Operation Manual

Bijlage C: Woordenlijst 471
Bestandsformaat: De organisatie van informatie binnen een
computerbestand zoals van een beeldbewerkingsprogramma of een
tekstverwerker. Het formaat van een bestand wordt gewoonlijk
aangeduid door de extensie, zoals doc, avi of wmf.
Bijsnijden: Hierbij wordt bepaald welk deel van een beeld wordt
weergegeven.
BIOS: Acroniem for Basic Input Output System, hetgeen verwijst naar
basisinvoer- en uitvoeropdrachten die worden opgeslagen in een
ROM,
PROM of EPROM. De belangrijkste taak van de BIOS is om de in- en
uitvoer aan te sturen. Na de systeemstart voert de ROM-BIOS enkele
tests uit. Zie
Parallelle interface, IRQ, I/O.
Bit: Afkorting van ‘BInary DigiT’, de kleinste informatie-eenheid op een
computer. Bits worden o.a. gebruikt voor het opslaan van
kleurwaarden en pixels in een afbeelding. Hoe meer bits voor elke Pixel
worden gebruikt, hoe groter het aantal beschikbare kleuren.
Bijvoorbeeld:
1-bit: elke pixel is of zwart of wit.
4-bit: 16 kleuren of grijstinten mogelijk.
8-bit: 256 kleuren of grijstinten mogelijk.
16-bit: 65.536 kleuren mogelijk.
24-bit: ongeveer 16,7 miljoen kleuren mogelijk.
Bitmap: Een beeld bestaat uit een verzameling beeldpunten of pixels
die in regels worden geordend. Zie
Pixel.
Byte: Een byte is acht bits. Met een enkele byte kan precies een teken
(letter, cijfer, enzovoort) worden weergegeven (zoals een letter of
getal).