Operation Manual

39
De achteruitkijkcamera
instellen
Er is een afzonderlijk verkrijgbare achteruitkijkcamera (bijv.
ND-BC8) vereist voor het gebruik van de achteruitkijkcame-
rafunctie. (Raadpleeg uw dealer voor details.)
Achteruitkijkcamera
Het product heeft een functie waarmee het beeld van de ach-
teruitkijkcamera automatisch over het volledige scherm wordt
weergegeven wanneer de schakelhendel in de stand ACHTERUIT
(R) wordt gezet.
In de Cameraweergave-stand kunt u controleren wat er achter
u is terwijl u rijdt.
Camera voor de functie Cameraweergave
Cameraweergave kan op elk ogenblik worden weergegeven.
Houd er rekening mee dat het camerabeeld bij deze instelling
niet herschaald wordt om op het scherm te passen, en dat een
gedeelte van wat de camera ziet niet op het scherm zichtbaar is.
Om het camerabeeld weer te geven, tipt u [Cameraweergave]
aan op het scherm “AV-bronselectiescherm”.
Raadpleeg Bron op het AV-bronselectiescherm op bladzijde
10
p Om de achteruitkijkcamera in te stellen als de camera voor
de stand Cameraweergave, stelt u “Ingang camera ach-
ter” in op “Aan”.
Raadpleeg De achteruitkijkcamera activeren op bladzijde 39
p Als u de 2e camera gebruikt, stelt u “AV ingang” in op
Camera”.
Raadpleeg Startprocedure (voor camera) op bladzijde 36
p Als het camerabeeld voor zowel de achteruitkijkcamera als
een 2e camera beschikbaar is, verschijnt de toets om over
te schakelen tussen beide. Tip deze toets aan om het beeld
over te schakelen tussen de achteruitkijkcamera en de 2e
camera.
BELANGRIJK
Pioneer raadt het gebruik aan van een camera die spiegelbeel-
den kan produceren, omdat anders de kans bestaat dat het
beeld omgekeerd op het scherm wordt weergegeven.
p Controleer meteen of het beeld van de achteruitkijkcamera
wordt weergegeven wanneer de schakelhendel vanuit een
andere stand in ACHTERUIT (R) wordt gezet.
p Wanneer tijdens normaal rijden het scherm overschakelt
naar weergave van het beeld van de achteruitkijkcamera over
het volledige scherm, kiest u de tegenovergestelde instelling
in “Polariteit Camera”.
p Als u
aantipt terwijl het camerabeeld wordt weer-
gegeven, dan wordt het weergegeven beeld tijdelijk
uitgeschakeld.
De achteruitkijkcamera activeren
De standaardinstelling is “Uit”.
1 Geef het scherm “Systeem” weer.
Raadpleeg Het instellingsscherm “Systeem” weergeven op
bladzijde 38
2 Tip [Camera-instellingen] aan.
3 Tip [Ingang camera achter] aan om over te
schakelen tussen “Aan” en “Uit”.
De polariteit van de achteruitkijkca-
mera instellen
p Deze functie is beschikbaar wanneer “Ingang camera
achter” op “Aan” staat.
Raadpleeg De achteruitkijkcamera activeren op bladzijde 39
1 Geef het scherm “Systeem” weer.
Raadpleeg Het instellingsscherm “Systeem” weergeven op
bladzijde 38
2 Tip [Camera-instellingen] aan.
3 Raak [Polariteit Camera] aan.
Batterij (standaard):
De polariteit van de aangesloten draad is positief.
Aarding:
De polariteit van de aangesloten draad is negatief.
De veilige modus instellen
U kunt de veilige modus instellen waarmee wordt geregeld dat
sommige functies alleen werken wanneer u uw voertuig op een
veilige plaats parkeert en de handrem aantrekt.
De standaardinstelling is “Aan”.
1 Geef het scherm “Systeem” weer.
Raadpleeg Het instellingsscherm “Systeem” weergeven op
bladzijde 38
2 Tip [Veilige Modus] aan om over te schakelen
tussen “Aan” en “Uit”.
De demonstratiestand instellen
De standaardinstelling is “Aan”.
1 Geef het scherm “Systeem” weer.
Raadpleeg Het instellingsscherm “Systeem” weergeven op
bladzijde 38
2 Tip [Demo mode] aan om over te schakelen
tussen “Aan” en “Uit”.
De systeemtaal selecteren
Als de gebruikte taal niet overeenkomt met de taalinstelling
van dit toestel, wordt tekst wellicht niet juist weergegeven.
Het is mogelijk dat sommige tekens niet juist worden
weergegeven.
1 Geef het scherm “Systeem” weer.
Raadpleeg Het instellingsscherm “Systeem” weergeven op
bladzijde 38
2 Raak [Systeemtaal] aan.
3 Tip de gewenste taal aan.
Nadat de taal is geselecteerd, wordt er teruggekeerd naar het
vorige scherm.
De gebruikslocatie selecteren
p Deze instelling is niet beschikbaar wanneer u Pandora
gebruikt.
1 Geef het scherm “Systeem” weer.
Raadpleeg Het instellingsscherm “Systeem” weergeven op
bladzijde 38
2 Raak [Instelling locatie] aan om de volgende
items te schakelen.
Europa (standaard)
Australië
De toetsenbordtaal instellen
met de applicatie voor iPhone
U kunt het toetsenbord in AppRadioMode gebruiken door de
taal van het toetsenbord voor de iPhone in te stellen.
p Deze functie is alleen beschikbaar in AppRadioMode op de
iPhone.
1 Geef het scherm “Systeem” weer.
Raadpleeg Het instellingsscherm “Systeem” weergeven op
bladzijde 38
2 Raak [Toetsenbord] aan.
3 Tip de gewenste taal aan.
Nadat de taal is geselecteerd, wordt er teruggekeerd naar het
vorige scherm.
< QRB3692-A >
Systeeminstellingen