Operation Manual

6 Raak b aan om Center Width te selecte-
ren en raak vervolgens c of d aan om het
middelste geluidsbeeld af te stellen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het ge-
luid van het middelste kanaal stapsgewijs over
de luidsprekers links en rechts voorin ver-
spreid, met een spreidingswaarde van 0 t/m 7.
3 is de standaardwaarde en wordt aanbevolen
voor de meeste opnamen. Met 0 wordt al het
geluid uit het middengebied naar de middelste
luidspreker verplaatst. Met 7 wordt al het ge-
luid uit het middengebied evenredig verdeeld
over de luidsprekers links en rechts.
De luidsprekers instellen
Bij deze instellingen kunt u met/zonder (of
ja/nee) en de luidsprekergrootte (capaciteit
voor lage tonen) instellen, afhankelijk van de
gemonteerde luidsprekers. De grootte moet
worden ingesteld op Large (groot) als de luid-
spreker geluiden van ongeveer 100 Hz of min-
der kan reproduceren. Selecteer anders Small
(klein).
! Het lagefrequentiebereik is niet hoorbaar
als de subwoofer is ingesteld op Off en de
luidsprekers voorin en achterin zijn inge-
steld op Small of Off.
! Niet-geïnstalleerde luidsprekers moeten
worden ingesteld op Off.
! Stel de luidsprekers voorin of achterin in op
Large als de luidsprekers lage tonen kun-
nen reproduceren of als er geen subwoofer
is geïnstalleerd.
1 Raak Speaker Setting aan.
2 Selecteer de luidspreker die u wilt aan-
passen met a of b.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt er als
volgt een luidspreker geselecteerd:
Front (voorluidsprekers)Center (midden-
luidspreker)Rear (achterluidsprekers)
Subwoofer (subwoofer)Phase (instelling
subwoofer)
# U kunt alleen overschakelen naar Phase als
de subwoofer is ingesteld op On.
3 Raak c of d aan en selecteer de juiste
grootte voor de geselecteerde luidspreker.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt de
grootte als volgt geselecteerd:
Off (uit)Small (klein)Large (groot)
# U kunt niet Off selecteren als Front (voorluid-
sprekers) is ingesteld.
# U kunt On of Off selecteren als Subwoofer
(subwoofer) is geselecteerd.
# U kunt Reverse (tegengestelde fase) of
Normal (normale fase) inschakelen als Phase (in-
stelling subwoofer) is geselecteerd.
Fase van de subwoofer corrigeren
Als u de lagetonenuitgang van de subwoofer
probeert te versterken maar geen verbetering
hoort, of de lage tonen worden juist doffer, dan
kan dit betekenen dat het uitgangssignaal van
de subwoofer en de lage tonen die u via de an-
dere luidsprekers hoort elkaar opheffen. Pro-
beer de fase-instelling voor de subwoofer te
wijzigen om dit probleem op te lossen.
1 Raak Speaker Setting aan.
2 Raak a of b aan en selecteer
Subwoofer (subwoofer).
Telkens als u a of b aanraakt, wordt er als
volgt een luidspreker geselecteerd:
Front (voorluidsprekers)Center (midden-
luidspreker)Rear (achterluidsprekers)
Subwoofer (subwoofer)Phase (instelling
subwoofer)
3 Raak d aan om het uitgangssignaal
voor de subwoofer in te schakelen.
# Raak c aan om het uitgangssignaal voor de
subwoofer uit te schakelen.
4 Raak b en daarna c of d aan en selec-
teer de fase van het uitgangssignaal van
de subwoofer.
Raak d aan om de normale fase te selecteren.
Normal verschijnt op het display. Raak c aan
om de omgekeerde fase te selecteren.
Reverse verschijnt op het display.
Verkrijgbare accessoires
Nl
91
Hoofdstuk
19
Verkrijgbare accessoires