Operation Manual

Black plate (28,1)
Smart-zoom zoomt in wanneer u lang-
zaam rijdt en zoomt uit wanneer u met
hoge snelheid rijdt.
Omschakelen van de oriëntatie
van de kaart
U kunt de richting waarin uw voertuig op de
kaart wijst instellen op In de rijrichting of
Noorden boven.
! In de rijrichting:
De kaart geeft de richting van het voertuig
altijd zo weer dat het voertuig zich naar de
bovenkant van het scherm beweegt.
! Noorden boven:
De kaart toont het noorden altijd bovenaan
het scherm.
p De oriëntatie van de kaart is vast ingesteld
op In de rijrichting wanneer het 3D kaart-
scherm wordt weergegeven.
1 Geef het kaartscherm weer.
= Raadpleeg voor details over de bediening
Overzicht van de schermen op bladzijde 20.
2 Tip de kaart tijdens de navigatie op een
willekeurige plaats aan.
De kaart stopt met het volgen van de huidige
positie en de bedieningstoetsen verschijnen.
3 Tip
aan om de oriëntatie van de kaart
om te schakelen.
Elke keer dat u de toets aantipt, verandert de
instelling.
4 Tip [Terug] aan om de kaart te laten te-
rugkeren naar het volgen van de huidige
GPS-positie.
De kijkhoek van de kaart wijzigen
U kunt de kijkhoek van de kaart in horizontale
en verticale richting wijzigen.
p De verticale kijkhoek van de kaart kan al-
leen in de 3D-modus worden gewijzigd.
= Zie Het 2D of 3D kaartscherm kiezen op
bladzijde 29 voor details.
1 Geef het kaartscherm weer.
= Raadpleeg voor details over de bediening
Overzicht van de schermen op bladzijde 20.
2 Tip de kaart tijdens de navigatie op een
willekeurige plaats aan.
De kaart stopt met het volgen van de huidige
positie en de bedieningstoetsen verschijnen.
3 Tip
/ aan om omhoog/omlaag te
kantelen en
/ om naar links/rechts te
draaien.
p Wanneer de toets even wordt aangetipt ver-
andert de kijkhoek in grote stappen en als
de toets wordt vastgehouden verandert de
kijkhoek doorlopend en gelijkmatig.
4 Tip [Terug] aan om de kaart te laten te-
rugkeren naar het volgen van de huidige
GPS-positie.
<127075005642>28
Nl
28
Hoofdstuk
05
Het gebruik van de kaart