Operation Manual

# U kunt REVERSE (tegengestelde fase) of
NORMAL (normale fase) inschakelen als PHASE
(instelling subwoofer) is geselecteerd.
Fase van de subwoofer corrigeren
Als u de lagetonenuitgang van de subwoofer
probeert te versterken maar geen verbetering
hoort, of de lage tonen worden juist doffer, dan
kan dit betekenen dat het uitgangssignaal van
de subwoofer en de lage tonen die u via de an-
dere luidsprekers hoort elkaar opheffen. Pro-
beer de fase-instelling voor de subwoofer te
wijzigen om dit probleem op te lossen.
1 Raak NEXT aan op het DSP-functieme-
nu.
2 Raak SPEAKER SETTING aan.
3 Raak a of b aan en selecteer
SUB WOOFER (subwoofer).
Telkens als u a of b aanraakt, wordt er als
volgt een luidspreker geselecteerd:
FRONT (voorluidsprekers)CENTER (midden-
luidspreker)REAR (achterluidsprekers)
SUB WOOFER (subwoofer)PHASE (instel-
ling subwoofer)
4 Raak d aan om het uitgangssignaal
voor de subwoofer in te schakelen.
# Raak c aan om het uitgangssignaal voor de
subwoofer uit te schakelen.
5 Raak b en daarna c of d aan en selec-
teer de fase van het uitgangssignaal van
de subwoofer.
Raak d aan om de normale fase te selecteren.
NORMAL verschijnt op het display. Raak c
aan om de omgekeerde fase te selecteren.
REVERSE verschijnt op het display.
Opmerking
Als u een monosignaalbron met twee kanalen
met Pro Logic aan afspeelt, kan het volgende zich
voordoen:
! Er is geen geluid als de instelling van de mid-
denluidspreker SMALL of LARGE is en er
geen middenluidspreker is geïnstalleerd.
! U hoort alleen geluid via de middenluidspre-
ker (indien gemonteerd) en de instelling voor
de middenluidspreker is SMALL of LARGE.
Het uitgangssignaalniveau van
de luidsprekers aanpassen
U kunt het niveau van de luidspreker nauw-
keurig afstellen door te luisteren. Luister eerst
naar de testtoon om het niveau ongeveer in te
stellen en gebruik vervolgens deze functie om
het niveau nauwkeurig in te stellen.
1 Raak NEXT aan op het DSP-functieme-
nu.
2 Raak SPEAKER LEVEL aan.
3 Raak a of b aan en selecteer de luid-
spreker die u wilt aanpassen.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt er als
volgt een luidspreker geselecteerd:
FRONT L (voorluidspreker links)CENTER
(middenluidspreker)FRONT R (voorluidspre-
ker rechts)REAR R (achterluidspreker
rechts)REAR L (achterluidspreker links)
SUB WOOFER (subwoofer)
# U kunt geen luidsprekers selecteren die zijn
ingesteld op OFF. (Raadpleeg De luidsprekers in-
stellen op de vorige bladzijde.)
4 Raak c of d aan om het uitgangssig-
naalniveau van de luidspreker aan te pas-
sen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het uit-
gangsniveau van de luidspreker verhoogd of
verlaagd. U kunt het niveau verhogen of verla-
gen tussen de waarden +10 en 10. De waar-
de wordt op het display getoond.
Verkrijgbare accessoires
Nl
78
Hoofdstuk
04