Operation Manual

12
U wilt een Bluetooth-apparaat waarmee de verbinding
verbroken werd, opnieuw verbinden.
De verbinding kan om de een of andere reden niet automa-
tisch tot stand gebracht worden.
1 Schakel de Bluetooth-technologie op de appa-
raten in.
2 Geef het scherm “Bluetooth” weer.
Raadpleeg Geef het scherm “Bluetooth” weer op bladzijde
11
3 Tip [Verbinding] aan.
4 Raak de naam van het apparaat aan waarmee u
een verbinding wilt.
p Als u de verbinding met het apparaat wilt verbreken, tipt u de
naam van het aangesloten apparaat in de lijst aan.
De zichtbaarheid instellen
Met deze functie stelt u in of dit product wel of niet zichtbaar is
voor andere apparaten.
De standaardinstelling is “Aan”.
1 Geef het scherm “Bluetooth” weer.
Raadpleeg Geef het scherm “Bluetooth” weer op bladzijde
11
2 Tip [Zichtbaarheid] aan om over te schakelen
tussen “Aan” en “Uit”.
De pincode invoeren voor
Bluetooth-verbinding
Om uw Bluetooth-apparaat te verbinden met dit product, moet u
een pincode invoeren.
U kunt de pincode wijzigen met deze functie.
p De standaard pincode is “0000”.
1 Geef het scherm “Bluetooth” weer.
Raadpleeg Geef het scherm “Bluetooth” weer op bladzijde
11
2 Raak [PIN Code Ingeven].
3 Tip [0] tot [9] aan om de pincode in te voeren
(max. 8 cijfers).
4 Raak
aan.
De apparaatinformatie
weergeven
1 Geef het scherm “Bluetooth” weer.
Raadpleeg Geef het scherm “Bluetooth” weer op bladzijde
11
2 Raak [Toestel Informatie] aan.
De apparaatnaam en het adres van het Bluetooth-apparaat
worden op dit product weergegeven.
Het Bluetooth-geheugen
wissen
p Deze instelling kan alleen worden gebruikt als u het voertuig
op een veilige plaats parkeert en de handrem aantrekt.
BELANGRIJK
Schakel dit product nooit uit terwijl het Bluetooth-geheugen
wordt gewist.
1 Geef het scherm “Bluetooth” weer.
Raadpleeg Geef het scherm “Bluetooth” weer op bladzijde
11
2 Raak [Bluetooth Geh. wissen] aan.
3 Raak [Wissen] aan.
Het bevestigingsscherm verschijnt.
De Bluetooth-software
bijwerken
Deze functie wordt gebruikt voor het bijwerken van dit product
met de nieuwste Bluetooth-software. Meer informatie over
Bluetooth-software en het bijwerken ervan, vindt u op onze
website.
p De bron wordt uitgeschakeld en de Bluetooth-verbinding
wordt verbroken voordat het proces begint.
p Deze instelling kan alleen worden gebruikt als u het voertuig
op een veilige plaats parkeert en de handrem aantrekt.
p U moet het updatebestand vooraf opslaan op het
USB-geheugenapparaat.
BELANGRIJK
Schakel dit product nooit uit en ontkoppel nooit de telefoon
terwijl de software wordt bijgewerkt.
1 Verbind het USB-geheugenapparaat waarop
het updatebestand is opgeslagen, met dit
toestel.
Raadpleeg Een USB-geheugenapparaat aansluiten en losma-
ken op bladzijde 7
2 Geef het scherm “Bluetooth” weer.
Raadpleeg Geef het scherm “Bluetooth” weer op bladzijde
11
3 Raak [BT Software Update] aan.
4 Raak [Start] aan.
Volg de instructies op het scherm om het bijwerken van de
Bluetooth-software te voltooien.
De versie van de Bluetooth-
software weergeven
Als dit product niet correct werkt, moet u wellicht contact opne-
men met uw dealer voor reparatie.
Voer in dergelijke gevallen de volgende procedure uit om de
softwareversie op dit toestel te controleren.
1 Geef het scherm “Bluetooth” weer.
Raadpleeg Geef het scherm “Bluetooth” weer op bladzijde
11
2 Raak [Bluetooth Versie Informatie] aan.
De versie van de Bluetooth-module van dit product wordt
weergegeven.
Overschakelen tussen aangeslo-
ten Bluetooth-apparaten
Nadat u de gewenste Bluetooth-apparaten op dit product
geregistreerd en aangesloten hebt, kunt u tussen de apparaten
overschakelen met de overschakeltoets tijdens gebruik van de
telefoonfunctie en sommige audiobronnen.
p U kunt maximaal drie Bluetooth-apparaten op dit product
registreren.
Raadpleeg Uw Bluetooth-apparaten registreren op blad-
zijde 11
p U kunt een van de geregistreerde apparaten op dit product
aansluiten. Als het geregistreerde apparaat een telefoon-
functie heeft, kunnen tijdens gebruik van de telefoonfunctie
maximaal twee apparaten tegelijkertijd zijn aangesloten.
Als twee van de drie geregistreerde apparaten al zijn aan-
gesloten, kunt u het derde apparaat alleen aansluiten om
de audiofunctie te gebruiken via de overschakeltoets op het
audiobronscherm.
< QRB3692-A >
Een Bluetooth
®
-apparaat registreren en verbinden