Operation Manual

1 Raak FADER/BALANCE aan op het DSP-
functiemenu.
2 Raak a of b aan om de balans tussen
de luidsprekers voorin en achterin in te
stellen.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt de balans
tussen de luidsprekers voorin en achterin naar
voren of achteren verplaatst.
U kunt de balans tussen de voor- en achter-
luidsprekers van voor naar achter aanpassen
van de waarde FRONT:25 tot REAR:25.De
waarde wordt op het display getoond.
# FR: 0 is de aanbevolen instelling wanneer u
slechts twee luidsprekers gebruikt.
3 Raak c of d aan om de balans tussen
de luidsprekers links en rechts in te stellen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt de balans
tussen de luidsprekers links en rechts naar
links of rechts verplaatst.
U kunt de balans tussen de linker- en rechter-
luidsprekers van links naar rechts aanpassen
van de waarde LEFT:25 tot RIGHT:25. De waar-
de wordt op het display getoond.
Het bronniveau aanpassen
Met de functie SLA (Source Level Adjustment,
bronniveauregeling) kunt u het volumeniveau
van alle signaalbronnen afzonderlijk instellen.
Hierdoor kunt u plotselinge volumewisselin-
gen voorkomen wanneer u naar een andere
signaalbron overschakelt.
! De instellingen zijn gebaseerd op het FM-
volumeniveau, dat u niet kunt wijzigen.
1 Vergelijk het volumeniveau van de sig-
naalbron die u wilt aanpassen met het FM-
volumeniveau.
2 Raak SLA aan op het DSP-functiemenu.
3 Raak c of d aan om het bronvolume
aan te passen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het ni-
veau van het bronvolume verhoogd of ver-
laagd.
U kunt het volume van de signaalbron verho-
gen of verlagen tussen de waarden +4 en 4.
De waarde wordt op het display getoond.
Opmerkingen
! Het MW/LW-volumeniveau kan ook met de
functie SLA worden aangepast.
! Video-cd, cd, gecomprimeerde audio en DivX
worden automatisch op hetzelfde volumeni-
veau ingesteld.
! DVDs en de optionele DVD-speler worden au-
tomatisch op hetzelfde volumeniveau inge-
steld.
! Extern toestel 1 en extern toestel 2 worden au-
tomatisch op hetzelfde volumeniveau inge-
steld.
! AUX (externe aansluiting) en AV (video) wor-
den automatisch op hetzelfde volumeniveau
ingesteld.
Regeling van het dynamisch bereik
Het dynamisch bereik verwijst naar het ver-
schil tussen de hardste en zachtste geluiden.
Door regeling van het dynamisch bereik wordt
dit verschil verkleind zodat u zachte geluiden
ook hoort als het volume laag staat.
! De regeling van het dynamisch bereik is al-
leen bij Dolby Digital-geluid effectief.
! Als u een andere disc dan een dvd afspeelt,
kunt u DYNAMIC RANGE CONTROL niet
inschakelen.
1 Raak DYNAMIC RANGE CONTROL aan
op het DSP-functiemenu.
2 Raak d aan om de regeling van het dy-
namisch bereik in te schakelen.
# Raak c aan als u de regeling van het dyna-
misch bereik wilt uitschakelen.
Down-mix
Met de functie Down-mix kunt u meerkanaal-
saudio met 2 kanalen afspelen.
Verkrijgbare accessoires
Nl
75
Hoofdstuk
04
Verkrijgbare accessoires