en aan de rechterkant weergegeven terwijl ze worden geript. U kunt de doelmap wijzigen via het vak boven de doellijst. De standaardbestemming wordt in het venster Instellingen aangegeven. De tracks die gelezen zijn kunnen nu worden gesampled met de afspeeltoetsen. De knop Verwijderen kunt u gebruiken om de geripte tracks indien gewenst te wissen.
Hoofdstuk 4: CD’s en DVD’s maken Om gemakkelijk een nieuw schijfproject te creëren, begint u door het startscherm InstantCD/DVD uit uw menu Start te selecteren via Programma’s ¾ InstantCD+DVD ¾ InstantCD+DVD. Selecteer het tabblad Maken: U kunt ook kiezen of u door het maken van schijven wilt worden begeleid door de InstantDisc Wizard, of – als u mogelijkheden nodig hebt die de Wizard u niet geeft – om direct met de besturing in het hoofdvenster van InstantDisc te werken.
kiezen uit: Dataschijf, Audio CD, MP3 schijf en Foto/Video schijf : Een project vanuit het hoofdvenster starten U kunt een nieuw schijfproject ook uit het hoofdvenster InstantDisc starten. Klik op de knop Nieuw project of klik met de rechtermuisknop op de map Schijfprojecten in de mappenstructuur en selecteer de opdracht Nieuw uit het contextmenu. Het dialoogvenster Nieuw schijfproject verschijnt met (standaard) vier keuzes.
EEN DATASCHIJF MAKEN Start een nieuwe dataschijf via het startscherm van InstantCD/DVD of de besturing in het hoofdvenster zoals aan het begin van dit hoofdstuk omschreven. Hebt u de hulp van de InstantDisc Wizard ingeroepen, dan verschijnt deze nu. Een dataschijf maken met de Wizard Volg de aanwijzingen van de Wizard op. Wijs een naam toe aan de schijf, ga naar de benodigde map en voeg de bestanden toe die u wilt gebruiken via de knoppen Toevoegen of Alles toevoegen.
Een dataschijf maken zonder de Wizard Gebruikt u de Wizard niet, dan opent InstantDisc het dialoogvenster Eigenschappen voor het project: In principe is het niet nodig om gegevens in het dialoogvenster Eigenschappen in te voeren. We raden u echter aan de schijf een naam te geven (of de standaardnaam te accepteren). Hoeveel u gebruik maakt van de andere instellingen hangt af van uw specifieke benodigdheden voor de schijf.
doelvenster zoals onder “Het hoofdvenster van InstantDisc” (pagina 13) omschreven. De voortgangsbalk geeft weer hoeveel ruimte er over is op de schijf. Is de ruimte op de schijf opgebruikt, dan verandert de balk van groen in rood. Klik nu op de knop Branden en de dataschijf wordt gemaakt. EEN AUDIO CD MAKEN Start een nieuwe audio CD via het startscherm van InstantCD/DVD of de besturing in het hoofdvenster zoals aan het begin van dit hoofdstuk omschreven.
Elk van deze brontypen wordt hieronder omschreven.
Bestaande CD Activeer deze optie om songs van een bestaande audio CD te importeren. Plaats de bron CD: de inhoud wordt opgesomd op de pagina Audiotracks toevoegen van de Wizard. Het proces van tracks toevoegen wordt onder “Schijf rippen” op pagina 18 omschreven. DirectAudio Met deze optie kunt u tracks maken door audio direct van een apparaat dat verbonden is aan de geluidskaart opnemen.
Een CD maken zonder de Wizard Gebruikt u de Wizard niet, dan opent InstantDisc het dialoogvenster Eigenschappen voor het project. Op het tabblad CD Text in dit dialoogvenster kunt u informatie over de schijf invoeren. Als u het dialoogvenster Eigenschappen sluit, zult u verder blijven werken in het hoofdvenster van InstantDisc. In de mapbrowser Bronbestanden zoekt u de map op die de audiodata bevat die u op de CD wilt branden en sleept u bestanden naar het rechterpaneel van het gedeelte Projecten.
De hoeveelheid vrije ruimte die op de CD overblijft wordt door de voortgangsbalk onder aan het hoofdvenster weergegeven. Zie “Een schijf maken zonder de Wizard” op pagina 24 voor meer informatie. U kunt de volgorde van de titels makkelijk wijzigen met behulp van de knoppen Naar boven en Naar beneden op de werkbalk boven aan het hoofdvenster.
De audiodata zullen automatisch in MP3 formaat worden geschreven wanneer uw schijf wordt gemaakt.
Expression. Expression wordt in een eigen gedeelte van deze handleiding besproken. Een foto- / videoschijf in Pinnacle Expression maken SCHIJVEN IN ANDERE FORMATEN MAKEN Gebruikt u de optie Geavanceerde projecten in het dialoogvenster Nieuw schijfproject (klik op de knop Nieuw project in het hoofdvenster), dan biedt InstantDisc een aantal minder vaak gebruikte formaten naast de gebruikelijke. De meeste gebruikers zullen de geavanceerde opties waarschijnlijk niet nodig hebben.
Hoofdstuk 5: Wave Editor Het hoofdvenster van InstantDisc biedt veel opties voor het bewerken van uw audiotracks. Om te beginnen een track te bewerken, dubbelklikt u erop in het venster Projecten. De track wordt in Wave Editor geopend: U hebt twee opties ter berschikking voor het bewerken: de Audio Editor en Arranger.
DE AUDIO EDITOR Dit is het standaardbeeld van Wave Editor. Het biedt een aantal besturingselementen waarmee u de huidige audiotrack kunt aanpassen of verbeteringen erin kunt aanbrengen. Besturingselement voor globale volume Rechts van het audiogolfvormscherm is een verticale schuifbalk voor het instellen van het volume. Ervoor kunt u de volumeregelaar vinden, dat het volume voor de track bepaalt.
Besturingselement voor lokaal volume U kunt de volume omhoog of omlaag verbeteren op afzonderlijke punten op de track door middel van de lokale volumeregelaar. Maak nieuwe aanpassingshandvatten door binnen het gebied van de volumeregeling te klikken. Sleep de handvatten als vereist totdat u de gewenste volumecurve hebt bereikt.
Tracks en indices Lange tracks kunt u opsplitsen of er indices (springdoelen) aan toekennen via de balk Tracks en indices. Deze bevindt zich meteen onder het besturingselement voor lokale volume. De bovenste helft van de balk wordt gebruikt om splitsingspunten binnen de huidige track in te stellen, terwijl de onderste helft voor indices wordt gebruikt.
Projectoverzicht Waar de bovenste golfvormafbeelding in Audio Editor maar een gedeelte van de huidige track kan laten zien, wordt in de onderste afbeelding de gehele track weergegeven. Werkbalkbesturing Audio Editor Terwijl de Audio Editor open is, biedt de werkbalk een aantal handige besturingselementen. Afspelen, Pauze, Stop Gebruik deze standaardknoppen voor transportbesturing om het afspelen te starten, te pauzeren of te stoppen.
Effecten De knop Effecten uit de werkbalk opent een vervolgkeuzemenu van zes verschillende effecten die u op elke track kunt toepassen.
• Pitch: Past de afspeelsnelheid en toonhoogte van de track aan. Beweeg de schuifbalk naar rechts om de snelheid te verhogen en de toonhoogte van het afspelen te verhogen of naar links om de snelheid te verminderen en de toonhoogte te verlagen. • Reverb effect: Dit effect simuleert het effect van akoestische ruimten van verschillende grootte en weerkaatsing op het afgespeelde geluid.
DE ARRANGER Arranger helpt u de tracks in uw project tot een afzonderlijke compilatie te combineren. In het gedeelte Projecten klikt u met de rechtermuisknop op het project dat u wilt bewerken en kiest u de opdracht Track bewerken: Arranger wordt in het rechterpaneel van het gedeelte Projecten geopend: Hier kunt u de tracks naar wens bewerken. U kunt tracks bijvoorbeeld korter maken door met de muis te slepen.
Trackmarkeringen U kunt trackmarkeringen definiëren zodat de CD met verschillende tracks wordt geschreven en niet met een track “aan een stuk”. Trackmarkeringen in Arranger kunt u herkennen aan een gele gestippelde lijn. U kunt de start van het project definiëren door middel van een startmarkering en het einde van een project via een eindmarkering. Start- en eindmarkeringen zijn rode lijnen. De groene lijn toont de huidige positie in het project.
Hoofdstuk 6: De Label Editor Wilt u een label voor uw CD of DVD maken, start dan Label Editor van InstantDisc. U kunt Label Editor vanuit het hoofdvenster van InstantDisc, vanuit Wave Editor en vanuit Arranger starten. Selecteer het gewenste project, klik een keer met de rechtermuisknop en selecteer de opdracht Label uit het contextmenu. Label Editor opent en de informatie voor uw huidige schijf wordt automatisch geïmporteerd. U kunt deze informatie nu aan uw persoonlijke eisen aanpassen.
Beeldknoppen U kunt de label van alle hoeken bekijken met de knoppen Voorkant, Achterkant en Schijf of met Beeld in de menubalk van het hoofdmenu. U kunt ingevoegde vellen (inserts, voor- en achterkant) evenals de schijflabel bekijken. Met de opdracht Eigenschappen in het contextmenu van de rechtermuisknop kunt u de huidige labelinformatie bekijken en aanpassen. Het tabblad Algemeen Activeert u het selectievakje Hulplijnen afdrukken, dan is het later makkelijker om de omslag te knippen.
Het tabblad Lettertypes Hier kunt u het lettertype, de tekengrootte, stijl (bijvoorbeeld vet en cursief) en de kleur voor elke tekst op de label instellen. Het tabblad Achtergrond De huidige achtergrond zal worden weergegeven voor de voor- en achterkant en voor de label. U kunt een andere achtergrond laden via de knop Openen. Het tabblad Labels De huidige labels worden weergegeven.
LABELS BEWERKEN Bestaande tekst bewerken: Selecteer de tekst, klik met de rechtermuisknop en selecteer Eigenschappen – of dubbelklik gewoon op de tekst. Naar wens wijzigen. Het venster Preview toont hoe de tekst eruit zal zien. Nieuwe grafische objecten aan uw label toevoegen Nieuwe tekst toevoegen: Klik op de knop Tekst en maak een tekstvak. Ga nu op dezelfde manier te werk als voor het bewerken van tekst: selecteer Eigenschappen uit het contextmenu van het nieuwe vak of dubbelklik op het vak.
Een rechthoek toevoegen: Klik op de knop Rechthoek. Klik nu met de muis in de label. Er verschijnt een rechthoek op de muispositie. Gebruik de opdracht Eigenschappen uit het contextmenu om het te bewerken. De eigenschappen die u voor een rechthoek kunt aanpassen omvatten de grootte en positie, lijnkenmerken (type, dikte, kleur) en vulkleur. U kunt uit een set standaardkleuren kiezen of aangepaste kleuren mengen indien nodig. Moet de rechthoek transparant zijn, activeer dan het selectievakje Transparant.
Grafische objecten manipuleren Een object op de voorgrond zetten: Om een object voor de andere objecten op de voorgrond in de label te zetten, selecteert u het object en klikt u op de knop Breng naar voren. Een object op de achtergrond zetten: Om een object achter de andere objecten te zetten, selecteert u het en klikt u op Stuur naar achteren.
49
Hoofdstuk 7: Inleiding InstantCopy is een eenvoudig te leren programma voor het kopiëren van CD’s en DVD’s. De gebruiker heeft ondanks het schijnbare eenvoudige en pregnante oppervlak een veelvuldig aantal imponerende functies ter beschikking. Hier volgen slechts enkele voorbeelden: • Naar keuze kopiëren van DVD-video’s naar DVD- of CD-opslagmedia.
2. Leg uw InstantCopy-CD-ROM in het station van uw computer. Op de meeste systemen wordt het Setupprogramma automatisch gestart. Mocht dit bij u niet het geval zijn, klik dan twee keer op het bureaublad Deze Computer, open in de Windows-explorer het betreffende CD-ROM-stuurprogramma en klik weer twee keer kort op het “Setup”- resp. “Setup.exe”-bestand.
Hoofdstuk 8: Het gebruik van InstantCopy U kunt InstantCopy op twee verschillende manieren starten: • Enerzijds met behulp van de invoer InstantCopy via het Windows Startmenu. • Anderzijds via het lokale menu van uw actuele CD/DVD Writer. U heeft toegang door met de rechter muistoets op het station te klikken en de optie voor het maken van CD/DVD kopieën in het lokale contextmenu te selecteren.
Een schijf kopiëren De meeste kopieën kunnen zonder problemen worden gemaakt door selectie van het desbetreffende bron- en doelstation, alsmede door aansluitende activering van de knop Start. U beschikt daarbij mogelijkheden: over de drie volgende • Kopie van CD naar CD, • Kopie van DVD naar CD, • Kopie van DVD naar DVD.
Zo kopieert u een schijf met gebruikmaking van de standaardinstellingen: Selecteer in het Bronvenster van uw InstantCopytoepassing het gewenste station door op de desbetreffende invoer te klikken. 2. Selecteer in het Doelvenster een of meerdere stations. Details, waarop u bij het kopiëren naar meer dan een station moet letten, vindt u indien noodzakelijk onder „Naar meerdere stations kopiëren” op pagina 61. 3. Klik om de kopieerprocedure te initialiseren op de knop Start. 1.
Met de opdracht Schijf Wissen heeft u de mogelijkheid de actuele inhoud van een in het station geplaatste schijf te wissen, als het een weer beschrijfbare schijf (RW) betreft. Zie hiervoor onder: “CD-RW’s Wissen”. Met behulp van de optie Capaciteit Vaststellen kunt u actueel ter beschikking staande maximale schrijfcapaciteit vaststellen, die de in het station geplaatste opslagmedium ter beschikking heeft.
Bovendien biedt InstantCopy u een veelvuldig aantal Instellingen voor het aanpassen en individueel aanpassen van de gehele kopieerprocedure, waarvan u via de knop Geavanceerd links beneden in het InstantCopy-venster gebruik kunt maken. Nog meer informatie vindt u onder “InstantCopy Instellingen” (op pagina 61).
Een CD resp. data DVD kopiëren Klik na het vastleggen van het gewenste bron- resp. doelstation en – al naar gelang – de gewenste Instellingen op de knop Start en volg de aanwijzingen op het scherm op. DVD video’s naar DVD kopiëren Start de kopieerprocedure zoals altijd door de stations vast te leggen. Voer de gewenste Instellingen uit en activeer de knop Start.
op de kopie heeft u meer opslagruimte voor videogegevens op de doelschijf ter beschikking, hetgeen ook een betere videokwaliteit tot gevolg heeft. Een optimale beeldkwaliteit voor het actueel geselecteerde spoor kan worden bereikt door er op te letten dat – nadat de instellingen zijn aangebracht – de balk voor Data Grootte zo ver mogelijk naar rechts staat, zonder echter het groene bereik te verlaten. De inhoud van afzonderlijke Video Tracks kunt u met behulp van het tabblad Preview controleren.
ROM station nodig heeft. De meeste tegenwoordig beschikbare DVD players zijn in staat VCD’s zonder problemen af te spelen; S-VCD-schijven worden daarentegen nog niet in deze mate ondersteund. Als u naar CD wilt kopiëren, leg dan een leeg CD opslagmedium in uw doelstation en activeer de knop Start. Selecteer nu – het doet er niet toe of u naar CD of naar de harde schijf kopieert – uit de opties onder het DVDtabblad het doelvideotype Video CD (VCD) of Super VCD (S-VCD) en klik op de knop Start.
meerdere aanwezig zijn – een ondertitel spoor selecteren voor elke track op de bron-DVD. Audio gegevensstroom (Audio sporen) Maak hier uw keuze, welke van de genoemde audio sporen u wilt kopiëren. Ondertitels De door u naar VCD resp. S-VCD gekopieerde ondertitels worden niet – zoals op DVD - separaat afgelegd, maar direct in het videobeeld (video picture) gevoegd. Dit is de reden waarom de ondertitels ook niet kunnen worden gedeactiveerd.
kopiëren, beschikt u met InstantCopy ook nog over een veelvuldig aantal opties, waarvan u individueel gebruik kunt maken. Activeer in het hoofdvenster van InstantCopy de beneden links geïntegreerde knop Geavanceerd als u van extra instellingen en opties gebruik wilt maken. U opent daarmee nog een ander programmabereik met afzonderlijke tabbladen voor de selectie van die categorie van instellingen die u wilt zien of veranderen.
Tijdelijke map Hier legt u de tijdelijke map aan voor de bij de kopieerprocedure voorkomende gegevens. Deze worden in de vermelde map tijdelijk opgeslagen. Voor een optimaal resultaat moet zich deze map op de snelste harde schijf van uw computersysteem bevinden. Bovendien moet deze harde schijf tenminste over zoveel opslagcapaciteit beschikken dat gegevens voor een heel opslagmedium kunnen worden opgenomen. Bijvoorbeeld voor een CD ca. 800 MB en voor een DVD ca. 4,7 GB.
Programmering interface type Met de hier mogelijke instellingen kunt u vastleggen hoe uw InstantCopy-toepassing met de desbetreffende hardwarecomponenten van uw systeem moet communiceren, waarbij Automatisch is ingesteld (en dit stemt overeen met ASAPI). Andere opties zijn Windows SPTI en ASPI. Pinnacle adviseert de voorgestelde instelling, terwijl de beide andere opties bij daarvoor geschikte configuraties en omstandigheden kunnen worden toegepast.
Kopieer methode De in het selectieveld naast Kopieer methode staande opties beïnvloeden de datahoeveelheid die van een bron-DVD naar het/de gewenste station(s) wordt geschreven. De meeste commerciële DVD’s zijn “dual-layer”media, d.w.z. zij beschikken over een opslagcapaciteit van tot 8,4 GB per kant van een schijf. De in de DVD player geïntegreerde laser leest eerst de eerst laag (layer), die tot 4, 7 GB kan omvatten en daarna de iets dieper liggende tweede laag.
Alleen hoofdfilm: Bij deze optie wordt hoofdfilm alsmede het hoofdspoor audiogegevens gekopieerd. Andere op de staande video’s inclusief menu’s en andere worden bij de kopieer methode genegeerd. alleen de met de bronschijf elementen Grootte zelf aanpassen: Met behulp van deze optie kunt u manueel de gewenste hoeveelheid video- en audiogegevens reduceren en optimaliseren. Meer details over het thema vindt u onder: “Schijf details kopiëren” op pagina 56.
Comprimering (Verkleiningsmethode) Hier kunt u instellen welke mogelijkheid InstantCopy bij het comprimeren van een dual-layer-schijf op een afzonderlijke (recordable) DVD moet omzetten. De optie Automatisch is reeds ingesteld en stemt overeen met Hoge kwaliteit. Bij selectie van de optie Hoge snelheid wordt het comprimeren vier keer zo snel uitgevoerd, maar ten kosten van de kwaliteit.
Instellingen Via de knop Instellingen heeft u toegang tot het dialoogvenster Geavanceerde DVD Kopie Instellingen met drie extra tabbladen die u voor het verder aanpassen van de DVD kopieer methode kunt gebruiken. Met behulp van de afzonderlijke tabbladen kunt u doelgericht vastleggen welke extra componenten van een bepaald type in de kopie moeten worden opgenomen.
Ondertitels: Het tabblad Ondertitels is ongeveer net zo opgebouwd, waarbij u hier echter vastlegt of ondertitel sporen in de desbetreffende taal eveneens moeten worden gekopieerd of niet. Blokkeringen: Bij de op een DVD opgeslagen informatie hoort ook een reeks van Blokkeringen die kunnen worden geactiveerd resp. gedeactiveerd en waarmee de betreffende afspeelapparaten desbetreffende codes ontvangen die vastleggen of bepaalde opties en/of handelingen (navigaties) zijn toegestaan of niet.
CD Instellingen De onder dit tabblad opgenomen instellingen kunnen dan worden toegepast als de bronschijf voor de kopie een CD is. Kopieer Modus (Transfermodus) De zogenaamde transfermodus legt vast welke data van de CD worden gelezen en geschreven. De beschikbare modi zijn Gebruikers Data en Raw. In de zogenaamde Raw modus die niet door alle stations wordt ondersteund, wordt de gehele op de schijf opgeslagen informatie in een niet gemodificeerde vorm overgedragen, dus onveranderd.
Fout Afhandeling (Lees fouten) Strategie: InstantCopy kan fouten die door het bronstation worden medegedeeld op drie verschillende manieren behandelen: • Stop met kopiëren bij lees fouten. • Lees fouten ignoreren: hierbij wordt de kopieerprocedure voortgezet net alsof geen foutmelding heeft plaatsgevonden. • Lees fouten kopiëren: hierbij wordt dezelfde fout op dezelfde plaats op de doelschijf gereproduceerd.
Vaste Pauzes tussen tracks Door activering van dit controlevakje worden de pauzes tussen de CD Tracks (sporen) niet op de originele pauzelengte, maar op 2 seconden gezet. Deze functie is een soort compensatie als een station technisch niet in staat is de originele pauzes betrouwbaar te interpreteren. Repareer Subchannel data Bij zogenaamde subchannel data gaat het om informatie-eenheden die zich naast de eigenlijke data op een schijf bevinden.
informatie over het thema vindt u onder:“Brand methode” op pagina 87. Met selectie van de optie Automatisch wordt de van tevoren ingestelde brand methode– Disc at Once – gebruikt. Afsluitmethode (Schijf sluiten) De hier uitgevoerde instellingen leggen vast hoe de desbetreffende brandprocedure moet worden afgesloten. Nadere informatie over het thema vindt u onder: “Methodes voor het sluiten van schijven” op pagina 89. De met de optie Automatisch verbonden instelling heet Sessie sluiten.
Brand snelheid In de regel neemt InstantCopy steeds de vlugst mogelijke brand snelheid. Het kan echter in sommige gevallen werkelijk zinvoller zijn, een lagere brand snelheid te kiezen. Dit is bijvoorbeeld dan het geval wanneer u de aan de brandprocedure verbonden eisen aan uw systeem-performance wilt verlagen of wanneer u bij het station, van waaruit wordt gekopieerd snelheidsbeperkingen moet accepteren.
staande gegevens worden gewist. Wij raden u aan deze instelling aan te houden. Wilt u echter in dit verband geen waarschuwingen ontvangen, dan kunt u dit controlevakje activeren. Schrijf eerst naar harde schijf In normale gevallen zijn visuele stations niet zo snel als harde schijven, waarbij de effectieve leessnelheid bij het optreden van fouten eventueel nog verder omlaag kan worden gezet.
Indien u uw systeem-performance niet realistisch kunt beoordelen, is het niet slechts, voordat een opslagmedium uiteindelijk wordt gebrand, een simulatietest te laten aflopen. Aanwijzing: Het voor een simulatietest noodzakelijk uitschakelen van de lasercomponenten wordt niet door alle CD/DVD recorders ondersteund. Instellingen bij het lezen Met behulp van het tabblad Lezen kunt u alle procedures controleren, die met het uitlezen van een bronstation samenhangen.
Wanneer u reeds een schijf in het station heeft gelegd, worden alleen die leessnelheden in een lijst genoemd, die ook werkelijk voor de schijf ter beschikking staan. Audio leessnelheid Met behulp van de hier aangeboden opties kunt u de snelheid vastleggen, waarmee audio sporen moeten worden uitgelezen. Hierbij hangt de telkens optimale snelheid van het gebruikte station af. Zo wordt bijvoorbeeld bij sommige stationmodellen geconstateerd dat de audiokwaliteit bij een toenemende leessnelheid afneemt.
Aantal Hardware pogingen De hier ingevoerde waarde bepaalt hoeveel sectorleespogingen door de hardware moeten worden gedaan, voordat een desbetreffende foutmelding wordt afgezet. Een normale waarde hiervoor ligt bij 10 pogingen. Net als bij de optie Software leespogingen kunt u proberen de waarde te verlagen om de gehele procedure te versnellen. Een aanbevolen waarde ligt bij conventionele stations bij 3 pogingen.
Hoofdstuk 9: Geavanceerde opties In de meeste situaties moet u uw InstantCopytoepassing met succes kunnen bedienen, zonder dat instellingen, zoals zij hier in verband met visuele schijfstations werden beschreven, moeten worden veranderd. Indien het echter toch eens noodzakelijk is, heeft u ook onbeperkt toegang tot de instellingen die voor de in het InstantCopy-venster genoemde stations gelden.
Dialoogvenster voor Eigenschappen van stations: Algemeen Onder het tabblad Algemeen van het dialoogvenster voor Eigenschappen van stations wordt naast het gebruikte stationtype ook informatie getoond over de versie en de fabrikant. In de lijst met leesfuncties vindt u de ondersteunde schijftypes en snelheden, alsmede in de regel extra functies zoals bijvoorbeeld de mogelijkheid ISRC-codes (International Standard Recording Code) en UPC-codes (Universal Product Code) te kunnen interpreteren.
Dialoogvenster voor Eigenschappen van stations: Brander Onder dit tabblad vindt u desbetreffende informatie over de door de actueel geselecteerde CD/DVD Writer gebruikte driver en functies.
Dialoogvenster voor Eigenschappen van stations: Schijf Onder het tabblad Schijf vindt u informatie over de actuele schijf die in het station ligt. Klik op de knop Vernieuwen als u een nieuwe schijf in het station legt, terwijl het dialoogvenster voor Eigenschappen van stations geopend is. Met behulp van de knop Lezen van UPC kunt u de betreffende UPC-code (Universal Product Code) van uw schijfmedium laten uitlezen, zodra uw station deze functie ondersteunt.
Dialoogvenster voor Eigenschappen van stations: Instellingen Enkele van deze instellingen stemmen exact overeen met die instellingen die reeds onder het InstantCopy tabblad Lezen (zie “Instellingen bij het Lezen” op pagina 76) worden genoemd. Van welke positie uit u uw instellingen uitvoert, speelt daarbij geen rol. Data leessnelheid: Stemt overeen met de gelijknamige optie onder het tabblad Lezen. Audio leessnelheid: Stemt overeen gelijknamige optie onder het tabblad Lezen.
Aaantal Hardware pogingen: Stemt overeen met de gelijknamige optie onder het tabblad Lezen. Gebruik DirectWrite: Als u dit controlevakje activeert, kunt u ook CD-R(W)-opslagmedia met een overgrootte beschrijven (Oversize Writing), d.w.z. u kunt meer data op deze media schrijven als in de details staat over de capaciteit van de betreffende CD-R(W)schijf. Deze optie functioneert echter alleen bij sommige CD recorders in combinatie met de schrijffunctie Disc-at-once.
Schrijf UPC Code: Activeer dit controlevakje als uw station in staat is UPS Codes (Universal Product Code) te schrijven en als u deze functie wilt gebruiken. Let er echter op dat u geldige UPC Codes gebruikt, omdat ongeldige codes het afbreken van het schrijfproces tot gevolg kunnen hebben. Schrijf ISRC Code: Activeer dit controlevakje als uw station in staat is ISRC Codes (International Standard Recording Code) te schrijven en als u deze functie wilt gebruiken.
Hoofdstuk 10: Methodes voor het branden en afsluiten van schijven Bij de hierna beschreven thema’s vindt u gedetailleerde informatie over de methodes voor het branden en afsluiten van schijven, die u bij het maken van een schijf met behulp van InstantCopy ter beschikking staan. Methodes voor het branden van schijven InstantCopy biedt drie methodes voor het branden van data op een doelschijf, die overeenstemmen met de industrienorm. Niet alle recorders ondersteunen gelijktijdig ook drie methodes.
meer audiotracks te schrijven, mag u de sessie na het eerste beschrijven niet afsluiten. Eventuele nadelen van de Track at Once methode bestaan daarin dat tussen de afzonderlijke tracks telkens een korte pauze (van tot twee seconden) wordt geïntegreerd en eventuele sis- en knakgeluiden niet kunnen worden uitgesloten. Dat is een reden waarom voor het branden van audio CD’s de voorkeur wordt gegeven aan de Disc at Once methode.
op de schijf te branden die anders niet zouden kunnen worden gebrand. Met deze brand methode biedt InstantCopy de mogelijkheid brongegevens exact te dupliceren. Methodes voor het afsluiten van schijven Met behulp van de verschillende methodes voor het afsluiten van schijven kunt u vastleggen op welke wijze het desbetreffende brandproces moet worden afgesloten. Met uitzondering van de Disk at Once brandmethode legt u daarbij met uw keuze vast of u nog meer gegevens op een schijf kunt opslaan of niet.
Schijf sluiten Bij deze optie gaat het om een zogenaamde schrijfbeveiliging voor een schijf. Als u deze methode kiest, is niemand in staat de inhoud van de betreffende schijf te manipuleren (ofschoon de schijf nog steeds kan worden gewist, voor het geval zij weer beschrijfbaar moet zijn). Opslagruimte vaststellen Vaak wordt beweerd, dat een lege DVD over een opslagruimte voor gegevens van exact 4,7 GB beschikt.
zoals dit bij een wetenschappelijk technisch exact gebruik verondersteld wordt. Hoe groter de genoemde datahoeveelheid, des te groter echter ook de uitwerkingen en de daaraan verbonden verwarring. Wat bedoelen wij precies als wij het over Megabyte (MB resp. Mbyte) hebben? Men zou kunnen veronderstellen dat het hierbij om de volgende grootten gaat: • Exact een miljoen bytes stemmen overeen met de door wetenschappers en technici gebruikte prefix “Mega”; • 1000 KB of 1.024.000 Bytes; • 1024 KB of 1.048.
93
Hoofdstuk 11: Inleiding InstantAudio is een krachtig en divers programma vol mogelijkheden en ondersteund door geavanceerde digitale software voor het bewerken van audio. Met InstantAudio kunt u: • Audiobestanden in de formaten MP3, Wave, Aiff, WMA, Ogg Vorbis en tracks van audio CD’s openen en afspelen. • Audio opnemen en in MP3, Wave, Aiff of Ogg Vorbis formaat opslaan. • Audio naar MP3, Wave, Aiff, Real Audio en WMA formaat exporteren. • audio in mp3PRO formaat coderen en decoderen.
• een database van uw muziek, met de naam Archief of Pool, maken. Hiermee kunt u extra informatie voor elke song invoeren. Via een flexibele zoekfunctie kunt u alle songs in de Archief weergeven waarvoor een bepaald woord of omschrijvende term in de beschikbare categorieën kan worden gevonden. • MP3 bestanden in een editor knippen en bewerken.
• uw songs op dataschijf (als MP3 schijf) en/of audio CD’s opslaan (CD brander vereist). • afzonderlijke programmapanels weergeven of verbergen. • tussen verschillende skins voor de gebruikersinterface overschakelen. Deze geven uw programma een ander aanzien en aanvoelen. • tegelijk audio afspelen en muziekgestuurde visuele effecten op uw scherm starten.
Hoofdstuk 12: Het venster InstantAudio Selecteer InstantCD+DVD ¾ Music ¾ InstantAudio in het menu Start van uw computer, of selecteer Muziek beheren op het tabblad Media van de starttoepassing van InstantCD+DVD om het programma te starten. Zo wordt het programma gestart wordt het in meerdere panelen onderverdeelde venster InstantAudio geopend. De panelen heten Player, Effecter, Playlist en Archief. Het panel Player is altijd zichtbaar.
Werken met regelaars in het algemeen Hier vindt u een aantal algemene principes voor het gebruik van regelaars en knoppen in InstantAudio: • U kunt een knop als een regelaar gebruiken door er op te klikken en te slepen. • Werkt u met een wielmuis, dan kunt u het schuifwiel gebruiken om alle regelaars in het programma in te stellen. • Wilt u uw instellingen “fijnafstemmen”, houd de toets Shift dan ingedrukt terwijl u het handvat van de regelaar beweegt.
afspeelmodi activeren en het volume voor zowel opnemen als afspelen regelen. U kunt de Player als een gewone CD speler gebruiken, zonder dat u de tracks van de CD naar uw harde schijf hoeft te importeren: sleep een pictogram CD station van het linkerpaneel van de Archief naar het paneel van de Player. Hiermee kunt u alleen afspelen: de bestanden kunnen niet worden geëxporteerd of opgeslagen zonder dat ze eerst naar uw harde schijf worden geïmporteerd.
Gebruik de positieschuifbalk onder aan de Player om snel de huidige songpositie te wijzigen, door de schuifknop te slepen of door gewoon ergens te klikken langs de lijn die de totale lengte van de song weergeeft. De transportbesturing Via de zeven knoppen voor transportbesturing kunt u het afspelen of opnemen starten en stoppen en binnen de song of de playlist navigeren.
De afspeelmodi Aan de rechterkant van de Player staan vier knopjes die de verschillende afspeelmodi selecteren. Van links naar rechts zijn functies van de afzonderlijke knoppen: Track herhalen: De song die nu wordt afgespeeld oneindig herhalen. Alles herhalen: De gehele huidige playlist oneindig herhalen. Willekeurig: De gehele huidige playlist oneindig in willekeurige volgorde herhalen. Mute: Zet het geluid uit terwijl de Player bijft werken.
Gebruik deze om op signaalclippen bij de ingangen of uitgangen van InstantAudio te controleren. Clippen gebeurt wanneer de signaalsterkte boven 0 dB springt bij de ingang of uitgang. In het algemeen moet clippen altijd worden vermeden omdat het vervorming aan uw audio toevoegt. Om clippen te voorkomen: Verlaag de desbetreffende volumeregelaar totdat het clippen niet meer voorkomt. Een clipindicator terugzetten: Klik op de indicator.
Opnemen Zo start u het opnemen: 1. Controleer dat de geluidsbron waarvan u wilt opnemen in de mixersoftware van uw geluidskaart is geactiveerd en dat de niveau-indicators van InstantAudio bevestigen dat het signaal wordt ontvangen. (Selecteer het opnameapparaat voor audio in het dialoogvenster Voorkeuren, dat op pagina 140 wordt besproken.) 2. Klik op de knop Opnemen van InstantAudio. Het dialoogvenster Opnemen wordt geopend.
Het paneel aan de linkerkant van het dialoogvenster biedt besturing voor het definiëren van het bestandsformaat, het instellen van formaatopties, en het specificeren van de directory en de bestandsnaam van de opname. In het paneel Level-instellingen rechts, kunt u InstantAudio instellen om het opnemen automatisch te starten of te stoppen gebaseerd op het volumeniveau van de bron.
wordt een enkel bestand gemaakt waarin “stiltes” in het bronmateriaal (zoals gedefinieerd door de drempelwaarde) worden verwijderd. Om elke keer wanneer een “stilte” is ontdekt naar een nieuw uitgangsbestand over te schakelen: Vink zowel Pauze bij stilte en Nieuw bestand bij stilte aan en stel de drempelwaarde in. Met het paneel Timer rechtsonder in het dialoogvenster kunt u een starttijd en duur voor de opname invoeren.
De visualisatie Oscilloscope in actie Om een venster Visualisatie te openen: Klik op de knop Nieuw visualisatievenster (de onderste in de kolom van vier knoppen rechts van de Player), of selecteer Weergeven ¾ Visualisatie van een van de contextmenu’s met de rechtermuisknop die in heel InstantAudio beschikbaar zijn. Om een visualisatie te selecteren: Klik op de titelbalk van het venster Visualisatie en selecteer een willekeurig item in het pop-up menu.
Installeer alle visualisaties die u downloadt door ze naar de map Components van de programmamap InstantAudio te kopiëren. Om visualisaties automatisch te veranderen: Druk op de toets S op uw toetsenbord om de modus visualisatiepresentatie aan of uit te zetten. Is deze modus actief, dan veranderen alle visualisatievensters automatisch in een andere visualisatie op een interval die in het dialoogvenster Voorkeuren is aangegeven. Zie pagina 140 voor meer informatie.
U kunt bovendien twee externe VST plug-in effecten tegelijk in de slots voor de VST-plug-ins van het programma laden. Let op: VST is een veelgebruikte standaard voor plugins. Honderden VST-effecten zijn commercieel beschikbaar. FX-instellingen die u toepast op een titel van de playlist worden bij de playlist opgeslagen en gebruikt wanneer die titel wordt afgespeeld. Uw FX-instellingen kunnen ook als presets worden opgeslagen.
Klik op een van de knoppen om de waarden te laden die met die preset slot worden verbonden. De knop licht op en de regelaars en knoppen worden bijgewerkt naar de waarden die in die slot zijn opgeslagen. Klikt u nogmaals op de slot, dan wordt de markering verwijderd en de besturingswaarden worden naar hun vorige stand teruggezet. Met deze functie kunt u makkelijk tussen twee sets van waarden wisselen. U kunt alle preset slots overschrijven met de huidige set besturingswaarden.
(en op alle songs die u start door erop te dubbelklikken in de Archief). Is de knop Global niet actief, dan zijn de EQ- en FX-instellingen alleen van toepassing op de huidige track. Let op: Sommige dialoogvensters (zoals “Bestanden converteren” en “CD branden”), hebben een optie EQ & FX gebruiken. Worden songs onder deze optie verwerkt, dan worden de huidige instellingen van de master switch-knoppen en de knop Global genegeerd. In plaats daarvan worden de huidige EQ- en FXinstellingen gebruikt.
De ingebouwde effecten (FX) Het EQ/FX-paneel heeft vier ingebouwde masteringeffecten van hoge kwaliteit. Van boven naar beneden: Stereoseparatie: Vergroot de stereobreedte van een bestaand stereosignaal. Compressor: Vermindert het dynamisch bereik van de audio (vult het gat tussen zachtere en luideren geluiden op). Volume maximaliseren: Verhoogt het waargenomen volume en signaaldensiteit. Enhancer: Verhoogte de breedte van het frequentiespectrum in de audio en verbetert diens helderheid en transparantie.
Om VST-plug-ins te kunnen bereiken vanuit InstantAudio, moeten ze in een map “Vstplugins” worden opgeslagen. Deze wordt automatisch tijdens de installatie door InstantAudio gemaakt. De namen van de beschikbare VST-plug-ins worden in de vervolgkeuzelijst aan de linkerkant in elke slot getoond. Steeds wanneer u een plug-in kiest, is de rechterlijst in de slot geladen met een standaard bank van presets met namen die programma’s heten.
U kunt de instellingen voor het huidige programma weergeven en bewerken door op de knop Edit links van elke plug-in slot te klikken. Het uiterlijk van de instellingeneditor en de specifieke instellingen waartoe u toegang krijgt, verschillen van het ene effect tot het andere. Selecteert u een ander programma terwijl het bewerkingsvenster wordt weergegeven, dan wordt diens besturing onmiddellijk bijgewerkt zodat deze met de nieuwe waarden overeenkomen.
Sommige VST-effecten hebben hun eigen bewerkingsversters terwijl andere een generiek bewerkingsvenster van InstantAudio gebruiken. 4. Doe de gewenste instellingen in het bewerkingsvenster van het effect. U hebt de optie om een nieuwe naam voor het huidige programma in te voeren.
DE PLAYLIST Het paneel Playlist bevindt zich onder het paneel EQ / FX in het venster InstantAudio. U kunt de playlist voor veel zaken gebruiken: • Een lijst van audiobestanden openen, opslaan of • • • • • maken die met de Player moeten worden afgespeeld. De lijst kan ook automatisch door InstantAudio zelf volgens uw instellingen worden gegenereerd. De inhoud van de playlist op een andere locatie opslaan – niet alleen de paden naar de audiobestanden, maar de audiobestanden zelf.
• MP3, Wave, Aiff, WMA en Ogg Vorbis bestanden • • • • • naar een van deze formaten exporteren of erin converteren. De conversie kan op een afzonderlijk bestand of een staple bestanden worden uitgevoerd. EQ en FX toepassen op alle bestanden die u wilt converteren, exporteren of op CD branden. De ID3 tags bewerken – informatiepakketten met titel, artiest en andere informatie – die in MP3 bestanden te vinden zijn. MP3 bestanden naar een aangesloten draagbare MP3 speler overdragen.
Voeg toe: Het dialoogvenster Bestanden aan playlist toevoegen verschijnt. Selecteer een of meer song bestanden of playlist bestanden in een van de ondersteunde formaten. Is een playlist bestand geselecteerd, dan worden de songs daarvan aan het paneel Playlist toegevoegd alsof die songs afzonderlijk zouden zijn geselecteerd. U kunt standaard snelkoppelingen van Windows gebruiken om meerdere songs te selecteren. Verwijderen: Alle geselecteerde songs worden uit de playlist verwijderd.
InstantAudio opdragen een playlist van willekeurige lengte te genereren van het materiaal dat u ter beschikking hebt volgens selectieregels die u hebt ingesteld. Zie pagina 121 voor nadere informatie. Willekeurig: Deze opdracht schudt de huidige playlist door elkaar. Dit is een permanente wijziging van de playlist, in tegenstelling tot de afspeelmodus Willekeurig in de Player. Deze selecteert songs van de playlist in een willekeurige volgorde, maar past de playlist zelf niet aan.
De kolom “*” in de playlist wordt op de lijst weergegeven als een klein luidsprekerpictogram. Wanneer een song wordt afgespeeld, wordt het gegeven in de lijst vet weergegeven en het luidsprekerpictogram verandert zodat kan worden aangegeven dat geluid wordt geproduceerd. Samenvatting playlist Het totaal aantal bestanden en hun totale afspeeltijd worden boven de lijst weergegeven.
regel “Artiest is Michael” zou bijvoorbeeld alleen songs accepteren die door Michael worden gezongen. Voer een regel in door keuzes te maken in de twee vervolgkeuzelijsten en een waarde (“Michael”) in het tekstvak in te voeren. Vink de optie Nee aan als u de betekenis van de regel wilt omdraaien. Onze voorbeeldregel zou van betekenis veranderen in “Elke artiest behalve Michael”. Met de knoppen minder en meer kunt u het aantal beschikbare regels wijzigen van een tot vijftien.
Druk op de knop Genereren om het programma de playlist te laten maken. Het dialoogvenster CD branden Het dialoogvenster CD branden wordt geopend vanuit de opdracht Playlist ¾ Bestanden branden of de knop Schijf branden in de werkbalk Archief. Om een schijf te branden: Activeer de selectievakjes in de kolom Branden voor de titels die u op CD wilt branden. InstantAudio kan uw EQ, FX, niveau en andere instellingen voor elke song berekenen en het resulterende gewijzigde audiobestand op CD branden. 2.
Bestanden met formaatconversie exporteren De contextmenu-opdracht Playlist ¾ Bestanden exporteren opent het dialoogvenster Bestanden converteren. Gebruik dit dialoogvenster om de bestanden in de huidige playlist in een ander type te converteren of in een andere variant van hun huidige type. De te converteren bestanden worden opgesomd aan de linkerkant van het dialoogvenster op titel, formaat, bestandsgrootte, artiest en bestandsnaam.
bestanden. Afhankelijk van welk type u selecteert, toont het gedeelte Bestandstype-opties in het dialoogvensters de bijpassende parameters en opties voor bestandskwaliteit. EQ & FX gebruiken: Is dit selectievakje aangevinkt, dan worden EQ en FX geassocieerd met songs in de playlist in de geëxporteerde bestanden opgenomen. Crossfade: Is het selectievakje aangevinkt, dan stelt InstantAudio automatisch crossfades in tussen alle geëxporteerde bestanden.
De beperkingen van bestandsconversie Een bestand converteren met een lage resolutie, kwaliteit of bitrate in een bestandstype met een hogere resolutie, kwaliteit of bitrate kan de eigenlijke kwaliteit van het bestand niet verhogen. Er is geen manier om de informatie terug te halen die is weggegooid toen het bestand met de lagere kwaliteit is gemaakt. MP3Pro Met de optie MP3PRO van InstantAudio kunt u bestanden in MP3PRO coderen, een opvolgend formaat voor MP3.
Selecteer een of meer MP3 bestanden en klik daarna op Bestandinfo in het contextmenu van de rechtermuisknop om het dialoogvenster Info & Tag te openen. (De opdracht Bestandinfo werkt ook voor audiobestanden van andere typen dan MP3, maar de meeste informatievelden zijn niet beschikbaar voor die typen.) Hebt u meerdere bestanden in de Playlist geselecteerd, dan geeft het dialoogvenster eerst de eerste song weer.
Info: Dit venster bevat informatie over het formaat (lengte, bestandsgrootte, enzovoort) en het coderen van het huidige bestand. Beeld: Een MP3 bestand kan een gebitmapte afbeelding bevatten, die dan als pictogram of als illustratie voor de song kan dienen. Klik met de rechtermuisknop op de afbeelding om een speciaal contextmenu met vier opdrachten te openen: • Weergeven – Opent de afbeelding op volledige grootte in een afzonderlijk venster. Dubbelklikken op de afbeelding heeft hetzelfde effect.
Tag – Jaar: Het jaar waarin de song is uitgebracht. Gebruik de pijltoetsen om de huidige waarde aan te passen of voer het jaar direct in. Tag – Commentaar: Een opmerking over de song, tot 30 tekens lengte. Tag – Rating: Een numerieke beoordeling voor de song tussen 0 en 100. Gebruik de pijltoetsen om de huidige waarde aan te passen of voer de beoordeling direct in. Songteksten: Klik op deze knop om een eenvoudig dialoogvenster te openen waar u de tekst die de songteksten weergeeft kunt bekijken of bewerken.
Sluiten: Sluit het dialoogvenster. Let op dat u op Toepassen of Alles toepassen klikt voordat u het sluit als u wijzigingen die u hebt gemaakt wilt opslaan. DE ARCHIEF Het paneel Archief – ook wel de “Pool” genoemd – geeft u toegang tot een krachtige database van audioinhoud. Het paneel is onderverdeeld in de mappenstructuur links en de titellijst rechts.
Om de mappenstructuur verder te gaan verkennen, kunnen we de map “Artiesten” openen (door op de knop naast de naam te klikken) en daarna op de naam van een van de artiesten klikken. U kunt ook gewoon dubbelklikken op de naam van de artiest in de lijst rechts. De map “Artiesten” is nu open en we hebben een artiest met de naam Shinichi... geselecteerd. De albums die de songs van Shinichi... in onze archief bevatten zijn nu in de titellijst opgesomd. Tot slot openen we de submap Shinichi...
De songtitellijst De songtitellijst bestaat uit informatie die georganiseerd is in gelabelde kolommen. Evenals de andere titellijsten in de Archief en tevens de Playlist. U kunt afzonderlijke kolommen selecteren en deselecteren in een pop-up menu dat verschijnt wanner u met de rechtermuisknop op de bovenkant van de lijst klikt. In dit geval kunt u uit 20 verschillende vakken kiezen: Asterisk (*): Dit vak wordt als een klein luidsprkerpictogram weergegeven.
Toegevoegd: De datum waarop de song aan de Archief was toegevoegd. Bitrate, Samplerate, Kanalen, Sample-breedte: Deze serie waarden is de set parameters die gebruikt is voor het coderen van de song. De sample-ratio is het aantal samples genomen per seconde terwijl er wordt gedigitaliseerd, terwijl de sample-breedte het aantal digitale bits (meestal 16) in elke sample is. De waarde van de kanalen zal Mono of Stereo zijn.
Bestand zoeken/toevoegen: Deze knop roept het dialoogvenster Bestanden aan pool toevoegen op. Hiermee kunt u door de opslagapparaten in uw systeem navigeren op zoek naar audiobestanden en playlists in elk formaat dat door InstantAudio wordt ondersteund. In dit dialoogvenster kunt u meerdere bestanden selecteren. Dezelfde functie is ook beschikbaar via de contextmenu-opdracht Pool ¾ Bestanden aan pool toevoegen.
Klik op de knop Zoeken in het dialoogvenster om het zoeken te starten. De songs die worden gevonden worden aan de map “Zoekresultaten” van de Archief toegevoegd. De functie Zoek in Bibliotheek is ook beschikbaar met de opdracht Pool ¾ Zoeken in Pool in het contextmenu. Zoek in Computer: Het dialoogvenster Op computer naar muziek zoeken verschijnt. Selecteer wanneer u wilt dat InstantAudio naar song bestanden op uw systeem zoekt: een bepaalde map, een afzonderlijke harde schijf of al uw harde schijven.
Het menu Pool De meeste functies van de knoppen in de werkbalk hebben tegenhangers in het submenu van Pool in het pop-up “contextmenu” dat u kunt bereiken door met de rechtermuisknop in het venster InstantAudio te klikken. Het submenu van Pool biedt ook een extra opdracht: Pool opriumen: Deze opdracht verwijdert alle gegevens uit de Archief-database. De eigenlijke onderliggende audiobestanden worden niet aangeraakt.
Hebt u “Wave-bestand” of “AIFF-bestand” als bestandsformaat geselecteerd, dan zijn de beschikbare instellingen Sample-ratio, Samplebreedte en Kanalen. Algemeen geldt dat hoe hoger de waarden, des te beter is de kwaliteit. “CDkwaliteit” is gelijk aan 44.100 kHz, 16-bits stereo. De enige instelling voor “Ogg Vorbis bestand” is een schuifbalk voor Kwaliteit. Hier wordt de kwaliteitswaarde als een percentage uitgedrukt. 5.
directory met de naam van het album zal bevatten, die wederom de geïmporteerde songs zal bevatten, waarvan elk in een bestand zit waarvan de naam is gemaakt uit het tracknummer en de titel. Om uw eigen presets in de lijst Bestandsnaam te maken, klikt u op de knop naast de lijst om een dialoogvenster met de naam “Setup” te openen. Klik op de knop Nieuw, definieer dan de gewenste structuur door te klikken op de knoppen in het gedeelte Velden toevoegen van het venster en daarna op OK te klikken.
Klik op Titels ophalen om verbinding te maken met de on line server om de CD informatie te halen en op Configureren voor extra gerelateerde instellingen (zoals het kiezen van een specifieke server of het zoeken in de database van de Windows-toepassing CD speler). 10. Hebt u een permanente verbinding met internet, zoals een kabelmodem, dan kan het handig zijn om de optie Nieuwe CD automatisch lezen te activeren. 11.
HET DIALOOGVENSTER VOORKEUREN Klik op de knop in het paneel Player of selecteer Opties in het contextmenu van de rechtermuisknop om het dialoogvenster Voorkeuren te openen. Het dialoogvenster is in pagina’s georganiseerd die u kunt bereiken via het navigatiepaneel aan de linkerkant. Om de wijzigingen op de huidige pagina te activeren zonder het dialoogvenster te sluiten, klikt u op de knop Toepassen. Om terug te gaan naar de standaardinstellingen voor de huidige pagina, klikt u op de knop Standaardwaarden.
De besturing op deze pagina’s lijkt sterk op de besturing voor de audiokwaliteit elders in InstantAudio, zoals de besturing die is omschreven voor het dialoogvenster Importeren van CD (zie pagina 136). Weergave De hoofdpagina van Weergave in het dialoogvenster Voorkeuren biedt een aantal technische instellingen die te maken hebben met het afspelen van audio. De vervolgkeuzelijst Weergaveapparaat kunt u de geluidskaart selecteren die u voor het afspelen wilt gebruiken.
Weergave: Crossfading Met deze pagina kunt u uit meerdere crossfading opties kiezen en de overeenkomstige parameters instellen: Gebruik automatische crossfading: Op alle songs in de Playlist wordt automatisch crossfading toegepast zodat ze in elkaar overvloeien volgens de hieronder ingestelde crossfade parameters. Ononderbroken weergave gebruiken: Dit is een speciale crossfade waarbij de twee songs elkaar slechts 0,01 seconde overlappen.
In het onderste deel van de pagina vindt u een grafische weergave van de crossfade zoals die nu is geconfigureerd. De beste manier om de weergave te begrijpen is door er nauwkeurig op te letten terwijl u de overige besturing manipuleert. Hiermee kunt u ook de functie daarvan makkelijker begrijpen. Pool Deze pagina van Voorkeuren biedt opties die betrekking hebben op de Pool (Archief). Pool-map: Gebruik dit vak om het bestandspad voor Pool in te stellen.
Opnamemap, Bestandsnaam: Deze vakken stellen het standaardpad en de naam voor uw vastgelegde audiobestand in. U krijgt de kans om deze selecties aan te passen wanneer het opnemen echt start. Gebruikersinterface De hoofdpagina van Gebruikersinterface in het dialoogvenster Voorkeuren biedt de volgende instellingen: Taal: Selecteer uw voorkeurstaal voor menu’s, knoppen en ander elementen van de interface in InstantAudio. De verandering wordt van kracht wanneer u het programma de volgende keer start.
Gebruikersinterface: Bediening Via de enige optie op deze pagina van Voorkeuren kunt u kiezen hoe de draaiknoppen in InstantAudio op de muis moeten reageren. Cirkelvormig: In deze modus bestuurt u de draaiknop door er gewoon op te klikken. Dit stelt de hoek van de draaiknop meteen in zodat de lijn tussen het midden van de draaiknop en het punt waarop u hebt geklikt overeenkomt. U kunt de positie verder aanpassen door de muisknop ingedrukt te houden terwijl u de muis sleept.
Visualisatie Deze pagina van Voorkeuren biedt opties die betrekking hebben op de plug-ins voor visualisatie. • Weergavemodus: Selecteer een van de beschikbare • • • • • • • 146 weergaveresoluties voor de modus volledig scherm van het visualisatievenster. De resolutie te veel verhogen kan, afhankelijk van uw systeem, leiden tot een onbevredigende herhalingsfrequentie. Maximale frame-ratio: Stel de maximale frame rate per seconde in die de plug-ins mogen gebruiken.
ander met een interval die in de instelling Diainterval in seconden is gespecificeerd. Via de instelling Diamodus kunt u bepalen of de visualisaties op volgorde of willekeurig moeten worden verwisseld. • Plug-ins weergeven: Opent een dialoogvenster met daarin de beschikbare plug-ins opgesomd, samen met hun eigenschappen. DE CONTEXTMENU’S Overal in InstantAudio kunt u verschillende “contextmenu’s” oproepen door op de rechtermuisknop te drukken.
een visualisatievenster. U kunt het herhaaldelijk gebruiken om meerdere visualisaties te openen. Zie “Visualisaties” op pagina 107. De laatste opdracht op het submenu Weergeven is VSTslots weergeven. Het heeft hetzelfde effect als de knop VST op het FX paneel. Zie “De VST effect slots” op pagina 113. Skins: Dit opent een submenu waar u een van de geleverde interfacestijlen (skins) kunt kiezen.
Het context menu Playlist bestanden Dit contextmenu verschijnt wanneer u in het lijstgedeelte van het panel Player klikt. Het voegt drie opdracht toe aan het standaard contextmenu: Bestandinfo: Deze optie opent het dialoogvenster Info & Tag, dat bewerkbare informatie over het geselecteerde song bestand weergeeft.
151
Hoofdstuk 13: Welkom InstantMusic is een bijzonder goede tool voor het opnemen van eigen songs met de volgende overtuigende speciale kenmerken: • Een volledige opnamestudio met werkelijke tijd mixer voor het handhaven van t/m 16 stereo-tracks. De opgenomen samples (monsters) worden als WAV-bestanden op CD opgeslagen. • Mixes produceren van tot aan 80 minuten lengte toe door eenvoudig Drag-and-Drop. • Werkelijke tijd audio-effecten zoals naklank en vertraging.
Hoofdstuk 14: De arranger Bij het starten van InstantMusic wordt het arrangerbeeldscherm getoond, waarin u de meeste tijd zult werken. InstantMusic-projecten worden Arrangementen genoemd. Zij bestaan uit de Samples (audiobestanden in WAV-formaat) die u opneemt of uit andere bronnen overneemt, zoals uit de mixing-parameters en effecten die u via de talrijke besturingselementen van de toepassing definieert.
De knoppenbalken Het bedienen van InstantMusic vindt plaats via de menu-opdrachten, de knoppenbalk en de Drag-andDrop-procedure. De belangrijkste functies staan in de vier knoppenbalken ter beschikking.
• Sample manager • Audio eigenschappen Zesde groep: • Help index De knoppenbalk Samples heeft de volgende schakelfuncties: • Sample toevoegen • Sample splitsen • Sample groeperen • Sample groepering opheffen • Sample dupliceren • Sample verwijderen • Sample dempen (mute) • Sample loopen • Sample blokkeren • Sample eigenschappen De knoppenbalk Track heeft de volgende schakelfuncties: • Track markering plaatsen • Track markering wissen • Track markering zoeken • Track markering bewerken • Tracklijst openen
De knoppenbalk Player heeft de volgende schakelfuncties: Eerste groep: • Play • Pauze • Stop • Loop Tweede groep: • Opname instellingen • Opname starten • Opname stoppen De Track en Sample tabbladen Via de tabbladen in het onderste linker beeldschermbereik heeft u toegang tot het bedieningsveld Tracks en de Sample explorer.
Daarna volgen de headers van de maximaal 16 tracks per arrangement. Elke header is telkens met een balansen geluidsvolumeregelaar uitgerust, die op die in het master-bedieningsveld lijken. Naast de balansregelaar bevinden zich drie schakelfuncties met lettertekens: • M: Schakelt de track „gedempt“ (mute), zodat hij – onafhankelijk van het ingestelde geluidsvolume – bij de weergave niet wordt gehoord. • W: Heeft tot gevolg dat bij elk sample de desbetreffende audio wavevorm wordt weergegeven.
De sample explorer Via de sample explorer kunt u aan een arrangement het vlugst nieuwe samples toevoegen. Op een op een explorer lijkend gebruikersoppervlak navigeert u gemakkelijk naar uw bestanden. Via de sample explorer worden de namen van de WAV-bestanden getoond, die in de door u geopende mappen zijn opgenomen. Andere bestandstypes zijn echter uitgeschakeld. U kunt dan eenvoudig de gewenste WAV-bestanden uit de sample explorer naar de desbetreffende plaats in uw arrangement trekken.
Via de schakelfuncties onder de arranger gaat u snel en eenvoudig naar de tracklijst. De uitgekozen track staat in de lijst op de voorgrond. CD maken Met de toepassing InstantDisc brandt u uw muziek op CD, nadat u het arrangement heeft voltooid. MET ARRANGEMENTEN WERKEN InstantMusic projecten, zogenaamde Arrangementen, kunnen uit t/m 16 tracks bestaan met willekeurig veel Samples (WAV-bestanden).
U kunt de volgende functies uitkiezen: Play: Hiermee wordt het arrangement weergegeven vanaf de actuele positie van de markering Play. (Door een dubbele klik op de knop Stop kan de markering Play aan het begin van het arrangement worden gezet.) Vele bewerkingsfuncties blijven bij de weergave beschikbaar; andere zijn echter gedeactiveerd. Pauze: Laat de weergave pauzeren. Door er opnieuw op te klikken, gaat de weergave weer door. Stop: Stopt de weergave.
MARKERINGEN Markeringen representeren bepaalde punten in het tijdelijke verloop van een arrangement.
Einde: Deze markering bepaalt het einde van het arrangement. De eindmarkering is rood met een driehoekje aan de linker kant. Gebruiker aangepaste markeringen: Met gebruiker aangepaste markeringen markeert u een CD track. Het bereik tussen de beide markeringen is telkens een track op de CD.
Markeringen wissen Gebruiker aangepaste markeringen kunt u wissen door er met de rechter muistoets op te klikken en de opdracht Track wissen in het hoofdmenu te selecteren. Markeringen bewerken U kunt markeringen bewerken door met de rechter muistoets in het zwarte bereik boven het arrangement op het desbetreffende vlaggetje te klikken en Track bewerken in het hoofdmenu te selecteren. Indien u een markering in een Bereik verandert, wordt een tweede markering toegevoegd.
Samples invoegen Als u aan het actuele arrangement een sample wilt toevoegen, selecteert u de menu-opdracht Sample > Toevoegen, klik op de knoppenbalkfunctie Sample toevoegen, selecteer Toevoegen > Sample in het hoofdmenu (rechter muistoets) van de arranger of druk op de toets Insert. Daarna wordt het dialoogveld voor het openen van een bestand getoond. Selecteer daarin het sample dat u wilt invoegen. Als u het sample heeft geselecteerd, verandert de muiscursor in een rood rechthoekje.
Samples plaatsen en verschuiven Samples (of groepen samples) kunnen in de arranger d.m.v. Drag-and-Drop naar een andere plaats worden verschoven. Dit is echter alleen maar mogelijk, wanneer daarvoor in het arrangement voldoende ruimte aanwezig is. Op plaatsen, waarop het sample kan worden afgelegd, verandert de muiscursor in een rood rechthoekje. Wordt echter het teken voor “Invoegen niet mogelijk” getoond, is het sample voor die plaats te groot.
Samples splitsen Niet geloopte samples kunt u splitsen, doordat u de Play Locator (zie „Markeringen“, pagina 163) op de plaats zet waar gesplitst moet worden en vervolgens in de knoppenbalk Samples selecteert of in het hoofdmenu van het sample de opdracht Splitsen. Daarna wordt dit dialoogveld getoond: Geloopte samples kunnen niet worden gesplitst. Samples groeperen Een groep ontstaat als u met ingedrukte ctrl-toets met de linker muistoets op meerdere samples klikt.
Sample groepering opheffen Een Samplegroep kan worden opgeheven en de bestanddelen weer in hun oorspronkelijke staat worden gebracht. Selecteer hiervoor in het menu Sample, in de knoppenbalk Samples of in het hoofdmenu (rechter muistoets) van het sample de opdracht Groepering opheffen.
Laten overvloeien Als u tussen twee samples een overvloeiing wilt aanleggen, moet u de muiscursor in het onderste bereik van het sample op die plaats zetten waar de overvloeiing moet beginnen. Als de Overvloeiingscursor te zien is, moet u de muistoets ingedrukt houden. Trek de muiscursor met ingedrukte muistoets naar die plaats in het volgende sample waar de overvloeiing moet eindigen en laat de muistoets weer los.
opdracht Bewerkingsmode in het menu Tonen of in het hoofdmenu van een sample terecht. Om het geluidsvolume van een sample te kunnen wijzigen, moet u op de geluidsvolumelijn dubbel klikken. Met elke dubbele klik wordt een geluidsvolume-Stuurpunt toegevoegd, hetgeen willekeurig kan worden verschoven. U kunt op elk moment het geluidsvolume in de gewenste delen van het sample wijzigen of gebruiker aangepast laten verschijnen of laten verdwijnen met willekeurige markeringen.
AUDIO OPNAME Zo neemt u audiogegevens in InstantMusic op: Leg voor het op te nemen sample de Opnameinstellingen vast inclusief de bestandsnaam, net zoals u dat wenst. De opdrachten Opnemen vanaf en Stop op zijn pas actief als u uw instellingen heeft uitgevoerd. 2. Klik in de knoppenbalk Player op Opname starten. 3. Na uw opname klikt u op Opname beëindigen. 4. De muiscursor verandert in een rechthoekje. Plaats de cursor op die plaats waar u de opgenomen audiogegevens wilt invoegen en klik erop. Als i.p.v.
Bewerken...: Klik hierop om het gewenste audioformaat uit te kiezen. Het voorkeurformaat is „CD kwaliteit“ (44,1 kHz, 16 Bit, stereo). Opnemen vanaf /Stop op: Hiermee kunt u een vaste start- en eindtijd voor de opname definiëren. Monitor: Activeer deze optie als u de op te nemen audiogegevens wilt zien in spectrum analyse en op oscilloskoop. Nu kunt u het geluidsvolume en de balans zo instellen dat geen overmodulatie ontstaat. De grafische afbeelding werkt in werkelijke tijd.
Arrangement eigenschappen Om dit dialoogveld te kunnen openen, selecteert u in het menu Arrangement of in het hoofdmenu (rechter muistoets) van het arrangement de opdracht Eigenschappen of klik in de hoofdknoppenbalk op het schakelfunctie Arrangement eigenschappen. De meeste instellingen in dit dialoogveld kunt u willekeurig wijzigen om ze aan de eisen van uw project aan te passen. De grootte van het hoofdbuffer en de laadbuffer mag echter niet willekeurig worden gewijzigd.
Track eigenschappen Om dit dialoogveld te kunnen openen, klikt u met de rechter muistoets op de track header en selecteert in het hoofdmenu de opdracht Eigenschappen. De meeste van deze track eigenschappen kunnen direct in de track header worden ingesteld (zie „De track headers“, pagina 158). Sommige besturingselementen van de track headers zijn eventueel uitgeschakeld als op het beeldscherm te weinig plaats is.
Sample eigenschappen Om dit dialoogveld te kunnen openen, selecteert u in het hoofdmenu (rechter muistoets) van het sample de opdracht Eigenschappen.
Audio eigenschappen Dit is het audio dialoogveld van het systeem dat ook via het Windows configuratiescherm toegankelijk is. Om het dialoogveld te openen, klik in het menu Tonen of in het hoofdmenu in de hoofdknoppenbalk op de opdracht Audio eigenschappen. Controleer de instellingen in dit dialoogveld als de audio weergave op uw systeem niet goed schijnt te functioneren.
Hoofdstuk 15: De sample editor InstantMusic heeft een bijzonder goede WAV-editor, waarmee u talrijke speciale effecten kunt aanleggen. De veranderde sounds kunnen dan in een WAVbestand worden opgeslagen, zonder dat u de editor moet verlaten. Alle effecten functioneren in werkelijke tijd, zodat u de sound volgens uw wensen kunt veranderen en daarbij tegelijkertijd het resultaat kunt laten afspelen.
Dezelfde sample editor als in InstantMusic wordt ook in InstantDisc gebruikt. Gedetailleerde informatie over het gebruik met een uitvoerige beschrijving van de werkelijke tijd effecten vindt u in het hoofdstuk over InstantDisc van deze documentatie.
Hoofdstuk 16: Arrangementen opslaan Met de menu-opdrachten Opname > Station en Opname > Bestand (resp. de desbetreffende knoppenbalkfuncties) kunt u uw arrangementen of in de vorm van audio tracks op een beschrijfbare CD of als WAV-bestanden op uw harde schijf opslaan. Opname op station Deze opdracht heeft hetzelfde effect als de opnamefunctie van InstantDisc. Een uitvoerige beschrijving van de functie en de instelmogelijkheden hiervan vindt u in de InstantDisc documentatie.
183
Hoofdstuk 17: Overzicht Met Pinnacle Expression kunt u met uw computer uw eigen filmopnames op DVD en VideoCD te zetten. U kunt dan heel spoedig filmopnames naar een vriend of familielid sturen, die ze op hun DVD-speler kunnen afspelen. Met Pinnacle Expression is het een koud kunstje. Ten eerste kunt u met Pinnacle Expression “video opnemen” of de video van uw camcorder naar de harde schijf van uw PC overbrengen. Ook is het mogelijk video's en afbeeldingen te gebruiken die u op de PC hebt opgeslagen.
De laatste stap bestaat uit het branden van de films en foto's op CD of DVD met uw brander. Met Pinnacle Expression kunt u VideoCD, Super VideoCD of DVD-schijven maken.
DE SOFTWARE INSTALLEREN U installeert Studio Expression als volgt: 1. Plaats de CD-ROM van Expression in het CDROM-station. Als u Automatisch afspelen hebt ingeschakeld voor uw CD-ROM, zal Setup automatisch worden uitgevoerd. 2. Als Automatisch afspelen niet is ingeschakeld, gaat u naar het CD-ROM-station en dubbelklikt u op Setup.exe. 3. Selecteer de gewenste taal. 4. Voer het serienummer in (dit vindt u op de Expression-CD of op het CD-hoesje). 5.
• Registratie is vereist ondersteuning te krijgen. om technische Software updates verkrijgen Wanneer u wilt controleren of er software updates zijn van Expression, die van tijd tot tijd uitkomen om nieuwe functies aan te bieden of om fouten te corrigeren, kiest u de menuopdracht Help > Software Updates. Er wordt dan een verbinding tot stand gebracht met Internet om op de website van Pinnacle te kijken of er nieuwe versies van het product zijn.
ON LINE HELP On line Help is beschikbaar wanneer u werkt in Expression. Standaard on line Help: Klik op de knop Help op de hoofdmenubalk van Expression of druk op F1 om de inhoudsopgave van de standaard Help-onderwerpen weer te geven. Klik op Help > Help-onderwerpen als u wilt zoeken naar een specifiek onderwerp of specifieke opdracht.
De term Analoog verwijst naar 8mm, Hi8, VHS, SVHS, VHS-C of SVHS-C camcorders, videorecorders en banden en naar samengestelde (RCA) en S-Videokabels en -stekkers. De term media verwijst naar video- en audiobestanden en scène-indexpagina's. De term videobestand verwijst naar de bronvideo/audio van een DV-opnameapparaat of naar analoge video/audio die gedigitaliseerd is en op schijf is opgeslagen.
De term scène verwijst naar een videobestand dat Expression met scènedetectie heeft opgespoord en in de lijstweergave heeft geplaatst. Een videobestand kan ook handmatig in een aantal scènes worden gesplitst. Een scène wordt ook wel een hoofdstuk genoemd.
Toetsenbordconventies Toetsnamen worden met een hoofdletter geschreven. Een plusteken geeft een toetsencombinatie aan. Voorbeeld: Druk op Ctrl+A om alle videoscènes in de lijstweergave te selecteren. Haakjes geven toetsen aan waarop geen naam staat afgedrukt. Voorbeeld: Druk op de diavertoning te onderbreken. [Spatiebalk] om de Met de muis klikken Wanneer u met de muis moet klikken, klikt u standaard links, tenzij anders is aangegeven.
Hoofdstuk 18: Video importeren U maakt een CD of DVD in drie stappen: (1) Importeer de video/foto's, (2) Bewerk en geef een voorvertoning van uw project op het Tv-scherm weer, en (3) Maak een eigen schijf. Deze modi hebben elk een eigen knop boven aan de Expression-interface, die op de volgorde staan waarop een schijf wordt gemaakt. Als u video of foto's importeert, brengt u een videobestand vanaf een digitale camcorder of een andere bron over naar de harde schijf van uw PC.
Camera besturing Gebruik de Camera besturing om uw band te bekijken of de locatie te zoeken van de band waarop de opname moet starten. Het Tellervenster geeft de huidige positie weer van de band en de besturingsknoppen geven de huidige modus van de camcorder of de videorecorder weer. Bronmateriaalopties Met de drie knoppen rechts op het scherm kunt u video opnemen via een 1394-(FireWire) verbinding vanaf een DV-apparaat, video importeren uit een AVI- of MPEGbestand of een digitale foto importeren.
Video opnemen vanaf uw camcorder U zult uw project vaak willen beginnen door video vanaf uw camcorder te importeren. Expression ondersteunt digitale camcorders en videorecorders die uw 1394-(FireWire) interface van uw PC gebruiken. Uw DV-apparaat (camcorder of videorecorder) is verbonden met uw PC. U kunt een hele band opnemen of opname starten en stoppen op elke gewenste locatie op de band.
meerdere diavertoningen in uw productie wilt, splitst u die ene geïmporteerde diavertoning in meerdere vertoningen in het dialoogvenster Bewerk video (zie pagina 224). Het dialoogvenster Video opnemen van DV-camcorder Met de knop Video opnemen start u het opnameproces door dit dialoogvenster te openen. Het voorvertoningsscherm boven de camera besturing geeft de binnenkomende video continu weer.
hoofdstukpunt in de productie. Wanneer een menupagina vol met pictogrammen staat, schuift deze naar rechts en wordt er een extra menupagina aangemaakt. Dit gaat zo door, totdat u op de knop Stop opname klikt om de opnamesessie te stoppen. Het venster Opgenomen en geïmporteerde bestanden Wanneer u bezig bent met opnemen en importeren, wordt in dit venster de bestandsnaam en het bestandstype van elke videobezitting weergegeven.
Videomedia verwijderen en hernoemen Wanneer u een videobezitting wilt verwijderen of hernoemen, selecteert u de bestandsnaam in de lijst, klikt u op de menuknop Bezitting en selecteert u de gewenste handeling in het snelmenu Bezitting. Deze functie kan niet worden uitgevoerd op digitale foto's en andere afbeeldingen. Deze kunnen verwijderd worden via het bewerkingsvenster (zie “De bewerkingsgereedschappen”, pagina 229).
Het dialoogvenster Opties voor scènedetectie Open dit dialoogvenster met opties voor scènedetectie via het menu Bezitting in het venster Opgenomen en geïmporteerde bestanden. Automatische scènedetectie is een van de belangrijkste functies van Expression. Met deze functie hoeft u het begin en het einde van videoscènes niet meer handmatig te markeren. Wanneer Expression de video op uw harde schijf opneemt, worden automatisch natuurlijke scheidingen in de video opgespoord.
gedubd of bewerkt is, wanneer u video van analoge banden opneemt die met een Digital8-camcorder is gemaakt of bij geïmporteerde videobestanden. • Geen scènedetectie: Deze optie slaat scènedetectie over (maakt u zich geen zorgen - u kunt nog steeds videoclips handmatig in scènes verdelen).
Hoofdstuk 19: De schijf voorvertonen Wanneer u op dit TV-icoon klikt, gaat u naar het scherm Voorvertonen/Bewerken. Hierin kunt u zien hoe uw voltooide project eruit komt te zien wanneer dit op de DVD-speler en TV wordt afgespeeld. De afstandsbediening op het scherm van de DVD-speler geeft u een realistisch idee van de interactiviteit die u in elk project inbouwt.
De modus Voorvertonen/Bewerken beschikt over zes functies: de Stijlkiezer, het Tv-scherm, de Afstandsbediening, de knop Bewerk video en diavertoningen, de knop Instellingen voor uitvoermedia en de Diskometer. Dit hoofdstuk beschrijft het Tvscherm, de Afstandsbediening, het dialoogvenster Instellingen Voor Uitvoermedia en de Diskometer. Het Tv-scherm Het Tv-scherm geeft een voorvertoning van wat u op uw TV zult zien, wanneer de voltooide schijf met een VideoCD of DVD-speler wordt afgespeeld.
Met dit besturingselement kunt u tussen menupagina's navigeren en scènes in elke willekeurige volgorde afspelen. Opmerking: De functies op de afstandsbediening zijn voor een VCD en een S-VCD anders dan voor een DVD. U keert terug naar een menu met DVD door de knop Menu of Titel te gebruiken. Voor een VCD en SVDC moet u de knop Terugkeren gebruiken. Met DVD-titels is het mogelijk door een menupagina te navigeren om een knop te selecteren.
De diskometer Deze weergave geeft u de huidige opnamecapaciteit op uw uitvoerschijf. Het cijfer hangt af van zowel het outputformaat dat gekozen is in het dialoogvenster Instellingen Voor Uitvoermedia als de geschatte vrije ruimte op de schijf. Instellingen uitvoermedia Klik op de knop Instellingen te openen: om dit dialoogvenster Outputformaat Selecteer het schijftype dat u wilt maken. VCD (VideoCD): Dit is een zeer populair formaat in China en andere delen van de wereld.
schijf door een groot aantal DVD-spelers ondersteund. Bezoek de website van Pinnacle en VCDhelp.com voor een lijst met compatibele spelers. S-VCD (Super-VideoCD): Super-VideoCD is een verbetering van het VCD-formaat. Op een S-VCDschijf kan maximaal 39 minuten DVD-kwaliteitsvideo worden gebrand. Bovendien wordt de schijf door een groot aantal DVD-spelers ondersteund. Bezoek de website van Pinnacle en VCDhelp.com voor een lijst met compatibele spelers.
omdat dit formaat niet in een standaard DVD-speler kan worden afgespeeld. Bezoek de website van Pinnacle voor updates wanneer de nieuwere DVDspelers dit formaat wel ondersteunen. De knop Controleer media Plaats de lege of wisbare schijf in het station, zodat Expression de bruikbaarheid ervan kan controleren. TV-standaard De schijven die u maakt, werken correct met slechts een van de televisiestandaarden NTSC en PAL. Als u kunt kiezen, kiest u de standaard die het doelpubliek zal gebruiken.
Automatisch: Dit is de standaardinstelling en wordt aanbevolen aan de meeste gebruikers. Hiermee stelt u de hoogst mogelijke kwaliteit in voor het project op basis van de hoeveelheid video en afbeeldingen die u hierin hebt opgenomen. Stel uw DVD-project bevat 68 minuten video. Expression selecteert de hoogst mogelijke bitrate voor de uiteindelijke video die nog op de DVD past (in dit voorbeeld zou dit dus 6000 kilobits per seconde zijn).
Bitrate: De keuzelijst biedt diverse bitrate-instellingen, variërend van 3000-8000 kbps tot 2000-2500 kbps voor S-VCD. Wanneer u een hogere bitrate in de lijst selecteert, zal het aantal minuten per CD dienovereenkomstig dalen en andersom. Het is ook mogelijk uw eigen bitrate-instelling te typen (bijvoorbeeld 6553 kbps). Expression accepteert bitrates van minimaal 2000 kbps.
Hoofdstuk 20: Tv-scherm en afstandsbediening Met dit hoofdstuk kunt u nagaan hoe het project eruit komt te zien op een televisiescherm. De afstandsbediening van de DVD-speler geeft u een realistisch idee van de interactiviteit die u in elk project inbouwt. Tv-scherm Het Tv-scherm is ontworpen om u het idee te geven dat u naar een echte televisie zit te kijken. Het geeft zowel menupagina's uit de scène-index weer als full-motion video en afbeeldingen van uw project.
Navigeren met de cursor Als een project meerdere menupagina's heeft, verschijnt er onder aan de pagina een pijl naar links en één naar rechts om vorige of volgende pagina's aan te geven. Klik met de cursor op deze pijlen om door de menupagina's te bladeren. Klik met de cursor op een willekeurige pictogram om de overeenkomstige scène of afbeelding te activeren, op volledig scherm weer te geven en af te spelen. Klik met de cursor op een willekeurige titel om een tekstveld te openen.
Cijferblok Met het tiencijferige cijferblok krijgt u direct toegang tot een scène in een film. Als u nog niet in een menupagina bent, gebruikt u de knop Ga naar voor DVD's en op voor menupagina (klik op VideoCD's en Super VideoCD's) om naar een menupagina terug te keren. Toets nu het nummer in van de scène die u wilt openen. De scène zal direct worden afgespeeld. DVD-navigatieknoppen Met deze zeven knoppen kunt u naar scènes op een menupagina gaan.
• Wanneer een scène wordt afgespeeld of gepauzeerd, staat de knop voor Vorige scène afspelen en voor Volgende scène afspelen. • Wanneer er een menupagina wordt weergegeven, voor Vorige menupagina weerstaat de knop geven en voor Volgende menupagina weergeven. Opmerking: als u met de blauwe knoppen niet door DVD-menupagina's kunt bladeren, klikt u op de knop Instellingen en controleert u of u DVD als outputformaat heeft geselecteerd.
Hoofdstuk 21: Menupagina's aanpassen Hier kiest u vooraf gedefinieerde stijlen voor de menupagina's van de scène-index of ontwerpt u eigen menupagina's. Voordat beide mogelijkheden worden beschreven, ziet u hier een overzicht van de elementen waaruit de menupagina's bestaan. MENUPAGINA-ELEMENTEN Een menupagina van een scène-index van Expression bestaat uit vier grafische elementen en één audioelement. De grafische elementen zijn de layout, de achtergrond, de tekststijl en de beelden.
Layout Dit menupagina-element is de sjabloon die bepaalt hoe beelden, de hoofdtitel en de scènetitel op de pagina worden gerangschikt. Layouts verschillen in het aantal en de positie van beelden en of deze wel of geen hoofdof scènetitels bevatten. Om een voorbeeld te geven ziet u hier twee layoutsjablonen van Expresssion en hun bijbehorende menupagina's met achtergrond, tekst en beelden.
Achtergrond Dit menupagina-element bestaat uit een afbeelding die de grafische achtergrond van een gewoon menu vormt of uit een videobestand (MPEG of AVI) dat de achtergrond vormt van een professioneel bewegend menu. Expression wordt geleverd met een aantal leuke achtergronden voor statische menu's. U kunt echter ook een willekeurig BMP-, JPG-, PCD-, PCT-, TGA-, TIFof WMF-bestand importeren om als standaard achtergrond te gebruiken. De hoogte/breedteverhouding van een achtergrond van Expression is 4 tot 3.
Beelden zijn meer dan alleen een grafisch element op de menupagina. Ze hebben ook een functie; ze worden namelijk gemarkeerd om aan te geven welke scène geselecteerd is bij het bladeren door een DVDmenupagina. Beelden vindt u in het dialoogvenster Maak standaard menu. Geluid Geluid kan als een menupagina-element worden gebruikt. Expression wordt geleverd met een selectie van WAV-bestanden met muziek en geluidseffecten. Het is ook mogelijk om standaard WAV- of MP3bestanden (d.w.z.
pictogram op het Tv-scherm gerepliceerd om direct te kunnen bekijken. De Stijlkiezer beschikt ook over de optie Geen menu: wanneer u de schijf in een speler plaatst, wordt de schijf van het begin tot het einde afgespeeld zonder dat er een menupagina wordt weergegeven. De kijker kan nog steeds de afstandsbediening gebruiken om vooruit of achteruit in de reeks scènes te gaan. De lade van de Stijlkiezer Klik op de knop Lade openen op de Stijlkiezer om vijf stijlpictogrammen tegelijk weer te geven.
Klik op de knop onder aan de lade om een menupagina aan te passen. Het dialoogvenster Maak standaard menu U opent dit dialoogvenster door op de knop Maak standaard menu op de Stijlkiezer te klikken. Hiermee kunt u elk element van een menupagina aanpassen. Klik op een van de vijf elementknoppen om opties weer te geven. Klik op een optie om in het voorvertoningsscherm direct een voorbeeld weer te geven van een bijgewerkte menupagina met het nieuwe element.
Met de knop Opslaan links in het dialoogvenster voegt u het standaard menu aan de Stijlkiezer toe (zie pagina 216), zodat u het op volgende producties nogmaals kunt toepassen. De knop Verwijderen doet precies het tegenovergestelde. Hiermee verwijdert u de momenteel geselecteerde menustijl uit de Stijlkiezer. Achtergronden: De achtergrond van uw menu kan een afbeelding zijn in een van de ondersteunde formaten (BMP, JPG, PCD, PCT, TGA, TIF of WMF) of een beeld uit de video van een AVI- of MPEG-videobestand.
Layouts: Menulayouts zijn sjablonen die het nummer, de locatie en de grootte van de pictogrambeelden op het menu opgeven. Met de layout wordt ook de tekst bepaald die op het menu verschijnt.
• Wanneer u een menupagina aan een audiobestand van 15 seconden koppelt, wordt het audiobestand afgespeeld en blijft het vervolgens 25 seconden stil voordat het bestand nogmaals wordt afgespeeld. Dit wordt herhaald, zolang de menupagina wordt weergegeven. • Wanneer u een menupagina aan een audiobestand van 120 seconden koppelt, wordt het audiobestand afgespeeld en vervolgens zonder onderbreking direct nogmaals afgespeeld. Dit wordt herhaald, zolang de menupagina wordt weergegeven.
Hoofdstuk 22: Videoscènes en diavertoningen Wanneer u een menupagina hebt gekozen of naar eigen keuze hebt ontworpen, is het mogelijk de videoscènes en/of diavertoningen met afbeeldingen te bewerken die de hoofdelementen van de productie zijn. Klik op de knop Bewerk video en diavertoningen om het dialoogvenster Bewerk video te openen.
HET DIALOOGVENSTER BEWERK VIDEO Dit dialoogvenster beschikt over diverse gebieden waarmee u uw productie nauwkeurig kunt afstellen. • Twee lijstweergaven van de videoscènes en de diavertoningen kunnen via de menupagina's worden weergegeven. • Een Speler/Editor voor het weergeven van videoscènes en het bewerken van afbeeldingen. • Een informatievak met een aantekening van uw productie als een geheel en de huidige geselecteerde items in de lijstweergave.
Expression geeft elke videoscène een standaardnaam (zoals “In de dierentuin #3”) op basis van de titel van het opgenomen videobestand en een scènenummer dat de volgorde aangeeft waarop de scènes werden opgespoord. De naam verschijnt in de meeste menulayouts naast het scènepictogram. Als u liever een eigen naam gebruikt, klikt u gewoon op de oude in de lijstweergave Pictogram en typt u de nieuwe naam in het daarvoor bestemde tekstveld. Druk op Enter om de handeling te voltooien.
de items in groepen van twee op achtergronden die gearceerd of wit zijn. Dit geeft aan dat we een menulayout hebben gekozen met twee “hoofdstuk”pictogrammen per menupagina. Het tabblad voor de lijstweergave Icoon geeft een vogelvlucht van het project met minder informatie over elk item, maar met meer tegelijk zichtbare items. Deze weergave is handig wanneer u het project snel opnieuw wilt organiseren met slepen en neerzetten.
meerdere geselecteerde items) naar een andere locatie in de lijst kan worden gesleept. U klikt nu gewoon op het item en sleept ermee, en laat u de muisknop op de gewenste locatie los. Geselecteerde scènes dupliceren U kunt geselecteerde items dupliceren met de standaard toetsenbordopdrachten van Windows voor kopiëren (Ctrl+C), knippen (Ctrl+X) en plakken (Ctrl+V).
• Geopend ("uitgevouwen"): Nu worden ook de afbeeldingen weergegeven die bij de diaertoning horen, ingesprongen onder de koptekst. Net als andere lijstitems kunnen deze worden verplaatst door ze binnen de lijst te slepen. Ze ondersteunen ook bepaalde andere bewerkingen (zie “Afbeeldingen bewerken”, pagina Error! Bookmark not defined.). Klik op het minteken naast het pictogram van de koptekst om de diavertoning te sluiten.
De bewerkingsgereedschappen Scènes combineren Met deze knop kunt u twee of meer videoscènes als één lange scène afspelen. De knop wordt actief wanneer twee of meer opeenvolgende scènes in een van de lijstweergaven worden geselecteerd. (u kunt ook in een van de geselecteerde scènes rechtsklikken en Combineren kiezen uit het snelmenu). In meerdere scènes verdelen Met deze knop splitst u een geselecteerde scène in een of meer scènes door scènes opnieuw op te sporen in de bronvideo.
afzonderlijke voorstellingen die u daarna afzonderlijk kunt bewerken (wilt u precies het tegenovergestelde doen, namelijk twee diavertoningen samenvoegen, dan sleept u de afbeeldingen gewoon van de ene naar de ander). Verwijderen Met deze knop stuurt u de geselecteerde scène of scènes naar de prullenbak. Zo kunt u bijvoorbeeld nadat u een scène heeft gesplitst, op deze knop klikken om het ongewenste deel te verwijderen. De prullenbak Klik op deze knop om de verwijderde scènes weer te geven.
Bewerkingsopties Het dialoogvenster Bewerkingsopties bevat opties die bepalen hoe de schijf door de gebruiker wordt weergegeven. Dit dialoogvenster bestaat in feite in twee vormen. Sommige opties gelden alleen voor afzonderlijke diavertoningen en verschijnen alleen wanneer er een voorstelling in de lijstweergave wordt geselecteerd. Algemene opties voor alle scènes De opties in deze groep zijn zowel op videoscènes als op diavertoningen van toepassing.
Opties voor diavertoningen Deze opties zijn alleen van toepassing op de huidig geselecteerde diavertoning. Hoge-resolutieafbeeldingsmodus: Standaard worden diavertoningen met afbeeldingen als gewone MPEGvideo op schijf opgeslagen. Bij VCD- en S-VCDschijven kunt u een alternatieve modus kiezen, waarin de diavertoning wordt opgeslagen als een reeks afbeeldingen met een resolutie van 704x480 (NTSC) of 704x576 (PAL). De hoge-resolutieafbeeldingsmodus is niet beschikbaar voor DVD-diavertoningen.
diavertoning in een map “images” (afbeeldingen), bijvoorbeeld: \images\Scenery Gebruik audio opnamespoor: Wanneer u muziek aan de achtergrond van de diavertoning wilt toevoegen, schakelt u deze optie in en selecteert u een optie in de keuzelijst. Als u een audiobestand wilt gebruiken dat niet in de lijst staat, klikt u op Bestand importeren en zoekt u een WAV- of MP3-bestand op de computer.
• Automatische ritmedetectie: Hiermee voegt u dramatiek toe aan de diavertoning door de afbeeldingen op het ritme van de muziek van het audio-opnamespoor weer te geven. Deze optie is alleen beschikbaar als Audio opnamespoor gebruiken geselecteerd is. Overgangen tussen afbeeldingen: Met deze keuzelijst kunt u elke diavertoning aanpassen met een van de verschillende standaard overgangtypen, zoals vegen, schuiven, duwen en overvloeien.
Schuifregelaar: Grijp de Schuifregelaar met de cursor om snel vooruit en achteruit door de scène te bladeren. Met de Schuifregelaar ziet u direct uw relatieve positie binnen een scène. De Schuifregelaarbalk geeft altijd de hele lengte van de scène weer, waarbij de linkerrand het begin voorstelt. Beeld vooruit-/terugspoelen: Met de knop Beeld vooruitspoelen gaat de Schuifregelaar met elke muisklik een beeld vooruit. Met de knop Beeld terugspoelen gaat de Schuifregelaar met elke muisklik een beeld achteruit.
Afbeelding spiegelen: De linker- en rechterkant van de afbeelding wordt omgedraaid als in een spiegel. Wanneer u de handeling herhaalt, wordt het oorspronkelijke uiterlijk van de afbeelding hersteld. Trimmen/In- en uitzoomen: Met deze knop start u een modus waarmee een gebied van de afbeelding kan worden geselecteerd voor vergroting.
geeft vaak een goed resultaat, maar voor speciale gevallen kiest u een van de vier opties die verschijnen wanneer u op de knop Randkleur instellen klikt. "Automatische kleur", die net is beschreven, zwart, wit, en "Kleur kiezen...". Met de laatste optie kunt u de randkleur kiezen uit een standaard kleurenkiezerdialoogvenster van Windows.
Contrast: Hiermee vergroot of verkleint u het bereik van intensiteiten in de afbeelding. Er kunnen aanpassingen nodig zijn van zowel het contrast als de helderheid om het optimale effect te bereiken. Tint: Hiermee beïnvloedt u de algemene kleurbalans van de afbeelding. U kunt deze gebruiken om een “kleurinstelling” te corrigeren die de hele afbeelding beïnvloedt. Verzadiging: Hiermee past u de hoeveelheid kleur in de afbeelding aan.
U trimt de scène als volgt: Selecteer de scène. Als de bewerkingsopties Vervaag naar zwart tussen scènes en/of Gebruik overvloeier tussen gecombineerde scènes zijn ingeschakeld, schakelt u deze uit (beide opties kunnen na het trimmen weer geactiveerd worden). 2. Gebruik de schuifregelaar om in de nabijheid van beeld 2 te komen. 1. 3. Gebruik de knoppen Beeld vooruit-/terugspoelen om beeld 2 in de Speler weer te geven. Dit is het eerste beeld van uw getrimde scène. 4. Klik op de knop Verdelen.
8. Selecteer “Tijger-2” in de lijstweergave en klik op de knop Verwijderen. “Tijger-1” blijft in de lijstweergave staan en is onze gewenste getrimde scène, die begint bij beeld 2 en eindigt bij beeld 5. Mappen importeren Een tijdbesparende techniek voor het importeren van meerdere afbeeldingen is door ze in een map te plaatsen en deze map van Explorer direct naar de lijst Opgenomen en geïmporteerde bestanden te slepen.
Hoofdstuk 23: De schijf maken Voordat u de schijf gaat maken, moet u het outputformaat kiezen in het dialoogvenster Instellingen Uitvoermedia. Wanneer het venster De schijf maken is geopend, zijn de elementen Transcoderen, Compileren en Schijf branden voor het maken van een schijf op het scherm zichtbaar. De bestanden toewijzen Wanneer u een VCD maakt, codeert u bestanden om naar MPEG-1. Maakt u een S-VCD of DVD, dan codeert u om naar MPEG-2.
Het project transcoderen en compileren De bovenste voortgangsbalk houdt het proces bij van het transcoderen en compileren van uw AVI-en MPEGbestanden en afbeeldingen. De tijd die nodig is voor deze handelingen, hangt af van de snelheid van de processor. Om het transcoderen efficiënter te maken worden de MPEG-videobestanden indien mogelijk rechtstreeks in uw project opgenomen, zodat ze niet opnieuw gecodeerd hoeven te worden.
Als de video wel compatibel is, wordt alleen de audiostroom gerenderd. Wanneer verschillende bestandsformaten tegelijk worden gebruikt, worden alleen de niet-compliante bestanden opnieuw gecodeerd. De schijf branden In Expression wordt een schijf gebrand voor de gecompileerde bestanden. De voortgang van dit proces wordt weergegeven op de onderste balk. Wanneer de schijf klaar is, verschijnt het bericht “Voltooid” en wordt de schijflade met de voltooide schijf geopend.
Als u meerdere schijven wilt branden, wordt u gevraagd nog een lege schijf in de lade te plaatsen. De optie Verwijder tijdelijke bestanden Nadat u een project hebt transcodeerd en gecompileerd, kunt u enorme bestanden krijgen.
Hoofdstuk 24: Labels en inserts maken U hebt uw video gefilmd, de productie in elkaar gezet en uw schijf gemaakt. En dan? Direct nadat u de schijf hebt gebrand, stelt Expression een finishing touch voor: een eigen label en case inserts afdrukken.
Labelsoorttabs Met de vier tabs boven aan de labeler bepaalt u met welk soort insert of label u gaat werken in het bewerkingsvenster. De vier beschikbare soorten zijn: Maak schijflabel: Dit label komt op de schijf zelf. Omdat VCD's, S-VCD's en DVD's allemaal even groot zijn (even groot als een gewone audio-CD) is één labelontwerp geschikt voor alle uitvoerformaten.
De werkbalk Bewerken Met deze vier knoppen hebt u toegang tot de belangrijkste bewerkingshandelingen van de Custom Labeler (gedetailleerde bewerkingen van afzonderlijke tekstvakken en afbeeldingen worden uitgevoerd met de muis en het toetsenbord in het venster Bewerken). Wijzig achtergrond van label: De standaardachtergrond van uw label is de achtergrondafbeelding van de menu's van het project.
Voeg tekst toe aan label: Met deze knop opent u een menu met vier soorten tekstvakken die u aan de huidige label kunt toevoegen. De vier beschikbare soorten zijn: • Gewone tekst: Dit tekstvak ondersteunt automatische terugloop, plus horizontaal en verticaal uitrekken en schuintrekken. Gewone tekst ondersteunt geen omtrek- en schaduwfuncties die wel bij de andere tekstvakken beschikbaar zijn.
Als u wilt dat de labels en de inserts de wijzigingen en toevoegingen weergeven die u op het project aanbrengt nadat de standaardontwerpen zijn aangemaakt, klikt u op Opnieuw maken vanaf project. De huidige labelontwerpen worden vervangen door een geheel nieuwe set, alsof u de Custom Labeler voor het eerst in dit project opent. In het dialoogvenster Labelstijl selecteren vindt u diverse stijlen van aangemaakte labels. Kies een van de beschikbare stijlen en klik op OK.
Zowel de objecten die Custom Labeler voor u maakt als de objecten die u zelf toevoegt, (zie “De werkbalk Bewerken”, pagina 247) kunnen worden bewerkt. Afbeeldingen vs. tekst Het wijzigen van de grootte, vorm en hoek van objecten op een label of insert gaat bij tekst en afbeeldingen op dezelfde manier. Voor het wijzigen van de andere eigenschappen van een tekstvak – het lettertype, de tekenstijl en de tekst zelf – zie “De tekstbesturingselementen”, pagina 254.
inhoud omvat. U wijzigt een object door ergens binnen het gebied ervan te klikken. Hierdoor wordt het object geselecteerd, waarbij de besturingspunten zichtbaar worden, waarmee u het met uw muis kunt manipuleren. Behalve op de besturingspunten zelf is de muisaanwijzer bij een geselecteerd object een kruis of pijlen, waarmee wordt aangegeven dat het object met kliken en slepen met de muis in elke gewenste richting kan worden verplaatst.
Afmetingen vak wijzigen: De zijde-, boven-, onderen hoek-besturingspunten, acht in totaal, bepalen de positie van de rand of hoek waaraan ze zijn verbonden, en worden gebruikt voor het wijzigen van het formaat van het object. Ze beïnvloeden niet de grootte van de tekst zelf, maar alleen de grootte van het gebied waarin de tekst is geschreven, waardoor wel de tekstomloop wordt beïnvloed. Vak schuintrekken: De vier schuintrek-besturingspunten kantelen de tekst verticaal of horizontaal.
coördinaten toenemen vanaf 0 wanneer u van links naar rechts gaat, terwijl de Y-coördinaten afnemen vanaf 0 terwijl u van boven naar beneden gaat. Schalen: formaat wijzigen zonder vervorming Als u het formaat van het geselecteerde object wilt wijzigen zonder de vorm te veranderen, houdt u de Shift-toets ingedrukt en klikt u met de linkermuisknop. Sleep de muis omhoog om het object te vergroten of omlaag om het te verkleinen. Terwijl u werkt, wordt in een venster de huidige schaalfactor getoond (1.
De draaimodus eindigt wanneer u de muisknop loslaat. Als u het object opnieuw wilt draaien, begint u van voren af aan met dubbelklikken. Objecten groeperen Als u meerdere objecten tegelijk wilt positioneren of draaien, klikt u om te beginnen met de linkermuisknop ergens in een leeg gedeelte van het bewerkingsvenster (d.w.z. niet op een object). Klik en sleep om een doorschijnend groepselectievak te maken.
Klik op de knoppen Vet en Cursief om deze tekenstijlen in- of uit te schakelen, of selecteer een letertype in de keuzelijst. In de illustratie is voor het huidige tekstobject het lettertype “Elegance” met de cursieve tekenstijl ingesteld. Met de knop rechts boven de tekstbesturingselementen opent u een menu met twee sets van drie opties. Met de eerste drie opties opent u een dialoogvenster Kleur, waarin u een nieuw kleur voor de tekst, omtrek of schaduw kunt kiezen.
Een van de mogelijkheden die u wordt geboden, is een bepaald label niet af te drukken. Deze optie is handig bij “two-up” schijflabelpapier: als er maar één label nodig is, zorgt een tweede label alleen maar voor inktverspilling. Als u op het tweede labelvoorbeeld klikt, wordt het gewist, zodat u sneller en zuiniger kunt afdrukken. Het gedeelte Besturing: Dit gedeelte bevat twee hoofdbesturingsgroepen.
Tips voor het afdrukken De eerste versie van Expression ondersteunt de papiersoorten die zijn gefabriceerd door Neato. Kies uw labelsoort uit de lijst in het dialoogvenster. Naar verwachting worden in toekomstige versies van Expression ook andere labelsoorten ondersteund. Ga voor meer informatie naar: www.pinnaclesys.com/neato Let bij het plaatsen van lege labels in uw printer op hulpmarkeringen en andere indicaties op het papier.
InstantWrite InstantBackup InstantDrive InstantCinema InstantTray InstantInfo 259
Hoofdstuk 25: InstantWrite Met InstantWrite kunt u uw beschrijfbare CD’s en DVD’s op dezelfde manier als diskettes of Zip disks gebruiken. U kunt de media formatteren en data direct op CD en DVD via slepen-en-neerzetten of vanuit een andere toepassing opslaan zonder dat u daar speciale programma’s voor nodig hebt. Bestanden zoals gebruikelijk van gewone Windowstoepassingen naar een beschrijfbare CD of DVD laden en schrijven De exacte procedures verschillen van medium tot medium.
Sleep bestanden naar een beschrijfbare CD of DVD met vertrouwde systeemtools als Windows Verkenner InstantWrite starten Sommige van InstantWrite’s functies zijn beschikbaar via integratie met de shell van Windows. Die functies kunnen voorkomen in menu’s in Windows Verkenner of ze kunnen automatisch worden uitgevoerd wanneer een schijf wordt geplaatst of geweigerd. Sommige opdrachten (Format en Defrag) zijn beschikbaar via Programma’s ¾ InstantCD+DVD in het menu Start.
• Start het startscherm van the InstantCD/DVD en selecteer InstantWrite op het tabblad Extra’s. • Draait u de toepassing InstantTray, klik dan op het systeemvakpictogram ervan InstantWrite in het pop-up menu. en selecteer Het opdrachtencentrum gebruiken Slepen-en-neerzetten: Onder aan het opdrachtencentrum van InstantWrite bevindt zich een verolgkeuzelijst van beschrijfbare optische schijfapparaten in uw systeem. (Hebt u slechts een apparaat, dan is dit het enige in de lijst.
INSTANTWRITE GEBRUIKEN De functies van InstantWrite volgen de drie stadia van het maken van een schijf: Formatteren: De formatteringshandeling bereidt het medium voor op schrijven. Voor veel mediatypen wordt deze bewerking automatisch uitgevoerd. Bij andere moet u een uitdrukkelijke opdracht geven om de schijf te formatteren. Schrijven: Dit is de hoofdfase, waarin u bestanden opslaat en misschien verwijdert op het medium.
Formatteren vanuit het contextmenu van het station Om een schijf met de hand te formatteren, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram van het station in Windows Verkenner en kiest u de opdracht Formatteren. De naam van de opdracht heet zoiets als “InstantWrite DVD-R formatteren”. Dit roept het dialoogvenster Formatteren op, waar u het formatteringsproces zowel kunt configureren als uitvoeren. De specifieke set opties die wordt weergegeven hangt af van het type medium dat wordt geplaatst.
Formatteren met de Wizard Formatteren Selecteer Schijf formatteren uit het contextmenu in het opdrachtencentrum van InstantWrite (page 263) om de wizard Formatteren op te roepen, die u zal helpen het momenteel geselecteerde station te formatteren. U kunt de wizard Formatteren ook openen met de opdracht InstantCD+DVD ¾ InstantWrite ¾ InstantWrite Format in het menu Start van uw systeem.
Finaliseren Om media van InstantWrite compatibel met andere systemen te maken, moeten de media worden “gefinaliseerd” nadat de aanpassingen daaraan voltooid zijn. In het geval van herbeschrijfbare CD’s en DVD’s gebeurt dit automatisch. Met CD-R, DVD-R en DVD+R verschijnt er een dialoogvenster wanneer u de schijf probeert uit te werpen. Hiermee kunt u het handmatig finaliseren als u dat wilt.
Hoofdstuk 26: InstantBackup Met InstantBackup kunt u op gemakkelijke wijze data op de harde schijf naar beschrijfbare CD’s of DVD’s opslaan. Data die als backup zijn opgeslagen, kunnen op elk moment worden hersteld. InstantBackup starten Start het startscherm van InstantCD/DVD (met de opdracht Programma’s ¾ InstantCD+DVD ¾ InstantCD+DVD in het menu Start). Klik in het startscherm op de knop Backup of op de knop Terugzetten op de pagina Kopie/Backup. Het welkomstvenster van InstantBackup verschijnt.
Kies het soort werk dat u wilt doen: • Een backup maken van uw harde schijf met behulp • • • • van de InstantBackup Wizard Een backup maken van data zonder de Wizard Bestanden herstellen Gegevens vergelijken Een label voor uw CD/DVD maken EEN BACKUP VAN DATA MAKEN Het menu van InstantBackup biedt twee verschillende methoden om een backup te maken: met of zonder de InstantBackup Wizard.
InstantBackup Wizard verzamelt uw invoer in een aantal pagina’s. De wizard wordt op de pagina Welkom geopend. Klik op de knop Volgende om naar de tweede pagina te gaan. Op deze pagina zijn de volgende besturingselementen beschikbaar: • Backup bestandsnaam: voer een bestandsnaam in voor het backup bestand dat InstantBackup op uw doelschijf zal maken. • Commentaar: Indien gewenst kunt u de omschrijving van de backup bewerken als het in deze ruimte verschijnt.
Als we verdergaan naar de derde pagina van de InstantBackup Wizard, selecteert u nu de map of het apparaat waar het (de) backup uitvoerbestand(en) moeten worden opgeslagen. Klik op de bestemming in het venster van de mapbrowser.De locatie wordt in het bewerkingsvenster Doelpad voor u ingevuld. Klik op de knop Afsluiten op de laatste pagina van de Wizard om het backup proces te starten. Er wordt een backup gemaakt van uw volledige system. Hierna keert u terug naar het hoofdvenster van InstantBackup.
typische keuze voor een backup doelbestemming, maar andere locaties, zoals een bestand op de harde schijf of een Zip-schijf, zijn ook geldig. Gebruik de knop Bladeren om u te helpen de locatie van het bestand te vinden. Klik indien nodig op de knop Opties rechtsonder in het venster. Dit opent het dialoogvenster Backup opties, dat extra configuratie-opties voor het backupproces biedt.
DATA HERSTELLEN Om data terug te zetten van een backup, selecteert u de knop Herstellen in het venster Welkom van InstantBackup. In het hoofdmenu kunt u de knop Herstellen of de menu-opdracht Beeld ¾ Herstellen gebruiken. Een backup bestand bevat niet alleen de bestanden zelf maar ook de volledige mapinformatie die nodig is om die bestanden naar hun oorspronkelijke locaties op uw harde schijf terug te zetten.
herstellen als u de optie Herstel naar originele lokatie gebruikt). U hoeft echter niet alle bestanden waarvan een backup is gemaakt te herstellen. Selecteer de mappen en bestanden die u wel wilt herstellen, optioneel met de hulp van de selectie-opdrachten in het menu Bewerken. Klik indien nodig op de knop Opties rechtsonder in het scherm. Dit opent het dialoogvenster Herstel opties. Hier vindt u extra configuratie-opties voor het herstelproces.
DATA VERFIËREN Om er zeker van te zijn dat de data in de backup identiek zijn aan het origineel, selecteert u de knop Verifiëren in het venster Welkom. In het hoofdvenster kunt u de knop Verifiëren op de menu-opdracht Beeld ¾ Verifiëren gebruiken. Selecteer in het hoofdvenster het backup bestand, voer indien nodig een wachtwoord in en klik daarna op de knop Start. U kunt InstantBackup ook opdragen de verificatiestap automatisch van het voltooien van de backup-handeling uit te voeren.
BACKUP LOG Het backup log-bestand bevat alle gegevens over de laatst uitgevoerde procedure. Pinnacle raadt u aan het logbestand na elke handeling te controleren met de menu-opdracht Beeld ¾ Backup log of met de knop Backup log in het hoofdvenster van InstantBackup. Daarnaast kunt u het gehele log als tekstbestand in de directory InstantBackup terugvinden.
Hoofdstuk 27: InstantDrive InstantDrive gebruikt ruimte op uw harde schijf om een virtueel optisch schijfstation in uw systeem te maken. Het virtueel station wordt automatisch gemaakt wanneer u InstantCD/DVD op uw systeem installeert. Vanuit het gezichtspunt van Windows en andere software is het InstantDrive apparaat niet anders dan een andere CD of DVD speler. Het verschijnt in Windows Verkenner, Apparaatbeheer, bestandsdialoogvensters en dergelijke als een afzonderlijk station.
Hebt u nog geen image gemaakt met InstantCopy, selecteer dan Sluit deze wizard en start InstantCopy om een image te maken. Start daarna InstantCopy en maak een image. Open InstantDrive opnieuw en kies in de wizard de optie Voeg een bestaand image bestand toe aan de virtuele schijf. Ga naar de folder waar de image zich bevindt en selecteer het. Klik op de knop Volgende en daarna op de knop Voltooien. U kunt dit station nu net als ieder ander “normaal” station bereiken.
Hoofdstuk 28: InstantCinema Met InstantCinema kunt u een grote verscheidenheid aan audio- en video-inhoud op uw systeem bekijken. Welke mediatypen dat precies zijn – bijvoorbeeld digitale audiobestanden, VideoCD en DVD – hangt af van de specifieke versie van InstantCinema die u gebruikt.
Gebruik de pijltoetsen voor omhoog en omlaag om door de lijst apparaten heen te lopen. Vindt u het gewenste apparaat, klik dan op de knop OK om de inhoud van dat apparaat voor het bekijken ervan te openen. Het centrale cluster in de volgende groep besturingselementen biedt standaardnavigatieknoppen die u op een DVD speler vindt. U kunt ze gebruiken in versies van InstantCinema waarin het mogelijk is om DVD af te spelen.
Overschakelen naar volledig scherm (F9/Dubblelklik): Wanneer u video-inhoud met InstantCinema bekijkt, schakelt deze knop (of de functieknop F9, of het dubbelklikken op het venster met de linkermuisknop) van normaal beeld naar volledig scherm over of omgekeerd. Hoofdmenu tonen / verfolg van menu: Deze knop gaat terug naar het eerste menu op een schijf of start het afspelen opnieuw.
Het volgende gedeelte van het besturingspaneel geeft informatie over het bestand dat op dit moment wordt afgespeeld. Aan de rechterkant van dit gedeelte bevindt zich een volumeschuifregelaar. Klik in de schuifregelaar en sleep deze naar boven (naar het plusteken) om het volume te verhogen, of naar beneden (naar het minteken) om het te verlagen. Als we verder naar rechts gaan, komen we bij een andere rondlopende groep besturingselementen. Dit zijn standaardtransportknoppen, behalve de knop rechtsonder.
Hoofdstuk 29: InstantTray Is InstantTray geactiveerd, dan zijn alle toepassingen in het programmapakket InstantCD/DVD beschikbaar vanuit het Systeem aan het einde van de Taakbalk van Windows.
Het hoofdpaneel van het dialoogvenster Instellingen is een lijst programma’s, die allemaal een bijbehorend selectievakje hebben. Deze programma’s zijn de programma’s die u in de lijst in het menu van InstantTray kunt laten opnemen. Maakt u het selectievakje voor een programma leeg, dan verschijnt het niet meer op het menu, maar het kan later weer worden geactiveerd door het selectievakje weer aan te vinken.
rechterkant van het dialoogvenster kan worden aangepast. Copy Disc is gemarkeerd in de programmalijst Omhoog, Omlaag: Deze knoppen bewegen het geselecteerde programma naar boven en naar beneden in de programmalijst. Toevoegen: Deze knop opent een bestandsbrowser waarmee u programma’s of documenten aan het menu van InstantTray. Selecteert u de menuoptie dan zal het programma of document precies worden gestart alsof u het vanuit het menu Start, vanaf uw bureaublad, of vanuit Windows Verkenner had gestart.
beschrijfbare CD of DVD kopieert, wordt automatisch gestart elke keer wanneer u Windows opnieuw start nadat u InstantCD/DVD hebt geïnstalleerd. Haal het vinkje uit het selectievakje als u niet wilt dat het opdrachtencentrum draait totdat u het uitdrukkelijk vanuit InstantTray of het startscherm van InstantCD/DVD opent. InstantTray tonen na opstarten van systeem: InstantTray wordt automatisch gestart elke keer wanneer u Windows opnieuw start nadat u InstantCD/DVD hebt geïnstalleerd.
Hoofdstuk 30: InstantInfo InstantCD/DVD is ontworpen om intuitieve en betrouwbare tools te maken zodat u het onderste uit de kan kunt halen met uw optische apparaten en media. Mocht u enigerlei problemen krijgen terwijl u de software gebruikt, dan zullen wij ons uiterste best doen u te helpen. Gebruikersondersteuning voor InstantCD/DVD begint direct vanaf uw bureaublad met de InstantInfo Wizard. Deze kunt u vanuit het startscherm starten door te klikken op de knop Support op het tabblad Help.
De InstantInfo Wizard helpt u alle problemen op te lossen die zich voordoen terwijl u InstantCD/DVD gebruikt Om de InstantInfo Wizard te gebruiken, volgt u de eenvoudige instructies op elke pagina en gebruikt u daarna de knop Volgende om indien nodig naar de volgende stap te gaan.
A: Mediatypen B: Licentieovereenkomst 291
Appendix A: Mediatypen Deze tabel vat de belangrijke feiten over de verschillende types optische media die u met InstantWrite en andere toepassingen van InstantCD/DVD samen.
Appendix B: Licentieovereenkomst Licentieovereenkomst tussen Pinnacle en de eindgebruiker Deze Licentieovereenkomst voor de eindgebruiker (“Licentieovereenkomst”) is een wettelijke overeenkomst tussen u en Pinnacle Systems (“Pinnacle”) aangaande de software en het bijbehorende documentatiemateriaal van de software van Pinnacle (gezamenlijk “Software” genoemd”). LEES DE ONDERSTAANDE LICENTIEOVEREENKOMST AANDACHTIG DOOR. DOOR DEZE SOFTWARE TE GEBRUIKEN, VERKLAART U ZICH AKKOORD MET DEZE LICENTIEOVEREENKOMST.
vernietigen van vermeldingen aangaande copyright of andere vormen van eigendom op de Software of software van derden; (e) modificeren of aanpassen van de Software, inpassen van de Software in een ander programma of creëren van van deze Software afgeleide producten; (f) maken van kopieën van de Software of distribueren van de Software voor winstoogmerken of anderszins, tenzij zoals uitdrukkelijk hierboven vermeld; (g) aanbrengen van wijzigingen, modificaties, verbindingen, ontkoppelingen, verbeteringen of aa
Software die automatisch naar uw computer gedownload en daarop geïnstalleerd worden. Deze updates voor beveiliging kunnen de Software (en eventuele andere software op uw computer die specifiek afhankelijk is van de Software) beïnvloeden en onder andere de mogelijkheid tot het kopiëren en/of afspelen van “veilige” content (m.a.w. content die onder beheer van digitale rechten valt) ongedaan maken.
IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID, HET NIET MAKEN VAN INBREUK OP RECHTEN, EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. DE LICENTIEVERLENER GARANDEERT NIET DAT DE FUNCTIES IN DE SOFTWARE VOLDOEN AAN UW VEREISTEN, ONONDERBROKEN BESCHIKBAAR ZIJN OF VRIJ ZIJN VAN FOUTEN. 10. AANSPRAKELIJKHEIDSBEPERKING.
Index 1 1394. See Zie IEEE-1394 8 8mm Videoapparatuur, 190 A Achtergrond (menupagina-element), 215 Achtergrond (van label of insert), 247 Achtergronden\\.
Audio effecten, 179 Audio eigenschappen, 177 Audio leessnelheid, 77, 83 Audio opname, 172 Audio player Beschrijving, 161 Audio Sporen (DVD Kopie Instellingen), 68 Audiobestandsformaten, 216 Audio-CD’s Afspelen, 100 Audioschijven Maken, 25 Automatic Changeover Detection (ASPI), 64 Automatisch aanpassen, 59 Automatisch aanpassen (Kopieer methode), 65 AVI-bestanden, 242 B Backup bestanden, 4 Backup log, 277 Backup maken van data, 270 gedeeltelijke, 272 Met InstantBackup Wizard, 270 zonder InstantBackup Wizard
Verwijderen, 198 Blokkeringen (DVD Kopie Instellingen), 69 Brand methode, 64, 87 Brand methode (Instellingen bij het branden), 72 Brand snelheid (Instellingen bij het branden), 74 Branden - Instellingen, 72 Breedbeeld TV, 67 Bron, 53 Bronmateriaalopties, 194 Burnproof, 85 C Camcorder Aansluiten, 188 Huidige modus, 194 Opnemen van, 195 Camcorders DV, 189 Camera.
Dialoogvenster Info & Tag, 126 Dialoogvenster Opnamevoortgang, 196 Dialoogvenster Opnemen, 105 Dialoogvensters. See Zie Vensters CD branden, 123 Info & Tag, 126 Opnemen, 105 Voorkeuren InstantAudio, 140 Diavertoning, maken, 198 Digitaal. See Zie DV Digital Versatile Disc.
F Filmbesturingselementen Op de afstandsbediening, 212 FireWire. See Zie IEEE-1394 Fomaat.
Hoogte/breedteverhouding Voor menupagina-achtergronden, 215 Hulplijnen (Custom Labeler), 250 I ID3 tags, 126 IEEE-1394 DV-kabel, 188 Met DV-opnamebronnen, 195 iLink.
Na simulatie, 63 Opname, 172 Overschrijf rewritable media zonder bevestiging, 74 Programmering interface, 64 Sample eigenschappen, 176 Schakel Screensaver uit tijdens het branden, 64 Schijf sluiten, 73 Schrijf CD Text, 84 Schrijf eerst naar harde schijf, 75 Schrijf ISRC Code, 85 Schrijf UPC Code, 85 Simuleer schrijf voortgang indien mogelijk, 75 Software leespogingen, 77, 83 Subchannel data repareren, 72 Tijdelijke map, 63 Track eigenschappen, 175 Uitvoermedia, 204 Vaste pauze tussen Tracks, 72 Voorkeur Doe
Standaardinstellingen gebruiken, 55 Van harde schijf, 57 Kwaliteit, 76 L Label Editor, 43 Label Editor (InstantDisc), 43 Labels bewerken, 46 Labels en inserts, schijf. See Zie Schijflabels en -inserts Labels maken in InstantBackup, 276 Lade openen (knop) (Stijlkiezer), 217 Laten overvloeien, 170 Laten verschijnen, laten verdwijnen en laten overvloeien, 169 Layout (menupagina-element), 214 Layouts\\.
Menupagina's, 209 Aanpassen, 213, 216, 218 Achtergrond, 215, 219 Audiobestanden importeren, 220 Beelden, 215, 219 Bewerken, 201 Elementen van, 213 Geluid, 216 Hoogte/breedteverhouding van achtergrond, 215 Layout, 214 Layouts, 220 Lijstweergaven, 224 Meerdere, 210 Muziek, 220 Navigeren, 202, 203 Pictogrammen, 210 Scènes hernoemen, 210 Schijven maken zonder, 217 Tekststijl, 215 Tekststijlen, 220 Menupagina's aanpassen, 213, 216, 218 Met de muis klikken, 192 Methodes voor het afsluiten van schijven, 89 Methode
Ondertitels (DVD Kopie Instellingen), 69 Knoppen, 191 Opdracht Nieuw schijfproject (InstantDisc), 22 Opdracht Tracknamen opvragen (InstantDisc), 20 Opdrachtencentrum. See InstantWrite Opgenomen en geïmporteerde bestanden (venster), 194, 197, 240 Opname Audio, 172 Voorkeuren, 143 Opname instellingen, 172 Opnemen, 105 Opslaan als bestand, 181 op CD, 181 Opslaan op CD, 161 Opslagruimte vaststellen, 90 Opslagruimte, vaststellen, 90 Opties.
Registratie En technische ondersteuning, 188 van Expression, 187 Rippen (InstantDisc), 18 S Samengesteld Kabels en stekkers, 190 Sample Geluidsvolumecurve weergeven, 159 Wavevorm weergave, 159 Sample dupliceren (opdracht), 167 Sample editor, 179 Sample explorer, 158 Beschrijving, 160 Sample groeperen, 168 Sample groeperingen opheffen, 169 Sample loopen (opdracht), 167 Sample manager, 165 Sample splitsen (opdracht), 168 Sample toevoegen (opdracht), 166 Samples, 165 Dupliceren, 167 Eigenschappen, 176 Geluids
Schijf aanpassen (dialoogvenster), 58 Schijf maken in drie stappen, 185 Schijf niet afsluiten (Brand methode), 89 Schijf sluiten (Brand methode), 90 Schijf sluiten (Instellingen bij het branden), 73 Schijf stations, visuele. See Visuele Schijf stations Schijf Uitwerpen, 55 Schijf Wissen, 56 Schijflabels en -inserts.
Subchannel data repareren (CD Instellingen), 72 Super-VideoCD.
Opnamevoortgang (dialoogvenster), 196 Opties voor scènedetectie (dialoogvenster), 199 Scèneopties bewerken (dialoogvenster), 231 Teller (op camera besturing), 194 Video opnemen (dialoogvenster), 195, 196 Vereisten, apparatuur, 186 Vertelling.
Weergave bij sample, 159 Website van Pinnacle, 8 Weergave Voorkeuren, 141 Weergave van binnenkomende video, 196 Welkom, 1 Werken met InstantDisc, 13 Windows Index Bewerken (Custom Labeler), 249 Eigen labels afdrukken, 255 Eigen labels maken (dialoogvenster), 245 Windows (besturingssysteem) Ondersteunde versies, 186 Windows Explorer, 198 Windows Explorer, 240 Wizard Formatteren, 266 313
MANUAL INSTANT CD & DVD 8 NL 0603 41002963 314 InstantCD/DVD