Operation Manual

Black plate (62,1)
De verkeersinfor matie
instellen
De aanbevolen route tussen twee punten is
niet altijd hetzelfde. Wanneer er bruikbare ge-
gevens voorhanden zijn, wordt er rekening ge-
houden met de verkeersinformatie bij het
berekenen van de route.
1 Geef het instellingenscherm weer.
= Voor details omtrent de bediening verwijzen
wij u naar Het instellingenscherm weerge-
ven op bladzijde 59.
2 Tip [Verkeer] aan.
3 Tip het item aan dat u wilt instellen.
! Verkeerspatronen:
Tip deze toets aan om de historiekgegevens
voor verkeerspatronen in of uit te schake-
len. Deze plaatselijke informatie kan zeer
nuttig zijn bij normale omstandigheden,
maar op bijvoorbeeld publieke feestdagen
kan het beter zijn om deze functie uit te
schakelen zodat er geen rekening wordt ge-
houden met verkeersfiles die op normale
weekdagen optreden.
! Verkeersontvanger:
U kunt de TMC-ontvanger die actuele ver-
keersinformatie kan ontvangen in- of uit-
schakelen. De volgende items (Omleiding
en Gebeurtenistype) houden verband met
de TMC-functie en zijn alleen beschikbaar
wanneer de ontvager is ingeschakeld.
! Omleiding:
Deze instelling bepaalt hoe het systeem de
actuele verkeersinformatie in de routebere-
kening gebruikt. Wanneer een route wordt
berekend of als opnieuw berekenen van een
route vereist is op basis van de ontvangen
verkeersgebeurtenissen, zal dit systeem de
verkeersgebeurtenissen vermijden indien
dit zin heeft.
U kunt ook de minimale vertraging instellen
waarbij de route opnieuw wordt berekend
en u kunt tevens op de applicatie instellen
of u elke herberekening van de route wilt
bevestigen.
! Gebeurtenistype:
Tip deze toets aan om de lijst met typen ver-
keersgebeurtenissen te openen en selecteer
met welke gebeurtenissen rekening moet
worden gehouden bij de
routeberekening.
De gebruikersprofielen
instellen
Als twee of meer chauffeurs dit navigatiesys-
teem gebruiken, kunnen de instellingen van
de afzonderlijke chauffeurs in de gebruikers-
profielen worden opgeslagen.
1 Geef het instellingenscherm weer.
= Voor details omtrent de bediening verwijzen
wij u naar Het instellingenscherm weerge-
ven op bladzijde 59.
2 Tip [Gebruikersprofielen] aan.
3 Tip de toets aan rechts naast het nieu-
we profiel dat u wilt instellen.
p Geef de profielen een nieuwe naam zodat
alle gebruikers weten welk profiel ze moe-
ten gebruiken en door aantippen van de
naam naar hun profiel kunnen overschake-
len.
p Als u een nieuw profiel selecteert, wordt het
systeem opnieuw opgestart zodat de nieu-
we instellingen van kracht worden.
Aanpassen van de instellingen
op het kaartscherm
U kunt de weergave van het kaartscherm aan
uw wensen aanpassen.
<127075005642>62
Nl
62
Hoofdstuk
11
Voorkeursinstellingen aanpassen