Operation Manual

24 Pinnacle Studio
audio-effecten om het geluid te optimaliseren. Met deze effecten kunt u
afzonderlijke clips aanpassen in plaats van globale instellingen te moeten
doen die alle video in een opnamebestand beïnvloeden.
Lees voor meer informatie “Analoog opnemen” (hieronder), “Video-
effecten gebruiken”, en “Audio-effecten” (pagina 215).
ANALOOG OPNEMEN
De onderwerpen in dit gedeelte hebben betrekking op het opnemen met
analoge apparatuur, zoals:
Een camcorder of videorecorder met analoge uitgangen aangesloten op
een DirectShow-compatibele opnamekaart of extern apparaat.
Een USB-videocamera of webcam.
Als u gebruikmaakt van een digitale camcorder die via een 1394-poort op
uw computer is aangesloten, raadpleeg dan “DV-opname” op pagina 22.
Opties opnamekwaliteit
Bij de meeste anloge opnamehardware biedt Studio drie
standaardkwaliteitskeuzes – Goed, Beter en Best – en een optie Aangepast.
De nogelijkheden van uw hardware bepalen de werking van de instellingen
met betrekking tot afbeeldingsgrootte, herhalingsfrequentie,
compressiekenmerken en kwaliteit. Onthoud dat hoe hoger de kwaliteit, des
te meer ruimte op de harde schijf u nodig hebt. Kies de voorkeuze
Aangepast om uw eigen opname-instellingen voor video vast te leggen.
Voor meer informatie over opname-instellingen voor video verwijzen we u
naar Bijlage A: Setup- opties (pagina 242).