Bedieningshandleiding AV NAVIGATIESYSTEEM AVIC-F910BT AVIC-F710BT AVIC-F9110BT Lees eerst de “Belangrijke informatie voor de gebruiker” zorgvuldig door! “Belangrijke informatie voor de gebruiker” bevat belangrijke informatie die u moet begrijpen voordat u dit navigatiesysteem gebruikt.
Inhoudsopgave Hartelijk dank voor de aanschaf van dit Pioneer-product. Lees de instructies in deze handleiding goed door zodat u het toestel op de juiste manier leert te bedienen. Nadat u de instructies hebt gelezen, bergt u de handleiding op een handige plaats op zodat u deze altijd snel bij de hand hebt. Belangrijk De schermafbeeldingen die in de voorbeelden worden getoond kunnen verschillen van de feitelijke schermafbeeldingen.
Inhoudsopgave – Een dichtbijzijnde POI zoeken 30 – POI’s langs de huidige route zoeken 30 – POI’s in de buurt van de bestemming zoeken 30 – POI’s in de buurt van het adres zoeken 30 – Het gebruik van “Opgeslagen zoekresul…” 31 POI’s zoeken met behulp van de gegevens op een extern geheugenapparaat (USB, SD) 33 Een locatie aan de hand van de coördinaten zoeken 34 Een locatie selecteren die u recentelijk hebt opgezocht 35 – Een locatie uit “Historiek” wissen 36 Een locatie opgeslagen in “Favorieten” selectere
Inhoudsopgave – Telefoons in de buurt zoeken 54 – Een bepaalde telefoon zoeken 54 – Paren vanaf uw mobiele telefoon 55 Een geregistreerde mobiele telefoon aansluiten 56 – De aansluiting van een mobiele telefoon annuleren 57 – Een geregistreerde mobiele telefoon verwijderen 57 Een oproep ontvangen 57 – Een inkomend telefoongesprek beantwoorden 57 – Een inkomende oproep weigeren 58 Zelf telefoneren 58 – Rechtstreeks bellen 58 – Iemand bellen via de geschiedenislijst 58 – Een telefoonnummer op het “Contactgeg
Inhoudsopgave Een DivX-video afspelen Het scherm aflezen 82 Gebruik van de aanraaktoetsen 82 – Beeld-voor-beeld weergave 83 – Vertraagde weergave 83 – Een bepaalde scène opzoeken en afspelen vanaf een bepaald tijdstip op de disc 84 Gebruik van het “Function” menu 84 DVD-Video, DVD-VR, DivX instellingen Het DVD-instelling menu weergeven 85 De voorkeurstalen instellen 85 Het pictogram voor het camerastandpunt instellen 86 De beeldverhouding instellen 86 De kinderbeveiliging instellen 86 – Het codenummer en n
Inhoudsopgave Gebruik van de radio (AM) Het scherm aflezen 111 Gebruik van de aanraaktoetsen 111 – Omschakelen tussen het display met de gedetailleerde informatie en de voorkeurzenderlijst 111 – Zenders opslaan en oproepen 112 Gebruik van het “Function” menu 112 – De frequenties van de sterkste zenders opslaan 112 – Op sterke zenders afstemmen 113 Gebruik van de AV-ingang Gebruik van AV1 114 Gebruik van AV2 114 Gebruik van de aanraaktoetsen 114 Voorkeursinstellingen aanpassen De opties in het “Instellingen
Inhoudsopgave – – – – – De breedbeeldmodus veranderen 138 Het geluid dempen/verzwakken 138 De achter-uitgang instellen 139 Aan/uit zetten van Auto PI 139 De FM-afstemstap instellen 139 Andere functies De antidiefstalfunctie instellen 140 – Het wachtwoord instellen 140 – Het wachtwoord invoeren 140 – Het wachtwoord verwijderen 140 – Als u het wachtwoord vergeet 140 Het navigatiesysteem terugzetten op de standaard- of fabrieksinstellingen 141 – Instellingen die gewist worden 142 Aanhangsel Verhelpen van st
Hoofdstuk 01 Inleiding Overzicht handleiding Voordat u dit product gebruikt, moet u de “Belangrijke informatie voor de gebruiker” (een afzonderlijke handleiding) lezen die waarschuwingen en andere belangrijke informatie bevat. Gebruik van deze handleiding Opzoeken van de bedieningsprocedure voor wat u wilt doen Wanneer u besloten hebt wat u wilt doen, kunt u de pagina die u nodig hebt vinden in de “Inhoudsopgave”.
Hoofdstuk Inleiding Houd er rekening mee dat het gebruik van dit systeem voor commerciële of openbare doeleinden een inbreuk kan inhouden op de auteursrechten die door de wet worden beschermd. Opmerking over het bekijken van DVD-Video’s Dit product bevat kopieerbeveiligingstechnologie die wordt beschermd door methodeclaims van bepaalde V.S.-patenten en andere intellectuele eigendomsrechten die eigendom zijn van Macrovision Corporation en andere rechthebbenden.
Hoofdstuk 01 Inleiding Bescherming van het LCDpaneel en het scherm p Laat geen direct zonlicht op het LCDscherm vallen wanneer dit product niet wordt gebruikt. Langdurige blootstelling aan direct zonlicht kan de temperatuur in het LCD-scherm doen oplopen en storingen veroorzaken. p Als u een mobiele telefoon gebruikt, moet u de antenne van deze telefoon uit de buurt houden van het LCD-scherm om te voorkomen dat de video wordt verstoord door het verschijnen van vlekken, gekleurde strepen enz.
Hoofdstuk Inleiding 01 Inleiding 2 Druk met het uiteinde van een pen of een ander spits voorwerp op de RESET toets.
Hoofdstuk 02 Basisbediening 4 3 2 1 5 6 7 8 9 a De namen en functies van de onderdelen controleren Dit hoofdstuk geeft informatie over de namen van de onderdelen en de hoofdfuncties die bediend worden met behulp van de toetsen. 1 Disc-laadsleuf Plaats hier de disc die u wilt afspelen. = Zie Een disc inbrengen en uitwerpen op de volgende bladzijde voor details betreffende de bediening.
Hoofdstuk Basisbediening 8 Indicator voor de Bluetooth verbindingsstatus Deze indicator licht op wanneer uw telefoon via Bluetooth draadloze technologie is gepaard aan het navigatiesysteem. 9 “AV2” ingangsaansluiting Dit is de “AV2” ingangsaansluiting. Gebruik de CD-RM10 (los verkrijgbaar) om aan te sluiten op een externe videocomponent. p Om uw iPod met een USB-interfacekabel voor de iPod (CD-IU230V) aan te sluiten, moet u de “AV1” ingang (RCA) aan de achterkant van het toestel gebruiken.
Hoofdstuk 02 Basisbediening ! Als er gegevens verloren gaan of verminkt worden op het geheugenapparaat, kunnen deze gegevens gewoonlijk niet meer worden hersteld. Pioneer kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade, kosten of uitgaven als gevolg van verlies of onbruikbaar worden van gegevens. Een SD-geheugenkaart inbrengen % Steek de SD-geheugenkaart in de SDkaartsleuf. Steek de kaart met de contacten naar links gekeerd naar binnen en druk tegen de kaart totdat deze stevig vastklikt.
Hoofdstuk Basisbediening 02 Een USB-geheugenapparaat aansluiten Uw iPod aansluiten Met een USB-interfacekabel voor de iPod kunt u uw iPod op het navigatiesysteem aansluiten. p U hebt een USB-interfacekabel voor de iPod (CD-IU230V) (los verkrijgbaar) nodig om de verbinding te maken. USB-stekker Basisbediening % Steek het USB-geheugenapparaat in de USB-stekker. als gevolg van verlies of onbruikbaar worden van gegevens.
Hoofdstuk 02 Basisbediening Volgorde van het begin tot het einde 3 Tip de taal aan die u wilt gebruiken voor de stembegeleiding. BELANGRIJK Om veiligheidsredenen is de achteruitkijkcamerafunctie niet beschikbaar totdat het navigatiesysteem volledig is opgestart. 1 Start de motor om het systeem op te starten. Na een korte pauze verschijnt het navigatiestartscherm voor een paar seconden. Het navigatiesysteem zal nu opnieuw starten. 2 Schakel de motor van het voertuig uit om het systeem af te sluiten.
Hoofdstuk Basisbediening 02 Basisbediening p Wanneer het systeem opstart, kan de antenne van het voertuig uitschuiven of ingeschakeld worden, afhankelijk van de instelling. Om de antenne in te schuiven, zet u de contactschakelaar uit. = Zie De gemotoriseerde antenne instellen op bladzijde 137 voor details. Inschakelen bij normaal gebruik BELANGRIJK Om veiligheidsredenen is de achteruitkijkcamerafunctie niet beschikbaar totdat het navigatiesysteem volledig is opgestart.
Hoofdstuk 02 Basisbediening Gebruik van de navigatiemenuschermen Overzicht van de schermen 2 4 3 1 5 6 7 18 Nl 8
Hoofdstuk Basisbediening Wat u in elk menu kunt doen = Zie Gebruik van handsfree telefoneren voor details. 4 AV-bron menu Toegang tot het scherm voor het selecteren van de geluids- en beeldbron die afgespeeld moeten worden. 5 Telefoonmenu Toegang tot het scherm dat verband houdt met handsfree telefoneren om de belgeschiedenis te zien en de instellingen te veranderen voor de verbinding van de Bluetooth draadloze technologie.
Hoofdstuk 02 Basisbediening Het gebruik van de kaart De meeste informatie die door uw navigatiesysteem wordt gegeven, kan op de kaart worden gezien. U moet vertrouwd raken met de manier waarop de informatie op de kaart wordt getoond. Het kaartscherm aflezen Dit voorbeeld toont een 2D kaartscherm. p Informatie met de markering (*) wordt alleen weergegeven wanneer de route bepaald is. p Afhankelijk van de voorwaarden en basisinstellingen worden bepaalde onderdelen niet weergegeven.
Hoofdstuk Basisbediening 8 Stoptoets voor routedemo Deze toets wordt weergegeven wanneer u de routedemo activeert (“Overzicht” of “Demomodus”). Tip de toets aan om de routedemo te annuleren. = Zie Demomodus op bladzijde 122 voor details. = Zie Een simulatie van de rit met hoge snelheid weergeven op bladzijde 47 voor details. 9 Album-afbeelding op iPod Als u uw iPod op dit navigatiesysteem aansluit, verschijnt de afbeelding voor het album dat wordt afgespeeld.
Hoofdstuk 02 Basisbediening Wegwijzer en aanbevolen rijbaan Wegwijzers verschijnen samen met de aanbevolen rijbaan wanneer er een meerbaansweg is op de route die u rijdt. De aangegeven rijbaan is de aanbevolen rijbaan. Tip de kaartmoduskiezer aan om de kaartweergave te veranderen. Kaartmoduskiezer 2D kaartscherm (omhoogrijdmodus) p Deze informatie is gebaseerd op de kaartdatabase. De informatie kan dus verschillen van de feitelijke omstandigheden.
Hoofdstuk Basisbediening 02 Wanneer de “noordenmodus” is geselecteerd, wordt aangegeven. Basisbediening 3D kaartscherm Wanneer het 3D kaartscherm is geselecteerd, wordt aangegeven. 1 Druk op de MAP toets om het navigatiekaartscherm weer te geven. 2 Tip de kaartmoduskiezer aan om de kaartweergave te kiezen.
Hoofdstuk Basisbediening 02 3 Tip even kort op een willekeurige plaats op de kaart om de regelaars voor de kantel- en draaihoek te tonen. Cursor Wanneer de cursor op de gewenste plaats wordt gezet, verschijnt er een kort informatief overzicht onderaan op het scherm over de plaats die wordt weergegeven, met de straatnaam en andere informatie voor de betreffende locatie. (De getoonde informatie hangt af van de plaats.) 4 Tip de kaart aan en sleep deze in de gewenste richting om hem te verschuiven.
Hoofdstuk Basisbediening 02 De basisinstructies voor het uitstippelen van uw route j 2 Geef het “Menu bestemming” weer. j 3 Kies de methode voor het zoeken van uw bestemming. j 4 Voer de informatie over de bestemming in totdat er tenslotte één bestemming over is. Basisbediening 1 Parkeer uw voertuig op een veilige plek en trek de handrem aan. 2 Huidige pagina/totaal aantal pagina’s 3 Terugkeren naar het vorige scherm.
Hoofdstuk 02 Basisbediening Hiermee wordt het toetsenbord omgeschakeld tussen kleine letters en hoofdletters. Elke keer dat u [aA] aantipt, wordt de instelling als volgt gewijzigd: — de eerste letter van een woord wordt een hoofdletter. — u kunt de letters als kleine letters invoeren. (Wanneer een spatie wordt ingevoerd, wordt automatisch naar overgeschakeld.) — u kunt de letters met de hoofdlettergrendeling invoeren. 8 [@/!]: Toont de toets voor het invoeren van speciale tekens, zoals [!].
Hoofdstuk Een locatie zoeken en selecteren 2 03 Tip [Adres] aan. BELANGRIJK p Sommige informatie over verkeersregels is afhankelijk van het tijdstip waarop de route wordt berekend. Deze informatie is daarom mogelijk niet in overeenstemming met een bepaalde verkeersregel op het moment dat uw voertuig de betreffende locatie passeert. Bovendien gelden de aangegeven verkeersregels voor een personenauto en niet voor een bedrijfsauto.
Hoofdstuk Een locatie zoeken en selecteren 03 5 Tip de toets naast “Plaats:” aan om de naam van de stad in te voeren. centrum van de betreffende stad te selecteren, waarna u doorgaat naar het “Kaart-bevestigingsscherm”. 8 Voer de straatnaam in en tip de gewenste straat in de lijst aan. 6 Voer de naam van de stad of de postcode in.
Hoofdstuk Een locatie zoeken en selecteren Als er maar één optie overeenkomt met uw invoer, gaat het scherm meteen naar het “Kaart-bevestigingsscherm” en wordt het invoeren van de straatnaam of het huisnummer overgeslagen. Als u die locatie niet wilt, tipt u aan om opnieuw te proberen met een ander adres. Nuttige plaatsen (POI) in de buurt zoeken 3 Sleep de kaart om de cursor naar de gewenste plaats te brengen en tip [OK] aan. Het aantal POI’s in de buurt verschijnt onderaan op het scherm.
Hoofdstuk 03 Een locatie zoeken en selecteren ! Door [Naam] aan te tippen worden de opties in de lijst op alfabetische volgorde gesorteerd. ! Door [Afstand] aan te tippen worden de opties in de lijst op afstand gesorteerd. p Pictogrammen vereenvoudigen het snel herkennen van categorieën van faciliteiten met dezelfde naam. 6 Tip een van de opties onderaan op het “Kaart-bevestigingsscherm” aan om de volgende bedieningsstap te selecteren.
Hoofdstuk Een locatie zoeken en selecteren 4 Tip de gewenste categorie aan. = Zie POI’s in de buurt van de cursor zoeken op bladzijde 29 voor de verdere bedieningsaanwijzingen. 03 4 Tip de zoekmethode aan die u in het geheugen wilt opslaan. Uw selectievolgorde opslaan U kunt de geselecteerde zoekmethode en een van de categorieën als een snelkoppeling opslaan om deze later weer op te roepen. Op deze manier kunt u een POI zoeken op dezelfde manier als u dat voorheen hebt gedaan.
Hoofdstuk Een locatie zoeken en selecteren 03 ! Als u [Zoekresultaat opslaan] aantipt zonder een categorie te selecteren, wordt alleen de geselecteerde zoekmethode, inclusief alle categorieën, opgeslagen. ! Als er geen categorieën meer binnen de geselecteerde categorie zijn, verschijnt er een lege lijst. In dat geval kunt u [Zoekresultaat opslaan] aantippen om deze als de geselecteerde categorie op te slaan. U kunt de huidige selectievolgorde bovenaan op het scherm controleren.
Hoofdstuk Een locatie zoeken en selecteren De opgeslagen selectievolgorde wissen 1 Tip [Bestemming] in het “Top Menu” aan en daarna [POI]. 3 Tip het geheugenapparaat aan waarvan u gegevens wilt laden. Tip [Opgeslagen zoekresul…] aan. 3 Tip [Wissen] aan rechts van het item dat u wilt wissen. POI’s zoeken met behulp van de gegevens op een extern geheugenapparaat (USB, SD) 4 Tip de gewenste map in de lijst aan. 5 Tip een van de items in de lijst aan.
Hoofdstuk 03 Een locatie zoeken en selecteren 6 Tip een van de opties onderaan op het “Kaart-bevestigingsscherm” aan om de volgende bedieningsstap te selecteren. Tip [Route…] en dan [Ga nu hiernaartoe] aan om de geselecteerde plaats als uw bestemming in te stellen en de route naar dat punt te berekenen. 2 Tip [Coördinaat] aan. 3 Tip de breedtegraadtoets of de lengtegraadtoets aan, afhankelijk van de gegevens die u wilt invoeren.
Hoofdstuk Een locatie zoeken en selecteren 6 Tip [OK] aan. Een locatie selecteren die u recentelijk hebt opgezocht De plaatsen die u in het verleden hebt gezocht, worden automatisch in “Historiek” opgeslagen. Door een item in de lijst te selecteren kunt u gemakkelijk een locatie opgeven. p “Historiek” kan 32 locaties opslaan. Als er geen gegevens meer kunnen worden opgeslagen, zullen eventuele nieuwe gegevens de oudste gegevens overschrijven.
Hoofdstuk 03 Een locatie zoeken en selecteren = Zie Wat u kunt doen met het “Kaart-bevestigingsscherm” op bladzijde 39 voor details betreffende de andere bedieningsfuncties op het “Kaart-bevestigingsscherm”. 2 Tip het gewenste item aan. Een locatie uit “Historiek” wissen U kunt items uit “Historiek” wissen. Het is ook mogelijk om alle items in een keer uit “Historiek” te wissen. 1 Tip [Bestemming] in het “Top Menu” aan en daarna [Historiek].
Hoofdstuk Een locatie zoeken en selecteren 3 Tip [Ja] aan. 2 03 Tip het gewenste item aan. Koers uitzetten naar uw huis Als uw thuislocatie is opgeslagen, kan de route naar huis eenvoudigweg worden uitgestippeld door één toets aan te tippen. % Tip [Bestemming] in het “Top Menu” aan en daarna [Terug naar huis]. Wanneer de route niet is ingesteld, start de routeberekening onmiddellijk. Wanneer er reeds een route is ingesteld, verschijnt er een bericht waarin u wordt gevraagd om dit te annuleren.
Hoofdstuk 03 Een locatie zoeken en selecteren 4 Tip een van de opties onderaan op het “Kaart-bevestigingsscherm” aan om de volgende bedieningsstap te selecteren. Tip [Route…] en dan [Ga nu hiernaartoe] aan om de geselecteerde plaats als uw bestemming in te stellen en de route naar dat punt te berekenen. = Zie Wat u kunt doen met het “Kaart-bevestigingsscherm” op de volgende bladzijde voor details betreffende de andere bedieningsfuncties op het “Kaart-bevestigingsscherm”.
Hoofdstuk Nadat de locatie is bepaald (Kaart-bevestigingsscherm) 04 Wat u kunt doen met het “Kaart-bevestigingsscherm” In de meeste gevallen zal na het zoeken van een locatie het “Kaart-bevestigingsscherm” verschijnen zodat u de volgende bedieningsstap kunt selecteren. De onderstaande opties zijn beschikbaar op dit scherm: Opslaan als… Hiermee plaatst u een kaartpunaise en slaat u de positie op. = Voor meer details omtrent deze functie verwijzen wij u naar Opslaan als… op de volgende bladzijde.
Hoofdstuk 04 Nadat de locatie is bepaald (Kaart-bevestigingsscherm) Via toevoegen Hiermee berekent u de route opnieuw door de cursorpositie als een tussenpunt toe te voegen. = Voor meer details omtrent deze functie verwijzen wij u naar De locatie als tussenpunt instellen op deze bladzijde. Doorgaan Hiermee berekent u de route opnieuw door de cursorpositie als de nieuwe bestemming in te stellen. De vorige bestemming wordt een tussenpunt.
Hoofdstuk Nadat de locatie is bepaald (Kaart-bevestigingsscherm) 2 Tip [Via toevoegen] aan. p Wanneer de cursor en een tussenpunt dat reeds is ingesteld overlappen, tipt u [Viapunt verwijderen] aan om het tussenpunt te wissen en berekent dan opnieuw de route. 04 1 Druk op de MAP toets om het navigatiekaartscherm weer te geven. 2 Tip de kaart aan en sleep deze in de gewenste richting om hem te verschuiven. 1 Tip [Route…] op het “Kaart-bevestigingsscherm” aan. 2 Tip [Doorgaan] aan.
Hoofdstuk 04 Nadat de locatie is bepaald (Kaart-bevestigingsscherm) 6 Tip [OK] aan. Als u [OK] aantipt, verschijnt het “Kaart-bevestigingsscherm” met de geselecteerde POI uitgelicht. Een kaartpunaise op de locatie plaatsen De punaisevormige pictogrammen genaamd “kaartpunaises” kunnen als markeringen worden gebruikt. Door een gekleurde punaise op de kaart te plaatsen kunt u een positie laten opvallen zodat u deze later gemakkelijk kunt terugvinden.
Hoofdstuk Nadat de locatie is bepaald (Kaart-bevestigingsscherm) 4 Tip de categorie aan waaraan de locatie moet worden toegewezen. 04 = Voor meer details omtrent deze functie verwijzen wij u naar Uw eigen POI bewerken op bladzijde 125. Als er nog meer gedetailleerde categorieën binnen de geselecteerde categorie zijn, herhaalt u deze stap naar vereist. 5 Tip [Hier toevoegen] aan wanneer de gewenste categorielijst verschijnt om het item eraan toe te voegen.
Hoofdstuk Nadat de locatie is bepaald (Kaart-bevestigingsscherm) 04 Een locatie uit “Favorieten” wissen 5 Tip het gewenste cameratype aan voor het toewijzen van een type categorie. Alle locaties in “Favorieten” kunnen in een keer gewist worden. 1 Tip [Bestemming] in het “Top Menu” aan en daarna [Favorieten]. 2 Tip [Alles wissen] aan. Er verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd om het wissen te bevestigen. 3 Tip [Ja] aan.
Hoofdstuk Nadat de locatie is bepaald (Kaart-bevestigingsscherm) 04 3 Alzijdig-gericht type Nadat de locatie is bepaald (Kaart-bevestigingsscherm) 8 Tip ergens op de balk aan of sleep de schuifregelaar onder “Camerasnelheid:” naar de gewenste plaats om de maximumsnelheid in te stellen. Als u met een te hoge snelheid door het cameralocatiegebied probeert te rijden, zal het navigatiesysteem u waarschuwen.
Hoofdstuk De huidige route controleren 05 De huidige routeomstandigheden controleren 1 Het “Route-informatie” scherm geeft u gedetailleerde informatie over de huidige route. Dit is een voorbeeld waarin een route met twee tussenpunten wordt getoond. p Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de route is ingesteld en uw voertuigpositie zich op de route bevindt. p U kunt het “Route-informatie” scherm ook weergeven door “Multi-informatievenster” op het kaartscherm aan te tippen.
Hoofdstuk De huidige route controleren 3 Tip [Best.] aan om naar het scherm voor het eerste tussenpunt te gaan. 05 Overzicht van de volledige route controleren op de kaart U kunt het volledige traject van de huidige route controleren. 1 Tip [Bestemming] in het “Top Menu” aan en daarna [Route]. Het “Informatie Via-punt” scherm verschijnt. 4 Tip [Via] aan om naar het scherm voor het tweede tussenpunt te gaan. Het “Informatie Via-punt” scherm voor het volgende tussenpunt verschijnt.
Hoofdstuk 05 De huidige route controleren 4 Tip [Modus] aan. Elke keer dat u [Modus] aantipt, verandert de lijstmodus. Alternatieve opties: ! Detail instructies Alle afslagpunten, voorbij gereden straten en andere informatie wordt getoond. ! Aanwijzigen Alle afslagpunten (waar stembegeleiding wordt gegeven) worden getoond. ! Wegenlijst Alle afslagpunten worden in de meest eenvoudige vorm getoond (identieke routenamen worden samengevoegd).
Hoofdstuk Tussenpunten en de bestemming bewerken 06 Tussenpunten bewerken U kunt tussenpunten (locaties die u wilt bezoeken terwijl u op weg bent naar uw bestemming) bewerken en de route herberekenen zodat deze langs deze locaties gaat. Een tussenpunt toevoegen 1 Zoek een locatie. 2 Tip [Route…] op het “Kaart-bevestigingsscherm” aan. 3 Tip [Via toevoegen] aan. = Voor meer details omtrent deze functie verwijzen wij u naar Tussenpunten sorteren op deze bladzijde.
Hoofdstuk Tussenpunten en de bestemming bewerken 06 1 Tip [Bestemming] in het “Top Menu” aan en daarna [Route]. 2 Tip [Route opslaan] aan. 3 Voer de naam in en tip dan [Klaar] aan om de invoer te voltooien. Het vorige scherm verschijnt. p De opgeslagen route kan later worden opgeroepen. = Zie Een route instellen door een opgeslagen route op te roepen op bladzijde 37 voor details. Registraties uit de “Mijn routes” wissen 1 Tip [Bestemming] in het “Top Menu” aan en daarna [Mijn routes].
Hoofdstuk Verkeersinformatie gebruiken De verkeerslijst bekijken Op het scherm verschijnt een lijst met verkeersinformatie. Aan de hand hiervan kunt u controleren hoeveel verkeersincidenten er hebben plaatsgevonden, waar ze hebben plaatsgevonden en op welke afstand van de plaats waar u zich op dat moment bevindt. % Tip [Bestemming] in het “Top Menu” aan en daarna [Verkeer]. Er wordt een lijst met verkeersinformatie getoond die ontvangen is.
Hoofdstuk 07 Verkeersinformatie gebruiken De verkeersinformatie instellen U kunt de functies die verband houden met de verkeersinformatie naar eigen voorkeur instellen. 1 Tip [Bestemming] in het “Top Menu” aan en daarna [Verkeer]. 2 Tip [Instellingen] aan. Het “TMC controlecentrum” scherm verschijnt.
Hoofdstuk Gebruik van handsfree telefoneren Handsfree telefoneren overzicht neer de verbinding om de een of andere reden wegvalt, probeert het systeem automatisch de betreffende mobiele telefoon weer te verbinden (ook als de verbinding verbroken wordt als gevolg van het bedienen van de mobiele telefoon). BELANGRIJK Voor uw veiligheid moet u zoveel mogelijk vermijden te telefoneren tijdens het rijden.
Hoofdstuk Gebruik van handsfree telefoneren 08 Uw mobiele telefoon registreren U moet uw mobiele telefoon uitgerust met Bluetooth draadloze technologie registreren wanneer u deze de eerste maal aansluit. In totaal kunnen er drie telefoons worden geregistreerd. Er zijn drie registratiemethoden beschikbaar: ! Telefoons in de buurt zoeken ! Een bepaalde telefoon zoeken ! Paren vanaf uw mobiele telefoon p De standaard apparatuurnaam die op de mobiele telefoon wordt weergegeven is “Pioneer Navi”.
Hoofdstuk Gebruik van handsfree telefoneren 1 Schakel de Bluetooth draadloze technologie op uw mobiele telefoon in. Bij sommige mobiele telefoons is er geen bepaalde bediening vereist om de Bluetooth draadloze technologie in te schakelen. Zie de handleiding van uw mobiele telefoon voor details. 08 7 Voer de PIN-code “1111” in met de mobiele telefoon. 2 Tip [Telefooninstellingen] in het “Telefoonmenu” aan. = Zie Het Telefoonmenu weergeven op bladzijde 53 voor details. 3 Tip [Verbinding] aan.
Hoofdstuk 08 Gebruik van handsfree telefoneren ! De verbinding kan om de een of andere reden niet automatisch tot stand gebracht worden. Als u een verbinding handmatig start, voert u de volgende procedure uit. U kunt ook verbinding met de telefoon maken door het navigatiesysteem de telefoon automatisch te laten detecteren. = Zie Automatische verbinding instellen op bladzijde 64 voor details. 5 Registreer het navigatiesysteem op uw mobiele telefoon.
Hoofdstuk Gebruik van handsfree telefoneren p Als de verbinding mislukt, moet u controleren of uw mobiele telefoon inderdaad aan het wachten is op een verbinding en daarna probeert u opnieuw. De aansluiting van een mobiele telefoon annuleren 1 Tip [Telefooninstellingen] in het “Telefoonmenu” aan. = Zie Het Telefoonmenu weergeven op bladzijde 53 voor details. 2 Tip [Verbinding] aan.
Hoofdstuk 08 Gebruik van handsfree telefoneren Rechtstreeks bellen 1 Tip [Kiestoetsen] in het “Telefoonmenu” aan. = Zie Het Telefoonmenu weergeven op bladzijde 53 voor details. Het scherm voor rechtstreeks bellen verschijnt. 3 Tip aan om het gesprek te beëindigen. Het gesprek eindigt. p Wanneer er een inkomende oproep is, kunt u op MULTI-CONTROL drukken om de oproep te beantwoorden. Tijdens het gesprek kunt u nog een keer op MULTI-CONTROL drukken om het gesprek te beëindigen.
Hoofdstuk Gebruik van handsfree telefoneren 08 Een nummer bellen uit de geschiedenislijst van gebelde nummers Een nummer bellen uit de geschiedenislijst van gemiste oproepen Voor iedere geregistreerde mobiele telefoon kunnen 30 gebelde nummers worden opgeslagen. Als er meer dan 30 nummers zijn, wordt de oudste verwijderd. Voor iedere geregistreerde mobiele telefoon kunnen 20 gemiste oproepen worden opgeslagen. Als er meer dan 20 oproepen zijn, wordt de oudste verwijderd.
Hoofdstuk 08 Gebruik van handsfree telefoneren 3 of : Hiermee toont u de volgende of de vorige pagina. Alfabet-tabs Hiermee kunt u naar het begin van de pagina met contactpersonen springen waarvan de naam met de geselecteerde letter begint. Wanneer [#ABCDE] wordt aangetipt, wordt de pagina weergegeven met de items waarvan de namen beginnen met primaire symbolen of cijfers. Tip [Overige] aan om de pagina weer te geven met items die niet aan een van de andere tabs zijn toegewezen.
Hoofdstuk Gebruik van handsfree telefoneren Inkomende sms-berichten aankondigen Wanneer de mobiele telefoon en het navigatiesysteem met elkaar zijn verbonden, zal de volgende aankondiging worden getoond wanneer u een nieuw sms-bericht ontvangt. “Nieuw bericht van: (naam van de afzender)” wordt weergegeven en de aankondiging verdwijnt na acht seconden.
Hoofdstuk 08 Gebruik van handsfree telefoneren 4 Controleer of het volgende scherm inderdaad verschijnt en bedien uw mobiele telefoon om de registraties uit het telefoonboek over te brengen. 1 Tip [Telefooninstellingen] in het “Telefoonmenu” aan. = Zie Het Telefoonmenu weergeven op bladzijde 53 voor details. 2 Het overbrengen start. Dit kan even duren afhankelijk van hoeveel gegevens er moeten worden overgebracht.
Hoofdstuk Gebruik van handsfree telefoneren De telefoon instellen Het telefoonvolume instellen Het volumeniveau voor handsfree telefoneren kan worden ingesteld. 1 Tip [Volume telefoon] in het “Telefoonmenu” aan. = Zie Het Telefoonmenu weergeven op bladzijde 53 voor details. 2 Stel het volume in met de schuifregelaars van [Beltoon telefoon] en [Stem telefoon]. 08 1 Tip [Telefooninstellingen] in het “Telefoonmenu” aan. = Zie Het Telefoonmenu weergeven op bladzijde 53 voor details.
Hoofdstuk 08 Gebruik van handsfree telefoneren De automatische weigeringsfunctie instellen Als deze functie ingeschakeld is, weigert het navigatiesysteem automatisch alle inkomende oproepen. 1 Tip [Telefooninstellingen] in het “Telefoonmenu” aan. = Zie Het Telefoonmenu weergeven op bladzijde 53 voor details. 2 Tip de toets aan naast “Alle gespr. weigeren”. Door de toets aan te tippen wordt de functie in- of uitgeschakeld. p Als zowel “Alle gespr. weigeren” als “Voorkeur autom. beantw.
Hoofdstuk Gebruik van handsfree telefoneren 4 Tip [Klaar] aan. De naam is gewijzigd. p Er kunnen maximaal 30 tekens voor een apparaatnaam worden ingevoerd. Opmerkingen met betrekking tot het handsfree telefoneren Registratie en verbinding ! De bediening van de mobiele telefoon varieert, naargelang het type mobiele telefoon. Raadpleeg de handleiding die met uw mobiele telefoon geleverd werd voor gedetailleerde instructies.
Hoofdstuk 08 Gebruik van handsfree telefoneren ! U kunt geen onbekende gebruiker (geen telefoonnummer) bellen via de geschiedenis van ontvangen oproepen. ! De geschiedenisgegevens worden alleen in het navigatiesysteem opgenomen wanneer uw mobiele telefoon met het navigatiesysteem is gepaard. Telefoonboekgegevens overbrengen ! Als er meer dan 400 registraties in het telefoonboek van uw mobiele telefoon zijn, is het mogelijk dat niet alle registraties volledig kunnen worden overgebracht.
Hoofdstuk Audio-CD’s afspelen U kunt een normale muziek-CD afspelen in het ingebouwde station van het navigatiesysteem. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u dat moet doen. 09 Gebruik van de aanraaktoetsen Aanraaktoetsen 1 1 Steek de disc die u wilt afspelen in de disc-laadsleuf. Het afspelen begint bij het eerste fragment op de CD. 3 4 2 Tip [DISC] in het “AV-bron” menu aan voor het weergeven van het “CD” scherm.
Hoofdstuk Audio-CD’s afspelen 09 Alle fragmenten op de disc kunnen in een willekeurige volgorde worden afgespeeld door slechts één toets aan te tippen. Gebruik van het “Function” menu p [Shuffle alles] is niet beschikbaar voor de AVIC-F710BT. p Voor het annuleren van de weergave in willekeurige volgorde, [Willekeurige volgorde] overschakelen naar [Uit] in het “Function” menu. 1 Tip [DISC] in het “AV-bron” menu aan voor het weergeven van het “CD” scherm.
Hoofdstuk Muziekbestanden op een ROM afspelen U kunt een normale disc die gecomprimeerde audiobestanden bevat afspelen in het ingebouwde station van het navigatiesysteem. In dit hoofdstuk wordt de bediening beschreven. p In de hierna volgende beschrijving worden MP3-, WMA-, AAC- en WAV-bestanden samen als “gecomprimeerd audiobestand” aangegeven. p De AVIC-F910BT en AVIC-F9110BT kunnen geen WAV-bestanden afspelen. De onderstaande markeringen geven de huidige afspeelstatus aan.
Hoofdstuk 10 Muziekbestanden op een ROM afspelen Alle fragmenten op de disc kunnen in een willekeurige volgorde worden afgespeeld door slechts één toets aan te tippen. Bij het afspelen van een disc die meerdere bestandstypen bevat, kunt u tussen de bestandstypen omschakelen.
Hoofdstuk Muziekbestanden op een ROM afspelen 3 Tip het fragment aan dat u wilt afspelen. 2 10 Tip [Func] aan. p Om het lijstscherm te annuleren, tipt u [Detail] aan. Ingebedde tekstinformatie weergeven De tekstinformatie die op een disc met gecomprimeerde audiobestanden is opgeslagen kan getoond worden. % Tip aan. De volgende informatie verschijnt.
Hoofdstuk 10 Muziekbestanden op een ROM afspelen 3 Scan- of introweergave van mappen en fragmenten Scanweergave stelt u in staat de eerste 10 seconden van elk fragment te beluisteren. De scanweergave wordt uitgevoerd in het huidige herhaalbereik. Door [Scannen] aan te tippen wordt er omgeschakeld tussen [Aan] en [Uit]. Wanneer u het gewenste fragment vindt, tipt u [Scannen] aan om de scanweergave uit te schakelen.
Hoofdstuk Een DVD-Video afspelen 11 U kunt een DVD-Video afspelen in het ingebouwde station van het navigatiesysteem. In dit hoofdstuk wordt de bediening beschreven voor het afspelen van een DVD-Video. p De AVIC-F710BT kan geen DVD’s afspelen.
Hoofdstuk 11 Een DVD-Video afspelen = Zie Gebruik van het “Function” menu op bladzijde 77 voor details. 3 Het DVD-menu weergeven U kunt het menu weergeven door [Menu] of [TOP M.] aan te tippen terwijl een disc wordt afgespeeld. Tipt u een van deze toetsen opnieuw aan, dan kunt u afspelen vanaf het punt dat vanuit het menu is geselecteerd. Zie voor nadere informatie de instructies die bij de disc ingesloten zijn.
Hoofdstuk Een DVD-Video afspelen Bij enkele malen aantippen van [Audio] wordt er tussen de gesproken talen en de audiosystemen omgeschakeld. p DTS-audio kan niet worden uitgevoerd, dus selecteer een andere audio-instelling dan DTS. p Weergave-indicaties, zoals MPEG-A en Mch, geven het audiosysteem aan dat is opgenomen op de DVD. Afhankelijk van de instelling vindt de weergave wellicht niet plaats met hetzelfde audiosysteem als dat wat is aangegeven.
Hoofdstuk Een DVD-Video afspelen 11 Rechtstreeks een nummer zoeken U kunt deze functie gebruiken als u een numerieke opdracht moet invoeren tijdens het afspelen van een DVD. 1 Tip [0-9] aan. 2 Tip [0] tot [9] aan om het gewenste nummer in te voeren. 1 Tip [a], [b], [c] of [d] aan om het gewenste menu-item te selecteren. Play All Audio Chapter Subtitle Staff / Cast Angle 3 Tip [Enter] aan terwijl het ingevoerde nummer wordt weergegeven.
Hoofdstuk Een DVD-Video afspelen 2 Tip op [q] of [r] voor het instellen van de afspeelsnelheid tijdens vertraagde weergave. Telkens wanneer u [q] of [r] aantipt, verandert de snelheid in vier stappen in de onderstaande volgorde: 1/16 f 1/8 f 1/4 f 1/2 p U hoort geen geluid tijdens vertraagde weergave. p Bij sommige discs worden de beelden onduidelijk bij vertraagde weergave. p Vertraagde weergave in achterwaartse richting is niet mogelijk.
Hoofdstuk 12 Een DVD-VR disc afspelen U kunt een DVD-VR (DVD Video Recording-formaat) disc afspelen met behulp van het ingebouwde station van het navigatiesysteem. Dit hoofdstuk beschrijft de bediening voor DVDVR discs. p De AVIC-F710BT kan geen DVD-VR discs afspelen. Gebruik van de aanraaktoetsen Weergavescherm (pagina 1) 1 2 3 4 5 Het scherm aflezen 12 3 4 5 6 7 6 7 8 8 9 9abc Weergavescherm (pagina 2) 1 2 d 1 Bronpictogram Dit geeft aan welke bron er is geselecteerd.
Hoofdstuk Een DVD-VR disc afspelen 12 Door [p] aan te tippen springt u naar het begin van het volgende hoofdstuk. Door [o] één keer aan te tippen springt u naar het begin van het huidige hoofdstuk. Wanneer u het aantippen herhaalt, springt u naar het vorige hoofdstuk. g Beeld-voor-beeld weergave (of vertraagde weergave) p Beweeg MULTI-CONTROL naar links of rechts voor dezelfde bedieningsfuncties. h Snel vooruit- of achteruitspoelen Tip m] of [n] aan om snel vooruit of achteruit te spoelen.
Hoofdstuk 12 Een DVD-VR disc afspelen 2 Tip de toetsen aan voor het invoeren van het nummer of de tijd en tip dan [Enter] aan. Voor titels en hoofdstukken ! Om 3 te selecteren, tipt u [3] en daarna [Enter] aan. ! Om 10 te selecteren, tipt u [1] en [0] en daarna [Enter] aan. Voor tijd (op tijd zoeken) ! Om 5 minuten en 03 seconden in te stellen, tipt u [5], [0], [3] en daarna [Enter] aan. ! Om 71 minuten en 00 seconden in te stellen, tipt u [7], [1], [0], [0] en daarna [Enter] aan.
Hoofdstuk Een DVD-VR disc afspelen Beeld-voor-beeld weergave U kunt beeld-voor-beeld vooruit laten weergeven. 12 3 Tip [Func] aan. Function menu % Tip tijdens afspelen [r] aan. Elke keer dat u [r] aantipt, gaat u één beeld verder vooruit. Tip [f] aan om terug te keren naar normale weergave. p Bij sommige discs worden de beelden onduidelijk bij beeld-voor-beeld weergave. 1 Vertraagde weergave U kunt de afspeelsnelheid vertragen. 1 Blijf tijdens afspelen [r] aanraken totwordt weergegeven.
Hoofdstuk 13 Een DivX-video afspelen U kunt een DivX-disc afspelen in het ingebouwde station van het navigatiesysteem. In dit hoofdstuk wordt de bediening beschreven. p De AVIC-F710BT kan geen DivX-bestanden afspelen. Gebruik van de aanraaktoetsen Weergavescherm (pagina 1) Het scherm aflezen Weergavescherm (pagina 2) 1 1 Bronpictogram Dit geeft aan welke bron er is geselecteerd.
Hoofdstuk Een DivX-video afspelen 5 Afspelen en pauze Door [f] aan te tippen schakelt u heen en weer tussen “afspelen” en “pauze”.
Hoofdstuk 13 Een DivX-video afspelen Een bepaalde scène opzoeken en afspelen vanaf een bepaald tijdstip op de disc U kunt de gewenste scène opzoeken door een map of een bestand te preciseren, en door het tijdstip op de disc op te geven. p Zoeken op tijd is niet mogelijk als het afspelen van de disc is gestopt. 1 Tip [Zoeken] aan en vervolgens [Folder] (map), [Bestand] (bestand), [Tijd] (tijd). Gebruik van het “Function” menu 1 Tip [DISC] in het “AV-bron” menu aan voor het weergeven van het “DivX” scherm.
Hoofdstuk DVD-Video, DVD-VR, DivX instellingen Stel de DVD-Video/DVD-VR/DivX-speler in. 1 Speel een disc af die DVD-Video, DVDVR of DivX bevat. 2 Tip [DISC] in het “AV-bron” menu aan om het normale weergavescherm te tonen. = Zie Overzicht van de schermen op bladzijde 18 voor details betreffende de bediening. 3 Tip [Func] aan. Het “Function” menu verschijnt. 4 5 Tip [DVD-instelling] aan. Tip de gewenste functie aan. 1 Tip [DVD-instelling] in het “Function” menu aan.
Hoofdstuk 14 DVD-Video, DVD-VR, DivX instellingen ! Letter-box — Het beeld heeft de vorm van een brievenbus, met zwarte balken boven en onder op het scherm ! Panscan — Het beeld wordt rechts en links van het scherm afgesneden p Wanneer u discs afspeelt die niet voorzien zijn van het panscan-systeem, wordt de disc afgespeeld met [Letter-box] zelfs als u de [Panscan] instelling selecteert. Controleer of de verpakking van de disc voorzien is van het logo.
Hoofdstuk DVD-Video, DVD-VR, DivX instellingen 3 Tip de toets aan naast “Parental”. 5 Tip [Enter] aan terwijl het ingevoerde nummer wordt weergegeven. Het codenummer wordt geregistreerd en u kunt nu het niveau instellen. 6 Tip één van de opties van [1] tot [8] aan om het gewenste niveau te selecteren. Het niveau van de kinderbeveiliging is hiermee ingesteld.
Hoofdstuk 14 DVD-Video, DVD-VR, DivX instellingen p Wanneer [Auto Play] op [Aan] staat, is herhaalde weergave niet mogelijk. Het ondertitelingsbestand voor DivX instellen U kunt selecteren of DivX externe ondertitelingen al dan niet worden getoond. p Als er geen DivX externe ondertitelingsbestanden zijn, zal de oorspronkelijke DivX ondertiteling worden weergegeven zelfs wanneer [Aangepast] is geselecteerd. 1 Tip [DVD-instelling] in het “Function” menu aan.
Hoofdstuk DVD-Video, DVD-VR, DivX instellingen 14 Taalcodekaart voor DVD’s Taal (code), invoercode Guarani (gn), 0714 Gujarati (gu), 0721 Haussa (ha), 0801 Hindi (hi), 0809 Kroatisch (hr), 0818 Hongaars (hu), 0821 Armeens (hy), 0825 Interlingua (ia), 0901 Interlingue (ie), 0905 Inupiak (ik), 0911 Indonesisch (in), 0914 IJslands (is), 0919 Hebreeuws (iw), 0923 Jiddisch (ji), 1009 Javaans (jw), 1023 Georgisch (ka), 1101 Kazachs (kk), 1111 Groenlands (kl), 1112 Cambodjaans (km), 1113 Kanarees (kn), 1114 Kas
Hoofdstuk 15 Muziekbestanden (van USB of SD) afspelen U kunt gecomprimeerde audiobestanden afspelen die op een extern geheugenapparaat (USB, SD) zijn opgeslagen. p In de hierna volgende uitleg worden een SD-geheugenkaart en een USB-geheugenapparaat samen aangeduid als “extern geheugenapparaat (USB, SD)”. Indien het enkel om een USB-geheugenapparaat gaat, wordt de term “USB-geheugenapparaat” gebruikt.
Hoofdstuk Muziekbestanden (van USB of SD) afspelen 7 9 a b Media Scan Het begin van elk audiobestand wordt voor ongeveer 10 seconden afgespeeld. Folder Scan Het begin van elk fragment in de huidige map wordt voor ongeveer 10 seconden afgespeeld. = Zie Gebruik van het “Function” menu op bladzijde 93 voor meer informatie. p De informatie aangegeven met een sterretje (*) verschijnt enkel wanneer de informatie gecodeerd werd in de gecomprimeerde audiobestanden.
Hoofdstuk Muziekbestanden (van USB of SD) afspelen 15 Tip [c] of [d] aan om het eerste afspeelbare bestand in de vorige of volgende map af te spelen. De mappen zonder afspeelbare bestanden worden overgeslagen. 5 Vooruit- of achteruitspringen Door [p] aan te tippen springt u naar het begin van het volgende bestand. Door [o] één keer aan te tippen springt u naar het begin van het huidige bestand. Wanneer u het aantippen herhaalt, springt u naar het vorige bestand.
Hoofdstuk Muziekbestanden (van USB of SD) afspelen Gebruik van het “Function” menu = Zie Overzicht van de schermen op bladzijde 18 voor details betreffende de bediening. 2 Tip [Func] aan. 1 2 3 Scan- of introweergave van mappen en fragmenten Scanweergave stelt u in staat de eerste 10 seconden van elk fragment te beluisteren. De scanweergave wordt uitgevoerd in het huidige herhaalbereik. Door [Scannen] aan te tippen wordt er omgeschakeld tussen “Aan” en “Uit”.
Hoofdstuk 16 Videobestanden (van USB of SD) afspelen U kunt videobestanden afspelen die op een extern geheugenapparaat (USB, SD) zijn opgeslagen. p In de hierna volgende uitleg worden een SD-geheugenkaart en een USB-geheugenapparaat samen aangeduid als “extern geheugenapparaat (USB, SD)”. Indien het enkel om een USB-geheugenapparaat gaat, wordt de term “USB-geheugenapparaat” gebruikt.
Hoofdstuk Videobestanden (van USB of SD) afspelen p Beweeg MULTI-CONTROL naar links of rechts voor dezelfde bedieningsfuncties. Gebruik van de aanraaktoetsen (Video) 1 2 3 5 6 7 9a 1 Equalizercurven oproepen = Zie Equalizercurven oproepen op bladzijde 133 voor details. 6 Afspelen en pauze Door [f] aan te tippen schakelt u heen en weer tussen afspelen en pauze.
Hoofdstuk Videobestanden (van USB of SD) afspelen 16 2 Tip de toetsen aan voor het invoeren van het nummer of de tijd en tip dan [Enter] aan. 1 Voor mappen en bestanden ! Om 3 te selecteren, tipt u [3] en daarna [Enter] aan. ! Om 10 te selecteren, tipt u [1] en [0] en daarna [Enter] aan. Voor tijd (op tijd zoeken) ! Om 5 minuten en 03 seconden in te stellen, tipt u [5], [0], [3] en daarna [Enter] aan. ! Om 71 minuten en 00 seconden in te stellen, tipt u [7], [1], [0], [0] en daarna [Enter] aan.
Hoofdstuk Gebruik van een iPod (iPod) Met een USB-interfacekabel voor de iPod kunt u uw iPod op het navigatiesysteem aansluiten. p U hebt een USB-interfacekabel voor de iPod (CD-IU230V) (los verkrijgbaar) nodig om de verbinding te maken. 17 Video 1 a Startprocedure = Zie Uw iPod aansluiten op bladzijde 15 voor details. p Als de iPod reeds is aangesloten, tipt u [iPod] in het “AV-bron” menu aan. = Zie Overzicht van de schermen op bladzijde 18 voor details betreffende de bediening.
Hoofdstuk 17 Gebruik van een iPod (iPod) Deze laat het huidige hoofdstuknummer zien en het totaal aantal hoofdstukken wanneer een video met hoofdstukken wordt afgespeeld. p Als er tekens in de iPod zijn opgenomen die niet compatibel zijn met dit navigatiesysteem, is het mogelijk dat de tekens verkeerd worden weergegeven. Gebruik van de aanraaktoetsen (Muziek) 1 3 2 4 5 6 7 8 9 a 1 Album-afbeelding Tip de toets aan om de album-afbeelding te vergroten.
Hoofdstuk Gebruik van een iPod (iPod) Bladeren op zoek naar een muziekstuk 17 4 Tip in de lijst het muziekstuk (of de episode) aan die u wilt afspelen. p Nadat u een fragment met deze functie hebt geselecteerd, kunt u [Menu] aantippen om de voorheen geselecteerde lijst weer te geven. Tip een item in de lijst aan om te zoeken naar een muziekstuk en dit op uw iPod af te spelen.
Hoofdstuk Gebruik van een iPod (iPod) 17 1 1 Equalizercurven oproepen Tip [Video] aan. 2 Tip een van de categorieën aan die de video bevat die u wilt afspelen. = Zie Equalizercurven oproepen op bladzijde 133 voor details. 2 Het “Function” menu weergeven = Zie Gebruik van het “Function” menu op de volgende bladzijde voor details.
Hoofdstuk Gebruik van een iPod (iPod) 17 Tip de toets aan om de bovenste categorie voor het afspelen van een video weer te geven. 9 De aanraaktoetsen verbergen Tip [Verbergen] aan om de aanraaktoetsen te verbergen. Tip het LCD-scherm op een willekeurige plaats aan om de aanraaktoetsen opnieuw weer te geven. Zoekregeling Door het item in de lijst aan te tippen kunt u zoeken naar een video in uw iPod en deze afspelen. 1 Tip de gewenste categorie aan. 2 Tip het item aan dat u wilt verfijnen.
Hoofdstuk Gebruik van een iPod (iPod) 17 2 Tip [Func] aan. 1 2 3 4 1 Herhaalde weergave instellen Er bestaan twee soorten herhaalde weergave. Elke keer dat u [Herhalen] aantipt, wordt de instelling als volgt gewijzigd: ! Eén — Alleen het huidige fragment herhalen ! Alle — Alle fragmenten in de geselecteerde lijst herhalen 2 Willekeurige weergave voor muziek instellen Deze functie speelt de muziekstukken of albums in een willekeurige volgorde af.
Hoofdstuk Gebruik van de radio (FM) 18 U kunt naar de radio luisteren via gebruik van het navigatiesysteem. In dit hoofdstuk wordt de bediening van de radio (FM) beschreven. De functies die verband houden met RDS (Radio Data System) zijn alleen beschikbaar in gebieden met FM-zenders die RDS-signalen uitzenden. Zelfs wanneer het navigatiesysteem een RDS-zender ontvangt, is het toch mogelijk dat niet alle RDS-functies beschikbaar zijn.
Hoofdstuk 18 Gebruik van de radio (FM) Voor automatische afstemming houdt u [c] of [d] ongeveer één seconde vast en laat de toets dan los. De tuner zal nu zelf de frequenties in de aangegeven richting afzoeken tot er een uitzending gevonden wordt die sterk genoeg is voor een goede ontvangst. p U kunt de automatische afstemming annuleren door [c] of [d] even kort aan te tippen. p Als u [c] of [d] blijft vasthouden, kunt u frequenties overslaan. Het automatisch afstemmen begint zodra u de toetsen loslaat.
Hoofdstuk Gebruik van de radio (FM) p De tuner slaat automatisch de drie laatst ontvangen uitzendingen met radiotekst in het geheugen op, waarbij de tekst van de minst recente uitzending door de nieuwe tekst zal worden vervangen. Radiotekst weergeven 1 Tip [Tekst] aan om radiotekst weer te geven. Er wordt radiotekst weergegeven voor de zender waarop is afgestemd. 1 Laat de radiotekst die u in het geheugen wilt opslaan op het display verschijnen. = Zie Radiotekst weergeven op deze bladzijde voor details.
Hoofdstuk Gebruik van de radio (FM) 18 3 Op sterke zenders afstemmen = Zie deze bladzijde voor details. 4 Een RDS-zender via PTY-informatie zoeken = Zie deze bladzijde voor details. 5 Verkeersberichten ontvangen = Zie de volgende bladzijde voor details. 6 Op alternatieve frequenties afstemmen = Zie bladzijde 108 voor details. 7 Onderbreking door nieuwsberichten gebruiken = Zie bladzijde 108 voor details.
Hoofdstuk Gebruik van de radio (FM) News&INF — Popular — Classics — Others 2 Tip [Start] aan om met zoeken te beginnen. De tuner zoekt naar een zender die een programma van het geselecteerde programmatype uitzendt. PTY nooduitzendingen ontvangen PTY-alarm is een speciale PTY code voor berichten over noodgevallen, zoals natuurrampen. Als de tuner de radioalarmcode ontvangt, verschijnt ALARM op het display en gaat het volume naar het TA volume.
Hoofdstuk 18 Gebruik van de radio (FM) Op alternatieve frequenties afstemmen Automatisch PI-zoeken voor voorkeurzenders activeren Als u naar een uitzending aan het luisteren bent en de ontvangst zwakker wordt of er doen zich andere problemen voor, dan zal het navigatiesysteem automatisch op zoek gaan naar een andere zender in hetzelfde netwerk die een betere ontvangst oplevert.
Hoofdstuk Gebruik van de radio (FM) Indicator Betekenis of TRFC De informatie-onderbreking is geactiveerd, maar u ontvangt geen gegevens omdat die er niet zijn. 18 Zelfs als de informatie-onderbreking is uitgeschakeld, zullen er toch gegevens worden ontvangen. (U kunt ze ontvangen wanneer u de informatie-onderbreking activeert.) De informatie-onderbreking is geactiveerd en er worden nu gegevens ontvangen.
Hoofdstuk 18 Gebruik van de radio (FM) PTY-lijst Algemeen News&INF Popular Classics Others 110 Nl Specifiek Programmatype News Nieuws Affairs Actualiteiten Info Algemene informatie en adviezen Sport Sport Weather Weerberichten/meteorologische informatie Finance Beursberichten, handel, nijverheid enz.
Hoofdstuk Gebruik van de radio (AM) U kunt naar de radio luisteren via gebruik van het navigatiesysteem. In dit hoofdstuk wordt de bediening van de radio (AM) beschreven. % Tip [AM] in het “AV-bron” menu aan voor het weergeven van het “AM” scherm. = Zie Overzicht van de schermen op bladzijde 18 voor details betreffende de bediening. Het scherm aflezen 1 2 3 1 Bronpictogram Dit geeft aan welke bron er is geselecteerd. 2 Voorkeurzendernummer-indicator Deze laat zien welke voorkeurzender is geselecteerd.
Hoofdstuk 19 Gebruik van de radio (AM) % Tip [Voorkeuze] (of [Detail]) aan. Iedere keer dat u [Voorkeuze] (of [Detail]) aantipt, wordt overgeschakeld naar het display met de gedetailleerde informatie of de voorkeurzenderlijst. Gebruik van het “Function” menu 1 Tip [AM] in het “AV-bron” menu aan voor het weergeven van het “AM” scherm. = Zie Overzicht van de schermen op bladzijde 18 voor details betreffende de bediening.
Hoofdstuk Gebruik van de radio (AM) 19 p Wanneer zenderfrequenties met BSM worden opgeslagen, kunnen reeds onder [P1] tot [P6] opgeslagen zenderfrequenties worden vervangen. Op sterke zenders afstemmen Met de automatische afstemming voor lokale zenders kunt u het toestel laten afstemmen op enkel zenders met een voldoende sterk signaal voor een goede ontvangst. Gebruik van de radio (AM) 1 Tip [Aan] aan om het afstemmen op lokale zenders in te schakelen.
Hoofdstuk 20 Gebruik van de AV-ingang Het kunt het “videobeeld” van AV1 Input of AV2 Input weergeven op het scherm van het navigatiesysteem. Zie “Installatiehandleiding” voor details over de aansluitingen. BELANGRIJK Gebruik van de aanraaktoetsen % Tip het scherm aan om de aanraaktoetsen weer te geven. 1 Om veiligheidsredenen kunnen videobeelden niet weergegeven worden als het voertuig rijdt. Om videobeelden weer te geven, dient u op een veilige plaats te stoppen en de handrem aan te trekken.
Hoofdstuk Voorkeursinstellingen aanpassen De opties in het “Instellingen navig.” menu 21 4 Gebruik de voorziening toegewezen aan de gewenste optie om de instellingen te veranderen. Basisfuncties in het “Instellingen navig.” menu 1 U kunt uw voorkeuren instellen die verband houden met de navigatiefuncties. Hierna wordt aan de hand van een voorbeeld de methode beschreven voor het veranderen van de volume-instelling voor de navigatiebegeleiding en de pieptoon.
Hoofdstuk 21 Voorkeursinstellingen aanpassen 1 2 3 Tijdinstellingen Gebruik het “Tijdinstellingen” scherm om de tijd handmatig in te stellen. 1 Tip [Instellingen GPS/tijd] in het “Instellingen navig.” menu aan. Het “GPS-status” scherm verschijnt. 2 Tip [Tijdinstellingen] aan. Het “Tijdinstellingen” scherm verschijnt.
Hoofdstuk Voorkeursinstellingen aanpassen Hier kunt u de tijdzone handmatig instellen. Tip de toets aan om de lijst met tijdzones weer te geven en tip dan de huidige tijdzone aan. ! “Tijd” Hier kunt u het tijdsverschil met één uur wijzigen. Tip a of b aan om het tijdsverschil te wijzigen. p “Tijdzone” en “Tijd” zijn alleen geactiveerd wanneer [Uit] is geselecteerd. POI instellingen 2 Tip [POI instellingen] aan. Het “POI instellingen” scherm verschijnt.
Hoofdstuk 21 Voorkeursinstellingen aanpassen ! ! ! ! De kaartkleur voor gebruik overdag kan worden ingesteld. Tip deze toets aan en selecteer het gewenste profiel in de lijst. “Profiel nachtkleuren:” De kaartkleur voor gebruik ’s avonds kan worden ingesteld. Tip deze toets aan en selecteer het gewenste profiel in de lijst. “Nacht stand” Hier kunt u de instellingen voor de avondkaart veranderen.
Hoofdstuk Voorkeursinstellingen aanpassen Smart Zoom Met deze functie kan het navigatiesysteem automatisch inzoomen wanneer u een begeleidingspunt nadert en uitzoomen nadat u het punt gepasseerd bent. U kunt tevens diverse voorkeuren instellen wanneer “Smart Zoom” geactiveerd is. p Wanneer er geen route is ingesteld, zal het navigatiesysteem gewoon in- of uitzoomen overeenkomstig uw snelheid. 1 Tip [Kaart visueel] in het “Instellingen navig.” menu aan. Het “Kaart visuele instellingen” scherm verschijnt.
Hoofdstuk 21 Voorkeursinstellingen aanpassen Beheer Routelog = Voor meer details omtrent deze functie verwijzen wij u naar Uw reisgeschiedenis opnemen op bladzijde 125. ! Route De instellingen die verband houden met het berekenen van de route kunnen naar wens worden aangepast. ! % Tip [Route] in het “Instellingen navig.” menu aan. Het “Route-instellingen” scherm verschijnt. ! Beschikbare opties: ! “Methode” Bepaalt welke voorwaarde prioriteit heeft voor de routeberekening.
Hoofdstuk Voorkeursinstellingen aanpassen Waarschuwingen De instellingen die verband houden met de waarschuwingen kunnen naar wens worden aangepast. % Tip [Waarschuwingen] in het “Instellingen navig.” menu aan. Het “Waarschuwingsinstellingen” scherm verschijnt. ! “Waarschuwen bij snelheidsoverschrijding” Hier stelt u in of u wel of niet gewaarschuwd wordt wanneer u de maximumsnelheid overschrijdt. BELANGRIJK De maximumsnelheid is gebaseerd op de kaartdatabase.
Hoofdstuk Voorkeursinstellingen aanpassen 21 = Voor meer details omtrent deze functie verwijzen wij u naar Een simulatie van de rit met hoge snelheid weergeven op bladzijde 47. Geluidsinstellingen Alle instellingen gelden alleen voor de navigatiebegeleiding en de pieptoon. Beschikbare opties: ! “Afstandseenheden” Bepaalt de eenheid voor de afstand en de snelheid. ! “Weergaveformaat coördinaten” Bepaalt het weergaveformaat voor de breedtegraad en de lengtegraad.
Hoofdstuk Voorkeursinstellingen aanpassen Hiermee kan het navigatiesysteem automatisch het volume gaan verhogen wanneer de huidige snelheid de hier ingestelde waarde bereikt. “Max. snelheid:” Hiermee kan het navigatiesysteem automatisch het volume gaan maximaliseren wanneer de huidige snelheid de hier ingestelde waarde bereikt. Instellingen voor de weergave van POI’s U kunt de pictogrammen voor de POI’s (nuttige plaatsen) verbergen of op de kaart weergeven.
Hoofdstuk 21 Voorkeursinstellingen aanpassen 5 Tip de gewenste toets aan om uw instelling te maken. Beschikbare opties: ! “Afstand voor weergave POI-pictogram” Tip deze toets aan om de opties te tonen. Tip een van de opties aan om de gewenste weergaveafstand in te stellen. Wanneer “Satelliet” wordt geselecteerd, zullen de POI-pictogrammen ook verschijnen wanneer ze ver verwijderd zijn van de huidige positie.
Hoofdstuk Voorkeursinstellingen aanpassen 5 Voer de categorienaam in en tip dan [Klaar] aan om de invoer te voltooien. 21 5 Tip de gewenste toets aan om uw instelling te maken. Beschikbare opties: Uw eigen POI bewerken 1 Tip [Kaart visueel] in het “Instellingen navig.” menu aan. Het “Kaart visuele instellingen” scherm verschijnt. 2 Tip [POI instellingen] aan. 3 Tip de categorie aan die u wilt bewerken.
Hoofdstuk 21 Voorkeursinstellingen aanpassen De routelogfunctie tijdelijk activeren Dit is handig wanneer u een routelog voor een bepaalde rit wilt maken. 1 Tip [Kaart visueel] in het “Instellingen navig.” menu aan. Het “Kaart visuele instellingen” scherm verschijnt. 2 Tip [Beheer Routelog] aan. Er verschijnt een lijst met reeds opgenomen routelogs. De lijst is leeg wanneer er nog geen routelogs zijn opgenomen. 3 Tip [Opnemen] aan om de routelogfunctie te activeren.
Hoofdstuk Voorkeursinstellingen aanpassen Hier beperkt u de totale gegevensgrootte voor de logfunctie. ! “Maximum track databank grootte:” Hier stelt u de geheugenruimte voor de logfunctie in. Deze parameter kan alleen worden ingesteld wanneer “Beperk Track DB grootte” op “Aan” staat. ! “NMEA-log aanmaken:” Hiermee kunt u logbestanden op de SD-geheugenkaart aanmaken. Wanneer dit onderdeel op “Aan” staat, voert het systeem de logbestanden in NMEA-0183 formaat uit naar de SD-geheugenkaart.
Hoofdstuk Voorkeursinstellingen aanpassen 21 3 Gebruik een van de zoekmethoden en plaats de cursor op de gewenste positie. De taal selecteren 4 Tip [OK] aan. 5 Tip de toets aan naast “Telefoonnr.”. 6 Voer uw eigen telefoonnummer in en tip [Klaar] aan. U kunt de talen instellen die in het programma en voor de stembegeleiding worden gebruikt. Elke taal kan afzonderlijk worden ingesteld. 1 Tip [Taal] in het “Systeeminstellingen” menu aan.
Hoofdstuk Voorkeursinstellingen aanpassen 5 Tip de gewenste taal aan. Als u [Programmataal:] verandert, verschijnt er een bericht waarin u wordt gevraagd om het systeem opnieuw op te starten. Tip [OK] aan om het systeem opnieuw op te starten. Het startscherm veranderen 1 Maak een map met de naam “Pictures” in de bovenste directory van het externe geheugenapparaat (USB, SD) en sla de beeldbestanden in deze map op.
Hoofdstuk 21 Voorkeursinstellingen aanpassen BELANGRIJK Pioneer raadt het gebruik aan van een camera die spiegelbeelden kan produceren, omdat anders de kans bestaat dat het beeld omgekeerd op het scherm wordt weergegeven. p Controleer meteen of het beeld van de achteruitkijkcamera wordt weergegeven wanneer de schakelhendel vanuit een andere stand in de ACHTERUIT (R) wordt gezet.
Hoofdstuk Voorkeursinstellingen aanpassen De helderheid van het scherm afstellen Beschikbare opties: ! Gekleurde toetsen — Selecteren van de gewenste vast ingestelde kleur ! Geheugen 1/Geheugen 2/Geheugen 3 — Kleuren geregistreerd in het geheugen = Zie Een gebruiker-gedefinieerde kleur aanmaken en deze in het geheugen opslaan op deze bladzijde voor details. ! Scannen — Geleidelijk in een bepaalde volgorde overschakelen tussen de acht standaard kleuren.
Hoofdstuk Voorkeursinstellingen aanpassen 21 p Een invoer kan niet worden opgeslagen met alle waarden ingesteld op “+00”. 4 Tip [Geheugen 1], [Geheugen 2] of [Geheugen 3] aan om de kleur van de verlichting op te slaan. p Aangezien het wissen van de gegevens niet ongedaan kan worden gemaakt, moet u goed opletten dat u niet de verkeerde gegevens wist. 5 Tip aan om terug te keren naar het vorige scherm. 3 Tip [OK] aan. Het navigatiesysteem zal nu opnieuw starten.
Hoofdstuk Voorkeursinstellingen aanpassen 21 3 Tip [c] of [d] aan om de balans tussen de linker/rechter luidsprekers aan te passen. Telkens wanneer u [c] of [d] aantipt, verplaatst de balans tussen de linker en rechter luidsprekers zich naar links of naar rechts. p U kunt geen instellingen maken wanneer de AV-bron op “OFF” is ingesteld. p U kunt [SLA] niet selecteren wanneer de FM-tuner als de AV-bron is geselecteerd. Gebruik van de balansinstelling 1 Tip [FAD/BAL] in het “Geluid AV” menu aan.
Hoofdstuk Voorkeursinstellingen aanpassen 21 Flat Flat is een vlakke curve waarbij niets versterkt wordt. Persoonlijk 1 Persoonlijk 1 is een bijgeregelde equalizercurve die u zelf maakt. Er kan een eigen curve voor elke bron worden gemaakt. Persoonlijk 2 Persoonlijk 2 is een bijgeregelde equalizercurve die u zelf maakt. Als u deze curve selecteert, wordt het effect op alle AV-bronnen toegepast. 1 Tip [EQ] in het “Geluid AV” menu aan. = Zie Het “Geluid AV” menu weergeven op bladzijde 132 voor details.
Hoofdstuk Voorkeursinstellingen aanpassen 1 Tip [EQ] in het “Geluid AV” menu aan. = Zie Het “Geluid AV” menu weergeven op bladzijde 132 voor details. 2 Tip een van de toetsen aan om een curve te selecteren die u wilt gebruiken als basis voor het aanpassen. 3 Tip [Aanpassen] aan. 4 Tip [c] of [d] aan om de equalizerband die u wilt aanpassen te selecteren.
Hoofdstuk Voorkeursinstellingen aanpassen 21 5 Tip [+] of [–] aan naast “Frequency” om de drempelfrequentie te selecteren. Telkens wanneer u [+] of [–] aantipt, worden de drempelfrequenties in de volgende volgorde geselecteerd: 50 Hz — 63 Hz — 80 Hz — 100 Hz — 125 Hz Alleen frequenties die onder de drempelwaarde vallen zullen worden gereproduceerd via de subwoofer.
Hoofdstuk Voorkeursinstellingen aanpassen Opties in het “Instellingen AV” menu Het “Instellingen AV” menu weergeven 1 Druk op de MENU toets om het “Top Menu” weer te geven en tip dan [Instellingen] aan. 2 Tip [Instellingen AV] aan. Het “Instellingen AV” menu verschijnt. 21 % Tip [AV1 Input] in het “Instellingen AV” menu aan. = Zie Het “Instellingen AV” menu weergeven op deze bladzijde voor details.
Hoofdstuk 21 Voorkeursinstellingen aanpassen ! Aan — De antenne wordt uitgeschoven of ingeschakeld wanneer het contact wordt aangezet. De antenne wordt ingeschoven of uitgeschakeld wanneer het contact wordt afgezet. % Tip [Ant CTRL] in het “Instellingen AV” menu aan. = Zie Het “Instellingen AV” menu weergeven op de vorige bladzijde voor details. Door [Ant CTRL] aan te tippen wordt er omgeschakeld tussen [Radio] en [Aan].
Hoofdstuk Voorkeursinstellingen aanpassen Belangrijke informatie over het volume en de navigatiestembegeleiding bij het afspelen van audiobestanden van USB of SD Als muziekbestanden die in een extern geheugenapparaat (USB, SD) zijn opgeslagen worden afgespeeld terwijl het systeem routebegeleiding geeft (bijv.
Hoofdstuk Andere functies 22 De antidiefstalfunctie instellen U kunt een wachtwoord voor het navigatiesysteem instellen. Als de reservevoedingsdraad wordt doorgeknipt of de RESET toets wordt ingedrukt nadat een wachtwoord is ingesteld, zal het navigatiesysteem voor het wachtwoord vragen wanneer het systeem de volgende keer wordt ingeschakeld. Het wachtwoord instellen 1 Druk op de MENU toets terwijl de kaart wordt weergegeven. 2 Tip [Instellingen] in het “Top Menu” aan.
Hoofdstuk Andere functies 22 Het navigatiesysteem terugzetten op de standaardof fabrieksinstellingen U kunt de gemaakte instellingen of opgenomen gegevens terugzetten op de standaard- of fabrieksinstellingen. Er zijn drie methoden om de gebruikersgegevens te wissen en de situaties en gewiste gegevens zijn voor elke methode verschillend. Zie de lijst aan het einde van het hoofdstuk voor verdere informatie over de gegevens die bij elke methode worden gewist.
Hoofdstuk 22 Andere functies Instellingen die gewist worden De instellingen die gewist worden, variëren afhankelijk van de methode die wordt gebruikt voor het terugstellen. De items in de lijst van de onderstaande tabel keren terug naar de standaard- of fabrieksinstellingen. p Praktisch alle items die niet in de onderstaande lijst staan blijven behouden.
Hoofdstuk Andere functies 22 Methode 1 Methode 2 Methode 3 [Brede modus] — — 1 Audiofuncties Instellingen AV Overige instellingen 1 — — Geluid AV Alle instellingen 1 — — CD, ROM, DivX, FM, AM Alle instellingen (*2) 1 — — DVD-V, DVD-VR Alle instellingen 1 — — SD, USB Alle instellingen (*2) 1 — 1 1 — — Methode 1 Methode 2 Methode 3 [Volume telefoon] — — 1 [Ontvangen oproepen] — — 1 Volume-instelling voor AV-bronnen, TA volume (*2) Alle instellingen inclusief d
Aanhangsel Aanhangsel Verhelpen van storingen Neem de controlelijst op de volgende bladzijden door als er problemen zijn met de werking of bediening van uw navigatiesysteem. De meest voorkomende problemen komen aan bod, met de waarschijnlijke oorzaken en de oplossingen. Ondanks dat deze lijst niet compleet is, geeft deze wel een antwoord op de meest voorkomende problemen. Als u aan de hand van de onderstaande aanwijzingen het probleem niet kunt verhelpen, neem dan a.u.b.
Aanhangsel Aanhangsel De signalen van de GPS-satellieten De positie van uw voertuig op de komen niet goed door, zodat de kaart wijkt aanzienlijk af van de plaatsbepaling onnauwkeurig is. Een dergelijk verlies in de kwaliteit feitelijke positie. van het signaal kan te wijten zijn aan een van de volgende oorzaken: —De GPS-antenne bevindt zich op een ongeschikte locatie. —De signalen van de satellieten worden geblokkeerd door obstakels. —Uw voertuig staat op een plaats uit het “zicht” van de satellieten.
Aanhangsel Aanhangsel De “Helderheid” is op een verkeerde waarde ingesteld. Controleer de instellingen. Het scherm is te helder. Het beeldscherm licht maar heel flauw op. [Nacht] is geselecteerd in “Nacht stand”. Controleer de instelling van [Nacht stand] en selecteer [Automatisch] of [Dag]. (Bladzijde 118) De “Helderheid” is op een verkeerde waarde ingesteld. Controleer de instellingen. Het volume staat laag. Zet het volume hoger. Er is geen geluid te horen van de AV-bron.
Aanhangsel Aanhangsel Het externe geheugenapparaat (USB, SD) kan niet worden gebruikt. Het USB-geheugenapparaat werd verwijderd meteen nadat het was aangesloten. Parkeer uw voertuig op een veilige plaats en zet de motor af. Draai de contactsleutel naar “Contact uit”. Start de motor daarna opnieuw en schakel het navigatiesysteem weer in. Problemen met het AV-scherm Symptoom Oorzaak Afspelen van een CD of DVD is niet mogelijk. De disc zit er ondersteboven in.
Aanhangsel Aanhangsel De kinderbeveiliging staat aan. Er verschijnt een bericht van de kinderbeveiliging en afspelen van de DVD is niet mogelijk. Zet de kinderbeveiliging uit of verander het niveau. (Bladzijde 86) De kinderbeveiliging voor het af- Het codenummer is niet juist. spelen van de DVD kan niet worden opgeheven. Voer het juiste codenummer in. (Bladzijde 86) Afspelen is niet mogelijk met de instellingen voor de gesproken taal en de ondertitelingstaal die in [DVD-instelling] zijn geselecteerd.
Aanhangsel Aanhangsel Foutmeldingen en wat u ermee moet doen De volgende berichten kunnen door uw navigatiesysteem worden getoond. Raadpleeg de onderstaande tabel om het probleem te bepalen en voer vervolgens de voorgestelde maatregelen uit. Onder bepaalde omstandigheden kunnen er nog andere dan de hier vermelde berichten verschijnen. In dat geval dient u de aanwijzingen op het scherm te volgen. Berichten voor de navigatiefuncties Bericht Wanneer Er is geen ‘Pictures’ map.
Aanhangsel Aanhangsel Berichten voor de audiofuncties Bij problemen met de weergave van de AV-bron kan er een foutmelding op het scherm verschijnen. Raadpleeg de tabel hieronder om het probleem te bepalen en voer vervolgens de voorgestelde maatregelen uit. Als de fout blijft bestaan, maakt u een notitie van de foutmelding en neemt dan contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde Pioneer servicecentrum. De berichten tussen haakjes “( )” verschijnen op het “Achterdisplay”.
Aanhangsel Aanhangsel Leesfout (FOUT-10, 11, 12, 15, 17, 30, A0) Elektrisch of mechanisch probleem Zet het contactslot op OFF en dan terug op ON of schakel over naar een andere bron en daarna terug naar de CD-speler. Leesfout (FOUT-15) De geplaatste disc bevat geen gege- Vervang de disc. vens. Leesfout (FOUT-23) Het CD-formaat kan niet worden af- Vervang de disc. gespeeld. Leesfout (FOUT-22) De geplaatste disc bevat geen bestanden die kunnen worden afgespeeld.
Aanhangsel Aanhangsel Plaatsbepaling technologie De AVIC-F910BT en AVIC-F9110BT meten nauwkeurig uw huidige locatie door de plaatsbepaling via GPS en de “geschatte plaatsbepaling” met elkaar te combineren. AVIC-F710BT meet nauwkeurig uw huidige locatie met behulp van de plaatsbepaling via GPS. Plaatsbepaling via GPS Het Global Positioning System (GPS) [systeem voor wereldwijde plaatsbepaling] maakt gebruik van een netwerk van satellieten die om de aarde cirkelen.
Aanhangsel Aanhangsel Hoe werken GPS en de geschatte plaatsbepaling samen? Aanhangsel Om een zo groot mogelijke nauwkeurigheid te bereiken, vergelijkt het navigatiesysteem voortdurend de GPS-gegevens met uw geschatte positie, die berekend wordt op basis van de gegevens van de ingebouwde sensor. Als alleen de gegevens van de ingebouwde sensor gedurende een lange periode beschikbaar zijn, hopen de plaatsbepalingfouten zich op tot de geschatte positie onbetrouwbaar wordt.
Aanhangsel Aanhangsel Wanneer er ernstige fouten optreden Plaatsbepalingsfouten worden tot een minimum beperkt gehouden door GPS, geschatte plaatsbepaling en justifiëring op de kaart met elkaar te combineren. Het komt echter voor dat deze functies in bepaalde situaties niet naar behoren werken, waardoor de fouten kunnen toenemen. Wanneer plaatsbepaling via GPS onmogelijk is ! Plaatsbepaling via GPS is uitgeschakeld als er geen signalen kunnen worden ontvangen van meer dan twee GPS-satellieten.
Aanhangsel Aanhangsel ! Als er een andere weg heel dicht bij is, zoals een verhoogde snelweg. ! Bij een afslag naar een gloednieuwe weg die nog niet op de kaart staat. ! Bij een oversteek met een veerpont. ! Als u op een lange rechte weg rijdt, of in een lange flauwe bocht. ! Bij een steile bergweg met veel hoogteverschillen. ! Als u zigzagt of vaak moet uitwijken. Aanhangsel ! Als de weg meerdere haarspeldbochten heeft. ! Bij een lus in de weg of spiraalvormige opof afrit.
Aanhangsel Aanhangsel ! Als uw wielen voortdurend doorslippen, zoals op een kiezelweg of bij sneeuw of ijzel. ! Als u op de weg komt na een ingewikkelde route over een grote parkeerplaats. ! Als u over een rotonde rijdt. ! Als u sneeuwkettingen gaat gebruiken of banden met een andere maat. ! Als u onmiddellijk na het starten van de motor begint te rijden. ! Als de GPS-signalen langdurig geblokkeerd worden door hoge bomen e.d.
Aanhangsel Aanhangsel BELANGRIJK Nadat er een route is uitgestippeld, wordt automatisch de route en de stembegeleiding voor de route vastgelegd. Wat de informatie over bepaalde dagen of tijden betreft, wordt alleen informatie over verkeersregelingen weergegeven op het moment waarop de route werd berekend. Straten met eenrichtingsverkeer en afsluitingen van straten zijn wellicht niet in de calculatie meegenomen.
Aanhangsel Aanhangsel Extra informatie over de richtingbegeleiding Symbool Betekenis Snelweg Snelwegafrit links/rechts Rotonde (rechtsom en linksom) Veerponthaven (punt van vertrek of aankomst) Omgaan met en verzorging van de discs Bij het omgaan met de discs dient u op de volgende punten te letten. Gebruik en verzorging van het ingebouwde station ! Gebruik alleen normale, volledig ronde discs. Gebruik geen discs met een afwijkende vorm.
Aanhangsel Aanhangsel ! Als u een bepaalde disc niet kunt afspelen, kan dat worden veroorzaakt door de eigenschappen van de disc, de indeling van de disc, de toepassing waarmee de disc is opgenomen, de omgeving waarin de disc wordt afgespeeld, de manier waarop de disc wordt bewaard, enz. ! Door schokken tijdens het rijden kan het afspelen van discs worden verstoord. ! Lees de voorzorgsmaatregelen op de discs voordat u ze gebruikt.
Aanhangsel Aanhangsel ! Raadpleeg de fabrikant voor meer informatie over DualDiscs. Dolby Digital De AVIC-F910BT en AVIC-F9110BT zullen Dolby Digital signalen intern downmixen en het geluid in stereo uitvoeren. p Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. “Dolby” en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. DTS-geluid DTS-audio kan niet worden uitgevoerd, dus selecteer een andere audio-instelling dan DTS. “DTS” is een gedeponeerd handelsmerk van DTS, Inc.
Aanhangsel Aanhangsel ! Discs die op een personal computer zijn opgenomen, kunnen wellicht niet worden afgespeeld, afhankelijk van het opnameapparaat, de schrijfsoftware, de instellingen of andere omgevingsfactoren. ! Neem de disc met het juiste formaat op. (Neem voor verdere informatie contact op met de fabrikant van het medium, de recorder of de schijfsoftware.
Aanhangsel Aanhangsel Richtlijnen voor de behandeling en aanvullende informatie ! Dit systeem is niet compatibel met Multi Media Card (MMC). ! Bestanden beschermd door auteursrechten kunnen niet worden afgespeeld. Opmerkingen speciaal voor DivXbestanden ! Alleen bij DivX-bestanden die gedownload zijn van een DivX-partnersite kan een juiste werking worden gegarandeerd. Het is mogelijk dat ongeoorloofde DivX-bestanden niet juist werken.
Aanhangsel Aanhangsel Tabel voor mediacompatibiliteit Algemeen Media CD-R/-RW AVIC-F710BT Bestandssysteem ISO9660 niveau 1, ISO9660 niveau 2, Romeo en Joliet Maximumaantal mappen 99 Maximumaantal bestanden 999 Afspeelbare bestandstypen MP3, WMA, AAC, WAV CD-R/-RW AVIC-F910BT, AVIC-F9110BT DVD-R/-RW/R DL AVIC-F910BT, AVIC-F9110BT USB-geheugenapparaat (Alle modellen) ISO9660 niveau 1, ISO9660 niveau 2, Romeo, Joliet en UDF 1.
Aanhangsel Aanhangsel WMA-compatibiliteit CD-R/-RW AVIC-F910BT, AVIC-F9110BT DVD-R/-RW/R DL AVIC-F910BT, AVIC-F9110BT Media CD-R/-RW AVIC-F710BT Bestandsextensie .
Aanhangsel Aanhangsel AAC-compatibiliteit Media CD-R/-RW AVIC-F710BT CD-R/-RW AVIC-F910BT, AVIC-F9110BT Bestandsextensie .m4a Bitsnelheid 16 kbps tot 320 kbps (CBR) Bemonsteringsfrequentie 11 kHz tot 44,1 kHz DVD-R/-RW/R DL AVIC-F910BT, AVIC-F9110BT USB-geheugenapparaat (Alle modellen) SD-geheugenkaart (Alle modellen) 8 kbps tot 320 kbps (CBR) 8 kHz tot 44,1 kHz Opmerkingen: ! Het navigatiesysteem kan AAC-bestanden afspelen die gecodeerd zijn met iTunes.
Aanhangsel Aanhangsel AVI-compatibiliteit Media CD-R/-RW AVIC-F710BT CD-R/-RW AVIC-F910BT, AVIC-F9110BT DVD-R/-RW/R DL AVIC-F910BT, AVIC-F9110BT USB-geheugenapparaat (Alle modellen) Bestandsextensie .avi Compatibele videocodec MPEG-4 Compatibele audiocodec AVI-bestanden kunnen niet in het ingebouwde station worden afgespeeld.
Aanhangsel Aanhangsel ! De volgorde van de mapselectie en andere handelingen kan veranderd zijn, afhankelijk van de codering of de schrijfsoftware. ! Ongeacht de lengte van het onbespeelde gedeelte tussen de muziekstukken in de oorspronkelijke opname, zullen discs met gecomprimeerde audio tijdens afspelen altijd een korte pauze tussen de muziekstukken inlassen. Voorbeeld van een boomstructuur De afbeelding hieronder is een voorbeeld van een boomstructuur op de disc.
Aanhangsel Aanhangsel WMA p DivXâ is een gedeponeerd handelsmerk van DivX, Inc. en wordt onder licentie gebruikt. AAC Het Windows Mediaä logo afgedrukt op de doos geeft aan dat deze eenheid WMA gegevens kan weergeven. WMA is de afkorting van Windows Media Audio en verwijst naar een geluidscompressie technologie die ontwikkeld is door Microsoft Corporation. WMA gegevens kunnen gecodeerd worden met Windows Media Player versie 7 of hoger.
Aanhangsel Aanhangsel iPod Correct gebruik van het LCD-scherm Omgaan met het LCD-scherm “Made for iPod” betekent dat een elektronisch accessoire is ontwikkeld om specifiek op de iPod te worden aangesloten en dat het accessoire volgens de opgave van de ontwikkelaar voldoet aan de Apple prestatienormen. Apple is niet verantwoordelijk voor de werking van dit apparaat en voor het voldoen aan de veiligheidsnormen en wettelijke normen. iPod is een handelsmerk van Apple Inc.
Aanhangsel Aanhangsel ! Er kunnen kleine zwarte of witte puntjes (heldere puntjes) op het LCD-scherm verschijnen. Dit komt door de eigenschappen van het LCD-scherm en duidt niet op een defect. ! Het LCD-scherm is onduidelijker als het wordt blootgesteld aan direct zonlicht. ! Als u een mobiele telefoon gebruikt, moet u de antenne van deze telefoon uit de buurt houden van het LCD-scherm om te voorkomen dat het beeld wordt verstoord door vlekken, gekleurde strepen enz.
Aanhangsel Aanhangsel Display-informatie Menu bestemming Telefoonmenu Bladzijde [Adres] 27 [POI] Bladzijde [Kiestoetsen] 58 [N.huis bellen] 60 30 [Volume telefoon] 63 [Rondom bestemming] 30 [Overbrengen tel.boek] 61 [Rondom Cursor] 29 [Ontvangen oproepen] 59 [Langs route] 30 [Gekozen nummers] 59 [Rond opgegeven adres] 30 [Gemiste gespr.
Aanhangsel Aanhangsel Menu-instellingen Instellingen navig. Bladzijde [Instellingen GPS/tijd] [Tijdinstellingen] [Demomodus] 122 [Geluidsinstellingen] 122 116 [Over] 123 [POI instellingen] 123 [3D-instellingen] 117 [Kaartinstellingen] 117 [Weergegeven informatie] 118 [Smart Zoom] 119 [Overzichtmodus:] 119 [Beheer Routelog] 125 [Route] [Methode] 120 [Boete U-bocht:] 120 [Onverharde wegen] 120 [Snelwegen] 120 [Veerboten] 120 [U-bochten] 120 [Toest.
Aanhangsel Aanhangsel Systeeminstellingen menu Instellingen AV menu Bladzijde Bladzijde [Taal] 128 [AV1 Input] 137 [Startscherm] 129 [AV2 Input] 137 [Camera achter] 129 [Ant CTRL] 137 [Schermkalibr.] 130 [Brede modus] 138 [Aanpassen afbeelding] 131 [MUTE Input/GUIDE] 138 131 [Achter speakers] 139 132 [Auto PI] 139 [FM Stap] 139 [Herstellen / Verwijderen] [Fabrieksinstellingen herstellen] 132 [Verwijder gebruikersinformatie] 132 [Scherm uit] Aanhangsel [Kleur verl.
Aanhangsel Aanhangsel Snelkoppelingenmenu Geluid AV menu Kaart-bevestigingsscherm Bladzijde [FAD/BAL] ([Balance]) Bladzijde 133 [EQ] 133 [Kaart] [Loudness] 135 [Opslaan als…] [Subwoofer] 135 [HPF] 136 [POI toevoegen] 42 [SLA] 136 [Favoriet toevoegen] 43 [Bass booster] 136 37 [Speld toevoegen] [Cam.
Aanhangsel Aanhangsel DVD-instelling Bladzijde [Taal] 85 [Multi-hoek] 86 [Beeldverh.
Aanhangsel Aanhangsel Verklarende woordenlijst AAC AAC is de afkorting van Advanced Audio Coding en verwijst naar een geluidscompressietechnologie standaard gebruikt met MPEG-2 en MPEG-4. Beeldverhouding (breedte/ hoogteverhouding) Dit is de verhouding tussen de breedte en de hoogte van een TV-scherm. Een conventioneel scherm heeft een beeldverhouding van 4:3. Een breedbeeldscherm heeft een beeldverhouding van 16:9, waardoor de beelden groter worden weergegeven en er een speciale sfeer ontstaat.
Aanhangsel Aanhangsel Hoofdstuk Titels van een DVD-Video of DVD-VR zijn onderverdeeld in hoofdstukken die op dezelfde manier zijn genummerd als de hoofdstukken van een boek. Bij discs met hoofdstukken kunt u via hoofdstuknummers snel een bepaalde scène zoeken. Huidige locatie De positie van uw voertuig; uw huidige locatie wordt door middel van een rode driehoek weergegeven op de kaart. Ingebouwde sensor De ingebouwde sensor stelt het systeem in staat de plaats van uw voertuig te bepalen.
Aanhangsel Aanhangsel MPEG Dit staat voor Moving Pictures Experts Group, een internationale compressiestandaard voor videobeelden. Multi-audio (meerdere gesproken talen) Bij sommige video’s zijn de dialogen in meerdere talen opgenomen of bestaat de audio uit meerdere sporen. Op een enkele DVD-Video kan de dialoog in maximaal 8 talen worden opgenomen, waaruit u de gewenste taal kunt kiezen.
Aanhangsel Aanhangsel Titel DVD-Video of DVD-VR discs hebben een hoge gegevenscapaciteit waardoor meerdere video’s of afleveringen opgeslagen kunnen worden op een enkele disc. Als, bijvoorbeeld, een disc drie afzonderlijke video’s of afleveringen bevat, worden ze verdeeld in titel 1, titel 2 en titel 3. Hierdoor kunt u gemakkelijk het gewenste stuk opzoeken en kunt u profiteren van andere handige functies.
Aanhangsel Aanhangsel Specificaties Algemeen Stroomvoorziening ................. 14,4 V gelijkstroom (toegestaan spanningsbereik: 12,0 V tot 14,4 V gelijkstroom) Aarding ......................................... Negatieve accupool Maximaal stroomverbruik ........................................... 10,0 A Afmetingen (B × H × D): AVIC-F910BT, AVIC-F710BT DIN Frame ........................ 178 mm × 100 mm × 149 mm Voorstuk ................... 188 mm × 118 mm × 16 mm D Frame ........................
Aanhangsel Aanhangsel HPF: Frequentie ......................... 50 Hz/63 Hz/80 Hz/100 Hz/ 125 Hz Afval ..................................... –12 dB/oct Subwoofer: Frequentie ......................... 50 Hz/63 Hz/80 Hz/100 Hz/ 125 Hz Afval ..................................... –18 dB/oct Versterking ........................ –24/+6 dB Fase ...................................... Normaal/Omgekeerd Basversterking: Versterking ........................
Nl
Nl 183
PIONEER CORPORATION 4-1, MEGURO 1-CHOME, MEGURO-KU TOKYO 153-8654, JAPAN PIONEER ELECTRONICS (USA) INC. P.O. Box 1540, Long Beach, California 90801-1540, U.S.A. TEL: (800) 421-1404 PIONEER EUROPE NV Haven 1087, Keetberglaan 1, B-9120 Melsele, Belgium/Belgique TEL: (0) 3/570.05.11 Uitgegeven door Pioneer Corporation. Copyright © 2009 door Pioneer Corporation. Alle rechten voorbehouden.