Operation Manual

Hoofdstuk 13: De Editor voor bewegende titels (Motion Titler) 253
Een tekstlaag waarbij alle tekst is geselecteerd. Van links naar rechts
bepaalt u met tekstbewerkingsknoppen in de werkbalk de letteropmaak
(vet, cursief, onderstrepen); tekstuitlijning en -stroming; en lettertype en
-grootte. In de tekstbewerkingsmodus heeft de muisaanwijzer op de laag
de vorm van een ā€˜Iā€™ zoals hierboven afgebeeld.
Als u de tekst wilt aanpassen, begint u gewoon te typen. De gemarkeerde
tekst verdwijnt en de tekst die u typt komt ervoor in de plaats. Terwijl u
typt wordt het huidige invoegpunt (de plaats in de tekst waar de nieuwe
letters worden ingevoegd) aangegeven door een verticale lijn.
Als u nieuwe tekst wilt toevoegen zonder de bestaande tekst te verwijderen,
klik dan op het gewenste invoegpunt nadat u de laag in de
tekstbewerkingsmodus hebt geschakeld of gebruik de pijltoetsen om het
invoegpunt te verplaatsen.
U kunt tevens een gedeelte van de tekst markeren
(en dus vervangen) voordat u gaat typen: sleep met
de muis over de letters of houd Shift
ingedrukt en
gebruik de pijltoetsen. Als u alle tekst in de laag
opnieuw wilt selecteren, gebruik dan de muis of
pijltoetsen op de zojuist beschreven manier of
gebruik de standaard toetsencombinatie Ctrl+A
.
Gemarkeerde tekst opmaken
Zoals gezien, biedt de Editor voor bewegende titels diverse tekstfuncties.
De meeste van deze functies kent u waarschijnlijk van andere programma's.
Deze functies zijn alleen van toepassing op gemarkeerde tekst:
ā€¢ Lettertypeopmaak: Voor het vet of cursief maken of
onderstrepen van de geselecteerde tekst, gebruikt u de
knoppen op de werkbalk of de standaard toetsencombinaties
Ctrl+B
, Ctrl+I en Ctrl+U. De knoppen worden verlicht wanneer de
opmaakopties actief zijn.