Pinnacle Studio GEBRUIKERSHANDBOEK
Pinnacle Studio Gebruikershandboek NL 07/01 41001038 © Pinnacle Systems Inc. 2001 Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit Handboek mag zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Pinnacle Systems Inc., Braunschweig, worden gereproduceerd of op een andere manier worden overgedragen. Alle merk- en produktnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de desbetreffende producent. Dit Handboek werd op chloorvrij gebleekt papier met een oplosmiddelvrije verf gedrukt.
Inhoud HOOFDSTUK 1: OVERZICHT 1 2 4 WAT ER VERDER NOG NODIG IS AFKORTINGEN EN CONVENTIES HOOFDSTUK 2: DE STUDIO-INTERFACE 6 OPNAME (CAPTURE) BEWERKEN HET GEBRUIK VAN DE PLAYER HET FILMVENSTER DE GEREEDSCHAPSKISTEN EEN FILM MAKEN 6 9 10 12 16 21 HOOFDSTUK 3: DE EERSTE FILMPRODUCTIE MET STUDIO 23 HET TOEVOEGEN VAN VIDEOSCÈNES, TITELS EN OVERGANGSEFFECTEN DE INTEGRATIE VAN AUDIOBESTANDEN HET UITVOEREN VAN DE FILM HOOFDSTUK 4: HET OPNEMEN VAN VIDEOMATERIAAL OPNEMEN MET DV-CAMCORDERS - OPTIES HET OPNAME
HOOFDSTUK 7: HET MAKEN EN GEBRUIKEN VAN STILSTAANDE BEELDEN DE FRAMEGRABBER VOOR HET OPNEMEN VAN STILSTAANDE VIDEOBEELDEN HET TRIMMEN VAN STILSTAANDE BEELDEN 75 78 HOOFDSTUK 8: DE INTEGRATIE EN HET GEBRUIK VAN OVERGANGSEFFECTEN 80 HET STUDIO-ALBUM MET OVERGANGSEFFECTEN DE INTEGRATIE VAN OVERGANGSEFFECTEN IN EEN STUDIO-PROJECT HET TRIMMEN VAN OVERGANGEN AUDIO OVERGANGSEFFECTEN HOOFDSTUK 9: HET MAKEN VAN TITELS EN AFBEELDINGEN DE BEDIENINGSINTERFACE VAN TITLEDEKO DE EERSTE VIDEOTITEL MET TITLEDEKO HET SE
BIJLAGE A: HET WIJZIGEN VAN DE VOORINSTELLINGEN DE OPTIES VAN DE TABBLADEN VIDEOBRON EN VIDEOFORMAAT DE OPTIES VAN HET TABLAD BEWERKEN DE OPTIES VAN HET TABBLAD CD EN STEMOPNAME DE OPTIES VAN HET TABBLAD BAND MAKEN DE OPTIES VAN HET TABBLAD AVI-BESTAND MAKEN DE OPTIES VAN HET TABBLAD MAAK MPEG-BESTAND DE OPTIES VAN HET TABBLAD REALVIDEO® DE OPTIES VAN HET TABBLAD WINDOWS MEDIA® MAKEN BIJLAGE B: TIPS EN TRUCS INSTALLATIE GEBRUIK BIJLAGE D: NUTTIGE AANWIJZINGEN VIDEOMONTAGE EN VIDEO-OPNAME BIJLAGE E: GLOS
Over dit handboek Dit handboek geeft uitleg over het gebruik van Pinnacle Studio Software. Oriëntatie In de kantlijn zijn, voor een snellere oriëntatie, tussenkopjes te vinden. Bijzonder belangrijke passages zijn voorzien van een “notitieblok“ en van deze opmaak. Handelingen die stap voor stap moeten worden uitgevoerd, zijn herkenbaar aan de nummering: 1. Start Windows.
Hoofdstuk 1: Overzicht Met behulp van de Studio-toepassing van Pinnacle kan de pc als volwaardig systeem voor video-opname en videobewerking worden gebruikt. Bovendien kunnen met Studio uitstekende en zeer professionele resultaten worden behaald zonder dat er een dure en alleen voor speciale doelen geschikte video-uitrusting nodig is. Het maken van video’s met Studio gaat in drie eenvoudige stappen: zet eerst het videomateriaal op de harde schijf van de pc.
Bij de scèneovergangen die in Studio beschikbaar zijn, (fades, dissolves en wipes) gaat het om de al vaker bekroonde innovatieve technologieën zoals die ook zijn terug te vinden in videobewerkingssystemen voor professionele filmstudio’s. Met behulp van de zeer krachtige titelgenerator TitleDeko, die ook in Studio is geïntegreerd, kunnen de meest excentrieke titels worden gemaakt of stilstaande beelden in de videofilm worden opgenomen.
• Voor de installatie van de software is 200 MB nodig aan vrije ruimte op de harde schijf. Deze moet een constante lees- en schrijfsnelheid garanderen van 4 MB per seconde en een data transferrate die door alle SCSI- en door de meeste UDMA-stations kan worden gehaald. Wanneer het videomateriaal voor het eerst in de best mogelijke kwaliteit op de harde schijf wordt gedigitaliseerd, zullen de betreffende stations door de Studio-applicatie aan een passende performance-test worden onderworpen.
De video-uitvoer in Studio kan plaatsvinden via de volgende apparaten: • Iedere willekeurige op DV- of Digital8 gebaseerde camcorder resp. videorecorder - Pinnacle Studio DV of andere OHCI-compatible IEEE/1394-interface vereist. De betreffende camcorder moet in staat zijn vanuit een DV-ingang te kunnen opnemen. • Iedere willekeurige (8 mm, Hi8, VHS, SVHS, VHS-C resp. SVHS-C) camcorder of videorecorder. Vereist Pinnacle Studio DC10plus of Studio AV.
Toetsaanduidingen De verschillende toetsaanduidingen worden met korte aanduidingen weergegeven, waarbij een plus-teken staat voor een toetscombinatie. Voorbeeld: druk voor het kiezen van alle in het albumvenster staande videoscènes op de toetsen Ctrl + A. Die benamingen van toetsen zonder opdruk wordt tussen vierkante haken aangegeven. Voorbeeld: druk voor het weergeven van het betreffende gereedschap op de [Spatiebalk].
Hoofdstuk 2: De Studio-interface In dit hoofdstuk worden voor een eerste snelle oriëntatie en overzicht de belangrijkste werkgebieden en bedieningselementen van Studio beschreven zoals deze doorgaans het meest worden gebruikt. Gedetailleerde beschrijvingen volgen in de latere hoofdstukken.
In het geval van een opname vanaf een DV-camcorder of videorecorder via een 1394-interface ziet de werkomgeving er als volgt uit: Tussen de twee opnamemodi bestaan er twee belangrijke verschillen: 1. Bij gebruik van een DV-camcorder of videorecorder kan met behulp van de transportstuurknop die in Studio is geïntegreerd, de bewegingen van de videoband worden gecontroleerd. 2. Bij een analoge opname kan steeds het gewenste audio- en videoniveau worden ingesteld.
Album Previewvenster Teller Discometer Camcorder De camcorderbediening Aanwijzing: Een camcorderbediening is alleen mogelijk met behulp van op DV gebaseerde apparatuur, die via een 1394-interface is aangesloten. De knoppen transportbediening (navigatieknoppen) kunnen worden gebruikt om de videoband te bekijken of een positie van de camcorderband aan te sturen vanwaar uit de opname moet beginnen.
BEWERKEN Hoofdmenubalk Ongedaan maken Herstellen Help Wanneer de Studio-toepassing voor het eerst wordt gestart, wordt deze met de interface voor de bewerkingsmodus geopend, omdat deze modus het meest wordt gebruikt. Wanneer van de modus Opnemen of Maak film wordt overgegaan naar de modus Bewerken, klik dan eenvoudig op de betreffende knop Bewerken onder in de hoofmenubalk in het bovenste deel van de programmainterface.
De player In de player wordt een filmpreview of een uit het album gekozen scène afgespeeld, waarbij steeds een filmpreview van de lopende beeldpositie wordt getoond. In het onderste deel van de player bevinden zich bedieningsknoppen (navigatieknoppen) waarmee tijdens de videobewerking doelgericht naar iedere filmpositie kan worden genavigeerd. HET GEBRUIK VAN DE PLAYER De player bestaat uit het eigenlijke previewvenster alsmede uit de eronder liggende Navigatieknoppen.
Het previewvenster Het Previewvenster is een essentieel bestanddeel van Studio, waarop tijdens het werk steeds weer wordt teruggegrepen. Hier kan tijdens het weergeven van de film heen en weer worden bewogen en kunnen stilstaande beelden en titels op de actuele positie worden getoond. Hetzelfde geldt voor de in het album uitgekozen scènes of videoclips die zich in het filmvenster bevinden of wanneer beeld voor beeld in de videofilm naar voren wordt bewogen.
Door met de muisaanwijzer op de regelaar te gaan staan en naar links of rechts te bewegen, wordt in het previewvenster steeds de actuele filmpositie getoond. Daarbij is de continue, schokvrije weergave van videoframes afhankelijk van de prestaties van de computer. Dit betekent dat de weergave in het preview-venster afhangt van de snelheid waarmee de schuifregelaar naar links of rechts kan worden bewogen.
In de weergavebalk, meteen rechts naast de gereedschapsknoppen worden de projectnaam weergegeven alsmede de informatie die samenhangt met de actuele bedieningshandelingen en acties van de gebruiker. Rechts naast deze informatietegel bevindt zich de knop Geselecteerde clips in tweeën splitsen en De geselecteerde clip(s) wissen alsmede helemaal rechts de drie knoppen waarmee de aanzichten of overzichten van het filmvenster kunnen worden weergegegven.
Tijdschaal Hoofdvideo Hoofdgeluid Titels Geluidseffect/Voice-over Achtergrondmuziek In het tijdlijnoverzicht heeft het eigenlijke videospoor bij het trimmen en wissen van clips altijd voorrang op de andere sporen.
Actuele positie, opmaaklijn en schuifregelaar voor snel zoeken De actuele positie is te herkennen aan het videobeeld (frame) dat in het Previewvenster van de Player wordt getoond, maar dat ook door de Opmaaklijn in het filmvenster als zodanig is aangegeven. De actuele positie kan worden veranderd door de Timeline-schuifregelaar te bewegen.
Plaatsingstekens In Studio worden combinaties van projectmaterialen die problemen zouden kunnen veroorzaken, bij voorbaat uitgesloten. Daarbij geven zowel de symbolen van de muisaanwijzer alsmede de diverse kleuren van de verticale plaatsingslijnen de gebruiker een teken welk onderdeel al dan niet op welk spoor kan worden geplaatst.
• Verticale knoppenbalk links, voor het kiezen van een bepaald gereedschap. Door op één van de knoppen te klikken wordt het betreffende gereedschap opgeroepen. • Het gekozen gereedschap in het rechter gedeelte van de gereedschapskist.Het betreffende gereedschap kan ook worden opgeroepen door op een één van de clips in het filmvenster te klikken.
Titels en afbeeldingen Ook titels en afbeeldingen kunnen met deze programmafunctie worden getrimd, en dus ingekort. Afzonderlijk beeld opnemen Met dit gereedschap is het mogelijk afzonderlijke videobeelden uit een film te isoleren en deze voor gebruik in filmprojecten of andere toepassingen op de harde schijf op te slaan. Kleurafstelling en visuele effecten toevoegen Met dit gereedschap kunnen de waarden voor kleurtint, kleurverzadiging, helderheid en contrast van geselecteerde clips worden ingesteld.
Weergavesnelheid variëren Met de in dit gereedschapsvenster geïntegreerde schuifregelaar kan de gebruker de afspeelsnelheid van clips instellen, waarbij de snelheid afgesteld kan worden tussen eentiende en de tienvoudige snelheid. Met de rechter schuifregelaar kunnen de in een clip aanwezige frames van nul (geen stroboscopisch effect) tot vijftig maal worden herhaald, waarbij de eigenlijke lengte van de clip niet veranderd, maar de aanwezige frames door de te herhalen frames worden vervangen.
Volume van de drie audiosporen wijzigen Dit gereedschap biedt de gebruiker maximale controle over de drie audiosporen (originele audio/audio-opname in combinatie met videoclip alsmede audio-effecten en achtergrondmuziek). Hier bestaat ook de mogelijkheid, van ieder afzonderlijk spoor of van alle sporen het geluid uit te schakelen en om in ieder van deze sporen op realtime gebaseerde Volume Fades (opkomend en wegstervend geluid) op te nemen.
Automatisch achtergrondmuziek maken Met behulp van dit krachtige gereedschap voor het automatisch maken van achtergrondmuziek met geïntegreerde muziekgenerator, kunnen videoprojecten ook van professionele achtergrondmuziek worden voorzien en kunnen de betreffende muziekstukken zelfs worden ingekort. Kies eenvoudig de gewenste muziekstijl, de titel en de versie – en er wordt een soundtracl gemaakt die wat betreft de lengte automatisch aan de acturele videofilm wordt aangepast.
Het maken van digitalefilms Met Studio bestaat ook de mogelijkheid digitale filmproducties te maken in de vorm van MPEG1-, MPEG2- of AVI-bestanden. Bovendien kunnen streaming videoclips in de formaten RealVideo of Windows Media worden gemaakt, die ook zeer geschikt zijn als e-mail-bijlage of voor de website. Maak een keuze door de gewenste knop te activeren van de verticale knoppenbalk links naast het statusvenster.
Hoofdstuk 3: De eerste filmproductie met Studio In het vorige hoofdstuk gaven we een overzicht over de programmainterface van Studio. In het kader van dit hoofdstuk willen we de eerste videoproductie doorlopen. Aangezien alle benodigde bestanden, inclusief een kleine videoproductie zich op de installatie-cd bevinden, is het niet raadzaam in het kader van deze oefening andere hardwarecomponenten op het systeem aan te sluiten.
Na het laden van het projectbestand wordt het volgende beeldscherm getoond. 4. Klik in de navigatiebalk van de player eventueel eerste op de knop Ga naar het begin en vervolgens op de knop Afspelen. Bekijk de videofilm die in het previewvenster wordt afgespeeld. Het gebruik van het album met videoscènes Het herkennen van videoscènes Nadat een videofilm op de harde schijf is gezet, wordt de film door Studio in kleine eenheden verdeeld, die met “scènes”worden aangeduid.
4. Markeer de in de afbeelding aangegeven scène. Kies deze videoscène 5. Houd de geselecteerde scène vast met ingedrukte muisknop en sleep deze vanuit het album naar het storyboard beneden. Dit beeld moet nu het resultaat zijn: 6. Sleep nu, zoals getoond in de afbeelding , de andere scènes naar de storyboard. Let er daarbij op dat de laatste drie scènes als een bij elkaar horende groep naar het storyboard-venster worden gesleept.
Er bestaat ook de mogelijkheid een groep scènes met een selectiekader te bepalen door op een vrij gedeelte buiten de scènes te klikken (niet rechts ernaast), de muisaanwijzer ingedrukt te houden en deze vervolgens diagonaal over de gewenste scènes te slepen. Klik op een gebied buiten de scèneminiaturen... ...en sleep de muisaanwijzer diagonaal over de gewenste scènes.
5. Sleep na elkaar de effecten Schuif omlaag links en Dissolve vóór de tweede en derde scène. Het storyboard-aanzicht moet nu het volgende beeld geven. 6. Bekijk het werk en klik achtereenvolgens op de player-knoppen Ga naar het begin en Afspelen. Door het activeren van de knop Afspelen is het mogelijk een rechtstreekse preview van de videofilm te bekijken. Het gebruik van het tijdlijn-aanzicht Het storyboard-aanzicht is het meest geschikt voor het snel en in grote trekken opbouwen van een film.
Klik nu op de tijdschaal en sleep deze - zoals getoond in de afbeelding – naar rechts om hem uit te breiden. Oefen wat in het omgaan met deze wat “elastische” manier van werken, door de tijdschaal langzaam naar links en naar rechts te verschuiven.
Integratie van een videoscène in het tijdlijn-aanzicht 1. Klik in de verticale knoppenbalk van het album op de knop voor video’s om de daarin aanwezige scènes te tonen. 2. Sleep vanaf de rechter albumpagina de eerste scène naar beneden, naar het eind van de tijdlijn. Wanneer per ongeluk wordt geprobeerd een videoscène of een ander onderdeel op het verkeerde spoor te plaatsen, dan verandert de muisaanwijzer in een verbodsteken , waarna het betreffende element wordt geweigerd.
De integratie van overlay-titels Wanneer het de bedoeling is titels of stilstaande beelden in het videoproject op te nemen, stelt Studio de geïntegreerde titelgenerator TitleDeko ter beschikking. Vergeet tijdens de volgende stappen niet dat op basis van de onbeperkte functie Ongedaan maken in Studio alle stappen weer ongedaan gemaakt kunnen worden wanneer er bij het oefenen sprake is van een ongewenst resultaat. Het maken van een titel 1. Dubbelklik op het Titelspoor onder de eerste videoscène.
6. De gekozen eigenschappen worden meteen op de ingevoerde tekst van toepassing. . Plaats nu, voor het 7. Klik nu op de knop Schakel verplaatsen in wijzigen van de tekstgrootte de muiswijzer boven het sleeppunt rechtsonder terwijl de Ctrl-toets ingedrukt wordt om proportioneel te kunnen schalen. We gaan nu centreren in het onderste 1/3 gedeelte van het TitleDekovenster. 8. Schakel de knop Uitlijnen in. . 9. Klik in het pijltjesoverzicht op de knop Midden onder .
Het trimmen van titels Zowel videotitels als alle soorten stilstaande beelden kunnen op dezelfde manier worden ingekort als videoscènes. De enige uitzondering is dat daarbij een links-rechtspijl wordt getoond, aangezien de weergaveduur van een stilstaand beeld ook kan worden verlengd, terwijl een videoscène een beperkt aantal videoframes telt. Laat de interface onveranderd. Bij de volgende stap zullen geschikte overgangseffecten aan de titel-overlay worden toegevoegd.
4. Markeer nu met ingedrukte muisknop het WAV-bestand met de aanduiding “DogCrowl” en sleep deze naar beneden naar het spoor voor audio-effecten. Na het loslaten van de muisknop wordt het WAV-bestand op het audiospoor getoond. Aanwijzing: wanneer de muisaanwijzer bij deze actie veranderd in een verbodsteken veranderd, dan bevindt deze zich niet op het juiste spoor en moet de aanwijzer een beetje naar beneden worden verschoven.
2. Klik op de knop Open audio gereedschapskist in de linker bovenhoek van het filmvenster. De audio gereedschapskist wordt geopend. 3. Activeer nu de knop Maak automatisch achtergrondmuziek aan . Wanneer de betreffende optie tijdens de programma-installatie van Studio niet werd geselecteerd, dan verzoekt het programma nu, de installatie-cd in het cd-romstation van de pc te plaatsen teneinde de daar aanwezige audiobestanden te kunnen gebruiken.
HET UITVOEREN VAN DE FILM Nadat de eerste videoproductie met Studio succesvol is afgerond, kan nu worden gekozen uit één van de vele mogelijkheden die de filmuitvoer biedt. • • Uitvoer naar videoband (Deze vorm van uitvoer is afhankelijk van de gebruikte hardware. Gedetailleerde informatie over dit onderwerp is te vinden in hoofdstuk 11, Het maken van films. Uitvoeren, d.w.z. opslaan als digitale film.
In het onderste gedeelte van het statusvenster is nu een groene knop zichtbaar met het opschrift Maak MPEG bestand…. 2. Klik op deze knop. 3. Nu wordt het dialoogvenster op het beeldscherm getoond waarin de bestandsnaam voor het videobestand kan worden ingevoerd en opgeslagen. Het standaardpad hiervoor is: C:/Mijn documenten/Pinnacle Studio/My Projects. 4. Zodra de knop OK is aangeklikt, begint Studio met het renderen van het betreffende MPEG-bestand.
Hoofdstuk 4: Het opnemen van videomateriaal Opnameapparatuur Afhankelijk van de gebruikte hardwarecomponenten is Studio in staat vanaf de volgende analoge en digitale videobronnen opnamen naar de harde schijf van de pc over te dragen: • DV- resp. Digital8-camcorder met aansluiting op Pinnacle Studio DV resp. op een andere 1394-interface • Camcorder resp. videorecorder met aansluiting op Pinnacle Studio DC10plus of Pinnacle Studio AV • Camcorder resp.
OPNEMEN MET DV-CAMCORDERS - OPTIES Hierna wordt de overdracht van videomateriaal naar de harde schijf besproken, waarbij gebruik wordt gemaakt van een DV-camcorders in combinatie met een 1394-interface. Studio biedt daarbij twee instelmogelijkheden: Previewkwaliteit en Volledige kwaliteit zonder beperkingen.
2. Wanneer er voor deze eerste techniek geen tijd is, dan moet het volledige videomateriaal zonder onderbreking en aan één stuk van het begin tot het eind worden opgenomen. Spoel de band van de camcorder steeds een paar frames terug wanneer gedurende de filmopname de startof stoptoets is gebruikt, zodat er tussen de afzonderlijke opnamen geen lege stukken kunnen ontstaan. SmartCapture kan ook worden gebruikt in combinatie met camcorders die niet in staat zijn een continue timecode achter te laten.
Juist vanwege het daarmee gepaard gaande ontstaan van grote hoeveelheden data, is bij deze instelling ook een grote hoeveelheid geheugenruimte nodig waardoor in de praktijk in plaats van de hele videoband soms alleen bepaalde kleinere videosegmenten in de beste kwaliteit zullen worden gedigitaliseerd. De benodigde ruimte op de vaste schijf kan rekenkundig worden vastgesteld door de lengte van de videofilm in seconden met de waarde 3,6 MB/sec. te vermenigvuldigen.
Audio- en videoniveau In het kader van op DV-gebaseerde opnamen wordt audio- en videomateriaal gebruikt, dat al tijdens de filmopname in de camera naar DVbestandsformaat werd gecomprimeerd. Wanneer deze DV-bestanden via een 1394-interface naar de computer worden overgebracht, kunnen de betreffende audio- of videoniveau’s niet door de gebruiker worden ingesteld.
In de Studio’s Edit modus heeft u de Color Toolbox ter beschikking, die video correctie-tools aanbiedt ((kleur, verzadiging, lichtsterkte, contrast, e.d. ) en die u voor elke afzonderlijke clip kunt gebruiken en niet alleen voor de door u opgenomen video in z’n geheel. Op huidige station aanwezige vrije resp.
3. Stel de voor de opname geschikte instellingen in en bedenk daarbij dat opnamen met onbeperkte kwaliteit duidelijk meer ruimte innemen dan dezelfde opnamen in previewkwaliteit. (Aan het begin van dit hoofdstuk staat uitvoerige informatie over dit onderwerp). 4. Schakel de knop Start opname van de discometer in. in het onderste deel Het dialoogvenster Video opname wordt op het beeldscherm getoond. 5. Geef de bronvideo een passende naam.
OPNEMEN VANAF NIET DV-BANDEN Hieronder staat informatie voor het opnemen vanaf niet op DV-gebaseerde videobronnen.
De voor een opname ingestelde opties hebben in gelijke mate effect op de gedigitaliseerde video- en audiodelen van een videofilm; een kritisch punt bij niet lineaire videobewerking, temeer daar de afzonderlijke waarden voor helderheid, contrast, kleurnuance en kleurverzadiging voor iedere gedigitaliseerde clip als het ware daarmee ingevroren worden. Dit is van belang wanneer verschillende videobronnen in het kader van één enkel project met elkaar worden gemengd.
De afzonderlijke stappen bij het opnemen van een niet op DV gebaseerde videobron: 1. Controleer of de bronvideo ook aan de Composite- resp. S-videouitgang van de hardware is aangesloten. 2. Let erop dat de audio-uitgang van de camcorder resp. videorecorder ook correct verbonden is met de audio-ingang van het opnameapparaat. Mocht de hardware die voor de opname wordt gebruikt geen audioingang hebben, dan dient de audio-uitgang van de camcorder resp.
Hoofdstuk 5: Het gebruik van het videoalbum SELECTEREN EN OPENEN VAN EEN GEDIGITALISEERD VIDEOBESTAND Nadat de videobestanden op de harde schijf van de pc zijn gedigitaliseerd, kunnen deze met de linksboven in het albumvenster geïntegreerde navigatietools voor Windows-bestanden en directory’s worden geselecteerd en geopend. Openen en selecteren van de video-uitvoer 1.
HET WERKEN MET HET VIDEOALBUM De afzonderlijke scènes worden achter alkaar in het album op basis van hun ontstaan getoond. De volgorde kan in het album zelf niet worden veranderd, hetgeen natuurlijk niet geldt voor de filmproductie, die met Studio kan worden gemaakt. In het album zelf zijn een aantal nuttige oriëntatiepunten gerealiseerd. • De videoclips die in previewkwaliteit zijn opgenomen, zijn in het album herkenbaar aan een witte stippelrand.
• De afgespeelde albumscène wordt herkenbaar aan het blauwe kader. • De schuifregelaar die onder het player-venster is geïntegreerd, geeft steeds de positie van dat moment aan ten opzichte van de totale videofilm. • Iedere afzonderlijke scène-icoon heeft een voortgangsbalk in het onderste deel van het venster die de positie van dat moment ten opzichte van de betreffende scène markeert. Met het voortgaan van de videofilm loopt deze voortgangsbalk onder de verschillende scènes door.
• • • • • Kies in de menubalk de opties Bewerken > Alles selecteren of druk op Ctrl + A wanneer alle scènes in een album, inclusief de scènes op de niet zichtbare albumpagina’s, moeten worden geselecteerd. Klik voor het selecteren van een bij elkaar horende groep scènes op de gewenste scènes en houd daarbij de Shift-toets ingedrukt. Klik voor het selecteren van een niet bij elkaar horende groep scènes op de gewenste scènes en houd daarbij de Ctrl-toets ingedrukt.
Het opsplitsen van albumscènes: 1. Kies de scènes uit die opgesplitst moeten worden. 2. Klik met de rechter muisknop op één van de geselecteerde scènes. 3. Kies in het getoonte snelmenu Splits scènes op of activeer in de hoofmenubalk de menuoptie Album > Scènes opsplitsen. Het dialoogvenster voor het opsplitsen van scènes wordt opgeroepen. 4. Definieer de lengte van de op te splitsen scènes door het aantal seconden per scène op te geven. De kleinste tijdseenheid van een opsplitsing is één seconde.
Terugzetten van gesplitste of gecombineerde scènes Wanneer er scènes met elkaar zijn gecombineerd of zijn onderverdeeld en deze op een later tijdstip in de oorspronkelijke toestand moeten worden teruggezet, dan bestaat er de mogelijkheid de betreffende scène resp. selectie weer in de oorspronkelijke toestand terug te plaatsen.
Toevoegen van scènecommentaar Studio biedt de mogelijkheid scènes van een eigen naam of omschrijving te voorzien en deze vervolgens alfabetisch te sorteren en in het album te tonen. De vooringestelde albumweergave is de miniatuurweeergave. Daarnaast beschikt Studio over de mogelijkheid van een detailweergave (Album > Details weergave), waar naast de beeldminiatuur van iedere scène de timecode-starttijd en de duur van de scène worden weergegeven.
Het gericht zoeken van scènes Met zeer plezierige maar ook krachtige zoekfunctie van Studio kunnen zonder problemen en snel de gewenste scènes in het videoproject en in het videoalbum ontdekken. • Klik met de rechter muisknop op een willekeurige scène in het videoproject en kies de menuoptie Scène in album zoeken, waarna de gemarkeerde scène dankzij een blauwe rand ook in het album te herkennen is.
Hoofdstuk 6: Het gebruiken en aanpassen van scènes in een videofilm HET WERKEN MET VIDEOSCÈNES Met Studio zijn er diverse mogelijkheden waarmee doelgericht, gemakkelijk en snel om te gaan met de opgenomen scènes in het album en het filmvenster. • Beeldminiaturen van videoclips, die met hoogste DV-kwaliteit werden opgenomen, hebben een grijze rand. Clips in previewkwaliteit hebben een wit gestreepte rand.
Het werken met meerdere filmopnamen Bij enkele projecten zal zeker de wens bestaan scènes uit meerdere gescheiden videobronnen of apart opgenomen scènes op dezelfde videoband. Ook dit is met Studio zonder meer mogelijk: 1. Sleep de gewenste scènes van het eerste videobestand naar het filmvenster. 2. Open met de linksboven in het album geïntegreerde dropdown-lijst het tweede videobestand.
Het trimmen van een enkele scène op de tijdlijn De volgende kleine trimoefening zal laten zien hoe scènes direct op de tijdlijn kunnen worden ingekort, door het einde van de scène in te korten. 1. Verwijder met uitzondering van een enkele scène alle andere scènes die op de tijdlijn staan. Wanneer daar geen scènes meer zijn, sleep dan een willekeurige scène uit het album naar het tijdlijnvenster. 2.
Trimmen van meerdere scènes op de tijdlijn Wanneer er zich meer dan één scène op de tijdlijn bevindt moet eerste de scène worden uitgekozen die moet wordt getrimd. 1. Kies voor het aanleggen van een nieuw project de menuopties Bestand > Nieuw project of verwijder gewoon alle videoscènes die op de tijdelijk staan (druk op de toetsen Ctrl + A en vervolgens Del). 2. Sleep de twee eerste scènes uit het album naar de tijdlijn.
7. Laat nu de muisknop los. De linker afsluitkant springt als een elastiek terug naar de rechter afsluitkant van de eerste scène. Nu is ook het begin van de tweede scène getrimd en wordt het eerste videobeeld van de tweede scène in de preview getoond. Tips Om nog beter uit de voeten te kunnen met de afsluitkanten van de scènes, hier nog een paar aanwijzingen die nuttig kunnen zijn: • Let erop dat de scène die moet worden ingekort, van tevoren ook gemarkeerd is.
HET SPLITSEN EN COMBINEREN VAN CLIPS Wanneer een scène, een stilstaand beeld of een grafiek in het midden van een andere clip moet worden ingevoegd, kan iedere willekeurige clip op de tijdlijn in twee delen worden gesplitst en de gewenste clip er tussen geplaatst. Het splitsen van een clip in de tijdlijn-aanzicht van het filmvenster 1. Plaats de gewenste clip in het daarvoor geschikte spoor van het filmvenster. 2. Bepaal het splitsingspunt.
Het scheermesgereedschap voor het splitsen van clips Het Scheermesgereedschap voor het splitsen van clips bevindt zich in het rechter deel van het beeldscherm, direct boven de tijdschaal en biedt de gebruiker de mogelijkheid clips meteen te splitsen. Kies daartoe een scène in het album of het filmvenster en druk voor het starten of stoppen van de geselecteerde scène op de [Spatiebalk].
Overzicht – het gereedschap voor het veranderen van videoclipeigensc happen Wanneer met het Gereedschap voor het veranderen van clipeigenschappen videoscènes worden getrimd, staat zowel aan de linker- als aan de rechterkant van het werkgebied een previewvenster voor het weergeven van het eerste en laatste videobeeld van een scène. Daartussen bevindt zich een navigatiebalk met transportstuurknoppen voor het weergeven van de te bewerken videoscène.
Het gebruik van de filmvenster schuifregelaar Met de schuifregelaar in het filmvenster kan snel en doelgericht het te trimmen videogedeelte worden opgezocht. Zodra de regelaar wordt bewogen, is te merken dat de bewegingen zowel door de trimregelaar als de player-schuifregelaar tegelijk worden gevolgd. Met het verschuiven van de tijdlijn-schuifregelaar... ...worden ook de trim- en playerschuifregelaar simultaan verplaatst.
Snijmarkeringen Met de geïntegreerde snijmarkering (trimschuifregelaar) kunnen snel en met uiterste precisie sneden worden aangebracht, waarbij onmiddellijke visuele feedback wordt gegeven over de grootte van het getrimde deel. Verschuif de linker en rechter snijmarkering tot de punten waarop moet worden ingekort en beweeg vervolgens de trimschuifregelaar over de getrimde scène.
HET GESCHEIDEN OPMAKEN VAN AUDIO- EN VIDEODELEN Tot nu toe zijn we er steeds vanuit gegaan dat de audio-en video-onderdelen in de clips niet gescheiden van elkaar kunnen worden bewerkt. Met deze versie van Studio bestaat nu de mogelijkheid audio- en video-onderdelen gescheiden te bewerken doordat steeds het betreffende spoor kan worden geblokkeerd of weer vrijgegeven.
Insertbewerking In het tijdlijnoverzicht van het filmvenster ondersteunt Studio de Insertbewerking voor audio- en videoclips. Hier een klein voorbeeld: Elisabeth zit aan de lunch en verklaart de verschillen tussen een Afrikaanse en een Indische olifant. Momenteel bestaat de video uit een enkele scène met Elisabeth als we naar haar uiteenzetting luisteren.
Aanwijzing: wanneer de afspeelduur van de ingevoegde clip groter is dan het ter beschikking staande videogebied, dan wordt deze aan het eind zo ingekort dat deze in de opening past. Wanneer nu de gewijzigde videovolgorde wordt afgespeeld, kan een Afrikaanse olifant worden bewonderd, die precies in beeld verschijnt wanneer Elisabeth vakkundig de vorm van het oor beschrijft. De focus wordt weer op Elisabeth gericht wanneer zij met haar verhaal verder gaat.
Audiosnede na video Split Edits kunnen met Studio heel gemakkelijk worden gemaakt. Ga voor het maken van een L-Cut-versie als volgt te werk: 1. Breid de tijdlijn zo uit tot er vijftien frames zijn. 2. Markeer de helemaal rechts geplaatste clip en trim de olifant vijftien frames naar links. 3. Blokkeer het videospoor en markeer de helemaal links geplaatste clip met Elisabeth. Sleep de rechter afsluitkant van de daarbij behorende audioclip 15 frames verder naar links. 4. Deblokkeer het videospoor.
Wanneer de videofilm nu wordt afgespeeld, zien we hoe Elisabeth de olifant beschrijft. Voordat echter het trompetteren van een olifant klinkt, zijn er 15 frames toegevoegd. Pas dan wordt er met een snede naar een olifant afgetakt. In een laatste regieaanwijzing zouden we het trompetteren van de olifant graag 20 seconden willen horen, terwijl Elisabeth op het beeldscherm is te zien en vervolgens met een snede naar de mannetjesolifant over te gaan.
Aanwijzing: In het bovenste gedeelte van de gereedschapskist voor Beeldcorrectie en –effecten bevindt zich een dropdown-menu voor het kiezen van vier globale kleurtypen. Zo kan in plaats van de vermelding Alle kleuren - dit komt overeen met de oorspronkelijke kleur van de videoclip – ook nog de opties zwart-wit, een tint of sepia worden gekozen. Tint Tint dient ter onderscheiding van kleuren ten opzichte van elkaar.
Poster (Posterisation) Effect met 7 niveaus waarbij een normaal videobeeld geleidelijk in een collage verandert van afgevlakte éénkleurige gebieden zonder kleur-of helderheidsniveaus. HET INSTELLEN VAN DE AFSPEELSNELHEID VAN SCÈNES Met het gereedschap voor de weergavesnelheid van videoscènes kan de afspeelsnelheid van een videoclip worden ingesteld tussen een tiende van de normale snelheid tot een 5-voudige snelheid.
Hoofdstuk 7: Het maken en gebruiken van stilstaande beelden In Studio kunnen beelden als foto’s, afbeeldingen of tekeningen in de meest uiteenlopende probleemloos worden geïmporteerd. Ook kunnen met de meegeleverde framegrabber afzonderlijke videobeelden als stilstaande beelden worden gebruikt. Ook titels die weer geïmporteerde afbeeldingen of videobeelden bevatten horen tot de groep van de stilstaande beelden.
Een overlaybeeld op de voorgrond van een videoclip: Het toevoegen van een volledig beeld Stilstaande beelden zoals foto’s en cliparts, kunnen worden opgenomen via het tabblad Toon foto’s, titels kunnen via het tabblad Titels in het videoproject worden opgenomen Stilstaande beelden zoals foto’s en cliparts, kunnen worden opgenomen via het tabblad Toon foto’s, titels kunnen via het tabblad Titels in het videoproject worden opgenomen. 1.
Ofschoon overlaybeelden een niet transparante achtergrond lijken te hebben, verdwijnt deze achtergrond volledig wanneer het beeld op het titelspoor wordt geplaatst en het videobeeld door de achtergrond heen schijnt.
2. Laat de film afspelen en bekijk het overlayeffect. De kleur van de bovenste linker pixel van het gekozen overlaybeeld is zwart, waardoor alle in het stilstaande beeld voorkomende zwarte pixels transparant worden weergegeven zodat het daarachter liggende videobeeld naar de voorgrond kan komen.
Het gebruik van het framegrabber-gereedschap Het framegrabber-gereedschap wordt gebruikt in combinatie met de player. Open de video gereedschapskist en activeer links de symboolknop Neem een beeld op van de video-ingang (derde knop van onder). Laat de film of de bronvideo zo ver afspelen tot het gewenste beeld in de player wordt getoond. Klik nu op de ronde opnameknop en kies de gewenste optie voor het invoegen in het lopende project of opslaan op de harde schijf.
2. Sleep een paar scènes uit het album naar beneden op het videospoor en markeer de videoscène voor welke het geplande stilstaande beeld moet worden geplaatst. 3. Klik op de knop voor het openen van de video gereedschapskist en . Het schakel vervolgens de knop voor de framegrabberfunctie in framegrabber gereedschap wordt in de gereedschapskist getoond. 4. Zorg ervoor dat ook de videobron goed met de videohardware is verbonden en is ingeschakeld. 5.
HET TRIMMEN VAN STILSTAANDE BEELDEN Studio biedt de volgende mogelijkheden stilstaande beelden in te korten: Het trimmen op de tijdlijn met behulp van sleeppunten • direct op de tijdlijn • met gereedschap voor het veranderen van clipeigenschappen Het direct trimmen van een stilstaand beeld op de tijdlijn werkt in principe net zo als het trimmen van videoscènes op de tijdlijn. Dus: de rechter- of linker afsluitkant beetpakken en wegslepen.
Het instellen van de eigenschappen van stilstaande beelden Voor het instellen van de eigenschappen van stilstaande beelden inclusief videotitels, kan hetzelfde gereedschap worden gebruikt, dat ook werd gebruikt voor de verandering van de video-eigenschappen (zie hoofdstuk 6).
Hoofdstuk 8: De integratie en het gebruik van overgangseffecten In dit hoofdstuk worden de krachtige overgangseffecten besproken waarmee de videoproductie nog professioneler kan worden vormgegeven en die in Studio zijn opgenomen. Overgangseffecten kunnen op het videospoor tussen twee videoclips, twee volledige beelden of tussen een combinatie van deze soorten clips op het videospoor worden geplaatst. Het is ook mogelijk overgangen op het titelspoor te plaatsen voor het bereiken van bepaalde titeleffecten.
toeschouwer afleiden, moeten worden vermeden. Tijdens het werken met Studio is het mogelijk zelf het grote verschil vast te stellen dat er bestaat tussen een nauwelijks bemerkt, maar zeer effectief Overvloei-effect en een wipe-effect met hartvorm. In het projectbestand sample1.stu zijn al enkele overgangseffecten te vinden, die kunnen worden bekeken. In het volgende afbeelding een voorbeeld van meerdere uiteenlopende overgangseffecten.
Slide-effecten Slide-effecten geven de toeschouwer het gevoel dat een nieuwe clip de over de lopende clip als het ware wegglijdt. Push-effecten Bij een pusheffect lijkt het erop dat de nieuwe clip de lopende clip uit het beeld wegdrukt. Hollywood FX - 3D-overgangen voor Studio Hollywood FX van Pinnacle Systems biedt de gebruiker van Studio een breed scala aan drie dimensionele overgangen en effecten.
Quickinfo weergave van de overgangseffecten Beweeg de muisaanwijzer langzaam over de overgangsiconen in het album en plaats de muisaanwijzer een moment op een willekeurige overgang. De muisaanwijzer verandert in het symbool van een uitgestrekte hand, waar gedurende korte tijd een Quickinfo te zien is met een korte omschrijving van het betreffende effect. De preview van overgangseffecten in het playervenster Markeer een willekeurig overgangseffect en kijk naar het playervenster rechts.
4. Sleep ten minste zes videoscènes naar het Storyboard-venster. 5. Klik in de verticale knoppenbalk links op de knop Toon overgangen. 6. Houd met ingedrukte muisknop het overgangseffect Fade in of uit vast en sleep dit naar de plaats vóór de eerste scène in het Storyboard-venster. Laat de muisknop weer los, waarna de overgang en de eerste videoclip worden gemarkeerd, Laat de film afspelen en bekijk het overgangseffect. 7.
worden alle overgangen met onbeperkte resolutie en met volledige framerate gerenderd. HET TRIMMEN VAN OVERGANGEN Er zijn twee verschillende manieren om overgangen te trimmen: • direct op de tijdlijn • gebruik maken van het Gereedschap voor het trimmen van overgangen Het trimmen van overgangseffecten op de tijdlijn Het trimmen van overgangseffecten direct op de tijdlijn werkt hetzelfde als het trimmen van scènes op de tijdlijn.
voor Naam en Duur functioneren net zo als de tegenhangers in het al geïntroduceerde Gereedschap voor het trimmen van scènes. Sleep nu de trimschuifregelaar met ingedrukte muisknop naar het midden. Terwijl de regelaar wordt bewogen lijkt het alsof het binnenkomende videodeel in het previewvenster diagonaal van linksonder naar rechtsboven glijdt. Het controlevakje Terug Bij enkele overgangen kan het effect worden omgekeerd door het controlevakje Terug te activeren.
Hoofdstuk 9: Het maken van titels en afbeeldingen TitleDeko is een titelgenerator die in Studio is geïntegreerd. Met dit onderdeel kunnen snel en beslist professionele titels en afbeeldingen worden gemaakt van hoge kwaliteit. Daarbij kunnen titels worden gevormd die zowel uit woorden, vormen, en achtergrondkleuren bestaan als uit foto’s en afbeeldingen die uit andere toepassingen zijn geïmporteerd.
Het oproepen van TitleDeko via de hoofdmenubalk Kies de menuopties Gereedschapskist > Titel maken en schakel met de knop Titel overlay of de knop Volledig schermtitel het TitleDeko werkveld in. DE BEDIENINGSINTERFACE VAN TITLEDEKO TitleDeko is een door Studio gescheiden toepassing met een eigen interface, eigen menu’s, vensters en symboolknoppen. Het TitleDeko-venster De vensters in TitleDeko volgen de standaard Windows-conventies, d. w.z.
Annuleer titel Accepteer titel Herstel/Herhaal Vet Cursief Onderstrepen Zoek lettertypen Zoek Uiterlijk Bewerk huidig Uiterlijk Lettertype grootte Lettertype Knip Kopieer Plak Stilstaand Rollend Kruipend Nieuw Openen Opslaan Uitlijnen Horizontaal uitlijnen Verticaal uitlijnen Schakel verplaatsen in Schakel roteren/Vervormen in Schakel Afstand/Positie in Voeg rechthoek toe Voeg ellips toe Voeg afbeelding toe Vervang achtergrond Statusregel Venster tekstaanduiding Uiterlijken/Lettertypen Previewve
Bewegingsverloop in TitleDeko Tekstpagina’s en afbeeldingen worden in TitleDeko statisch weergegeven (optie Still [Vast]). Deze kunnen met de beschikbaar gestelde overgangseffecten worden geanimeerd. Met TitleDeko kunnen echter ook titels worden gemaakt die bewegen, zoals bij de aftiteling van een film (optie: Roll [Afrollend]) of een tekst die in de waarste zin van het woord over het scherm kruipt (optie: Crawl [Kruipend).
Met een klik op de knop Uitlijnen wordt een tableau met pijlen op het venster getoond waarmee objecten snel in alle richtingen kunnen worden uitgelijnd. Om de horizontale of verticale uitlijning en/of afstelling van een letter binnen een tekst te veranderen, klik dan op deze twee knoppen en kies uit de getoonde uitlijnhulp de gewenste programmafunctie. Enkele van de getoonde uitlijnmogelijkheden kunnen ook op objecten worden toegepast.
De achtergrond van een titel vervangen Door op deze knop te klikken, wordt het dialoogvenster Achtergrond op het beeldscherm getoond, waarmee de kleurinstellingen, de doorschijnendheid en andere achtergronddetails kunnen worden veranderd. Hier kan ook de afbeelding worden gekozen die als achtergrond zal worden gebruikt.
Voorbeeld 1 Het maken van een basistitel 1. Sleep vanuit het album de eerste scène naar het videospoor. 2. Dubbelklik onder de eerste clip op het Titelspoor. Wanneer de titel in TitleDeko is gemaakt, wordt deze automatisch op het punt van de tijdlijn geplaatst waar tevoren is gedubbelklikt. 3. TitleDeko wordt opgestart en een I-vormige tekstaanwijzer wacht op invoer.
5. Aan de rechter kant van het Title-Deko-venster bevindt zich een venster met een keus aan Uiterlijken/Lettertypen. (Wanneer dit keuzevenster niet wordt weergegeven, kies dan de menuopties Bekijken > Preset Styles.) Navigeer met de scrollbalk naar lettertype nr 9 en klik erop. 6. De eigenschappen van het gekozen lettertype worden nu op de gemarkeerde tekst overgebracht. 7. Klik op de knop voor het Inschakelen van verplaatsen .
8. Klik om te centreren op de knop Horizontaal uitlijnen getoonde keuzeveld de optie Midden en kies in het . 9. De videotitel wordt nu gecentreerd weergegeven en er moet nu ongeveer het volgende beeld te zien zijn: 10. Voor het maken van een titel, waarbij de tekst van onder naar boven over het scherm rolt, zoals bij de aftiteling van een film, kies dan in de dropdown keuzelijst boven in de knoppenbalk van TitleDeko de optie Afrollend [Roll].
11. Klik vervolgens op de knop Accepteer titel (de knop helemaal rechtsboven, met het groene vinkje). Bij het bekijken van de film in de preview is te zien hoe de beeldweergave van onder naar boven beweegt. (Meer details van tekstbewegingen in de vorm van afrolllende en kruipende titels, zijn te vinden in het derde voorbeeld).
Sleep een Schuif naar rechts-overgang naar het titelspoor vóór de geplaatste titel en ook één erachter. In de preview is te zien hoe de titel vanaf de linkerkant het beeld in schuift, daar even blijft staan en vervolgens aan de rechterkant het beeld weer verlaat. De combinatie van overgangen met afrol- en kruiptitels biedt vele professionele mogelijkheden teksten in de videoproductie aan te brengen.
6. Kies in de menubalk van TitelDeko de menuopties Transformeer > Verplaatsen. 7. Gebruik de toetscombinatie + [Pijl naar beneden of pijl naar boven], om de eerste tekstregel te verplaatsen naar het startpunt waar de kruipende titel moet beginnen. 8. Klik op de knop Accepteer titel . Voorbeeld 4 Het wijzigen van teksten In ons vierde voorbeeld gaan we de titel uit voorbeeld 1 veranderen, door de de tekst eerst te draaien en schuin te plaatsen.
4. Klik op de knop Voeg rechthoek toe waarna de rechthoek met een witte achtegrond in het midden van het TitleDeko-venster wordt getoond. Verander de rechthoek met het Gereedschap schakel verplaatsen in als volgt . Klik op de knop Roteren/Vervormen, pak met de muisaanwijzer het sleeppunt rechtsboven en verander de vorm zo: . Plaats nu de ronde pijl van het gereedschap roteren/Vervormen direct boven de scheef geplaatste rechthoek en draai dit tot de juiste hoek t.o.v. de tekst is gevonden.
5. Klik voor het wijzigen van het kleurverloop op elk van de gïntegreerde knoppen waarbij steeds het dialoogvenster Kleur wordt opgeroepen voor het selecteren van de gewenste kleur. Kies vervolgens de gewenste kleuren. In ons voorbeeld werd aan de twee rode knoppen dezelfde en een iets lichtere tint toegewezen aan een de twee blauwe knoppen dezelfde en een iets donkerder tint. Hiermee wordt een kleurenverloop gemaakt dat over het hele beeld van boven naar beneden verloopt (zie afbeelding).
Het markeren van enkele woorden of objecten • Dubbelklik op het betreffende woord of object, plaats de muisaanwijzer met de pijltjestoetsen aan het begin of het eind van een woord, houd de Shift-toets ingedrukt en laat de muisaanwijzer met de pijltjestoetsen naar links of rechts bewegen. Om het woord of object wordt een doorzichtig venster geplaatst met een donkerblauwe kleur, dat eveneens sleeppunten heeft.
HET FORMATTEREN VAN TEKSTEN EN OBJECTEN In Studio bestaat de mogelijkheid teksten en objecten door het toewijzen van een vooraf ingestelde stijl automatisch, of met opmaakeigenschappen als Vet, Grootte, Lettertype of Tekenafstand met de hand op te maken. Klik voor het toewijzen van een nieuw lettertype op de naar beneden wijzende pijl van het keuzemenu voor lettertypen en kies uit het dropdownmenu het gewenste lettertype.
Klik voor het selecteren van een Uiterlijk op de knop Zoek Uiterlijk , waarmee de Browser voor Uiterlijk wordt opgeroepen. In dit keuzevenster staan alle Letterstijlen van TitleDeko en dubbelkikken is voldoende om het gewenste sjabloon op te roepen. Het uitlijnen van teksten Het uitlijnen van tekst in een titelgenerator voor videotoepassingen verschilt van het uitlijnen in een tekstverwerker.
, Wanneer de knoppen Horizontaal uitlijnen en Verticaal uitlijnen worden geactiveerd, zijn er in de getoonde uitlijnhulp nog meer uitlijnknoppen te vinden, waarmee de richting van teksten en objecten kan worden veranderd. Bovendien beschikken deze uitlijn-helptableaus nog over twee speciale functies: Volledig en Uitvullen, die alleen op teksten kunnen worden toegepast. Markeer de gewenste tekst of het objecten klik op de uitlijnknop om de tekst of het object naar wens uit te lijnen of te positioneren.
Gereedschappen en selectie sleeppunten Afhankelijk van het gekozen sleeppunt hebben de drie knoppen (Schakel verplaatsen in, Schakel roteren/Vervormen in, Schakel Afstand/Positie in) steeds een dubbele functie, waarbij de actieve functie door de vorm van de muisaanwijzer wordt aangegeven. Hieronder worden de vormen van de muisaanwijzer en de daaraan gekoppelde functies uitgelegd.
HET WERKEN MET LAGEN Om een object als laag voor of achter een ander object te plaatsen, biedt TitleDeko diverse functies op basis van lagen. Om een object een laag naar voren of achteren te verplaatsen, moet dit object eerst worden gemarkeerd. Kies uit het hoofdmenu het punt Laag en activeer vervolgens het gewenste menupunt, b.v. Naar voren of Naar achteren. Daartoe kan ook de toetscombinatie Ctrl + [-] worden gebruikt.
HET GEBRUIKEN EN AANPASSEN VAN STIJLEN EN UITERLIJKEN Stijlen en Uiterlijken Zoals al te zien was, kan een Uiterlijk het aanzien van teksten en objecten totaal veranderen. Een Uiterlijk bestaat altijd uit drie elementen: oppervlak, randen en schaduw, waarbij elk van deze elementen weer d.m.v een groot aantal parameters kan worden ingesteld.
Opvulling Rand Schaduw Op de drie tabbladen bevinden zich de volgende functies met dezelfde of vergelijkbare elementen: • De keuze tussen een vaste kleur of kleurverloop. Deze functie werkt op dezelfde manier als dit ook bij Achtergronden het geval is, zoals later in dit hoofdstuk besproken wordt. • De schuifregelaar waarmee de mate van Ondoorschijnendheid voor Opvulling, Rand of Schaduw kan worden vastgelegd. De regelaar kan met de muis worden verschoven of er kan een waarde worden ingevoerd.
Het keuzevenster Uiterlijken/Letterstijlen Via het keuzevenster Preset Styles (Stijlen) worden de Stijlen in TitleDeko getoond. Kies om het keuzevenster Preset Styles (Stijlen) te tonen de menuopties Bekijken > Preset Styles (Stijlen) in de hoofdmenubalk. In het keuzevenster zijn 24 letterstijlen te vinden die met een muisklik kunnen worden geselecteerd. Venster voor letterstijlen Het maken van eigen letterstijlen Elk van de 24 Stijlen in het keuzevenster kan door een eigen stijl worden vervangen.
Achtergrond is transparant Met deze - voor overlay ingestelde – functie kunnen overlay-titels worden gemaakt die niet over een achtergrond beschikken. Achtergrond in een vaste kleur Het inschakelen van deze optie genereert een achtergrond die uit één kleur bestaat. In het geval van een Overlay-titel zou deze achtergrond half transparant zijn. Achtergrond in een kleurverloop Achtergronden met een kleurverloop bestaan uit twee of meer kleuren, die harmonisch in elkaar overlopen.
Ondoorschijnendheid Zoals in de drie volgende afbeeldingen aan de stand van de schuifregelaar voor Ondoorschijnendheid is te zien, werd de regelaar ingesteld op de waarden 100 %, 50 % en 0 %, waardoor de achtergrond in toenemende mate transparant werd. HET TRIMMEN VAN TITELS EN AFBEELDINGEN Videotitels kunnen direct op de tijdlijn of met het Gereedschap voor het trimmen van overgangen worden ingekort.
In het getoonde werkvenster staan twee functies ter beschikking waarmee de weergaveduur resp. het eindpunt kan worden veranderd. Bovendien kunnen hier titels worden hernoemd. De weergaveduur van de titel kan worden veranderd door in het invoervenster behalve de tijd ook de gewenste waarde in te voeren of de daarin weergegeven getallen met de naar boven en onder wijzende pijltjestoetsen aan te passen.
Hoofdstuk 10: De integratie van audio-effecten en muziekbestanden Met Studio zijn de meest uiteenlopende audioformaten toegankelijk en kunnen deze ook worden afgespeeld. Zo kunnen bijvoorbeeld op de harde schijf bewaarde bestanden in WAV- of MP3-formaat in het videoproject worden ingevoegd of muziektitels ingebracht vanaf een audio-cd.
Het spoor voor audio-effecten en filmcommentaar Ofschoon dit spoor doorgaans voor gesproken filmcommentaar en/of audioeffecten wordt gebruikt, kunnen daar ook WAV- of MP3-bestanden met iedere inhoud worden geplaatst. De audio-effecten inTitleDeko bestaan uit overeenkomstige bestanden met geluidseffecten zoals applaus bij muziekstukken, die in de audioformaten WAV of MP3 zijn opgeslagen.
HET PLAATSEN VAN AUDIOCLIPS OP DE TIJDLIJN WAV- en MP3-bestanden worden vanuit het album naar het betreffende geluidsspoor gesleept, terwijl audio-cd’s, filmcommentaar en SmartSound achtergrondmuziek met de gereedschappen uit de betreffende gereedschapskist worden geïntegreerd. Aansluitend een beschrijving van beide methoden: Het plaatsen van audiobestanden vanuit het albumvenster U kunt uw WAV- resp. MP3-files op dezelfde wijze op een opnamespoor deponeren, alsof u een videoscene uit de album neemt.
De afzonderlijke naam- en aanwijsvelden in dit gereedschap zijn nog niet ingevuld en in de keuzelijst naast CD-titel wordt verzocht een nieuwe cd te plaatsen. Plaats de gewenste audio-cd, voer de naam in en kies een audiotrack. Vanaf dat moment zal Studio zich steeds deze cd, inclusief tracknummer, herinneren. 3. Geef de betreffende cd een naam of klik op de naar benden wijzende pijl aan de rechter rand van de naast CD-titel gelegen dropdown-keuzelijst en kies een eerder benoemde audio-cd. 4.
6. Klik op de knop Afspelen van de player of dubbelklik op de betreffende audioclip om het audiobestand op de tijdlijn te beluisteren. De opties bij de cd-opname Afhankelijk van de mogelijkheden van het cd-rom-station biedt Studio een groot aantal opname-opties.
Het SmartSound-venster verschijnt. 3. Kies aansluitend uit de drie opties steeds een genre, een lied en een versie. Het aantal getoonde versies is daarbij afhankelijk van de afspeelduur van de geselecteerde clip. Wanneer de afspeelduur van een clip wordt verlengd is het mogelijk dat er meer versies in het venster worden weergegeven. 4. Wanneer de achtergondmuziek korter of langer moet zijn dan de geselecteerde clips, geef dan de afspeelduur van het betreffende stuk in seconden aan.
Het opnemen van filmcommentaar Kijk voor het opnemen nogmaals precies naar de videclip en besluit op welke plaats het filmcommentaar moet beginnen en waar het moet ophouden. Om enigszins vertrouwd te raken, hoe hier mee om te gaan, kan de volgende oefening worden gedaan, zonder dat daarbij een microfoon nodig is. 1. Kies in de gereedschapskist in de hoofdmenulijst de opties Gereedschapskist > Stem opname of klik op de betreffende . gereedschapsknop Het venster Opnemen wordt getoond.
5. Activeer Stop-knop wanneer het inspreken klaar is . De knop Opnemen schakelt weer uit en het audiobestand met de gesproken tekst wordt automatisch op het betreffende spoor op het tijdlijnaanzicht gezet. 6. Luister voor de zekerheid nog een keer naar de opname door op de knop Afspelen van de player te klikken. De volumeregeling voor opnameweergave Het volume van filmcommentaar wordt gedurende de opname optimaal ingesteld en kan later niet meer worden aangepast.
In het controlevak voor het Opnemen van filmcommentaar bevindt zich op basis van de op het systeem gebruikte geluidskaart een door Studio gemaakte lijst (onder microfoon) met gedetailleerde informatie hoe een microfoon op de geluidskaart kan worden aangesloten. Hier een voorbeeld op basis van een bepaalde geluidskaart. Kies uit de keuzelijst de gewenste vermelding en sluit de microfoon aan op de geluidskaart (Line In, Mic In enz.).
De twee in golfvorm afgebeelde lijnen geven het normale en afgestelde volume weer. De grijze lijn staat voor het normale niveau (niet afgesteld 0 dB); de rode lijn voor het afgestelde niveau.
4. Houd de lijn met ingedrukte muisknop vast en sleep deze naar boven wanneer het volume moet worden vergroot. 5. Zodra de lijn wordt losgelaten wordt precies op die positie een markeringspunt geplaatst. 6. Indien gewenst kan het gemanipuleerde audiobestand in de preview worden beluisterd. Met dezelfde methode kan ook het reeds aanwezige markeringspunt opnieuw worden ingesteld.
Voll. uit Voll. aan Aanwijzing: gebruik de globale volumeregeling dan, wanneer het volume van één van de audiosporen in zijn geheel moet worden aangepast. Een algeheel voorbeeld Vul de tijdlijn door meerdere scènes alsmede WAV-audioeffecten op het betreffende spoor te plaatsen. Voeg een achtergrondtitel of een track vanaf een audio-cd toe. Het filmvenster moet er nu zo uitzien.
Instellen van het volume tijdens de weergave Klik hiertoe op de knop Afspelen en – de videofilm bevindt zich in de weergave – sleep vervolgens de Speciale volumeregelaar van de betreffende videoclip helemaal naar beneden. Nu is te horen hoe de achtergrondmuziek overheerst. Schuif de regelaar weer omhoog wanneer er een punt van de film is gekomen waarop in de videoclip het geïntegreerde audiodeel hoorbaar moet zijn.
Het trimmen op de tijdlijn Het trimmen van audioclips direct op de tijdlijn werkt net zoals het trimmen van videoscènes op de tijdlijn. Pak de linker- en rechter afsluitkant van de muiswijzer en sleep deze naar links en naar rechts. Het trimmen met behulp van het audio gereedschap Ook het gereedschap Wijzig de kenmerken van de geselecteerde clip werkt op enkele afwijkingen na net zoals het vergelijkbare gereedschap voor videoscènes (zie hoofdstuk 6).
Wat betreft het trimgereedschap voor achtergrondmuziek is er een klein verschil. Het gereedschap voor achtergrondmuziek wordt altijd weergegeven tenzij de betreffende knop voor het trimgereedschap werd gekozen. Net zoals bij het trimgereedschap voor overgangen kunnen hier alleen Duur en Naam worden ingesteld, waarbij de afspeelduur via het invoeren van nieuwe cijferwaarden in het betreffende veld of door het klikken op de pijltjescombinatietoets kan worden geregeld.
Hoofdstuk 11: Het maken van films Uw Studio-toepassing biedt u vele mogelijkheden aan de door u gemaakte films te verdelen en aan belangstellenden door te geven. In dit hoofdstuk ontvangt u daarom informatie over de volgende thema’s: • Aansluiten van een DV-camcorder resp. een DV-videorecorder • Aansluiten van een VHS- resp. S-VHS (analoge)-camcorder of videorecorder • Aansluiten van een TV resp.
2. Daarna moet u het i.LINK-kabel met het DV-videoapparaat verbinden. Sluit de 4-polige stekker van het i.LINK-kabel aan de DV IN/OUT- resp. de DV OUT-aansluiting van uw camcorder / videorecorder aan. Schakel aansluitend de camcorder / videorecorder in de VTR-modus. Aanwijzing: Vele PAL-apparaten op de Europese markt hebben maar één DV-uitgang. Deze herkent u aan het opschrift DV OUT (en niet DV IN/OUT) aan de DV-aansluiting.
OUTPUT OP CAMERA/VIDEORECORDER... ... via een IEEE1394-aansluiting Indien uw 1394-apparaat over een DV-ingang beschikt, benodigt u alleen maar een 1394-verbindung tussen 1394-hardware en camera/recorder. ...via analoge audio-/video-aansluitingen Indien u een Studio-produkt heeft dat over een analoge (TV-, video-) uitgang beschikt, b.v. Studio DVplus of DC10plus (wordt ondersteund vanaf Studio-versie 7.
• Aansluitend worden de overgangen en titels uit het filmproject gerenderd. • Wanneer de afzonderlijke scènes met succes na elkar werden afgewerkt en werd ook het intelligente renderproces afgesloten, dan verschijnt in de statusregel de informatie dat de film klaar is voor uitvoer naar de band. Hierna volgen de afzonderlijke stappen die bij het maken van een film gemaakt moeten worden: 1.
Het intelligente renderen gaat helemaal automatisch. Er hoeft alleen maar op verzoek een audio-cd te worden ingelegd. Bovendien worden er tijdens het proces feedback-meldingen in het statusvenster gegeven. Eén van de meldingen bat de informatie dat de hele operatie met succes is afgesloten en dat Studio klaar is voor de uitvoer naar de band van camcorder of videorecorder. Dit kan enkele seconden duren.
Ga als volgt te werk om de film als AVI-bestand op te slaan: 1. Klik in de hoofdmenubalk van Studio op de knop Maak film . 2. Activeer de knop AVI . 3. Klik op de knop Instellingen . Activeer – wanneer dit nog niet is gebeurd - de keuzevakjes Video in AVI-bestand invoegen en Audio in AVI-bestand invoegen. Deze twee opties staan ter beschikking om naar wens een AVI-bestand te kunnen maken dat voor de verdere verwerking onder andere programma’s alleen over audio-onderdelen beschikt.
5. Klik op de knop AVI het AVI-bestand. en voer een naam in voor De door Studio vooraf ingestelde directory voor het bewaren van AVIbestanden is C:/Mijn documenten/Pinnacle Studio/My Projects (Mijn projecten). Bevestig met OK en start de conversie naar een AVI-bestand.
2. Kies de geschikte voorinstelling. Informatie aangepaste voorinstelling is te vinden in bijlage A van het handboek. Stap 2: Klik nu op de knop MPEG … het statusvenster. onder in Voer nu een naam in voor het MPEG-bestand. De directory die door Studio vooraf is ingesteld voor het opslaan van MPERG-bestanden is: C:/Mijn documenten/Pinnacle Studio/My Projects Ga eventueel naar de map waarin het MPEG-bestand moet worden bewaard. Stap 3: Klik op OK.
Stap 4: Controleren van het resultaat De MPEG-film kan worden afgespeeld zodra het renderproces is afgesloten. Links naaste de knop Instellingen zijn nog twee andere knoppen waarmee Windows-Mediaweergave kan worden geopend en e-mails verzonden kunnen worden. , HET OPSLAAN VAN FILMS ALS REALVIDEO-BESTAND Met RealVideo-bestanden kunnen films in een formaat worden opgeslagen dat geschikt is voor weergave op internet.
Stap 2: klik op de knop Maak Webbestand . . . in het onderste gedeelte van het statusvenster. Voer een naam in voor uw .rm file. De default index waarin uw file wordt opgeslagen: C:/Mijn documenten/Pinnacle Studio/My Projects. U kunt deze wijzigen als u uw film ergens anders wilt deponeren. Stap 3: Klik op OK. Na het klikken op OK converteert Studio het filmbestand naar een internetgeschikt webbestand (*.rm) .
Een beschrijving van de in het tabblad aanwezige opties is te vinden in bijlage A van dit handboek. Stap 2: klik op de knop Maak Webbestand . . . in het onderste deel van het statusvenster. Voer de gewenste bestandsnaam in.Standaard worden WMV-bestanden in de directory C:/Mijn documenten/Pinnacle Studio/My Projects bewaard. Deze directory kan naar wens een andere naam krijgen en het filmbestand kan ook in iedere andere directory worden opgeslagen. Stap 3: Klik op OK.
Activeer Web-knop linksonder, naast het statusvenster om de betreffende controlevelden weer te geven: Miniatuur als Playerframe voor dit project instellen Ga naar de website StudioOnline.com. 1. Standaard wordt bij het uploaden van de film naar uw persoonlijke website MyStudioOnline het eerste videobeeld van de betreffende film getoond waarbij een miniatuur/icoon van dit videobeeld naast de Miniatuur als Playerframe voor dit project instellen wordt getoond.
140 Studio
Bijlage A: Het wijzigen van de voorinstellingen Studio biedt veel opties om de voorinstellingen van de fabrikant aan de eigen werkstijl of specifieke mogelijkheden aan te passen. Doorgaans werken de voorinstellingen voor de meeste hardware- en softwareconfiguraties echter naar tevredenheid. Het dialoogvenster Pinnacle Studio Installatieopties Kies in het hoofdmenu van Studio de opties Installatie > Video bron en roep het dialoogvenster Pinnacle Studio Installatie Opties op.
Video hardware Beeld Studio herkent welk opnameapparaat er op de hardware is aangesloten en geeft het apparaat in de betreffende optievelden weer (bijvoorbeeld: USB Webcam, PCTV, DV-camcorder enz.). Geluid Studio herkent of er vanaf een DV-apparaat of van een analoog apparaat wordt opgenomen. (Bij een analoog apparaat geeft Studio aan welke geluidskaart er op het systeem is geïnstalleerd en welke opties er voor geluidsopname ter beschikking zijn).
• • • • • Er zich op de videoband een leeg gebied bevindt (zonder opnamen) en dit wordt afgespeeld; De band beschadigd is of door te hoge ruis niet kan worden uitgelezen; De bandopname plaatsvond met een camcorder die noch datum noch tijd heeft achtergelaten; Het bij de band gaat om een kopie van een andere band; De band met een 8 mm- resp. Hi8-camcorder werd opgenomen en op een Digital8-camcorder wordt afgespeeld.
De opties van het tabblad Videoformaat Studio herkent automatisch of er een DV- of een analoog opnameapparaat is aangesloten, waarbij de betreffende optievelden worden getoond. Opnamekwaliteit voor . . . (DV-apparaten) Volledige DV-kwaliteit Bij opnamen met volledige DV-kwaliteit is per videominuut bijna 200 MB harde schijfruimte nodig. Het voordeel is dat bij opnamen met een volledige resolutie bij de latere video-uitvoer de betreffende clips niet nogmaals behoeven te worden opgenomen.
Aanwijzing: het gebruik van Codecs in combinatie met de previewkwaliteit van Studio die niet door Pinnacle Systems voor dit doel zijn gecertificeerd, kan tot niet gewenste resultaten leiden. Pinnacle Systems kan in dat geval ook geen technische support geven. Opnamekwaliteit voor . . .
Standaard duur De duur van de weergave wordt gemeten in seconden en frames, waarbij de teller na verloop van 24 frames onder PAL en 29 frames onder NTSC overgaat naar de volgende seconde. Overgangen en titels/foto’s Met dit weergaveveld kunnen de tijdsduur van de weergave van een overgang of stilstaand beeld zichtbaar worden gemaakt, wanneer deze niet op de tijdlijn wordt getrimd of in het veld Duur van het Gereedschap voor het wijzigen van clipeigenschappen wordt veranderd.
DE OPTIES VAN HET TABBLAD CD EN STEMOPNAME CD-audio-opname Studio is in staat de geïnstalleerde kaart op het systeem te herkennen en biedt een dropdown keuzelijst onder het controleveld CD Audio-opname > Bron van invoer met keuzemogelijkheden voor het overbrengen van cdaudio-opnamen. Uiteraard is het ook hier zo, dat de beste kwaliteit kan worden behaald met het uitlezen van een cd met Digital (RIP).
Zoals ook het geval bij het opnemen herkent Studio bij het maken van de film automatisch de aangesloten hardware en zorgt voor de corresponderende instelling en voor weergave van de betreffende weergaveapparaten. Om de filmuitvoer (band maken) naar een DV-apparaat om te leiden, biedt Studio de mogelijkheid de opdrachten voor het starten en beëindigen met de hand uit te voeren resp. automatisch naar de DV-camcorder te sturen. Ga als volgt te werk om automatisch een film naar het DV-apparaat te sturen: 1.
DE OPTIES VAN HET TABBLAD AVI-BESTAND MAKEN Met het tabblad AVI-bestand maken kunnen de instellingen voor compressie van bestanden worden gewijzigd. Redenen daartoe kunnen zijn, dat de bestaande bestanden te omvangrijk zijn, dat een betere kwaliteit gewenst is of dat de bestanden voor een speciaal doel nodig zijn (denk aan websites, voor een bepaalde framegrootte of andere karakteristieke zaken). De compressiesnelheden kunnen worden veranderd in de functiegebieden Video-instellingen / Audio-instellingen.
Afhankelijk van de gebruikte CODEC’s kan met de geïntegreerde schuifregelaar het percentage van de gewenste kwaliteit alsmede de datarate worden ingesteld. Hoe hoger het ingestelde percentage, des te groter het daaruit voortkomende bestand. Beelden/seconde De voorinstelling is 25 beelden per seconden (PAL); de waarde voor NTSC behoort op 29,97 te worden ingesteld. De waarde kan ook lager worden ingesteld, wanneer het de bedoeling is de betreffende film voor het internet te gebruiken.
Hier kan tussen 8- en 16-Bit mono/stereo worden gekozen, waarbij met de verbetering van de audiokwaliteit (tweede kanaal hogere bitdiepte) ook de bestandgrootte toeneemt. Samplefrequentie Digitale audiobestanden worden gemaakt met kleine, discrete samples van analoge golfvormen, waarbij de kwaliteit toeneemt naarmate er meer samples ter beschikking staan. Zo worden bijvoorbeeld audio-cd’s met 44 kHz en 16-Bit stereo opgenomen.
MPEG-1. Aanwijzing: MPEG-2-bestanden hebben voor het afspelen een speciale player nodig. Wanneer een dergelijke player niet op het systeem is geïnstalleerd, kunnen er geen op MPEG-2 gebaseerde video’s worden afgespeeld. Breedte en hoogte: de maximale resolutie voor MPEG-1 is 384 x 288; die voor MPEG-2 720 x 576. Data rate: met de twee schuifregelaars kan de data rate voor video en audio apart worden ingesteld.
Op basis van de informatie in deze velden kan iedere RealVideo-clip goed worden herkend. Deze informatie wordt in het audiobestand geïntegreerd, maar is bij gebruik van de player niet zichtbaar. Keywords Hier kunnen max 256 tekens worden ingevoerd om de clip te versleutelen. Normaal gesproken dienen keywords ertoe om ervoor te zorgen dat de betreffende clip door zoekmachines op het internet kan worden geïdentificeerd.
Kilobits per seconde (Kbps). Dit is de hoeveelheid data die via een internetof netwerkverbinding gedurende een bepaald tijdsbestek kan worden afgezet, waarbij standaard modems veelal in de productnaam iets zeggen over de ontvangst-datarate, zoals 28,8 of 56 Kbps. Naast deze standaard doelgroepen kunnen clips worden opgenomen die geschikt zijn voor overdrachtssnelheden van 100, 200 of meer Kbps.
DE OPTIES VAN HET TABBLAD WINDOWS MEDIA® MAKEN De velden titel, auteur en auteursrecht Met de gegevens in deze drie velden worden Windows Media-clips geïdentificeerd. De betreffende informatie is in het bestand geïmplementeerd en kan in de regel niet worden ingezien. Beschrijving Met de gegevens in dit veld kunnen keywords voor de clip worden meegegeven. De lengte van 256 tekens mag daarbij niet worden overschreden.
De dropdownkeuzelijst Go To Er is toegang tot de "Go To" (Ga naar) -Dropdown-keuzelijst in de player door de opties View in de symboolbalk, en vervolgens Options [opties] > Custom Views activeren en de Go To Box (Ga naar box) kiezen.
Bijlage B: Tips en trucs ALGEMENE INFORMATIE Om later een correcte bediening van de camera te kunnen garanderen is het belangrijk dat de DV-band een continue tijdcode zonder onderbrekingen heeft. Wanneer de camcorder beschikt over Timecode-Striping moet de videoband eerst met deze functie worden bewerkt. Is dit niet het geval, dan kan op twee andere methoden worden teruggegrepen om de videoband van een continue tijdcode te voorzien.
Standaard harde schijven hebben bij video-opname door de automatische interne kalibrering het nadeel dat daartoe soms de continue datastroom moet worden onderbroken. Bij het opnemen is dit niet te merken, aangezien Windows beelden tijdelijk in een buffer kan opslaan. Bij de weergave vanaf de harde schijf kunnen echter slechts enkele beelden tussentijds worden opgeslagen. Daarom is het ook beslist noodzakelijk dat er een continue datastroom - zonder onderbrekingen - wordt geleverd.
Moederbord De minimumeis is een Pentium II 300-PC. SOFTWARE Kleurdiepte instellen 1. Voor grafische boards geldt algemeen het gebruik van een kleurdiepte van 16 bit. 2. Klik met de rechter muisknop op de desktop en kies Eigenschappen. 3. Kies onder Kleuren de vermelding Hoge kleuren (16-bit).
4. Klik op Eigenschappen > Instellingen. 5. Schakel de optie Bericht bij automatisch invoegen uit Gebruik in combinatie met een enhanced IDE-harde schijf parallel geen enhanced IDE cd-romstation, temeer daar dit tot onnodige vertraging van de harde schijf kan leiden. Gebruik in plaats daarvan voor het cd-romstation de tweede enhanced IDE-interface. Taakbalk Schakel de klok van de taakbalk uit: 1. Klik met de rechter muisknop in de taakbalk. 2. Kies Eigenschappen. 3. Schakel de optie Klok weergeven uit.
Overeenkomstige beeldgrootte Maak de animatie op met hetzelfde beeldformaat en verversingsfrequentie als de uitgangsvideo: Kwaliteit TV-cropping DV Ja PAL NTSC Audio 720 x 576 720 x 480 44 kHz 16 Bit stereo Wanneer deze aanwijzing niet wordt opgevolgd kan de formaatomrekening onnodig lang duren en kunnen na de omrekening bij de weergave in de animatie storingen optreden.
Zo kunnen bijvoorbeeld alle videosegmenten die van dezelfde videoband komen gemakkelijk te onthouden namen krijgen die steeds met hetzelfde begrip beginnen.
Bijlage C: Troubleshooting Wij gaan ervan uit dat de noodzakelijke updates voor het besturingssysteem van Windows 98 zijn uitgevoerd. Wanneer niet, gaan dan naar http://windowsupdate.microsoft.com/default.htm, en downlaodt de update. Let erop dat ook alle andere geïnstalleerde hardwarecomponenten met de meest actuele driver goed werken.
6. Klik op de knop Instelling wijzigen.... 7. Kies een nieuw geheugengebied uit Windows 98 mag geen ander conflict kenbaar maken anders moet er een ander vrij gebied worden gekozen! 8. Klik op OK om de instelling op te slaan. Verlaat Apparaatbeheer. 9. Start Windows 98 opnieuw om de wijzigingen te effectueren. Probleem Met iedere nieuwe systeemstart probeert Windows 98 opnieuw de DV-kaart te identificeren - of Studio geeft de foutmelding: "Studio can not initialize the video capture device.
de hardware in een andere PCI-gleuf worden geïnstalleerd. Wanneer het probleem hiermee niet wordt opgelost, dan is of de hardware defect of heeft de videokaart problemen met het moederbord van de computer. GEBRUIK Probleem Bij het opnemen worden beelden weggelaten of de video schokt. Mogelijke oorzaak: De transferrate van de harde schijf is te laag. Oplossing In combinatie met enkele UDMA harde schijven kan het bij hogere datarates gebeuren dat bij het afspelen van een AVI-bestand de weergave schokt.
Let op: bij enkele harde schijven kan dit echter tot een verslechtering van de schrijfsnelheid leiden! Algemene aanwijzing: Video bewerkingsprogramma’s zijn niet multitasking. Sluit daarom andere geopende programma’s tijdens het opnemen van een video of het maken van een film (videoband of cd). Bij videobewerking storen andere geopende programma’s niet. Probleem De overlay functioneert niet. Oplossing 1 Het kan zijn dat de kleurdiepte te hoog of te laag is ingesteld. Zet de kleurdiepte op 16 bit. 1.
betreffende plaatsen in het videomateriaal uitzoekt en deze in de hoogste kwaliteit opneemt. Probleem De DV-apparaatbediening is niet beschikbaar of werkt niet betrouwbaar. Mogelijke oorzaak Windows 98 Second Edition wordt niet als besturingssysteem gebruikt. De drivers in deze versie van Windows zijn doorgaans stabieler. Probleem De batchopname werkt niet naar tevredenheid. Mogelijke oorzaak Op de bronvideobanden bevindt zich geen doorlopende tijdcode zonder onderbrekingen.
Bijlage D: Nuttige aanwijzingen VIDEOMONTAGE EN VIDEO-OPNAME Er is enige basiskennis vereist om uit het opgenomen basismateriaal een interessante, spannende of informatieve film te produceren. Met behulp van goed doordachte lassen kan er grote mate van spanning in de film worden gelegd en kan met interessante speciale effecten de aandacht van de toeschouwer worden getrokken.
Ontwerp voor een eenvoudig draaiboek: Titel: „Jan op de cartbaan“ Nr. Instelling Tekst / Geluid Duur Datum 1 Gezicht van Jan met “Jan rijdt vandaag helm, camera zoomt zijn eerste rit ...”, 11 Di.22.0 uit Geluid van motoren sec. 6. op de achtergrond 2 Startklaar vanuit het In der hal klinkt zicht van de rijder, muziek, 8 sec. Di.22.0 lage camerapositie motorgeluid 6. 3 4 5 Man met startvlag wordt in de scène begeleid tot aan de startpositie. Camera blijft.
Opnemen van overzichten / dichtbij-opnamen Hele overzichten geven de toeschouwer later een overzicht en tonen de plaats van handeling. Deze scènes kunnen later worden gebruikt voor het inkorten van langere scènes. Wanneer vanaf een dichtbij-instelling naar een volledig overzicht wordt gemonteerd, ziet de toeschouwer de details niet meer - hierdoor kan een sprong in de tijd gemakkelijker worden ingebouwd.
Overgangen creëren Maak overgangen tussen de verschillende locaties waar wordt opgenomen, b.v. door detailopnamen om tijdsprongen te overbruggen. Voorbeeld: detailopname en verveolgens, na zeven tot acht seconden zoomen naar dichtbijopname of overzicht en dan weer wat langer deze instelling aanhouden (weer ong. 7 - 8 seconden). Onharmonische overgangen vermijden Chronologie en situaties moeten beslist bij elkaar passen. Zonnig weer hoort niet bij toeschouwers met een papaplu.
bepaald effect worden bereikt, maar kan ook een boodschap op de toeschouwer worden overgebracht die met beelden niet kun of moet worden getoond.
spreken en dingen die de toeschouwer in de beelden kan herkennen, hoeven niet van commentaar te worden voorzien. Oorspronkelijke geluid behouden Gesproken commentaar moet zodanig met het oorspronkelijke geluid of de muziek worden gemengd dat het oorspronkelijke geluid nog wordt waargenomen. Het geluid hoort bij de opgenomen videobeelden en moet mogelijk niet helemaal worden weggehaald, want zonder geluid komt de video gemakkelijk steriel en minder authentiek over.
Bijlage E: Glossarium - Fr Aa Uw Pi - P h Je - De multimedia vaktaal omvat computer- en videoterminologie. De belangrijkste begrippen zijn hieronder omschreven. aangegeven. Kruisverwijzingen zijn met een ActiveMovie ADPCM Software-interface van Microsoft voor het bedienen van multimediaapparatuur onder Windows. DirectShow, DirectMedia Afkorting van Adaptive Delta Pulse Code Modulation.
Batch file Een bestand onder DOS waarin onder elkaar staande commando’s/opdrachten op volgorde van boven naar beneden worden afgewerkt. Beeldcompressie Methode voor het verminderen van de hoeveelheid data van digitale beelden videobestanden. Beeldgrootte De maximale grootte voor het weergeven van beelddata in een video of een bewegende sequentie. Wanneer een voor de sequentie bedoeld beeld de beeldgrootte overstijgt, moet het worden getrimd of geschaald om het passend te maken.
Composite Composite videosignalen bevatten een gescheiden luminatie- en chrominantiedeel; VHS en 8 mm zijn videoformaten die in staat zijn, Composite videosignalen op te nemen en weer te geven. Wordt ook wel aangeduid met FBAS, S-VHS. Compressie Methode voor het verkleinen van bestanden op een gegevensdrager. Er zijn twee soorten compressie: de ene met en de andere zonder verlies.
EPP Afkorting van Enhanced Compatible Port. Maakt een versnelde bidirectionele datatransfer via de parallelle interface mogelijk; aanbevolen voor miroSTUDIO PM10. ECP EPROM Afkorting voor Erasable Progammable Read Only Memory. Geheugenchip die na programmering de data zonder stroomvoorziening vasthoudt. De geheugeninhoud kan met UV-licht worden gewist en opnieuw geschreven. Filter Algoritmen, die de pixelwaarden voor het maken van speciale effecten bewerken.
Huffmancodering Onderdeel van de JPEG-beelddatacompressie. Aan vaak optredende waarden wordt een korte, aan zelden optredende waarden wordt een lange code toegewezen. IDE Afkorting van Integrated Device Electronics, een interface voor harde schijven die alle voor de drive benodigde stuurelementen op het station zelf ter beschikking stelt. Door deze technologie wordt de conventionele adapter die het station met de uitbreidingsbus verbindt, overbodig.
Kleurmodel Kleurtint Kleurverzadiging Kwantisering LPT Luminantie MByte M1V Modulatie Moederbord Montagelijst Motherboard Motion-JPEG MPA MPEG Een model voor de mathematische beschrijving en definitie van kleuren en hun onderlinge relatie. Ieder kleurmodel heeft een bepaald doel. De twee meest gangbare modellen zijn RGB en YUV. Onderscheiding van de kleuren met de begrippen als rood, geel en oranje. Het aantal bits waarmee de kleurinformatie voor iedere pixel wordt beschreven.
NTSC NTSC 4,43 NTSC videonorm met PAL-kleurdrager. Overzichtopnamen Overzichtopnamen geven de toeschouwer overzicht en tonen de plaats waar het gebeurt. Deze scènes kunnen later ook worden gebruikt voor het inkorten van langere scènes. Wanneer vanuit een detailopname naar een overzicht wordt gemonteerd, ziet de kijker de details niet meer, waardoor gemakkelijk een sprong in de tijd kan worden ingebouwd. Ook een toeschouwer in een dichtbijopname opgenomen, kan kort afleiden van de eigenlijke gebeurtenis.
ROM Afkorting van Read Only Memory. Geheugenchip die na eenmaal geprogrammeerd te zijn, data behoudt zonder stroomvoorziening. EPROM S-video Met S-video (Y/C)-signalen wordt de informatie over helderheid (Luminantie of “Y”) en de kleur (Chrominantie of “C”) gescheiden via meerdere kabels getransporteerd, waarmee een modulatie en demodulatie van de betreffende video, alsmede een daaruit resulterende slechte beeldkwaliteit kan worden voorkomen.
TV Afkorting voor televisie. Twaindriver TWAIN definieert een gestandaardiseerde software-interface voor communictaie tussen grafische- resp. capture-programma’s en apparaten die beeldinformatie beschikbaar stellen. Wanneer de Twaindriver is geïnstalleerd, kunnen via de capture-functie van het betreffende programma (b.v. MS Imagine) beelden rechtstreeks vanaf de videobron in het grafische programma worden opgenomen.
Zwarte band Methode van bandvoorbereiding voor insertmontage, waarbij op de hele videoband zwart wordt opgenomen en waarmee een doorlopend stuurspoor wordt aangelegd. Wanneer het opnameapparaat de tijdcode ondersteunt, wordt tegelijkertijd een doorlopende tijdcode opgenomen (ook wel aangeduid als striping).
Bijlage F: Licentiecontract LEES DE ONDERSTAANDE VOORWAARDEN ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U DIT PRODUKT GEBRUIKT. MET HET GEBRUIK VAN DIT PRODUKT ACCEPTEERT U DEZE VOORWAARDEN. ALS U ZE NIET ACCEPTEERT OF BEGRIJPT, MOET U DIT PRODUKT OMGAAND AAN UW HANDELAAR TERUGGEVEN. Het uitvoeren en heruitvoeren van softwareprodukten uit het huis Pinnacle Systems is door desbetreffende exportcontrolebepalingen van de Verenigde Staten geregeld.
desbetreffende copyright-aantekening op deze veiligheidskopie aanbrengt. (d) Het programma voor uw persoonlijke, zakelijke of beroepsmatig doeleinden gebruiken. Het programma en het programmamateriaal toegankelijk maken voor onbevoegde gebruikers betekent een breuk van dit licentiecontract; alsmede (e) het programma en de licentie aan een andere partij overdragen, voor zover deze partij zich verplicht de voorwaarden van dit contract te aanvaarden.
stilzwijgend, inclusief, maar niet daarop beperkt, de garantie voor handelsgebruikelijke kwaliteit en geschiktheid voor een bepaald doel. Zoals hierna beschreven als enige uitzondering foutieve diskette(s) en studio. Het gehele risico m.b.t. kwaliteit en prestatie van het programma ligt bij u.
Index A B Accepteer titel/Annuleer titel 91 Achteraf geluid toevoegen XXXII Achtergrond 99 Batch Capture XXXIV Batch file XXXV Beeld X Achtergrond afbeelding 110 Achtergrond kleurverloop 110 Achtergrond met vaste kleur 110 Achtergrond transparant 110 Achtergrondmuziek 21, 117 Beeldcompressie XXXV Beelden/Seconde X Beeldgrootte XXXV Beeldkwaliteit 39 Beeldsprongen XXXI ActiveMovie XXXIV Actuele positeie 15 ADPCM XXXIV Adres XXXIV Afbeelding XXXIV Bewerken 9, V Bi-directional XXXIV, XXXV BIOS XXXV Bit X
D Datentransferrate XXVI DCT XXXVI Detailopnamen XXIX Dichtbijopnamen XXX Digital8 XXXVI Digitale films 22 Digitale Video XXXVI Directe preview 1 DirectMedia XXXVI DirectShow XXXVI DirectX 2, XXXVI Discometer 7, 41 Dissolve 27, XXXVI Dithering XXXVI Draaiboek XXVIII Draaiing XXXI DV XXXVI Gedigitaliseerd videobestand: Selecteren en openen 47 Geheugenruimte 42 Geluidseffecten 9, 32 Genre 34 GeoCities XIII Gereedschapskisten 16, 115 GOP XXXVII GOP-lengte XXXVII Grootte wijzigen 106 H Half frame XXXVII Hardw
KByte XXXVIII Key Color XXXVIII Klembord XXXIX Kleurdiepte XXXIX Kleurmodel XXXIX Kleurtint XXXIX Kleur-verzadiging XXXIX Knop 1 Beeld vooruit 26 Knop storyboardaanzicht 24 Kwaliteit X Kwantisering XL NTSC XL O Ondoorschijnendheid 111 Online help 2 Oorspronkelijke geluid XXXIII Opmaaklijn 15 Opname (Capture) 6, 23 Opname en montage: Nuttige aanwijzingen XXIX Opname weergave: Volumeregeling 120 Opslaan: RealVideo-bestand 136 Overgangen 9, XXXI Overgangseffecten 26 L Album 83 Gebruik 80 Integratie 80, 83
Resolutie XLI RGB XLI Ritme in de montage XXXI RLE XLI Roteren 106 Tijdlijn 14, 85 Tijdlijnaanzicht instellen van tijdschaal 27 Timecode XLII Timecode-Striping XVII Tips iii, 59, XVII Titels 9 Maken 87 Titel invoegen: Nuttige aanwijzingen XXXIII Titelkleur XXXIII Titels en afbeeldingen 18 Titelspoor 30 S Samplefrequentie XI Scènes XLI TitleDeko 31, 74 Herstellen van getrimde 64 Scènenaam 64 Scènes in het videoalbum: Preview 48 Scènestart: Weergave 49 Selecteren 49 Terugzetten 52 Tijdsduur 64 Afbeeldi
VHS 4 Video 9 Video CD XLII Video for Windows XLII Video-aftastsnelheid XLII Videoband 35 Videobron I Videoclips: Melding 15 Videoeinstellingen IX Videoftastsnelheid XLII Videohardware II Videomonitor 129 Video-opties 45 Voeg afbeelding toe 91 Voice-over 13 Volledige beelden 72 Volume VI Instellen 121 Volumeregeling 124 Voorinstellingen wijzigen I Vormen muisaanwijzer 122 Vuistregels bij videomontage XXXI W WAV Audiobestand toevoegen 32 Weergave 19 Weergaveduur VI Wijzigen: Wijzigen van clipeigenschappe
NOTA W-W Studio