CRB1781A_Cover_Nederlands 5/21/02 3:40 PM Page 2 Bedieningshandleiding NEDERLANDS DVD Navigatie-eenheid AVIC-9DVD— AVIC-8DVD— PIONEER CORPORATION 4-1, MEGURO 1-CHOME, MEGURO-KU, TOKYO 153-8654, JAPAN PIONEER ELECTRONICS (USA) INC. P.O. Box 1540, Long Beach, California 90801-1540, U.S.A. TEL: (800) 421-1404 PIONEER EUROPE NV Haven 1087, Keetberglaan 1, B-9120 Melsele, Belgium TEL: (0) 3/570.05.11 PIONEER ELECTRONICS ASIACENTRE PTE. LTD.
CRB1781A_Cover_Nederlands 5/21/02 3:40 PM Page 4 Aanwijzingen voor het bijwerken van het applicatieprogramma van het Navigatiesysteem: • Laat de auto op een veilige plaats stilstaan. Zorg ervoor dat het Navigatiesysteem tijdens het bijwerken van het programma niet wordt uitgezet. • Wanneer het programma is bijgewerkt, wordt het Navigatiesysteem opnieuw opgestart. Schakel het Navigatiesysteem niet uit tot de kaart van uw omgeving verschijnt.
Inleiding Licentieovereenkomst ■PIONEER AVIC-9DVD—, AVIC-8DVD—(CNDV-20) DIT IS EEN WETTELIJKE OVEREENKOMST TUSSEN U ALS GEBRUIKER EN PIONEER CORP. (JAPAN) (“PIONEER”). LEEST U DE VOORWAARDEN EN BEPALINGEN VAN DEZE OVEREENKOMST AANDACHTIG DOOR, ALVORENS U DE OP DE PIONEER PRODUCTEN GEÏNSTALLEERDE PROGRAMMATUUR IN GEBRUIK NEEMT. DOOR DE OP PIONEER PRODUCTEN GEÏNSTALLEERDE PROGRAMMATUUR TE GEBRUIKEN STEMT U ERMEE IN GEHOUDEN TE ZIJN AAN DE VOORWAARDEN VAN DEZE OVEREENKOMST.
2. AFWIJZING VAN GARANTIE Het Programma en de bijbehorende documentatie worden u verstrekt “ZONDER MEER”. PIONEER EN ZIJN LICENTIEGEVER(S) (ten aanzien van bepaling 2 en 3, worden Pioneer en zijn licentiegever(s) gezamenlijk “Pioneer” genoemd) GEVEN GEEN GARANTIE EN U ONTVANGT GEEN GARANTIE, NOCH EXPLICIET NOCH IMPLICIET, EN ALLE GARANTIES TEN AANZIEN VAN DE VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL ZIJN UITDRUKKELIJK UITGESLOTEN.
. BEËINDIGING Deze Overeenkomst blijft van kracht totdat hij wordt beëindigd. U kunt deze Overeenkomst op elk gewenst moment beëindigen door het vernietigen van het Programma. Ook zal de Overeenkomst onmiddellijk worden beëindigd, indien u de voorwaarden of bepalingen van deze Overeenkomst niet in acht neemt. Bij beëindiging houdt u zich gebonden het Programma te vernietigen. 6. DIVERSEN Dit is de volledige Overeenkomst tussen Pioneer en u betreffende het Programma.
■VOORWAARDEN EN BEPALINGEN BETREFFENDE DE NAVTECH gegevens DIT IS EEN WETTELIJKE OVEREENKOMST (“OVEREENKOMST”) TUSSEN U, DE EINDGEBRUIKER, EN NAVIGATION TECHNOLOGIES CORPORATION (NAVTECH) EN ZIJN LEVERANCIERS, WAARVAN DE VOORWAARDEN EN BEPALINGEN HIERONDER ZIJN WEERGEGEVEN. DOOR HET GEBRUIK VAN UW KOPIE VAN DE NAVTECH GEGEVENS STEMT U IN MET DE VOORWAARDEN EN BEPALINGEN VAN DEZE OVEREENKOMST. Uitsluitend voor persoonlijk gebruik.
DAAD OF OP BASIS VAN EEN GARANTIE, ZELFS ALS NAVTECH OF ZIJN LICENTIEHOUDERS OVER DE MOGELIJKHEID VAN EEN DERGELIJKE SCHADE WAREN GEÏNFORMEERD. Sommige staten, gebieden en landen staan bepaalde uitsluitingen van de aansprakelijkheid of beperkingen ten aanzien van schadeclaims niet toe, zodat het bovenstaande wellicht niet geheel op u van toepassing is. Beperkte aansprakelijkheid.
Toepasselijk recht. Bovenstaande voorwaarden zijn onderworpen aan het Nederlands recht, zonder tenuitvoerlegging van (i) conflicterende wetsbepalingen, of (ii) de Conventie van de Verenigde Naties inzake contracten voor de internationale verkoop van goederen, die hiervan expliciet is uitgesloten. U stemt ermee in zich betreffende alle geschillen, claims en vorderingen die voortvloeien uit of in verband staan met de u hierin geboden informatie te houden aan de Nederlandse rechtsspraak.
■ORDNANCE SURVEY (OS) LICENTIEOVEREENKOMST MET DE EINDGEBRUIKER INZAKE DE GEGEVENS VAN DE ORDNANCE SURVEY (OS) Lees deze overeenkomst zorgvuldig door alvorens het Navigatiesysteem in gebruik te nemen. Dit is een licentieovereenkomst aangaande het gebruik van de puntcoderingsgegevens van de OS die deel uitmaken van het Navigatiesysteem. Door het gebruik van deze puntcoderingsgegevens aanvaardt u en stemt u in met alle hieronder genoemde bepalingen.
DE AFWIJZING VAN GARANTIE EN DE BEPERKING VAN DE AANSPRAKELIJKHEID ZOALS BEPAALD IN DEZE OVEREENKOMST HEBBEN GEEN INVLOED OP EN MAKEN GEEN INBREUK OP UW WETTELIJKE RECHTEN WAAR U DE GEGEVENS HEEFT VERWORVEN ANDERS DAN TIJDENS EEN ZAKELIJKE ACTIVITEIT. Deze licentievoorwaarden zijn onderworpen aan het Engels recht en de exclusieve jurisdictie van de Engelse rechtbanken.
Inhoudsopgave Inleiding.....................................................................................1 Licentieovereenkomst.........................................................................................................1 PIONEER AVIC-9DVD—, AVIC-8DVD—(CNDV-20) ...................................................... 1 VOORWAARDEN EN BEPALINGEN BETREFFENDE DE NAVTECH gegevens...... 4 ORDNANCE SURVEY (OS) ........................................................................................
Hoofdstuk 2 Koers uitzetten naar uw bestemming ................................. 39 Alvorens u bestemming en route te bepalen..............................................................39 Geef het land aan waarin u wilt zoeken .....................................................................40 Voer de routeberekening van de verschillende routemogelijkheden uit en kies er een uit ....................................................................................................................
Hoofdstuk 4 Verschillende soorten informatie gebruiken .......................65 Het adresboek wijzigen.................................................................................................... 65 Een bezochte locatie in het adresboek registreren.................................................... 65 De informatie over een locatie bijwerken ................................................................... 67 De gegevens in het adresboek wissen ....................................................
Hoofdstuk 6 Het gebruik van de Pioneer AV apparatuur in combinatie met het Navigatiesysteem........................................................103 Veilig Rijden ......................................................................................................................103 Voor Ingebruikneming....................................................................................................103 Kenmerken van het navigatiesysteem in combinatie met de Pioneer AV Hoofdtoestel .....................
Gebruiken van de disctitel functies .......................................................................... 133 Gebruiken van CD TEXT functies............................................................................ 134 DAB TUNER......................................................................................................................135 Luisteren naar een DAB .......................................................................................... 137 Omschakelen van het display ........
Instellen van de hoge tonen .....................................................................................158 Instellen van de loudness functie .............................................................................158 Gebruiken van het subwoofer uitgangssignaal ........................................................159 Gebruik van een uitgangssignaal zonder fade .........................................................159 Gebruiken van het high-pass filter.....................................
Appendix ...............................................................................177 Plaatsbepalingstechnologie .........................................................................................177 Wanneer er fouten optreden.........................................................................................179 Wanneer plaatsbepaling via GPS onmogelijk is ...................................................... 179 Omstandigheden die fouten in de plaatsbepaling kunnen veroorzaken ...........
Belangrijke veiligheidsvoorschriften Zorg ervoor dat u de volgende informatie over veiligheid leest en volledig begrijpt voor u het Navigatiesysteem gaat gebruiken: • Lees de handleiding voordat u dit Navigatiesysteem in werking stelt. • Dit Navigatiesysteem is uitsluitend bedoeld als een hulpmiddel bij de besturing van uw auto. U mag het autonavigatiesysteem niet beschouwen als vervanging van uw eigen beoordelingsvermogen en alertheid tijdens het rijden.
Punten van aandacht voor het gebruik van het systeem ■Voorzorgsmaatregelen • Dit product kan buiten Europa niet juist functioneren. • Neem alle waarschuwingen in deze handleiding in acht en bewaar dit boekje op een handige plaats om het later te kunnen naslaan. • Mocht de apparatuur niet naar behoren functioneren, raadpleeg dan uw dealer of de dichtstbijzijnde Pioneer onderhoudsdienst. • Stel het volume zodanig in dat u nog geluiden van buiten kunt horen.
Kenmerken van uw DVD-navigatiesysteem Dit is voorzien van een “chip voor een precieze plaatsbepaling” en een “3D hybride sensor”. Zo kan dus een buitengewoon precieze navigatie worden bewerkstelligd. Deze hoge-precisiekenmerken zijn verder verbeterd door de chip voor de precieze plaatsbepaling, die de positie van uw auto kan bepalen.
Het lezen van deze handleiding Deze handleiding biedt u alle benodigde informatie om uw nieuwe Navigatiesysteem volledig te kunnen gebruiken. De eerste paar hoofdstukken geven een overzicht van het systeem en de nodige voorbereidingen voor het gebruik. Daarna volgt een complete beschrijving van alle functies met hun bediening. Aan het begin van dit inleidende hoofdstuk vindt u de inhoudsopgave die alle functies vermeldt, met het paginanummer waar u de beschrijving aantreft.
■Bediening van de DVD-speler De bediening van de DVD-speler verschilt enigszins van die van de in dit apparaat (AVIC9DVDII en AVIC-9DVD) ingebouwde DVD-speler en de Pioneer DVD-speler. Zie de volgende gedeelten voor nadere informatie over de verschillende wijze van gebruik: • Handleiding bij de DVD-speler • Verwijzingstabel bediening DVD (aan het eind van deze handleiding) ■Terminologie Hieronder ziet u een voorbeeldpagina met een uitleg van de terminologie, de toetsaanduidingen e.d. in deze handleiding.
■Over verschillen in de afstandsbediening (AVIC-9DVD) Als de afstandsbediening van de AVIC-9DVD wordt gebruikt, zijn de volgende verschillen aan de orde: Het gebruik van de PGM-functie U kunt de PGM-functie gebruiken. Als de Modusschakelaar is ingesteld op “DVD”, kunt u de DVD-speler niet aan- of afzetten. Spraakherkenning starten Druk op de joystick terwijl de Modusschakelaar is ingesteld op “NAVI”. (De functie wordt geannuleerd als de modus op “DVD” is ingesteld.
Het programma installeren Het programma wordt met behulp van de meegeleverde disc in het hoofdapparaat van het Navigatiesysteem geïnstalleerd. Dit is niet nodig wanneer uw dealer de installatie al heeft uitgevoerd. Ga naar hoofdstuk 1. Wanneer u het programma installeert, voert u de volgende handelingen uit. Wanneer alle setup procedures voltooid zijn, verschijnt de kaart van uw omgeving en kunt u het Navigatiesysteem gebruiken. 1. Plaats de disc wanneer de auto is geparkeerd. 2.
➲ Wilt u een andere taal kiezen, selecteer dan “Yes/Oui/Ja”, klik op de OK-toets en ga naar de volgende stap. 4 Selecteer de taal in de lijst. De lijst met talen die u kunt gebruiken verschijnt. Verplaats de joystick omhoog of omlaag om de gewenste taal te selecteren. 5 Klik op de OK-toets. De installatie van het programma in de door u gekozen taal begint. Tijdens de installatie verschijnt het volgende scherm om het proces weer te geven. Wanneer de installatie voltooid is, verschijnt het openingsscherm.
7 De klok instellen. Centraal Europese Tijd (CET) Het tijdsverschil tussen de tijd die oorspronkelijk is ingesteld in dit apparaat (Centraal Europese Tijd) en de huidige locatie van uw auto wordt weergegeven. Stel zonodig het tijdsverschil bij. Verplaats de joystick om “Uur +” of “Uur -” te selecteren en klik op de OK-toets om het tijdsverschil met een uur te wijzigen. Stel het tijdsverschil in tussen de huidige locatie van uw auto en de Centraal Europese Tijd (CET). 8 Stel zo nodig de zomertijd in.
1 1 Basisbediening Inschakelen Wanneer de motor van uw auto draait, is het hoofdapparaat van uw Navigatiesysteem ingeschakeld. Nadat het openingsscherm een paar seconden is weergegeven, verschijnt er een waarschuwingsbericht. Lees dit bericht en klik op de OK of de TALK toets, dan verschijnen tegelijkertijd het kaartscherm met de weergave van uw omgeving en het bericht over de opnamestatus van de rij-geschiedenis. (Na enkele seconden verdwijnt het bericht automatisch.
Soorten menu’s U voert de meeste taken uit met behulp van menu’s. Een gebruikelijke stappenvolgorde ziet er als volgt uit: “Selecteer een menu, selecteer een menu-item met de joystick, en klik op de OK-toets”. Er zijn twee soorten menu’s: het “Hoofdmenu” en het “Snelkoppelingsmenu”. ■Hoofdmenu Druk terwijl de kaart wordt weergegeven op de MENU toets en het Hoofdmenu verschijnt. U gebruikt dit menu voor de basisbediening van uw Navigatiesysteem.
➲ Items met een grijze kleur kunnen niet worden gekozen: afhankelijk van de vorige bewerking kunnen items een grijze kleur hebben. 27 Basisbediening Bestemming Selecteer uw bestemming met de cross-pointer en de route wordt berekend (zie “Een bestemming op de kaart vinden” op pagina 38). Wanneer uw bestemming of viapunt met behulp van deze methode is ingesteld, wordt er informatie over de straten (of het huisnummer) rond de cross-pointer of de categorieën verzameld.
Basisnavigatie In dit gedeelte wordt de basisnavigatie beschreven, zoals de manier waarop menu-items worden gekozen, aan de hand van het voorbeeld van het bepalen van uw bestemming. Op basis van de informatie die u over uw bestemming hebt, zoekt uw Navigatiesysteem naar uw bestemming op de kaart en berekent de route. Opgelet Uit veiligheidsoverwegingen kunt u deze functies niet gebruiken terwijl uw auto rijdt. Stop en schakel vóór gebruik de handrem in. Basishandelingsvolgorde 1.
Als u de MENU toets indrukt terwijl de kaart wordt weergegeven, verschijnt het Hoofdmenu van het Navigatiesysteem. Hoofdstuk ■De navigatie bedienen door het menu aan te geven 1 Basisbediening Alleen “Nieuwe bestemming” is gemarkeerd en heeft een andere kleur dan de andere items. Hieraan kunt u zien dat dit item is geselecteerd. Rechts van het scherm verschijnt een kleine lijst. Hieraan kunt u zien dat het huidige geselecteerde item verder onderverdeeld is in sub-menu’s.
Wanneer de lijst met items verschillende schermen omvat. Als de lijst met overeenkomstige plaatsnamen niet in één scherm kan worden weergegeven, verschijnt er een schuifbalk links van de lijst die toont dat er meer items zijn. Als u de joystick omhoog of omlaag beweegt, worden de resterende items weergegeven. (Als er veel items zijn, kunt u de lijst sneller verplaatsen door de schaalregeling omhoog en omlaag te bewegen.
(1) (8) (2) (3) (4) (5) (6) (9) (1) Tekstvak Hier verschijnen de ingevoerde letters. (2) Tekstpalet De letters van het alfabet. De letters die u niet kunt invoeren worden grijs weergegeven. (3) Spatie ( ) U kunt een spatie invoeren. (4) Backspace-wissen (←) Het vorige karakter wordt gewist. (5) Alles wissen ( ) Alle ingevoerde letters worden gewist. Wanneer de DELETE toets van de afstandsbediening meer dan twee seconden wordt ingedrukt, kunnen ook alle ingevoerde letters worden gewist.
Letters invoeren met behulp van de numerieke toetsen van de afstandsbediening Met elke druk op de toets worden de aan de toets toegewezen letters achtereenvolgens getoond. Als een andere toets wordt ingedrukt terwijl de in te voeren letter is geselecteerd of als de OK-toets rechtsonder de numerieke toetsen wordt ingedrukt, verschijnt de geselecteerde letter in het tekstvak.
De meeste informatie die uw Navigatiesysteem biedt, kan op de kaart worden bekeken. U dient te weten hoe de informatie op de kaart wordt weergegeven. 1 Het scherm ziet eruit als een normale kaart. Er worden wegen naar verschillende bestemmingen en geografische kenmerken zoals rivieren, parken en bossen getoond. Terwijl het menu wordt getoond, kunt u overschakelen naar de kaart van uw omgeving door op de NAVI toets te drukken. De kaart kan op vier manieren worden weergegeven.
Pijl mode De rijrichting wordt eenvoudig door een pijl weergegeven. Wanneer u een begeleidingspunt nadert, zoals een kruising, schakelt het scherm over om de afstand tot en de richting naar het begeleidingspunt te tonen.
Hoofdstuk Begeleidingspunt* Het volgende keerpunt wordt weergegeven door middel van een gele vlag. Bestemming* De geblokte vlag geeft uw bestemming aan. (3) Moeilijk te bepalen huidige plaats De positie van uw auto. De pijl toont het traject dat u rijdt en het scherm beweegt automatisch wanneer u rijdt. (4) Afstand tot het bestmming* (5) De naam van de straat waarin u zich bevindt (6) Kompas De rode pijl toont het noorden.
➲ Het display geeft met witte stippen de afgelegde weg van uw auto gedurende circa 200 km aan. Als de snelheid lager is dan 5 km/h (3 mijl/h), zijn de stippen rood. Als de snelheid tussen de 5 km/h (3 mijl/h) en 20 km/h (12 mijl/h) ligt, zijn de stippen oranje. ■De schaal van de kaart wijzigen Rechtsboven de kaart wordt de schaal van de kaart weergegeven.
U kunt gegevens over de huidige plaats of van de plaats die wordt aangewezen door de crosspointer controleren. 2 Selecteer “Informatie” en klik op de OK-toets. De informatie over de huidige of over een specifieke locatie verschijnt. De informatie varieert al naar gelang de locatie. Over sommige locaties zijn meerdere onderwerpen beschikbaar. In dit geval verschijnt, als u de schaalregeling op en neer beweegt, de overige informatie. (Het is mogelijk dat er geen informatie is over de betreffende locatie.
Een bestemming op de kaart vinden Wanneer u de locatie die u wilt bezoeken zoekt door de kaart te verplaatsen, en “Bestemming” in het Snelkoppelingsmenu selecteert, kunt u uw bestemming op de kaart specificeren. 1 Druk op de NAVI toets. De kaart verschijnt. 2 Plaats de cross-pointer op de plaats die u als bestemming wilt instellen. Klik op de OK-toets Het Snelkoppelingsmenu wordt weergegeven. 3 Selecteer “Bestemming” en klik op de OK-toets.
Hoofdstuk 2 Koers uitzetten naar uw bestemming Om veiligheidsredenen zijn deze functies niet beschikbaar zolang de auto rijdt. Stop de auto op een veilige plaats en trek de handrem aan. ➲ Drukt u tijdens de routeberekening op de TERUG toets dan wordt de berekening geannuleerd en de kaart verschijnt.
■Geef het land aan waarin u wilt zoeken De informatie op de disc is al naar gelang het betreffende land georganiseerd. Wanneer u uw bestemming zoekt, zoekt u Navigatiesysteem ernaar in het op dat moment geselecteerde land. Daarom dient u, als uw bestemming in een ander land ligt, de landinstelling te wijzigen alvorens te beginnen met het zoeken van de bestemming.
■Voer de routeberekening van de verschillende routemogelijkheden uit en kies er een uit U kunt routeberekeningen van verschillende route-opties krijgen. U kunt uw favoriete route kiezen door route-opties op het scherm te bevestigen. Selecteer na het berekenen van de route-opties de route van uw keuze. Wijzig de instelling van “Routenummer” in het menu “Basisinstellingen”.
Over de routevoorwaarden Wanneer de berekening van slechts één route is ingesteld, kunt u een route-optie zoeken door de volgende voorwaarden te combineren (voor informatie over het instellen van de berekeningsvoorwaarden zie “Snelste/Kortste route” op pagina 96 en “Snelweg vermijden” op pagina 96). Bij de combinatie van bijv. “Kortste route” en “Snelweg vermijden” (“Aan”) zal de route met de kortste reistijd en vermijding van de snelweg worden berekend en weergegeven op het scherm.
Het berekenen van de route naar uw thuisbasis of naar uw favoriete locatie 1 ➲ uw favoriete locatie registreren” op pagina 71. U kunt de geregistreerde informatie ook later wijzigen. Als uw favoriete plaats niet geregistreerd is, wordt “Naar ...” weergegeven in het menu. Heeft u de plaats eenmaal geregistreerd, dan verandert deze in de “.
Uw bestemming zoeken op adres U kunt het adres van uw bestemming specificeren. De route naar een bepaalde kruising of straat, of naar het centrum van de stad kan ook worden berekend. (Voor nadere bijzonderheden over de bediening, zie “Basisbediening” op pagina 25. ) 1 Selecteer “Nieuwe bestemming” in het Hoofdmenu en kies vervolgens “Adres”. Klik op de OK-toets. 2 Voer de straatnaam in. Voor “Papaverweg” kunt u bijvoorbeeld alleen een deel van de naam invoeren, zoals “Papaver”.
Uw bestemming zoeken na het specificeren van de naam van de stad of het dorp Hoofdstuk U kunt de zoekresultaten ook beperken door eerst de naam van de stad of het dorp te specificeren waar uw bestemming zich bevindt. Selecteer na het invoeren van de naam van de stad of het dorp de naam van de gewenste stad of het dorp in de lijst. Het vorige scherm verschijnt opnieuw. 2 Geheugen plaatsnamen : In het geselecteerde land kunt u de lijst van de steden of dorpen zien die u in het verleden gezocht heeft.
5 Selecteer het gebied waar uw bestemming zich bevindt en klik op de OK-toets. Indien de gespecificeerde weg relatief lang is en door verschillende gebieden van de stad of het dorp gaat, verschijnt er lijst met deze gebieden. Als de weg kort is, wordt er geen lijst getoond. Ga verder met Stap 6. 6 Voer het huisnummer in. Als meerdere locaties met het ingevoerde huisnummer corresponderen, of geen huisnummer op die locatie, verschijnt een bereik met huisnummers.
Een bestemming vinden door de soort voorziening te selecteren ■Categorieën (Cat.) zoeken 2 Selecteer “Categorie” en klik op de OK-toets. Als u de naam van de faciliteit al weet, selecteert u “Categorie” en klikt u op de OK-toets, ga vervolgens door met Stap 5. ➲ Verander zo nodig de landinstelling. Zie voor nadere bijzonderheden “Geef het land aan waarin u wilt zoeken”. 3 Kies de categorie en klik op de OK-toets.
➲ U kunt het zoekbereik ook beperken door eerst de naam van de stad of het dorp te ➲ 6 specificeren waar uw bestemming zich bevindt. Zie voor nadere bijzonderheden “Uw bestemming zoeken na het specificeren van de naam van de stad of het dorp” op pagina 45. Wanneer u “Toon alle” selecteert en op de OK-toets klikt, verschijnt de lijst met alle faciliteiten in de door u gekozen categorie. Selecteer categorieën voor uw bestemming, en klik op de OK-toets. De routeberekening start als u op de OK-toets klikt.
Een bestemming zoeken op postcode Als u de postcode van uw bestemming weet, kunt u deze gebruiken om uw bestemming te zoeken. Selecteer “Nieuwe bestemming” in het Hoofdmenu en kies vervolgens “Postcode”. Klik op de OK-toets. ➲ Verander zo nodig de landinstelling. Zie voor nadere bijzonderheden “Geef het land aan waarin u wilt zoeken” op pagina 40. ➲ Als de door u ingevoerde postcode niet wordt gevonden, verschijnt er een bericht. Selecteer “Ja” en klik op de OK-toets, en voer de postcode opnieuw in.
Een oprit of afrit van een snelweg tot uw bestemming maken U kunt van de oprit of afrit van een snelweg uw bestemming maken. 1 Selecteer “Nieuwe bestemming” in het Hoofdmenu en kies vervolgens “Snelweg”. Klik op de OK-toets. Het scherm voor het invoeren van de naam van de snelweg wordt weergegeven. ➲ Verander zo nodig de landinstelling. Zie voor nadere bijzonderheden “Geef het land aan waarin u wilt zoeken” op pagina 40. 2 Voer de naam van de snelweg in en selecteer “OK”. Klik vervolgens op de OK-toets.
De uitgestippelde route controleren U kunt informatie controleren over de route tussen de positie waar u zich bevindt en de bestemming. U kunt twee methoden kiezen: de af te leggen straten controleren aan de hand van een lijst; en het verloop van de route controleren door met de kaart langs de route te schuiven. Hoofdstuk Opgelet 2 Deze functie is niet beschikbaar wanneer uw auto zich niet op de uitgestippelde route bevindt. 1 Druk langer dan twee seconden op de DETOUR toets op de afstandsbediening.
4 Beweeg de joystick omhoog of omlaag om te schuiven met de kaart. Wijzig zonodig de schaal van de kaart. Door de joystick naar boven te bewegen, kunt u de kaart voorwaarts verplaatsen, door de joystick naar beneden te bewegen, verplaatst u de kaart achterwaarts. Als u de joystick naar beneden drukt en meer dan drie seconden vasthoudt, kunt u de kaart steeds verschuiven. Bereikt de cursor het vertrekpunt, viapunten of uw bestemming, dan stopt het verschuiven.
■De uitgestippelde route controleren aan de hand van het Informatiemenu U kunt de informatie over de uitgestippelde route ook controleren vanuit het Informatiemenu. 2 Selecteer de zoekmethode. 3 Controleer de inhoud van het scherm. 4 Druk op de TERUG toets. U kunt terugkeren naar het vorige scherm. 2 Selecteer “Informatie” in het Hoofdmenu en vervolgens “Route-informatie”. Klik op de OK-toets. Het scherm voor het selecteren van de zoekmethode verschijnt.
54
Hoofdstuk 3 Begeleiding naar uw bestemming Begeleiding door het Navigatiesysteem ■Over schermbegeleiding en stembegeleiding Het Navigatiesysteem geeft de volgende informatie, waarbij de timing is aangepast aan de rijsnelheid: • Afstand tot het volgende keerpunt • Rijrichting • Wegnummer van de snelweg • Viapunt • De bestemming ➲ Als u de stembegeleiding niet goed hoort, druk dan op de GUIDE toets op de afstandsbediening om de stem nog een keer te horen.
Als u van de route afwijkt Wanneer u om welke reden dan ook van de route afwijkt, kunt u de route automatisch naar uw bestemming herberekenen. Deze functie wordt de “Autom. Route Herberekening” genoemd, en u kunt hem aan- of uitschakelen in het menu Basisinstellingen. Zie voor nadere informatie hoofdstuk 5. ➲ Als “Autom.
Verkeersinformatie bevestigen over de uitgestippelde route U kunt nagaan welke verkeersinformatie over de route is ontvangen door het hoofdtoestel of op basis van de verkeersinformatie een nieuwe route laten berekenen. ■Verkeer vermijden bij de uitgestippelde route De momenteel geselecteerde route (“Huidige route” of “Nieuwe route”) Op dit scherm kunt u de volgende items selecteren. Nieuwe route : Er verschijnt een nieuwe route op het scherm. Als u op de OK-toets klikt, verdwijnt het bericht.
■Verkeersinformatie handmatig bevestigen Als u de GUIDE toets op de afstandsbediening gedurende langer dan drie seconden indrukt, kunt u de verkeersinformatie voor uw route raadplegen. Als er verkeersinformatie wordt ontvangen, wordt een bericht weergegeven met de vraag op de route ter vermijding van de verkeersopstopping opnieuw dient te worden uitgestippeld. Als er geen verkeersinformatie over de begeleide route is, wordt dit op het scherm en via spraak bekendgemaakt.
De route naar de bestemming herberekenen U kunt de route herberekenen om verkeersopstoppingen of wegwerkzaamheden op het nog af te leggen traject te omzeilen. U kunt de lengte van het gebied bepalen, en juist dat gebied vermijden, of u kunt zelfs een nieuwe route zoeken vanaf uw huidige locatie tot de bestemming. (Op de kaart tijdens de begeleiding; probeer de volgende handelingen.) 1 Druk op de DETOUR toets op de afstandsbediening. 2 Selecteer of de afstand en klik op de OK-toets.
De begeleiding wissen Hoeft u niet langer naar uw bestemming te rijden of wilt u een andere locatie tot uw bestemming maken, voer dan de volgende handelingen uit: ■De huidige route wissen en de begeleiding annuleren Heeft u niet langer begeleiding nodig, wis dan de route die op dat moment wordt begeleid en annuleer de begeleiding. 1 Druk op de CANCEL ROUTE toets op de afstandsbediening.
Viapunten toevoegen aan de huidige route U kunt de viapunten (locaties die u wilt bezoeken terwijl u op weg bent naar uw bestemming) selecteren en wanneer u aan een viapunt voorbij wilt gaan, kunt u de route herberekenen. ■Een viapunt toevoegen U kunt maximaal 5 viapunten instellen. Dit geschiedt als volgt: Selecteer “Viapunt” en klik op de OK-toets. Er wordt een lijst weergegeven met de huidige vastgestelde bestemming en de viapunten. 3 Bevestig de inhoud van de lijst en selecteer “Klaar”.
■Een viapunt overslaan U kunt er voor kiezen het volgende viapunt te verwijderen en de nieuwe route in overeenstemming hiermee te laten berekenen. 1 Druk langer dan twee seconden op de CANCEL ROUTE toets op de afstandsbediening. Er verschijnt een bericht met de vraag of u het volgende viapunt wilt verwijderen. 2 Selecteer “Ja” en klik op de OK-toets. Er wordt een nieuwe route naar de bestemming berekend met inbegrip van alle resterende viapunten, zonder het verwijderde viapunt.
Bepaalde categorieën op de kaart tonen Geselecteerde categorieën (Cat.) kunnen op de kaart worden weergegeven, en u kunt de locatie op het scherm controleren terwijl u rijdt. Selecteer “Informatie” in het Hoofdmenu en kies vervolgens “Categorie op de kaart”. Klik op de OK-toets. De lijst met categorieën wordt weergegeven. 2 Kies de categorie en klik op de OK-toets. Het geselecteerde item wordt afgevinkt. Wilt u andere categorieën registreren, herhaal dan deze Stap.
64
Hoofdstuk 4 Verschillende soorten informatie gebruiken Het adresboek wijzigen In het adresboek wordt informatie opgeslagen over de volgende typen locaties. U kunt de inhoud van het adresboek wijzigen. • Laatste bestemming - de bestemming waarvan de route het meest recent is berekend. • Vorige bestemmingen - bestemmingen en viapunten die u in het verleden heeft gezocht.
4 Selecteer “Ja” en klik op de OK-toets. Alternatieve optie: Neen : Als u geen nieuwe naam hoeft te geven, kies dan “Neen”. De naam van de in het adresboek geregistreerde locatie blijft ongewijzigd, en het menu Adresboek wordt weergegeven. 5 Voer een nieuwe naam in; selecteer “OK” en klik op de OK-toets. De naam van de huidige locatie wordt weergegeven in het tekstvak. Wis de huidige naam en voer een nieuwe naam in, met een lengte van 6 tot 23 karakters.
➲ Wijzigt u de naam, dan verschijnt er een markering aan de linkerkant van de naam van de ➲ ➲ ➲ locatie die in het menu Adresboek wordt weergeven. Deze markering geeft aan dat de naam tijdens de spraakbediening gebruikt kan worden als gesproken commando. Tijdens de spraakbediening kunt u een route laten berekenen door de geregistreerde naam uit te spreken. Zie voor nadere bijzonderheden over de spraakbediening hoofdstuk 7.
5. Geluid Als u geluid kiest in het menu, klinkt er een waarschuwing wanneer u een straal van 500 m van de locatie nadert. ➲ Behalve het adres kunnen deze items vrij worden bijgewerkt. Een naam wijzigen 1 Selecteer “Naam wijzigen” en klik op de OK-toets. Zie voor de volgende stappen bovenstaande Stap 5 in “Een bezochte locatie in het adresboek registreren”. ➲ De naam van uw huis kan niet worden gewijzigd. Een telefoonnummer invoeren of een telefoonnummer wijzigen 1 Selecteer “Telnr.
■De gegevens in het adresboek wissen U kunt de items wissen die in het adresboek staan. U kunt alle gegevens ook in één keer wissen. 1 Kies in het menu Adresboek de te wissen locatie en beweeg de joystick naar links. 2 Selecteer de wismethode. Als u op de OK-toets klikt, verschijnt een bericht dat het wissen bevestigt. In dit scherm kunt u de volgende opties kiezen: De in Stap 1 gekozen locatie wissen.
■De locatie die in het adresboek staat, op de kaart bevestigen U kunt een locatie in het adresboek kiezen en de omgeving ervan op de kaart weergeven. 1 Kies de locatie om bij te werken in het menu Adresboek en beweeg de joystick naar links. 2 Selecteer “Kaart Tonen” en klik op de OK-toets. De locatie van het geselecteerde gebied en de omgeving ervan worden weergegeven.
Uw huis en uw favoriete locatie registreren Door uw huis en favoriete locatie te registreren, kunt u de route eenvoudig berekenen door een toets in het Hoofdmenu in te drukken. Misschien vindt u het nuttig uw werkplek of het huis van een familielid als een favoriete locatie te registreren. ■Een locatie registreren Vóór u een route naar uw huis of een favoriete locatie kunt zoeken, dient u de locatie te registreren. Hier wordt beschreven hoe u voor de eerste keer een favoriete locatie registreert.
5 Selecteer “Ja” en klik op de OK-toets. ➲ Als het niet nodig is een nieuwe naam te geven, kies dan bij deze stap “Neen” en klik op de OK-toets. De locatie wordt geregistreerd en het menu Overige wordt weergegeven. 6 Kies na het invoeren van een nieuwe naam “OK” en klik op de OK-toets. Er verschijnt een bericht dat de ingevoerde naam bevestigt en een gesproken bericht bevestigt de uitspraak van de naam. 7 Is de uitspraak juist, kies dan “Ja” en klik op de OK-toets.
■Uw thuisbasis of favoriete locatie wijzigen of wissen Hierna wordt beschreven hoe u een favoriete locatie kunt wijzigen. 1 Selecteer “Basisinstellingen” in het Hoofdmenu, en kies vervolgens “Andere”, en “”. Klik op de OK-toets. Als u op de OK-toets klikt, wordt er een bericht weergegeven met de bevestiging dat u een geregistreerde locatie wilt wijzigen. ➲ Om uw thuisbasis te wijzigen, kiest u “Naar huis” en klikt u op de OK-toets.
Een wachtwoord registreren Registreert u een wachtwoord, dan kunnen alleen degenen die dit kennen van uw Navigatiesysteem gebruik maken. 1 Selecteer “Basisinstellingen” in het Hoofdmenu, en kies vervolgens “Andere”, en “Wachtwoord”. Klik op de OK-toets. 2 Een wachtwoord invoeren. Voer elk karakter zorgvuldig in. Een wachtwoord dient uit 6 tot 24 karakters te bestaan (alfabetisch of numeriek). 3 Selecteer “OK” en klik op de OK-toets.
Te vermijden gebieden toevoegen Als u te vermijden gebieden registreert, zoals drukke kruisingen of gebieden met verkeersopstoppingen, kunnen er routes worden berekend die deze gebieden vermijden. Te vermijden gebieden kunnen in het menu Basisinstellingen worden ingesteld . Opgelet Als “Toon te vermijden gebieden” is uitgeschakeld, wordt de routeberekening uitgevoerd zonder rekening te houden met een te vermijden gebied.
4 Verplaats de schaalregeling om de afmeting van het te vermijden gebied aan te geven. Hoe groter de kaart, hoe gedetailleerder het te vermijden gebied dat u kunt specificeren. Hoe kleiner de kaart, hoe groter het gebied dat u kunt specificeren. De maximale afmeting van een te vermijden gebied is 1 vierkante kilometer (0,4 vierkante mijl). ➲ Wanneer u een te vermijden gebied aangeeft, zet de schaal van de kaart dan op een bereik van 25m (0,02mi) tot 100m (0,75mi).
■Een te vermijden gebied wijzigen of wissen Vervolgens kunt u het te vermijden gebied wijzigen/een nieuwe naam geven/wissen. 1 Selecteer “Basisinstellingen” in het Hoofdmenu, en kies vervolgens “Begeleiding”, en “Te Vermijden Gebied ”. Klik op de OK-toets. De lijst met te vermijden gebieden verschijnt. 2 Selecteer een gebied dat u wilt wijzigen of wissen en klik op de OK-toets.
Verkeersinformatie gebruiken U kunt de verkeersinformatie die wordt uitgezonden via de FM radio door middel van het radiogegevenssysteem (RDS) op het venster bevestigen. Deze verkeersinformatie wordt regelmatig bijgewerkt. Als u verkeersinformatie over uw route ontvangt, zorgt het Navigatiesysteem automatisch voor een popup-bericht waarmee u over de verkeersinformatie wordt geïnformeerd. U kunt er ook voor kiezen de route te herberekenen om de verkeersopstopping te vermijden.
Geverbaliseerde informatie betreffende het verkeer bevestigen De volgende informatie wordt weergegeven. • Straatnaam • Naam van de locatie (de eerste en de laatste naam van de steden die betrokken zijn bij verkeersopstoppingen en de richting van de verkeersopstoppingen worden weergegeven.
■Het radiostation selecteren De RDS-tuner van dit apparaat selecteert automatisch naar het radiostation om beschikbare verkeersinformatie te ontvangen. Als de ontvangst slecht is, kunt u handmatig naar een ander station overschakelen. Is het ontvangende radiostation eenmaal geselecteerd, dan selecteert het systeem automatisch - al naar gelang het traject van een rijdende auto- naar stations die verkeersinformatie verstrekken.
Een radiostation registreren Als u vaak beluisterde radiostations van tevoren registreert, kunt u makkelijk op een station van de lijst afstemmen. In dit hoofdstuk staat beschreven op welke wijze een radiozender voor de eerste keer moet worden vastgelegd. 1 Zie Stap 1 en 2 in “Afstemmen op een radiostation met een goede ontvangst” hierboven voor de keuze van een gewenst station. 2 Selecteer “Winkel” en klik op de OK-toets.
De PC card gebruiken U kunt gegevens opslaan in het adresboek in een PC card, die ook door deze voorziening gelezen kan worden. Het is erg nuttig wanneer u de gegevens in het adresboek wilt delen met uw vrienden of wilt opslaan voor een back-up.
■De gegevens van geregistreerde locaties opslaan op de PC card U kunt elk onderdeel selecteren dat in het adresboek is geregistreerd en de gegevens opslaan in de PC card. De gegevens kunnen worden opgeslagen in de corresponderende groep. Er kan een nieuwe groep worden aangemaakt. (Als echter niets in geregistreerde locaties in het adresboek is opgenomen, kan deze functie niet worden gebruikt.
5 Kies na het invoeren van een groepsnaam “OK” en klik op de OK-toets. De gegevens van de geregistreerde locatie worden opgeslagen in de ingevoerde groep en er wordt een kaart van uw omgeving weergegeven. ➲ Als er weinig of geen ruimte op de PC card is of u hebt al 300 locaties opgeslagen in een groep, dan wordt het bericht “Het geheugen is vol”, of “U kunt niet meer dan 300 items in dezelfde groep opslaan” weergegeven. Om dit op te lossen kunt u onnodige gegevens wissen of een nieuwe groep aanmaken.
■PC card gegevens wissen U kunt gegevens wissen van een gespecificeerde locatie of een hele groep. (Als echter geen gegevens of Geregistreerde locaties op de PC-card aanwezig zijn, kan deze functie niet worden gebruikt.) 1 Selecteer “Basisinstellingen” in het Hoofdmenu, en kies vervolgens “PC Card ”, en “Gegevens van de PC card wissen. ”. Klik op de OK-toets. 2 Kies een groep waar de locatie die u wilt wissen is opgeslagen en klik op de OKtoets.
De rij-informatie vastleggen U kunt de actuele rit (de z.g. rij-geschiedenis) vastleggen op een PC card en met behulp van een personal computer nagaan wanneer en vanaf welke plaats u bent gereden. U kunt ook vastleggen of de rij-geschiedenis “privé” of “zakelijk” was.
5 Selecteer “Klaar” en klik op de OK-toets. De lijst met de vastgestelde inhoud verdwijnt en het scherm in Stap 2 wordt weergegeven. Nu wordt “Business” weergegeven aan de rechterkant van “Logboek vorige ritten”. Vanaf het moment dat u de auto start, wordt de rij-geschiedenis opgeslagen. 6 Druk op de NAVI toets om terug te keren naar de kaart van uw omgeving. Gegevens over de rijgeschiedenis • De PC card gegevens worden opgeslagen als een bestand in text-formaat.
De achtergrondafbeelding wijzigen In het menubewerkingsscherm kunt u een voor de achtergrond gewenste afbeelding aangeven. Sommige afbeeldingen zijn al opgeslagen, maar u kunt ook afbeeldingen gebruiken (JPEG-formaatgegevens) die door een personal computer of een digitale camera zijn gemaakt.
5 Selecteer een voor de achtergrond gewenste afbeelding en klik op de OK-toets. Er verschijnt een bericht met de vraag hoe de afbeelding dient te worden gerangschikt. 6 Selecteer een manier om de afbeelding te rangschikken en klik op de OK-toets. Hoofdstuk In dit scherm kunnen de volgende onderwerpen worden geselecteerd: Midden : Wanneer u op de OK-toets klikt, start het wijzigen van de achtergrondafbeelding. Na voltooiing van de wijziging verschijnt de geselecteerde afbeelding.
■De achtergrondafbeelding wijzigen die is opgeslagen op een disc (alleen AV-achtergrond) 1 Selecteer “Basisinstellingen”, “Instelling achtergrondbeeld” in het Hoofdmenu, en klik op de OK-toets. Het menu voor het instellen van de achtergrondafbeelding wordt getoond. De voor elk scherm geselecteerde afbeelding wordt aangegeven aan de rechterkant van de items “AV achtergrond” en “Navigatie-achtergrond”. 2 Selecteer “AV achtergrond” en klik op de OK-toets.
De navigatiestatus controleren De navigatiestatus, inclusief de rijstatus van een auto, de plaatsbepalingsstatus door een satelliet, de leerstatus van de 3D-sensor en de kabelverbindingsstatus kunnen worden gecontroleerd. ■De plaatsbepalingsinformatie per satelliet controleren Uw Navigatiesysteem gebruikt plaatsbepalingsgegevens die worden uitgezonden vanaf GPS satellieten. De GPS ontvangststatus kan in het scherm worden gecontroleerd.
■De sensorleerstatus en de rijstatus controleren Om de precisie van de navigatie te verbeteren, leert het systeem de rijstatus van uw auto en slaat de gegevens op in het interne geheugen. De leerstatus van de sensor kan ook op het scherm worden gecontroleerd. De huidige rijstatus, inclusief de voertuigsnelheid en de helling van de weg, kunnen in het scherm worden gecontroleerd. 1 Selecteer “Informatie” in het Hoofdmenu, selecteer vervolgens “Positie gegevens” en “3D sensor : Calibratie gegevens”.
2 Druk op de TERUG toets. Het vorige scherm wordt weergegeven. Geheugen wissen... Wilt u de gememoriseerde leerinhoud van “Snelheid”, “snelheidsimpulsteller”, of “leerstatus” wissen, voer dan de volgende procedure uit: 1 Selecteer het te wissen onderwerp en klik op de OK-toets. 2 Klik terwijl “Annuleren” gemarkeerd is op de OK-toets. ■Aansluitingen van kabels en montagestanden controleren Controleer of de kabels tussen het hoofdapparaat en de auto goed zijn aangesloten.
7. Achteruitrijsignaal Wanneer de versnellingshendel in “R” is geschakeld, wijzigt het signaal in “Hoog” of “Laag”. Controleer of het naar behoren wordt weergegeven wanneer de keuzehendel wordt geschakeld met het rempedaal ingedrukt, als de signaalinvoerkabel van de achteruitversnelling (zie “Installatiehandleiding”) is aangesloten. 2 94 Druk op de TERUG toets. Het vorige scherm wordt weergegeven.
5 5 Uw Navigatiesysteem naar eigen inzicht aanpassen Hoofdstuk Hoofdstuk U kunt de fabrieksinstellingen zoals navigatiefuncties en de informatieweergave naar wens aanpassen. In het volgende voorbeeld wordt beschreven hoe de instellingen kunnen worden gewijzigd. In dit voorbeeld is de functie “Snelweg vermijden” onder de instelling “Begeleiding” uitgeschakeld. 1 Selecteer “Basisinstellingen” in het Hoofdmenu en kies vervolgens “Begeleiding” en klik op de OK-toets.
Onderdelen die door de gebruikers kunnen worden gewijzigd Het menu Basisinstellingen bevat de Begeleiding, Kaart, Hardware, Andere, RDS-TMC, en PC Card , Instelling achtergrondbeeld menu’s. Selecteert u een menunaam in het menu Basisinstellingen, dan verschijnt het bijbehorende menu. In het menuscherm wordt rechts van elk item de inhoud van de huidige instellingen getoond. Dit deel beschrijft de bijzonderheden van de instelling van elk menu.
Hoofdstuk Veerpont vermijden Deze instelling controleert de voorwaarden voor het berekenen van een route. Aan : Een route berekenen waarbij veerponten worden vermeden. Uit* : Een route berekenen zonder vermijding van veerponten. 5 Tolweg vermijden Km / mijl instelling Deze instelling controleert de eenheid waarin de afstand in uw Navigatiesysteem wordt aangegeven. Km * : Afstanden worden aangegeven in kilometers. Mijl : Afstanden worden aangegeven in mijlen.
AV begeleidingsfunctie Eén van de twee opties instellen: wel of niet automatisch overgaan op het navigatiescherm als de begeleidingsstem te horen is en er een ander scherm dan het navigatiescherm wordt getoond. Aan* : Overgaan van audio- op navigatiescherm. Uit : Er wordt niet overgegaan op een ander scherm. ■MemSchermverlichting Orientatie van de kaart Deze instelling controleert of de kaart wordt weergegeven met de rijrichting óf met het Noorden boven.
Volume apparaat Het scantype kan worden ingesteld op het gebruikte schermtype. Als het scherm dat u gebruikt onduidelijk is, wijzig deze instelling dan zo dat de weergave duidelijker wordt. Type A* : Niet-geïnterlinieerd type. (Kies deze stand wanneer u het Pioneer scherm gebruikt.) Type B : Geïnterlinieerd type. ➲ U kunt dit aan- of uitschakelen wanneer het Pioneer hoofdtoestel met behulp van een 26 pins RGB-kabel op dit apparaat is aangesloten.
Automatische spraakherkenning Bij deze instelling kunnen alle bewerkingen worden uitgevoerd, van het invoeren van een wachtwoord tot het berekenen van de route met gesproken commando’s, door over te schakelen naar spraakherkenning wanneer de motor van uw auto is gestart. (Deze functie werkt alleen wanneer een route niet is uitgestippeld.) Aan : De automatische spraakherkenning wordt bij de start van uw auto altijd ingeschakeld. Uit* : De spraakbediening start na het indrukken van de TALK toets.
Hoofdstuk Taalkeuze De gebruikte taal kan worden ingesteld (zie “Het programma installeren” op pagina 21). Nadat de taal is gewijzigd, wordt het programma gestart. 5 Opgelet ➲ Als u de gebruikte taal wijzigt, wordt het ingestelde wachtwoord uitgeschakeld. Stel indien gewenst het wachtwoord opnieuw in (zie “Een wachtwoord registreren” op pagina 74). Naar huis De thuisbasis registreren en wijzigen (zie “Uw huis en uw favoriete locatie registreren” op pagina 71).
102
Hoofdstuk 6 6 Veilig Rijden Hoofdstuk Het gebruik van de Pioneer AV apparatuur in combinatie met het Navigatiesysteem Voor Ingebruikneming In dit hoofdstuk wordt de informatie beschreven die u dient te begrijpen alvorens het navigatiesysteem in combinatie met de Pioneer AV Hoofdtoestel en de handleiding voor de afstandsbediening te gebruiken.
(voorbeeld) Navigatiescherm (voorbeeld) CD-scherm Informatie over het afspelen van AV Informatie over het afspelen van AV Kaartscherm Huidige reisrichting Volgende reisrichting Pioneer AV-apparatuur die in combinatie met het navigatiesysteem kan worden gebruikt Zie pagina 109, “Van bron veranderen” met betrekking tot het AV Hoofdtoestel dat in combinatie wordt gebruikt. ➲ Zie de handleidingen bij de AV-apparatuur voor het type CD/DVD dat door de apparatuur kan worden afgespeeld.
■De afstandsbediening gebruiken Zet de modusschakelaar van de afstandsbediening op “AUDIO” bij gebruik van de Pioneer DVD-speler in combinatie met het AV Hoofdtoestel. Wanneer de modusschakelaar op “AUDIO” staat, kan de DVD-speler via deze afstandsbediening worden bediend. *: SDV-P7, AVX-P7300DVD, XDV-P9, XDV-P9—, etc. Hoofdstuk Wordt gebruikt bij de audio NAVI/AV 1 2 3 N/A 6 11 /FUNC 6 BACK 8 7 14 MENU TOP MENU 15 (11), (14) en (15) worden ook gebruikt bij de DVD.
(4) Cursortoetsen 2, 3, 5, ∞ toetsen Deze worden gebruikt bij het selecteren van onderdelen, het overslaan van een fragment op een CD, terugkeren naar een eerder fragment, snel vooruit of snel terug. (5) A.MENU (AUDIO) toets Hiermee kunt u audiomenu’s laten verschijnen. (6) BACK/FUNC toets Hiermee kunt u terugkeren naar het vorige scherm. (7) DISP toets Wordt de modusschakelaar op “NAVI” gezet, dan wordt overgeschakeld op het scherm van het Pioneer AV Hoofdtoestel.
Wordt gebruikt bij DVD’s Wanneer de modusschakelaar op “AUDIO” of “DVD” is ingesteld, kunt u de DVD-speler gebruiken. ➲ Als er een DVD-speler in de AVIC-9DVD is geplaatst, zie dan de “Bedieningshandleiding” bij AVIC-9DVD. AVIC-9DVD—. ➲ U kunt met de ingebouwde DVD-speler van AVIC-8DVD geen DVD-video afspelen.
(17) TOP MENU toets Het hoofdmenu van de DVD zelf zal verschijnen. (18) 7 (DETOUR) toets Deze toets wordt gebruikt om bij een DVD het afspelen van de disc te stoppen. (19) e (CANCEL ROUTE) toets (allen voor XDV-P9, XDV-P9—) Bij DVD-video weergave kunt u op deze toets drukken voor beeld-voor-beeld weergave achteruit. (20) E (GUIDE) toets Bij DVD-video weergave kunt u op deze toets drukken voor beeld-voor-beeld weergave vooruit.
Basisbediening bij gecombineerd gebruik van Pioneer AV apparatuur ■Van bron veranderen Druk op de SOURCE toets en ga naar de signaalbron die u wilt gebruiken. Wanneer u op de SOURCE toets drukt, wijzigt de bron en verschijnt het informatieplaatje voor elke signaalbron.
■Van scherm veranderen 1 Op de NAVI/AV toets drukken om een scherm te selecteren. Door op de NAVI/AV toets te drukken wordt het kaartscherm van het navigatiesysteem of het audioscherm geselecteerd. (Kaartscherm van het navigatiesysteem) (Audiobedieningsscherm) N/A NAVI/AV toets Wanneer het bericht “Voer alstublieft de juiste DISC in.” verschijnt.
➲ Wanneer de reeks te lang is, worden niet alle tekens weergegeven. In dit geval verschijnt, “…” aan het eind van de reeks, om aan te geven dat niet alle tekens worden getoond. ■Volgorde van de menubewerking voor elke signalalbron Druk op de SOURCE toets en schakel over op de bron die u wilt gebruiken. 2 Druk op de A.MENU (AUDIO) toets. Het menu van de gekozen signaalbron verschijnt.The menu of selected source appears. Hoofdstuk 1 6 gekozen signaalbron.
5 Druk op 5 of ∞ om het onderdeel te kiezen dat u wilt gebruiken en druk op 5, ∞, 2 en 3 om de instelling te wijzigen. Wanneer u op de BACK/FUNC toets drukt, wordt het vorige scherm weergegeven. Wilt u andere instellingen wijzigen, herhaal dan Stap 3 tot 5. ➲ U kunt ook “BACK” selecteren en op de A.MENU (AUDIO) toets drukken om terug te keren naar het vorige scherm. 6 112 Druk op de BAND/ESC toets om de bewerking te beëindigen. Het oorspronkelijke scherm verschijnt.
TUNER ➲ Het gebruik hiervan is alleen mogelijk wanneer het AV Hoofdtoestel gecombineerd wordt gebruikt en het bronapparaat d.m.v. een IP-BUS is aangesloten. 1 5 3 6 4 Hoofdstuk Hier volgen de stappen voor de basisbediening van de radio. Uitleg van de meer geavanceerde functies van de radiotuner begint op bladzijde 114. De AF (zoeken naar alternatieve frequenties) functie van Pioneer AV Hoofdtoestel (AVHP6400CD of AVH-P6400R) kan aan of uit worden gezet.
➲ Als u 2 of 3 ingedrukt houdt, kunt u zenders overslaan. Het automatisch afstemmen begint zodra u de toets loslaat. ■Het TUNER MENU weergeven 1 Druk op de A.MENU (AUDIO) toets wanneer de TUNER de signaalbron is. 2 Selecteer “TUNER” en druk op de A.MENU (AUDIO) toets. De volgende aanduidingen zullen verschijnen op het TUNER MENU: BSM (BEST STATIONS MEMORY), REGIONAL, LOCAL, PTY, TA (TRAFFIC ANNOUNCEMENTS), AF (ALTERNATIVE FREQUENCY), NEWS, P.
■Afstemmen op sterke signalen Door de functie voor automatisch afstemmen op lokale zenders kunt u het toestel alleen laten afstemmen op zenders met een voldoende sterk signaal voor een goede ontvangst. Druk op 5 of ∞ op het TUNER MENU, selecteer “LOCAL” en druk op de A.MENU (AUDIO) toets. 2 Druk op 2 of 3 om de gevoeligheid in te stellen.
RDS RDS (radio data systeem) is een systeem waarbij samen met FM uitzendingen informatie wordt uitgezonden. Deze onhoorbare informatie bestaat uit gegevens zoals de naam van het programma, het programmatype, standby voor verkeersberichten en automatisch afstemmen allemaal bedoeld om de luisteraar te helpen bij het vinden van en afstemmen op de gewenste zender. 1 3 4 4 2 7 6 1 BAND Deze laat zien binnen welke band de radio aan het afstemmen is; MW, LW of FM.
➲ Selecteer “BACK” van het menuscherm of druk op de BACK/FUNC toets om terug te keren naar het vorige scherm. ➲ Druk op de BAND/ESC toets om terug te keren naar het frequentie-display. ➲ Als u de MW/LW band heeft ingesteld, kunt u alleen maar kiezen uit “BSM”, “LOCAL” of “P.CH MEMORY”. ➲ Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een handeling uitvoert, zal er automatisch worden een RDS station is afgestemd. 6 ■Selecteren van alternatieve frequenties ➲ De AF functie is standaard ingeschakeld.
Beperken tot regionale zenders Wanneer u de AF functie gebruikt om automatisch alternatieve frequenties te zoeken, kunt u met de regionale functie het zoeken beperken tot zenders die regionale programma’s uitzenden. 1 Druk op 5 of ∞ op het TUNER MENU, selecteer “REGIONAL” en druk op de A.MENU (AUDIO) toets. 2 Druk op 5 om de regionale functie in te schakelen. 3 Druk op 5 om de regionale functie uit te schakelen.
Reageren op het TP alarm Wanneer het signaal van een TP of verbeterd ander netwerk TP zender te zwak wordt, zal er ongeveer 5 seconden lang een reeks korte piepjes klinken, om u erop attent te maken dat u een andere TP of verbeterd ander netwerk TP zender moet opzoeken. ➲ Wanneer u naar een andere signaalbron dan de tuner luistert zal het Pioneer AV Hoofdtoe- 6 ■Gebruiken van PTY functies Hoofdstuk stel automatisch na 10 of 30 seconden de sterkste TP zender opzoeken.
Gebruiken van de onderbreking door nieuwsberichten Wanneer er een nieuwsberichten wordt uitgezonden door een zender met PTY codering kan dit Pioneer AV Hoofdtoestel van elke willekeurige zender overschakelen naar de nieuwszender. Wanneer het nieuwsberichten is afgelopen, zal er weer worden afgestemd op het vorige programma. 1 Druk op 5 of ∞ op het TUNER MENU, selecteer “NEWS” en druk op de A.MENU (AUDIO) toets. 2 Druk op 5 om de nieuwsfunctie in te schakelen.
■PTY lijst Algemeen News & Inf Leisure Document 121 Het gebruik van de Pioneer AV apparatuur in combinatie met het Navigatiesysteem Others 6 Classics Programmatype Nieuws Actualiteiten Algemene informatie en adviezen Sport Weerberichten / meteorologische informatie Beursberichten, handel, nijverheid enz.
CD-speler (Alleen voor de AVH-P6400CD) Hier volgen de stappen voor het afspelen van een CD. Uitleg van de meer geavanceerde functies van de CD-speler begint op bladzijde 123. ➲ Het gebruik hiervan is alleen mogelijk wanneer het AV Hoofdtoestel gecombineerd wordt gebruikt en het bronapparaat d.m.v. een IP-BUS is aangesloten. 3 1 2 4 N/A NAVI/AV toets 1 TRACK Deze laat zien welk fragment er op het moment afgespeeld wordt. 2 TIME Laat de verstreken weergavetijd van het spelende fragment zien.
■Het COMPACT DISC MENU weergeven Druk op de A.MENU (AUDIO) toets wanneer een CD de signaalbron is. 2 Selecteer “COMPACT DISC” en druk op de A.MENU (AUDIO) toets. De volgende aanduidingen zullen verschijnen op het COMPACT DISC MENU: REPEAT, RANDOM, SCAN, TRACK LIST, PAUSE, TITLE EDIT Hoofdstuk 1 6 ➲ Wanneer u een gewone CD afspeelt, geen CD Text disc, kunt u de TRACK LIST niet selecteren. ➲ Wanneer u een CD Text disc afspeelt, kunt u TITLE EDIT niet selecteren.
■Scannen van de fragmenten op de CD Scan-weergave stelt u in staat de eerste 10 seconden van elk fragment op de CD van tevoren af te luisteren. 1 Druk op 5 of ∞, selecteer “SCAN” van het COMPACT DISC MENU en druk op de A.MENU (AUDIO) toets. 2 Druk op 5 om de scan-weergave in te schakelen. De eerste 10 seconden van elk fragment zullen worden weergegeven. 3 Druk op ∞ om de scan-weergave uit te schakelen wanneer u het gewenste fragment gevonden heeft. Het spelende fragment zal volledig worden weergegeven.
■Pauzeren van de CD weergave Door te pauzeren kunt u de weergave van de CD tijdelijk onderbreken. Druk op 5 of ∞, selecteer “PAUSE” van het COMPACT DISC MENU en druk op de A.MENU (AUDIO) toets. 2 Druk op 5 om de weergave te pauzeren. De weergave van het spelende fragment zal worden gepauzeerd. 3 Druk op ∞ om de pauze op te heffen. De weergave zal worden hervat op hetzelfde punt waar u deze gepauzeerd heeft. Hoofdstuk 1 6 U kunt CD titels invoeren en deze op het display laten verschijnen.
7 Druk op de BAND/ESC toets om terug te keren naar het weergave-display. ➲ Titels blijven bewaard in het geheugen, ook wanneer de disc uit de CD-speler verwijderd is en worden weer opgeroepen wanneer u de disc weer in het toestel doet. ➲ Als er reeds gegevens voor 48 discs in het geheugen zijn opgeslagen, zullen gegevens voor een nieuwe disc die van de oudste overschrijven. ➲ Als u een Multi CD-wisselaar aansluit, kunt u voor maximaal 100 CD’s titels invoeren.
Multi CD-speler U kunt via Pioneer AV Hoofdtoestel (AVH-P6400CD of AVH-P6400R) een los verkrijgbare Multi CD-speler bedienen. Hier volgen de stappen voor het afspelen van een CD met uw Multi CD-speler. Uitleg van de meer geavanceerde functies van de Multi CD-speler begint op bladzijde 128. gebruikt en het bronapparaat d.m.v. een IP-BUS is aangesloten.
➲ Als er geen discs in het magazijn van de Multi CD-speler zitten, zal “NO DISC” op het display verschijnen. Afhankelijk van de Multi CD-speler die u met Pioneer AV Hoofdtoestel (AVH-P6400CD, AVH-P6400R) gebruikt kan het display leeg blijven. ■50-disc Multi CD-speler Alleen de in deze handleiding beschreven functies worden ondersteund bij gebruik van 50disc Multi CD-spelers. ■Het MULTI-CD MENU weergeven 1 Druk op de A.MENU (AUDIO) toets wanneer de M-CD de signaalbron is.
■Weergeven van fragmenten in willekeurige volgorde Willekeurige weergave stelt u in staat de fragmenten binnen de MAGAZINE (Multi CD-speler herhalen) en DISC (disc herhalen) bereiken zoals die gelden voor de herhaalde weergave in willekeurige volgorde weer te laten geven. Druk op 5 of ∞, selecteer “RANDOM” van het MULTI-CD MENU en druk op de A.MENU (AUDIO) toets. 3 Druk op 5 om de willekeurige weergave in te schakelen.
■Weergave via de fragmentenlijst Wanneer u CD Text discs afspeelt, kunt u fragmenten selecteren en weer laten geven via de lijst met fragmenten op de discs. ➲ Deze functie alleen beschikbaar wanneer er een disc met CD tekst wordt afgespeeld met een Multi-CD-speler die voorzien is van een CD TEKST disc weergavefunctie. 1 Druk op 5 of ∞, selecteer “TRACK LIST” van het MULTI-CD MENU en druk op de A.MENU (AUDIO) toets.
■Gebruiken van ITS speellijsten ITS (Instant Track Selection) stelt u in staat een speellijst te maken met uw favoriete fragmenten uit het magazijn van de Multi CD-speler. Als u uw favoriete fragmenten heeft toegevoegd aan de speellijst, kunt u de ITS weergave inschakelen en alleen naar uw eerste keuze luisteren. Speel een CD af die u wilt invoeren. 2 Druk op 5 of ∞, selecteer “ITS (INSTANT TRACK SELECTION) MEMORY” van het MULTI-CD MENU en druk op de A.MENU (AUDIO) toets.
Weergave van uw ITS speellijst Via ITS weergave kunt u luisteren naar de fragmenten die u heeft ingevoerd op uw ITS speellijst. Wanneer u de ITS weergave inschakelt, zullen de fragmenten van uw ITS speellijst die zich in de Multi CD-speler bevinden worden afgespeeld. 1 Kies het bereik. ➲ Raadpleeg “Herhaalde weergave” op bladzijde 128. 2 Druk op 5 of ∞, selecteer “ITS ( INSTANT TRACK SELECTION) PLAY” van het MULTICD MENU en druk op de A.MENU (AUDIO) toets.
■Gebruiken van de disctitel functies U kunt CD titels invoeren en deze op het display laten verschijnen. Op deze manier kunt u gemakkelijk de gewenste disc opzoeken en laten weergeven. Invoeren van disctitels 1 Speel de CD af waarvoor u de titel wilt invoeren. 6 2 Druk op 5 of ∞, selecteer “TITLE EDIT” van het MULTI-CD MENU en druk op de A.MENU (AUDIO) toets. invoeren. ➲ Wanneer u een CD Text disc afspeelt, kunt u “TITLE EDIT” niet selecteren.
Tonen van disctitels U kunt de titel van willekeurig welke disc waarvoor u een disctitel heeft ingevoerd op het display laten verschijnen. 1 Druk op de DISP toets. Druk herhaaldelijk op de DISP toets om te schakelen tussen de volgende instellingen: PLAYBACK MODE (verstreken weergavetijd) - Disc List Wanneer u Disc List selecteert, zullen de titels van de discs in de Multi CD-speler op het display getoond worden.
DAB TUNER Hieronder volgt een uitleg over hoe u Pioneer AV Hoofdtoestel (AVH-P6400CD of AVHP6400R) kunt gebruiken voor de bediening van een los verkrijgbare DAB tuner. Voor details omtrent de voor uw DAB tuner specifieke bediening/functies dient u de handleiding van uw DAB tuner te raadplegen. gebruikt en het bronapparaat d.m.v. een IP-BUS is aangesloten. ➲ Pioneer AV Hoofdtoestel (AVH-P6400CD of AVH-P6400R) is niet uitgerust met de taalfilter functie.
Statuspictogram van AS (aankondigingsondersteuning) (ex: verkeerspictogram) (Witte karakters) : De informatieonderbreking is AAN, maar u ontvangt geen gegevens omdat deze niet beschikbaar zijn. (Alleen pictogram) : Zelfs wanneer de informatieonderbreking UIT is gezet, worden er nog gegevens ontvangen. (U kunt gegevens ontvangen wanneer de informatieonderbreking AAN is gezet.) (Blauwe karakters) : De informatieonderbreking is AAN gezet en momenteel worden gegevens ontvangen.
■Luisteren naar een DAB 2 Gebruik VOL knop om het geluidsniveau te regelen. Verdraai deze knop om het volume te verhogen of te verlagen. 3 Druk op de BAND/ESC toets om een band te selecteren. Druk op de BAND/ESC toets tot de gewenste band getoond wordt; DAB1, DAB2, DAB3. 4 Druk op 2 of 3 om een service te selecteren. Stap voor stap wordt zo op een lagere of hogere frequentie afgestemd. 5 Houd 2 of 3 tenminste een seconde ingedrukt en laat vervolgens los om een ensemble te selecteren.
■In- en uitschakelen van de verkeers- en vervoersberichten ➲ Druk op de TA/NEWS toets van het AV Hoofdtoestel (AVH-P6400CD, AVH-P6400R) om de ➲ verkeers- en vervoersberichten in te schakelen. De “TRFC” pictogram zal oplichten. (Readpleeg bladzijde 136.) Druk nog eens op de TA/NEWS toets van het AV Hoofdtoestel (AVH-P6400CD, AVHP6400R) om de verkeers- en vervoersberichten weer uit te schakelen.
■Selecteren van de onderbreking voor aankondiging-ondersteuning 2 Druk op 2 of 3 en kies “ANNOUNCE” of “WEATHER”. 3 Druk op 5 of ∞ om “ON” of “OFF” in te stellen. ■Selecteren van services via de beschikbare servicelijst De beschikbare servicelijst geeft u een lijst met beschikbare services waarvan u er een kunt kiezen, als het op dit moment ontvangen ensemble meerdere services heeft. 1 Druk op 5 of ∞, selecteer “AVAILABLE SERVICE LIST” van het DAB TUNER MENU en druk op de A.MENU (AUDIO) toets.
■Zoeken van beschikbare PTY Deze functie geeft u een lijst met beschikbare programmatypes in het op dit moment ontvangen ensemble zodat u er gemakkelijk een kunt kiezen om op af te stemmen. ➲ De functie voor het zoeken naar beschikbare programmatypes verschilt van de PTY zoekfunctie. Met Pioneer AV Hoofdtoestel (AVH-P6400CD, AVH-P6400R) kunt u alleen de beschikbare programmatypes afzoeken. 1 Druk op 5 of ∞, selecteer “AVAILABLE PTY SEARCH” van het DAB TUNER MENU en druk op de A.MENU (AUDIO) toets.
■Servicevolgingsfunctie Wanneer de ontvangst van de gekozen service verslechtert wordt automatisch een ander ensemble gezocht dat dezelfde service ondersteunt. Afhankelijk van de omstandigheden wordt op een ensemble afgestemd dat noodberichten en verkeersinformatie ontvangt. Druk op 5 of ∞, selecteer “SF (SERVICE FOLLOW)” van het DAB TUNER MENU en druk op de A.MENU (AUDIO) toets. 2 Druk op 2 of 3 om ON of OFF in te stellen.
TV TUNER Hieronder wordt uitgelegd hoe u via Pioneer AV Hoofdtoestel (AVH-P6400CD of AVHP6400R) een TV tuner (los verkrijgbaar) kunt bedienen. ➲ Het gebruik hiervan is alleen mogelijk wanneer het AV Hoofdtoestel gecombineerd wordt gebruikt en het bronapparaat d.m.v. een IP-BUS is aangesloten. ➲ Als extra functie kunt u met Pioneer AV Hoofdtoestel (AVH-P6400CD, AVH-P6400R) een lijst met voorkeuzekanalen gebruiken. ➲ Druk op de DISP toets om heen en weer te schakelen tussen de TV en P.CH lijst schermen.
■Het TV TUNER MENU weergeven Druk op de A.MENU (AUDIO) toets wanneer de TV de signaalbron is. 2 Selecteer “TV TUNER” en druk op de A.MENU (AUDIO) toets. De volgende aanduidingen zullen verschijnen op het TV TUNER MENU: BSSM (BEST STATIONS SEQUENTIAL MEMORY), P.CH MEMORY, COUNTRY LIST Hoofdstuk 1 6 ➲ Selecteer “BACK” van het menuscherm of druk op de BACK/FUNC toets om terug te keren naar het vorige scherm. ➲ Druk op de BAND/ESC toets om terug te keren naar het frequentie-display.
■Opslaan van zenders 1 Druk op 5 of ∞, selecteer “P.CH MEMORY” van het TV TUNER MENU en druk op de A.MENU (AUDIO) toets. 2 Houd 2 of 3 één seconde ingedrukt voor een lijnfrequentie aanpassing. 3 Druk op 5 of ∞ om het voorkeuzenummer dat u wilt gebruiken te selecteren. Houd 2 of 3 tenminste twee seconden ingedrukt. Wanneer u de toets loslaat wordt er afgestemd op een sterke zender. 3 : Begint te zoeken in hogere frequenties. 2 : Begint te zoeken in lagere frequenties.
DVD Hieronder wordt uitgelegd hoe u via Pioneer AV Hoofdtoestel (AVH-P6400CD of AVHP6400R) een DVD-speler (los verkrijgbaar) kunt bedienen. Voor details omtrent de bediening van de DVD-speler of DVD-wisselaar zelf dient u de handleiding van uw DVD-speler of -wisselaar te raadplegen. gebruikt en het bronapparaat d.m.v. een IP-BUS is aangesloten.
■Bekijken van enn DVD 1 Doe een DVD (of CD) in de DVD-speler. De weergave zal automatisch beginnen. Het is mogelijk dat het menu van de DVD verschijnt. 2 Gebruik VOL knop om het geluidsniveau te regelen. Verdraai de knop om het volume te verhogen of te verlagen. 3 Om verseneld voor- of achteruit te gaan, duwt u de control stick naar rechts of naar links en houdt u hem vast. 4 Om voor- of achteruit naar een ander fragment te gaan, beweegt u de NEXT/PREV control resp. in de richting van NEXT of PREV.
■Informatie op het scherm 1 ➲ ■Disc weergave 1 Beweeg de control stick omhoog. ➲ Beweeg de control stick omhoog wanneer er een disc wordt afgespeeld, dan wordt deze op pauze gezet. ➲ Als de laatst afgespeelde disc een DVD was, zal de weergave beginnen vanaf het punt waar deze eerder gestopt werd. Bij sommige discs kan er een menu verschijnen en kan de weergave vanaf het punt waar u eerder gestopt bent verhinderd worden.
■Opgeven van titel/hoofdstuk/fragment (direct zoeken) Opgeven van de titel 1 Druk op de numeriek keypad voor de gewenste titel wanneer de disc gestopt is. Druk op 3 om 3 te selecteren. Druk eerst op 10 en dan op +10 om 0 te selecteren. Druk op +10, +10 en dan op 3 om 23 te selecteren. Opgeven van het hoofdstuk 1 Druk op de numeriek keypad voor het gewenste hoofdstuk tijdens weergave. Druk op 3 om 3 te selecteren. Druk eerst op 10 en dan op +10 om 0 te selecteren.
■Stoppen van de weergave 1 Druk op de 7 (STOP) toets. ➲ Wanneer u de weergave van een DVD of Video-CD (alleen bij weergave met de PBC ■Stilstaand beeld, beeld-voor-beeld en vertraagde weergave 6 Stilstaand beeld Beweeg de control stick tijdens het afspelen omhoog. ➲ Beweeg de control stick omhoog om terug te keren naar normaal afspelen. Beeld-voor-beeld weergave U kunt beeld-voor-beeld vooruit laten weergeven. 1 Druk op de E (GUIDE) toets.
■Bediening bij informatie-display 1 Geef de titel, het hoofdstuk of het tijdstip van de gewenste scène op om deze weer te laten geven. 1 Beweeg de joystick naar links/rechts om de gewenste titel of het gewenste hoofdstuk (of fragment) te selecteren van informatie-display 1. Het geselecteerde onderdeel zal groen worden aangegeven. 2 Beweeg de joystick naar boven/beneden en kies het gewenste nummer. 3 Druk de joystick recht naar beneden om uw keuze definitief te maken.
■Bediening bij informatie-display 2 Via informatie-display 2 kunt u het bereik voor de herhaalde weergave instellen en audio L/R instellingen wijzigen. U kunt ook een bepaalde titel, hoofdstuk of tijdstip opgeven. Instellen van het bereik voor de herhaalde weergave 1 Duw de joystick naar links/rechts om Opnieuw afspelen in Informatiescherm 2 te selecteren. Het geselecteerde onderdeel wordt groen aangegeven. Hoofdstuk 2 Duw de joystick omhoog/omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk.
Andere bronnen ➲ Het gebruik hiervan is alleen mogelijk wanneer het AV Hoofdtoestel gecombineerd wordt gebruikt en het bronapparaat d.m.v. een IP-BUS is aangesloten (behalve in “VIDEO”). AUX VIDEO External ■Wanneer EXT de bron is 1-6 KEY 1 Druk op 5 of ∞, selecteer “1-6 KEY” en druk op de A.MENU (AUDIO) toets. 2 Druk op 2 of 3 om het gewenste sleutelnummer te selecteren. 3 Druk op 5 of ∞ om de signalen van de sleutelinstructie te versturen.
■Wanneer AUX de bron is NAME EDIT Druk op de A.MENU (AUDIO) toets om de gewenste lettertekengroep te selecteren. Druk enkele malen op de A.MENU (AUDIO) toets voor het omschakelen tussen de volgende instellingen: Alfabet (hoofdletters), cijfers en symbolen - Alfabet (kleine letters) - Europese letters, bijvoorbeeld letters met accenten (bijv. á, à, ä, ç) 3 Druk op 5 of ∞ en selecteer een letter. Met elke druk op 5 zal er een letter verschijnen op deze volgorde A B C ...
Audio-instellingen Dit menuscherm is hetzelfde, ongeacht welke signaalbron u heeft ingeschakeld. ■Het AUDIO MENU weergeven 1 Druk op de A.MENU (AUDIO) toets op het scherm voor een van de signaalbronnen. Het MENU zal verschijnen. 2 Druk op 5 of ∞, selecteer “AUDIO” en druk op de A.MENU (AUDIO) toets.
■Instellen van de Sound Focus equalizer De weergave zal beter en natuurgetrouwer zijn wanneer het geluidsbeeld van de zang en instrumenten wordt verhelderd. Als u daarbij de juiste luisterplaats kiest, zult u nog meer van de weergave van uw muziek kunnen genieten. gave achter. ➲ FRONT2 versterkt de hoge en lage tonen van de weergave voor en de lage tonen van de weergave achter. (De lage tonen versterking is voor en achter hetzelfde.
3 Druk op 2 of 3 om de balans tussen de linker/rechter luidsprekers in te stellen. Met elke druk op 2 of 3 zal de balans tussen de linker en rechter luidsprekers worden verplaats naar links of rechts. ➲ LEFT:9 - RIGHT:9 zal op het display worden getoond met het verplaatsen van de balans tussen de linker en rechter luidsprekers van links naar rechts.
Aanpassen van equalizercurves U kunt de op dit moment geselecteerde equalizercurves als gewenst instellen. De door u aangepaste equalizercurves worden opgeslagen onder CUSTOM1 of CUSTOM2. Niveau (dB) Q=2W Hoofdstuk Q=2N Middenfrequentie Frequentie (Hz) 2 Selecteer de equalizerband die u wilt aanpassen met 2 / 3. BAND (band) : LOW (laag) - MID (midden) - HIGH (hoog) LEVEL (instellingsniveau) : Er zal een waarde worden aangegeven tussen +6 en -6 terwijl het niveau wordt verhoogd of verlaagd.
■Instellen van de hoge tonen U kunt de drempelfrequentie en het niveau van de hoge tonen instellen. ➲ Met de FRONT1 en FRONT2 functies hebben de instellingen voor de hoge tonen uitsluitend invloed op de voor-uitgang: u kunt in dit geval geen instellingen voor de achter-uitgang maken. 1 Druk op 5 of ∞, selecteer “TREBLE” van het AUDIO MENU en druk op de A.MENU (AUDIO) toets. 2 Druk op 5 of ∞ om het niveau van de lage tonen in te stellen.
■Gebruiken van het subwoofer uitgangssignaal Pioneer AV Hoofdtoestel (AVH-P6400CD, AVH-P6400R) is uitgerust met een subwoofer uitgangssignaal dat kan worden in- of uitgeschakeld. Druk op 5 of ∞, selecteer “SUB WOOFER” van het AUDIO MENU en druk op de A.MENU (AUDIO) toets. Wanneer de subwoofer is ingesteld op S.W. CONTROL:EXTERNAL, kunt u de SUB WOOFER instelling niet selecteren. 2 Druk op 3 om het uitgangssignaal voor de subwoofer in te schakelen.
■Gebruiken van het high-pass filter Wanneer u niet wilt dat de lage tonen voor de subwoofer via de voor- of achterluidsprekers worden weergegeven, dient u het HPF (high-pass filter) in te schakelen. Alleen frequenties boven de gekozen instelling zullen dan worden weergegeven via de voor- en achterluidsprekers. 1 Druk op 5 of ∞, selecteer “HPF (HIGH PASS FILTER)” van het AUDIO MENU en druk op de A.MENU (AUDIO) toets. 2 Druk op 5 om het high-pass filter in te schakelen.
Begininstellingen Via de begininstellingen kunt u diverse eigenschappen van Pioneer AV Hoofdtoestel (AVHP6400CD of AVH-P6400R) van tevoren regelen. 2 Druk op de A.MENU (AUDIO) toets om het OFF SOURCE MENU te openen. 3 Druk op 5 of ∞, selecteer “INITIAL SETTINGS” en druk op de A.MENU (AUDIO) toets.
Wanneer de functie is uitgeschakeld De ontvangst wordt onderbroken voor de eerste RDS nieuwsuitzending van dit of de DABverkeersinformatie. 1 Druk op 5 of ∞, selecteer “DAB PRIORITY” van het INITIAL SETTINGS MENU en druk op de A.MENU (AUDIO) toets. 2 Schakel de DAB prioriteitsfunctie in of uit met 5 / ∞. Door op 5 / ∞ te drukken schakelt u DAB PRIORITY naar keuze aan of uit.
■Instellen van de Achter-luidspreker uitgangsaansluiting en de Subwoofer bediening ➲ Zelf als u deze instelling verandert, zal er geen uitgangssignaal geproduceerd worden als ➲ ➲ u niet de Uitgangssignaal zonder Fade functie (zie bladzijde 159) of de Subwooferuitgang (zie bladzijde 159) aan heeft gezet in het Audio Menu.
■Tijdelijk uitschakelen/dempen van het geluid Deze instelling controleert of het volume van het AV Hoofdtoestel automatisch wordt gedempt tijdens de stembegeleiding. Wanneer u een telefoongesprek voert via een mobiele telefoon die op Pioneer AV Hoofdtoestel is aangesloten, kunt u kiezen tussen tijdelijk uitschakelen van het geluid en zachter zetten van het geluid, bij gebruik van de Handsfree telefooneenheid. 1 Druk op 5 of ∞, selecteer “TEL/GUIDE MUTE/ATT” van het INITIAL SETTINGS MENU en druk op de A.
Andere functies U kunt de instellingen aanpassen aan uw eigen voorkeuren en aan de gebruiksomgeving. ■Het SETUP MENU weergeven 2 Druk op 5 of ∞, selecteer “SETUP” en druk op de A.MENU (AUDIO) toets. De volgende aanduidingen zullen verschijnen op het SETUP MENU: VIDEO SETTING, AUTO FLAP, REAR MONITOR 6 Druk op A.MENU (AUDIO) toets terwijl het scherm voor de ingestelde signaalbron getoond wordt. ➲ Selecteer BACK op het menuscherm of druk op de BACK/FUNC toets om terug te keren naar het vorige scherm.
BATTERY : Indien de versnelling in REVERSE (R) (achteruit) wordt gezet en de polariteit van de aangesloten draad positief is. GROUND : Indien de versnelling in REVERSE (R) (achteruit) wordt gezet en de polariteit van de aangesloten draad negatief is. ➲ Pioneer AV Hoofdtoestel (AVH-P6400CD, AVH-P6400R) is uitgerust met een functie die automatisch overschakelt naar het beeld van de video of achteruitrijd camera wanneer er een dergelijke camera in uw auto geïnstalleerd is.
■De afbeeldingen bij achtergrondweergave wijzigen Wanneer het scherm achter gecombineerd wordt gebruikt, kunt u kiezen of u hierin de navigatiepictogrammen of de afbeeldingen van alle signaalbronnen wilt weergeven 1 Druk op 5 of ∞ om “REAR MONITOR” te selecteren in het SETUP MENU, en druk op de toets A.MENU (AUDIO). 2 Wijzig de instelling van de monitor achter met 2 / 3. Door op 2 / 3 te drukken wordt er geschakeld tussen “REAR MONITOR:SOURCE” en “REAR MONITOR:NAVI”.
168
Hoofdstuk 7 Uw Navigatiesysteem gebruiken met gesproken commando’s De basisbeginselen van de spraakbediening ■De spraakbediening Druk op de TALK toets om de spraakbediening te activeren. 2. Spreek een opdracht uit in de microfoon. 3. Als het commando wordt herkend, wordt het herhaald. 4. Herhaal zo nodig de stappen 2 en 3. 5. Het gesproken commando wordt uitgevoerd.
■Bediening alleen met gesproken commando’s wanneer het Navigatiesysteem gestart is Wanneer u “Automatische. spraakherkenning” instelt in het menu Basisinstellingen “Aan”, kunt u de bediening, van het invoeren van een wachtwoord tot het bepalen van de route, nadat de motor van uw auto is gestart uitvoeren met behulp van gesproken commando’s (alleen wanneer de route niet is uitgestippeld). In dit geval wordt de bewerking als volgt uitgevoerd: 1 Start de motor van uw auto.
■Mogelijke uit te spreken commando’s voor audio Geldt voor alle signaalbronnen CD-speler, Tuner, Multi CD-wisselaar, DVD, DAB tuner, Geluidsweergave navigatiesysteem, Televisie, Videorecorder, Externe signaalbron, Signaalbron aan, Signaalbron uit, Displayfunctie navigatiesysteem, Displayfunctie AV apparatuur, Terug, Herhaal Voor TUNER-bron Voorkeuzezender 1-6, BSM starten, Volgende pagina, Vorige pagina Voor CD-bron Voor Multi-CD (M-CD)-bron Fragment 1-20, Willekeurige weergave, Disc 1-12, ITS weergave, V
Als alle gesproken commando’s niet in één scherm kunnen worden getoond Om door de rest van de commando’s te schuiven, gebruikt u de schaalregeling. Dit kunt u ook tonen door “Volgende pagina” te zeggen. Wilt u de spraakbediening blijven gebruiken, spreek dan een commando uit. ➲ Als u vertrouwd bent met de spraakherkenningseigenschappen en Spraakhulp niet meer nodig heeft, kunt u het uitzetten. Zie voor nadere informatie “Spraakherkenning : Help” op pagina 100.
Zeg “Nieuwe bestemming”. Spreek alle opdrachten uit in de microfoon. Als het gesproken commando wordt herkend, verschijnt het op het scherm en wordt het herhaald door de stem van het systeem. Dan volgt er een bericht waarin om de volgende handeling wordt gevraagd. 3 Zeg “Categorie in cle omgebing”. U geeft de gewenste methode aan. Kies de methode voor het zoeken van uw bestemming. Als u het benzinestation wilt vinden dat zich het dichtst bij de huidige locatie bevindt, zeg dan “Categorie in cle omgebing”.
Karakters en symbolen spellen Voert u plaatsnamen, namen van categorieën of postcodes in, spreek dan letter voor letter uit. Zeg bijvoorbeeld “Alfa” als u de “A” wilt invoeren.
De invoer beëindigen door woorden te spellen en het Navigatiesysteem de lijst met opties te laten weergeven. Om de invoer van een gespelde plaatsnaam, categorie, of postcode te verifiëren zegt u Bevestig”. Er verschijnt een lijst met relevante items. 1 Zeg na het invoeren van enkele karakters “Bevestig”. Er wordt een lijst weergegeven met onderdelen die met de ingevoerde karakters overeenkomen. Elk item heeft links een corresponderend nummer.
Tips voor spraakbediening Zorg ervoor dat de voorwaarden zodanig zijn dat uw gesproken commando’s juist worden herkend en geïnterpreteerd. Verminder de geluidssterkte van uw autostereo Het spraakherkenningssysteem kan er moeite mee hebben uw gesproken commando’s te onderscheiden van achtergrondgeluiden. Schakel uw audiosysteem uit: denk eraan dat stemmen op de radio herkend kunnen worden als commando’s.
Appendix Plaatsbepalingstechnologie Het Navigatiesysteem meet nauwkeurig uw huidige locatie door de plaatsbepaling via GPS en de gegiste plaatsbepaling met elkaar te combineren. Plaatsbepaling via GPS Het Global Positioning System (GPS) [systeem voor wereldwijde plaatsbepaling] maakt gebruik van een netwerk van satellieten die om de aarde cirkelen. Elk van de satellieten, die zich op een hoogte van 21.
Hoe werken GPS en de gegiste plaatsbepaling samen? Om een zo groot mogelijke nauwkeurigheid te bereiken, vergelijkt het Navigatiesysteem voortdurend de GPS gegevens met uw geschatte positie, die berekend wordt op basis van de gegevens van de 3D hybride sensor. Als alleen de gegevens van de 3D hybride sensor gedurende een lange periode beschikbaar zijn, worden plaatsbepalingsfouten vereffend tot de geschatte positie onbetrouwbaar wordt.
Wanneer er fouten optreden Plaatsbepalingsfouten worden tot een minimum beperkt gehouden door GPS, gegiste plaatsbepaling en justifiëring op de kaart met elkaar te combineren. Het komt echter voor dat deze functies in bepaalde situaties niet naar behoren werken, waardoor de fouten kunnen toenemen. ■Wanneer plaatsbepaling via GPS onmogelijk is • Indien er van niet meer dan twee GPS satellieten signalen kunnen worden ontvangen, vindt er geen plaatsbepaling via GPS plaats.
■Omstandigheden die fouten in de plaatsbepaling kunnen veroorzaken Bepaalde situaties kunnen verwarring veroorzaken in het systeem en dus fouten in de aanduiding van uw plaats op de kaart. • Bij een afslag met een hele flauwe bocht • Bij een langdurig parallel lopende weg • Een andere weg heel dicht bij, zoals een verhoogde snelweg • Bij een afslag naar een gloednieuwe weg die nog niet op de kaart staat • Als u zigzagt of vaak moet uitwijken.
Verhelpen van storingen Neem de controlelijst op de volgende bladzijden door als er problemen zijn met de werking of bediening van uw Navigatiesysteem. De lijst biedt geen oplossing voor ernstige stoornissen, maar wel voor de meeste normale bedieningsproblemen. Ondanks dat deze lijst niet compleet is, geeft deze wel een antwoord op de meest voorkomende problemen. Als u aan de hand van de onderstaande aanwijzingen een probleem niet kunt verhelpen, neem dan a.u.b.
De afgelegde weg wordt niet op de kaart getoond. Mogelijke oorzaken: “Toon afgelegde route” is uitgeschakeld. Oplossingen: Controleer de isntelling “Toon afgelegde route” (zie “Toon afgelegde route” op pagina 98) en zorg ervoor dat “Aan” of “Aan (deze rit)” is geselecteerd. De schermverlichting blijft branden, ook nadat de koplampen zijn ingeschakeld. Mogelijke oorzaken: (1) “Scherm: dag” is geselecteerd in het “Schermverlichting.” (2) Oranje/witte kabel is niet aangesloten.
De afstandsbediening werkt niet. Mogelijke oorzaken: (1) De batterijen zijn bijna leeg. (2) De batterijen zijn verkeerd-om ingelegd. (3) De afstandsbediening is niet goed op de beeldschermeenheid gericht. (4) Er valt direct zonlicht op de afstandsbedieningssensor van het beeldscherm. (5) De modusschakelaar van de afstandsbediening (of de dipschakelaar) is niet juist ingesteld. Oplossingen: (1) Vervang beide batterijen door nieuwe. (2) Zorg dat de batterijen met de + en - polen in de juiste richting liggen.
Foutmeldingen en de juiste respons Bij een fout kan uw Navigatiesysteem de volgende mededelingen op het scherm tonen. ➲ Onder bepaalde omstandigheden kunnen er nog andere dan de hier vermelde aanduidingen verschijnen. In dat geval volgt u de aanwijzingen op het scherm. (1) “U kunt deze functie niet gebruiken tijdens het rijden.” Wanneer: Bij het maken van een menukeuze. Wat u doet: Stop de auto op een veilige plaats, zet hem op de handrem en probeer het opnieuw. (2)“Dit is niet de juiste DISC.
(5) “Trillingen gedetecteerd. Schakel het systeen uit en controleer uw installatie. Na de controle dient u het systeem opnieuw op te starten en bij deze melding op “OK” te drukken.” Wanneer: Het hoofdapparaat van het Navigatiesysteem is op een plaats gemonteerd, waar het bij stilstaande auto aan hevige trillingen onderhevig is. Wat u doet: Monteer het hoofdapparaat van het Navigatiesysteem op een andere plaats waar het hoofdapparaat niet aan trillingen onderhevig is.
(12)“Het geheugen is vol.” Wanneer: Als er geen vrije ruimte meer op de PC card is. Wat u doet: Wis overbodige gegevens. (13)“Initialiseren mislukt. Automatisch terug naar PC kaart menu.” Wanneer: Het Navigatiesysteem kon om een of andere reden de PC card niet initialiseren. Wat u doet: Probeer opnieuw te initialiseren. Als de functie nog steeds niet werkt, zijn er wellicht problemen met de PC card. (14)“U heeft karakters gebruikt die niet zijn toegestaan. Voer alstublieft opnieuw in.
Informatie over de routekeuze ■Regels voor de routekeuze Het Navigatiesysteem bepaalt een route naar uw bestemming volgens een aantal ingebouwde regels betreffende de kaartgegevens. Hieronder volgt enige achtergrondinformatie over de manier waarop het systeem een route bepaalt. Opgelet Nadat er een route is bepaald, wordt automatisch de kaart- en stembegeleiding voor de route ingesteld.
• Als uw bestemming de afrit van een snelweg is, kan de stembegeleiding deze afrit niet altijd aankondigen. • In sommige gevallen kan de route-aanduiding op de kaart niet geheel vanaf uw beginpunt of tot aan uw plaats van bestemming worden aangegeven. • Het aantal rotondes dat op het scherm wordt weergegeven kan afwijken van het actuele aantal wegen. • De functie van de“Autom.
Kopijrecht ©1993-2001 Navigation Technologies B. V. Alle rechten voorbehouden Frankrijk: Sourcé: Géoroùte ® IGN France & BD Carto ® IGN France Duitsland: De basisgegevens zijn overgenomen met toestemming van de bevoegde instanties.
Verwijzingstabel voor de bediening van de DVD (Voor SDV-P7, XDV-P9, XDV-P9—) De bediening van een Pioneer DVD-speler kent, afhankelijk van het model, een aantal kleine verschillen. Zie de volgende tabel voor de bediening.
Verklarende woordenlijst Hieronder volgt een beknopte uitleg van de voornaamste termen in deze handleiding. 3D hybride sensor De ingebouwde sensor waardoor het systeem de plaats van uw auto kan bepalen. De nauwkeurigheid wordt vergroot doordat het systeem kan leren. Er kunnen twee verschillende soorten leergegevens worden opgeslagen in het geheugen. Adresboek Een lijst met eerder gezochte bestemmingen, viapunten en locaties die handmatig zijn geregistreerd.
RDS-TMC Een communicatiesysteem om de bestuurder te informeren over de laatste verkeersinformatie via meerdere FM stations. Informatie over bijvoorbeeld verkeersopstoppingen of ongelukken kan op het scherm worden gecontroleerd. Spraakherkenning De technologie die het systeem in staat stelt de gesproken commando’s van de bestuurder te begrijpen.
Overzicht van de menu’s Als er teveel tekens voor een item worden gebruikt, kunnen ze wellicht niet op één scherm worden getoond. Is dit het geval dan wordt de reeks gevolgd door “...”, waarmee wordt aangegeven dat deze doorgaat. Hoofdmenu Nieuwe bestemming Adresboek Naar huis (P.43,71) Naar ... (P.43,71) Basisinstellingen Info Menu Nieuwe bestemming Adres (P.28,44) Categorie (P.47) In de omgeving (P.48) Postcode (P.49) Snelweg (P.50) Zoeken op de kaart (P.
Menu Basisinstellingen Begeleiding (P.96) Schermverlichting (P.98) Hardware (P.99) Andere (P.99) RDS-TMC (P.101) PC Card (P.82) Instelling achtergrondbeeld (P.88) Menu Begeleiding (1) Autom. Route Herberekening (P.96) Te Vermijden Gebied (P.75) Routenummer (P.41,96) Snelste/Kortste route (P.42,96) Snelweg vermijden (P.42,96) Veerpont vermijden (P.97) Menu Begeleiding (2) Tolweg vermijden (P.97) Km/mijl instelling (P.97) Inzoomen op kruising : aan/uit (P.97) Gemiddelde snelheid (Snelweg) (P.
Menu Andere (2) Reistijd (P.100) Wachtwoord (P.25, 74) Help (P.100) Spraakherkenning : Help (P.100) Taalkeuze (P.23, 101) Naar huis (P.43, 71) Menu Andere (3) Naar ... (P.43, 71) Wijzigen huidige locatie (P.101) Instellen schermpositie (P.101) Logboek vorige ritten (P.86) Menu RDS-TMC Autom. Route herberekening verkeersinformatie (P.101) Route op basis van verkeersdrukte (P.101) Appendix Menu PC Card Opslaan op de PC card (P.82) Lezen van de PC card (P.84) Gegevens van de PC card wissen. (P.
Informatiemenu Route-informatie (P.51) Positie gegevens (P.91) RDS-TMC (P.78) Categorie op de kaart (P.63) Menu Route-informatie Wegenlijst (P.52) Route scrollen (P.51) Menu Positie gegevens GPS gegevens (P.91) 3D sensor : Calibratie gegevens (P.92) Aansluitingen (P.93) Menu RDS-TMC Toon verkeersinformatie (P.78) Roep voorkeuzezender op (P.81) Handmatig afstemmen op zenders (P.
Appendix 197
✁ MEMO Noteer hier uw geregistreerde wachtwoord, verwijder deze pagina uit deze handleiding en bewaar hem op een veilige plaats. LET OP: Laat nooit een notitie van uw wachtwoord in de auto achter.
CRB1781A_Cover_Nederlands 5/21/02 3:40 PM Page 4 Aanwijzingen voor het bijwerken van het applicatieprogramma van het Navigatiesysteem: • Laat de auto op een veilige plaats stilstaan. Zorg ervoor dat het Navigatiesysteem tijdens het bijwerken van het programma niet wordt uitgezet. • Wanneer het programma is bijgewerkt, wordt het Navigatiesysteem opnieuw opgestart. Schakel het Navigatiesysteem niet uit tot de kaart van uw omgeving verschijnt.
CRB1781A_Cover_Nederlands 5/21/02 3:40 PM Page 2 Bedieningshandleiding NEDERLANDS DVD Navigatie-eenheid AVIC-9DVD— AVIC-8DVD— PIONEER CORPORATION 4-1, MEGURO 1-CHOME, MEGURO-KU, TOKYO 153-8654, JAPAN PIONEER ELECTRONICS (USA) INC. P.O. Box 1540, Long Beach, California 90801-1540, U.S.A. TEL: (800) 421-1404 PIONEER EUROPE NV Haven 1087, Keetberglaan 1, B-9120 Melsele, Belgium TEL: (0) 3/570.05.11 PIONEER ELECTRONICS ASIACENTRE PTE. LTD.