Bedieningshandleiding AV NAVIGATIESYSTEEM AVIC-F77DAB AVIC-F70DAB AVIC-F970DAB AVIC-F970BT AVIC-F9770DAB AVIC-F9770BT Lees altijd eerst de Belangrijke informatie voor de gebruiker! Het gedeelte Belangrijke informatie voor de gebruiker bevat belangrijke informatie die u moet weten en begrijpen voordat u het product gebruikt.
Inhoudsopgave Hartelijk dank voor de aanschaf van dit Pioneer-product. Lees de instructies goed door zodat u het toestel op de juiste manier leert te bedienen. Nadat u de instructies hebt gelezen, bergt u het boekje op een handige plaats op zodat u het altijd snel bij de hand hebt.
Inhoudsopgave Het gebruik van de kaart Het kaartscherm aflezen 30 AV-informatiebalk 30 Het kaartscherm bedienen 31 – De schaal van de kaart wijzigen 31 – Smart-zoom 31 – Overschakelen tussen weergaven 2D, 3D en 2D Noorden boven 31 – De kaart naar de plaats verschuiven die u wilt zien 32 – Bedieningstoetsen op de verschoven kaart 32 Informatie over routebegeleiding 33 – Route-gebeurtenissen die vaak worden getoond 33 Bladeren in het gegevensveld 34 – Wanneer het systeem geen GPSsignaal kan ontvangen 35 Een
Inhoudsopgave Verkeersinformatie in- of uitschakelen 57 Nuttige informatie over uw reis bekijken Nuttige informatie bekijken 58 Uw reisgeschiedenis opnemen 59 – De reislogger tijdelijk activeren 59 – Het reislog bekijken 59 – De reislogger instellen 60 – Een reislog bewerken 60 Gebruik van de stand Rittencomputer 61 Het brandstofverbruik berekenen 61 – De beginwaarde van de kilometerteller instellen 61 – Informatie over het brandstofverbruik invoeren 62 – Het onderhoudsschema van het voertuig instellen 62
Inhoudsopgave – De lijst met voorkeurnummers gebruiken 85 Een oproep ontvangen 86 – Een inkomende oproep beantwoorden 86 Het bevestigingsscherm voor oproepen minimaliseren 86 De telefooninstellingen wijzigen 87 – De telefoon automatisch opnemen 87 – Het belsignaal in- of uitschakelen 87 – De volgorde van voor- en achternamen in het telefoonboek omwisselen 87 – De privémodus instellen 88 – Het gespreksvolume voor uw gesprekspartner aanpassen 88 Gebruik van de stemherkenningsfunctie 88 Opmerkingen met betrek
Inhoudsopgave Gebruik van de aanraaktoetsen (voor video) 112 Het scherm lezen (voor audio) 114 Het scherm lezen (voor video) 114 Startprocedure 115 Bestanden uit de lijst met bestandsnamen selecteren 115 De fragmenten in een willekeurige volgorde afspelen 115 Een bereik voor herhaalde weergave instellen 115 Overschakelen tussen mediabestandstypen 116 Het gewenste gedeelte zoeken om af te spelen 116 Gebruik van het dvd-menu 117 De ondertitelingstaal wijzigen 117 De audiotaal wijzigen 117 Beeld-voor-beeld we
Inhoudsopgave Gebruiken van een iPod Gebruik van de aanraaktoetsen (voor audio) 133 Gebruik van de aanraaktoetsen (voor video) 133 Het scherm lezen (voor audio) 134 Het scherm lezen (voor video) 134 Startprocedure 135 Instellen van de willekeurige weergave 135 Een bereik voor herhaalde weergave instellen 136 Muziekstukken of video’s in het scherm met afspeellijsten selecteren 136 De iPod-functie van dit product op de iPod gebruiken 137 De weergavesnelheid van een audioboek wijzigen 138 Lijsten weergeven di
Inhoudsopgave Gebruik van een AUX-bron Gebruik van de aanraaktoetsen 159 Het scherm aflezen 159 Startprocedure 159 Het videosignaal instellen 160 Het bedieningsscherm omschakelen 160 Gebruik van de AV-ingang Gebruik van de aanraaktoetsen 161 Het scherm aflezen 161 Startprocedure 161 Het videosignaal instellen 162 Gebruik van MIXTRAX Aanraaktoetsen 163 Een item selecteren om muziekstukken af te spelen 163 Muziekstukken selecteren die u niet wilt afspelen 164 Het gedeelte bepalen dat u wilt afspelen 164 Knip
Inhoudsopgave De luidsprekeruitgangsniveaus nauwkeurig afstellen 191 De tijduitlijning aanpassen 192 Automatische volumeaanpassing 193 Gebruik van de equalizer 194 – Equalizercurven oproepen 194 – De equalizercurven aanpassen 194 – Gebruik van de automatisch afgestelde equalizer 195 De equalizercurve automatisch aanpassen (automatische EQ) 195 – Alvorens de automatische EQ-functie te gebruiken 196 – Automatische EQ uitvoeren 196 Menuthema Een achtergronddisplay selecteren 199 – Een beeld op een extern gehe
Inhoudsopgave Het product terugstellen op de standaardinstellingen 221 – De fabrieksinstellingen herstellen 221 Aanhangsel Storingen verhelpen 222 Foutberichten 224 Plaatsbepaling technologie 230 – Plaatsbepaling via GPS 230 – Gebruik van geschatte plaatsbepaling 230 – Hoe werken GPS en de geschatte plaatsbepaling samen? 230 Wanneer er ernstige fouten optreden 231 – Wanneer plaatsbepaling via GPS onmogelijk is 231 – Omstandigheden die fouten in de plaatsbepaling kunnen veroorzaken 232 Informatie over de ro
Hoofdstuk Inleiding Voordat u dit product gebruikt, moet u de Belangrijke informatie voor de gebruiker (een afzonderlijke handleiding) lezen die waarschuwingen en andere belangrijke informatie bevat. De schermafbeeldingen die in deze handleiding als voorbeeld worden gebruikt zijn voor de AVIC-F77DAB. De schermen kunnen verschillen afhankelijk van de modellen.
Hoofdstuk 01 Inleiding “Extern geheugenapparaat (USB, SD)” Een SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart en USB-geheugenapparaat worden samen aangeduid als “extern geheugenapparaat (USB, SD)”. Indien het enkel om een USB-geheugenapparaat gaat, wordt de term “USB-geheugenapparaat” gebruikt. “SD-geheugenkaart” Een SD-geheugenkaart en SDHC-geheugenkaart worden samen aangeduid als “SD-geheugenkaart”. p Voer deze handeling niet uit als er een apparaat is aangesloten op dit product.
Hoofdstuk Basisbediening 02 De namen en functies van de onderdelen controleren F77DAB F70DAB 12 3 4 5 6 7 8 9 b c a F970DAB F970BT 9 2 8 3 4 5 6 7 d e F9770DAB F9770BT b 1 1 Lcd-scherm 2 Afstandsbedieningssensor p De afstandsbediening CD-R33 (los verkrijgbaar) is beschikbaar. Raadpleeg de handleiding van de afstandsbediening voor informatie over de bediening. 4 MAP toets ! Druk hierop om het kaartscherm weer te geven.
Hoofdstuk Basisbediening 02 7 TRK toets Druk hierop voor handmatige zoekafstemming, snel vooruit- en achteruitspoelen, en zoeken van fragmenten. 8 h toets 9 RESET toets = Raadpleeg voor details over de bediening De microprocessor resetten op bladzijde 12. a Ingang voor Automatische EQ-microfoon Gebruik deze om een microfoon voor geluidsmeting (los verkrijgbaar) aan te sluiten. b Disc-laadsleuf Plaats hier de disc die u wilt afspelen. = Zie Een disc inbrengen en uitwerpen op bladzijde 16 voor details.
Hoofdstuk Basisbediening 1 BELANGRIJK ! Open en sluit het lcd-paneel niet met geweld. Dit kan resulteren in een defect. ! Bedien het product niet voordat het lcd-paneel volledig is geopend of gesloten. Als het product wordt bediend terwijl het lcd-paneel aan het openen of sluiten is, kan het lcd-paneel om veiligheidsredenen tussentijds stoppen. ! Plaats geen glas of blikje op het geopende lcd-paneel. Hierdoor kan het product worden beschadigd.
Hoofdstuk Basisbediening 02 Media plaatsen/ verwijderen/aansluiten BELANGRIJK ! Stek geen andere voorwerpen dan daarvoor bedoelde discs in de disc-laadsleuf. ! Steek geen andere voorwerpen dan een SDgeheugenkaart in de SD-kaartsleuf. ! Wanneer een SD-geheugenkaart tijdens het overbrengen van gegevens wordt verwijderd, kan de SD-geheugenkaart worden beschadigd. Verwijder de SD-geheugenkaart door de aanwijzingen in deze handleiding op te volgen.
Hoofdstuk Basisbediening Een SD-geheugenkaart inbrengen F77DAB 2 Tip de volgende toets aan. F70DAB Tip de volgende toets aan. Het lcd-paneel openen. 3 Steek de SD-geheugenkaart in de SDkaartsleuf. Steek de kaart met de labelkant omhoog naar binnen, en druk tegen de kaart totdat deze stevig vastklikt. Het lcd-paneel openen. 3 Druk voorzichtig tegen het midden van de SD-geheugenkaart totdat u een klik hoort. De SD-geheugenkaart komt naar buiten wanneer u deze loslaat.
Hoofdstuk 02 Basisbediening Een USB-geheugenapparaat aansluiten % Steek het USB-geheugenapparaat op de USB-kabel. Het “Select Program Language” scherm verschijnt. 2 Tip op het scherm de taal aan die u wilt gebruiken. 3 Tip de volgende toets aan. 1 Het “Smartphone instellen” scherm weergeven. 4 2 1 USB-kabel 2 USB-geheugenapparaat Tip het item aan dat u wilt instellen. = Zie voor details Informatie over de verbindingen en functies van elk apparaat op bladzijde 93. 5 Tip de volgende toets aan.
Hoofdstuk Basisbediening 02 Als het applicatiescherm niet beschikbaar is % Start de motor om het systeem op te starten. Na een korte pauze wordt het startscherm een paar seconden lang weergegeven. % Druk op de MODE toets. Het scherm wordt uitgeschakeld. p Welk scherm wordt getoond, hangt af van de omstandigheden. p Als het scherm voor invoer van het wachtwoord verschijnt, voert u het wachtwoord in voor de antidiefstalfunctie.
Hoofdstuk 02 Basisbediening Gebruik van de schermen Tussen schermen overschakelen met de aanraaktoetsen 2 b 3 a 1 4 9 6 8 20 Nl 7 5
Hoofdstuk Basisbediening 02 Tussen schermen overschakelen met de vaste toetsen Basisbediening b 1 a 9 1 Beginmenuscherm Dit is het startmenu voor toegang tot de gewenste schermen en voor het bedienen van de diverse functies. p Als u op de HOME toets drukt, wordt het beginmenuscherm weergegeven. p “APPS” wordt weergegeven als de stand AppRadio Mode of MirrorLink is ingeschakeld. p “Android Auto” wordt weergegeven als Android Auto is ingeschakeld (voor AVIC-F77DAB en AVIC-F70DAB).
Hoofdstuk 02 Basisbediening p Als er geen applicaties beschikbaar zijn, wordt het applicatiebedieningsscherm niet weergegeven. b Applicatiemenuscherm Het product kan naar het applicatiemenu overschakelen, waarop u de applicatie voor de iPhone of smartphone op het scherm kunt weergeven en bedienen. p Als er geen applicatiemenu’s beschikbaar zijn, wordt het applicatiemenuscherm niet weergegeven. Het AV-bedieningsscherm weergeven 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven.
Hoofdstuk Basisbediening 2 1 1 AV-bedieningstoets Het AV-bedieningsscherm verschijnt. 3 Een bron voor het voordisplay selecteren op het AVbronselectiescherm 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. 2 Tip de volgende toets aan. Het AV-bronselectiescherm openen. 3 Tip het bronpictogram aan dat u wilt selecteren. Het AV-bedieningsscherm van de geselecteerde bron verschijnt.
Hoofdstuk Basisbediening 02 2 Tip de volgende toets aan. Het AV-bronselectiescherm openen. 3 Tip [OFF] aan. De AV-bron wordt uitgeschakeld. p Deze functie is niet beschikbaar tijdens een gesprek via dit product. 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. 2 Tip de AV-bedieningstoets aan. De volgorde van de bronpictogrammen wijzigen U kunt de weergavevolgorde van de bronpictogrammen in het AV-bronselectiescherm wijzigen.
Hoofdstuk Basisbediening 02 Gebruik van het aanraakpaneel 1 Gebruik van de gemeenschappelijke aanraaktoetsen 1 1 Als u een item in de lijst aantipt, wordt het item geselecteerd of worden de opties verfijnd. 2 Verschijnt als niet alle tekst wordt weergegeven in het weergavegebied. Als u de toets aantipt, wordt de rest van de tekst verschoven en weergegeven. 3 Verschijnt als alle items niet op een enkele pagina kunnen worden weergegeven. Versleep de schuifbalk om verborgen items in beeld te brengen.
Hoofdstuk 02 Basisbediening Gebruik van het toetsenbord op het scherm 1 worden opgestart met [Start configuratiewizard] in het scherm “Instellingen”. 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. 2 2 3 4 5 8 7 6 1 Toont de tekens die zijn ingevoerd. Als er geen tekst in het vakje is, wordt er informatieve tekst getoond. 2 Hiermee verplaatst u de cursor een teken naar rechts of links telkens als u de toets aantipt. 3 Hiermee voert u de tekst in het tekstvak in.
Hoofdstuk Basisbediening 02 6 Tip [Volgende] aan. Het “Stem taal” scherm verschijnt. Basisbediening 7 Selecteer de gewenste taal voor stembegeleiding en tip [Volgende] aan. 8 Wijzig de instellingen van het toestel indien nodig en tip [Volgende] aan. Het “Routevoorkeuren” scherm verschijnt. 9 Wijzig de standaardopties voor routeplanning indien nodig en tip [Volgende] aan. 10 Tip [Activeer] en vervolgens [Volgende] aan.
Hoofdstuk Het navigatiemenuscherm gebruiken 03 Het navigatiemenuscherm bedienen 1 De MAP toets indrukken. Het kaartscherm verschijnt. 2 Tip de volgende toets aan. Het navigatiemenu op het kaartscherm weergeven. Het volgende scherm verschijnt. Aanraaktoetsen (Pagina 1) 1 2 3 4 7 8 9 5 6 a Aanraaktoetsen (Pagina 2) b c d De volgende toetsen worden weergegeven als u navigeert zonder een geplande route. 1 Terugkeren naar het kaartscherm.
Hoofdstuk Het navigatiemenuscherm gebruiken 03 Een tussenpunt toevoegen. Het navigatiemenuscherm gebruiken Alternatieve routes weergeven, delen van de route die u moet vermijden, of bepaalde wegen in uw geplande route die u moet vermijden. De gehele route op de kaart weergeven, en routeparameters en alternatieve routes. De route of een tussenpunt verwijderen. Routebegeleiding stoppen en hervatten.
Hoofdstuk 04 Het gebruik van de kaart De meeste informatie die door uw navigatiesysteem wordt gegeven, kan op de kaart worden gezien. U moet vertrouwd raken met de manier waarop de informatie op de kaart wordt getoond. Het kaartscherm aflezen 1 2 3 a 4 5 6 9 7 8 p De volgende informatie met een sterretje (*) wordt alleen weergegeven wanneer een route ingesteld is. p Afhankelijk van de voorwaarden en basisinstellingen worden bepaalde onderdelen niet weergegeven.
Hoofdstuk Het gebruik van de kaart 3 U kunt de communicatie tussen de AVICSYNC App en het navigatiesysteem inen uitschakelen door de toets aan te raken. 4 Het telefoonmenuscherm openen. = Zie Het telefoonmenu weergeven op bladzijde 82 voor details. De schaal van de kaart wijzigen p De schaal van de 3D-kaartweergave kan beperkt gewijzigd worden. Als de kaart verder uitgezoomd wordt, schakelt hij over naar de 2D-kaart.
Hoofdstuk Het gebruik van de kaart 04 Geeft aan dat de weergavemodus 2D In de rijrichting is geselecteerd. Bedieningstoetsen op de verschoven kaart Geeft aan dat de weergavemodus 3D In de rijrichting is geselecteerd. Geeft aan dat de weergavemodus 2D Noorden boven is geselecteerd. 4 Tip de volgende toets aan. Terugkeren naar het kaartscherm. p Als u op de MAP toets drukt, keert u terug naar het kaartscherm.
Hoofdstuk Het gebruik van de kaart p De verticale kijkhoek van de kaart kan alleen in de 3D-modus worden gewijzigd. = Zie Overschakelen tussen weergaven 2D, 3D en 2D Noorden boven op bladzijde 31 voor details. 4 Tip de volgende toets aan. p Als u op de MAP toets drukt, keert de kaart terug naar de huidige positie. Informatie over routebegeleiding Wanneer de routebegeleiding begint, levert het systeem verschillende soorten begeleiding via stemberichten, tekstaanwijzingen en tekens.
Hoofdstuk 04 Het gebruik van de kaart Als rijstrookinformatie beschikbaar is in de kaartgegevens, toont het navigatiesysteem de rijstroken en hun richting met kleine pijlen onderaan de kaart. De rijstrook en richting die u moet volgen voor de aanbevolen route, wordt aangeduid door de gemarkeerde pijlen. Informatie over rijstroken Bovenaan de kaart worden aanduidingen getoond. De kleuren en het ontwerp van deze aanduidingen lijken op de werkelijke aanduidingen boven of langs de betreffende wegen.
Hoofdstuk Het gebruik van de kaart 04 Het gebruik van de kaart p Als u het veld aantipt en vasthoudt, wordt het instelscherm voor dat veld weergegeven. p De geschatte aankomsttijd is een ideale waarde die wordt berekend op basis van de maximumsnelheid die is ingesteld in “Max.snelh.” van het type voertuig en de werkelijke rijsnelheid. De geschatte aankomsttijd is enkel een referentiewaarde en geen garantie dat u werkelijk op die tijd zult aankomen.
Hoofdstuk Een bestemming zoeken 05 BELANGRIJK Om veiligheidsredenen zijn deze functies voor het instellen van de route niet beschikbaar wanneer uw voertuig in beweging is. Als u deze functies wilt gebruiken, moet u op een veilige plaats stoppen en de handrem aantrekken. p Sommige informatie over verkeersregels is afhankelijk van het tijdstip waarop de route wordt berekend.
Hoofdstuk Een bestemming zoeken 6 Tip [Als bestemming selecteren] aan op het “Locatie op kaart” scherm. = Voor details over de bediening in het “Locatie op kaart” scherm, zie Gebruik van het “Locatie op kaart” scherm op bladzijde 44. = Voor details over de bediening in het “Routesamenvatting” scherm, zie De routegegevens en voorkeuren controleren op bladzijde 48. 3 Tip [Nieuwe route] aan. Het “Nieuwe route naar...” scherm verschijnt. 4 Tip [Plaatsen] aan. Het “Plaatsen” scherm verschijnt.
Hoofdstuk Een bestemming zoeken 05 Als u [Als bestemming selecteren] aantipt, verschijnt het “Routesamenvatting” scherm en wordt afgeteld. Als het aftellen stopt, begint de begeleiding automatisch. Als u tijdens het aftellen het scherm eender waar aantipt, stopt het aftellen en blijft het scherm zoals het is. = Voor details over de bediening in het “Routesamenvatting” scherm, zie De routegegevens en voorkeuren controleren op bladzijde 48. 8 Tip [Start navigatie] aan.
Hoofdstuk Een bestemming zoeken 7 Selecteer een van de categorieën, subcategorieën of merken om de plaatsen te verfijnen. Het scherm verschijnt waarop alle plaatsen in de geselecteerde hoofdcategorie rondom de geselecteerde locatie of langs de route worden getoond. 8 Tip de gewenste POI aan. De gevonden locatie wordt op het kaartscherm weergegeven. # Als u aantipt, kunt u wijzigen hoe de resultaten worden gesorteerd. 9 Tip [Als bestemming selecteren] aan op het “Locatie op kaart” scherm.
Hoofdstuk 05 Een bestemming zoeken 6 Tip de gewenste POI aan. De gevonden locatie wordt op het kaartscherm weergegeven. # Als u aantipt, kunt u wijzigen hoe de resultaten worden gesorteerd. 7 Tip [Als bestemming selecteren] aan op het “Locatie op kaart” scherm. = Voor details over de bediening in het “Locatie op kaart” scherm, zie Gebruik van het “Locatie op kaart” scherm op bladzijde 44. Als u [Als bestemming selecteren] aantipt, verschijnt het “Routesamenvatting” scherm en wordt afgeteld.
Hoofdstuk Een bestemming zoeken Een bestemming selecteren uit opgeslagen routes 1 De MAP toets indrukken. Het kaartscherm verschijnt. 2 Tip de volgende toets aan. Het navigatiemenu op het kaartscherm weergeven. 3 Tip [Nieuwe route] aan. Het “Nieuwe route naar...” scherm verschijnt. 4 Tip tonen. aan om de volgende pagina te 5 Tip [Opgeslagen routes] aan. Het “Opgeslagen routes” scherm verschijnt. 6 Tip het gewenste item aan. Het “Routeplanner” scherm verschijnt.
Hoofdstuk 05 Een bestemming zoeken Als u [Als bestemming selecteren] aantipt, verschijnt het “Routesamenvatting” scherm en wordt afgeteld. Als het aftellen stopt, begint de begeleiding automatisch. Als u tijdens het aftellen het scherm eender waar aantipt, stopt het aftellen en blijft het scherm zoals het is. = Voor details over de bediening in het “Routesamenvatting” scherm, zie De routegegevens en voorkeuren controleren op bladzijde 48. 7 Tip [Start navigatie] aan.
Hoofdstuk Een bestemming zoeken 8 Tip rechts van de lijst om de zoekresultaten te verfijnen. 1 2 05 Een locatie aan de hand van de coördinaten zoeken Voer de breedtegraad en de lengtegraad in om de locatie te bepalen. 1 De MAP toets indrukken. Het kaartscherm verschijnt. 1 De huidige geselecteerde voorwaarden tonen. 2 Tip deze toets aan om de andere voorwaarden te tonen. # Als u het logo van een provider van kaartgegevens aantipt, kunt u de lijst verfijnen door de resultaten van die provider te tonen.
Hoofdstuk 05 Een bestemming zoeken 8 Tip [Als bestemming selecteren] aan op het “Locatie op kaart” scherm. = Voor details over de bediening in het “Locatie op kaart” scherm, zie Gebruik van het “Locatie op kaart” scherm op bladzijde 44. Als u [Als bestemming selecteren] aantipt, verschijnt het “Routesamenvatting” scherm en wordt afgeteld. Als het aftellen stopt, begint de begeleiding automatisch.
Hoofdstuk Een bestemming zoeken 05 Als deze toets is geactiveerd, wordt een route berekend met voorkeur voor snelwegen. Als deze toets is geactiveerd, wordt een route berekend met voorkeur voor tolwegen waarvoor u per gebruik moet betalen. Een bestemming zoeken Als deze toets is geactiveerd, wordt een route berekend met voorkeur voor veerboten. Als deze toets is geactiveerd, wordt een route berekend met voorkeur voor carpoolstroken. 5 Terugkeren naar het vorige scherm.
Hoofdstuk De huidige route controleren en wijzigen 06 De route wijzigen Wanneer de navigatie reeds is begonnen, zijn er een paar manieren om de huidige route te wijzigen. In de volgende paragrafen worden enkele van de opties beschreven. Een route samenstellen met “Routeplanner” Met de functie “Routeplanner” (of “Mijn route”) kunt u een route samenstellen aan de hand van een lijst bestemmingen. U kunt eenvoudig uw route plannen door de lijst te bewerken.
Hoofdstuk De huidige route controleren en wijzigen De volgorde van alle tussenpunten en de bestemming automatisch wijzigen zodat de route eenvoudig afgelegd kan worden. (Als de resulterende volgorde gelijk is aan de huidige volgorde, is deze optie ongeldig.) 06 2 Tip [Huidige GPS-positie] aan. Het pop-upmenu verschijnt. 3 Tip [Terug naar GPS-positie] aan en vervolgens [Startpunt wissen]. De beginpositie voor de routeberekening keert terug naar de huidige positie.
Hoofdstuk De huidige route controleren en wijzigen 06 4 Tip [Alternatieve routes] aan. Het “Alternatieve routes” scherm verschijnt. 5 Tip de voorwaarden aan die u op de kaart wilt weergeven. U ziet de tijd die ongeveer nodig is en de totale afstand van de geselecteerde alternatieve routes. Tip een alternatieve route aan om deze route op de kaart te tonen. p Als er meer dan drie alternatieve routes worden gevonden, verschijnt [Meer resultaten]. Tip [Meer resultaten] aan om de andere routes te tonen.
Hoofdstuk De huidige route controleren en wijzigen 2 Tip de volgende toets aan. 3 Tip [Routesamenvatting] aan. Het “Routesamenvatting” scherm verschijnt. Tip een van de opties aan. 123 6 7 4 8 5 9 p U kunt de kaart verschuiven door deze te verslepen. 1 Toont de informatie voor een transitpunt op de route. Als u een item aantipt, wordt de locatie op de kaart getoond. Tip [Vermijden] en [Akkoord] aan om de locatie als een te vermijden locatie in te stellen.
Hoofdstuk De huidige route controleren en wijzigen 06 4 Tip een van de opties aan. Als er geen tussenpunten zijn op de route, tipt u [Route annuleren] aan om de route te annuleren. Als er tussenpunten zijn op de route, tipt u [Route annuleren] aan om de route te annuleren. Tip [Tussenpunt wissen] aan om alleen het dichtstbijzijnde tussenpunt te verwijderen. In dat geval wordt de route herberekend.
Hoofdstuk Locaties en routes registreren en bewerken Een locatie opslaan in “Opgeslagen locatie” U kunt uw favoriete locaties in “Opgeslagen locatie” opslaan zodat u de volgende keer dezelfde informatie niet opnieuw hoeft in te voeren. “Opgeslagen locatie” kan uw thuislocatie bevatten, uw werkplaats, en plaatsen die u al hebt geregistreerd. 07 Uw favoriete locaties opslaan U kunt een vaak bezochte locatie (zoals het adres van een familielid) opslaan om er gemakkelijk naar toe te kunnen rijden.
Hoofdstuk Locaties en routes registreren en bewerken 07 Opgeslagen locaties bewerken 2 Opgeslagen locaties kunnen later bewerkt worden. Opgeslagen locaties herbenoemen 1 De MAP toets indrukken. Het kaartscherm verschijnt. 2 3 4 Tip de volgende toets aan. 5 Tip [Bewerken] aan. Het “Te bewerken locatie selecteren” scherm verschijnt. 6 Tip het item aan dat u wilt verwijderen en tip [Wissen] aan. p “Thuis” en “Werk” kunnen niet worden verwijderd. De locatie kan opnieuw worden ingesteld.
Hoofdstuk Locaties en routes registreren en bewerken Een route opslaan in “Opgeslagen routes” U kunt uw favoriete routes in “Opgeslagen routes” opslaan zodat u de volgende keer dezelfde informatie niet opnieuw hoeft in te voeren. 1 07 Opgeslagen routes herbenoemen 1 De MAP toets indrukken. Het kaartscherm verschijnt. 2 Tip de volgende toets aan. Het navigatiemenu op het kaartscherm weergeven. Stel een route in naar uw bestemming. = Zie Hoofdstuk 5 voor details. 2 De MAP toets indrukken.
Hoofdstuk Locaties en routes registreren en bewerken 07 4 Tip tonen. aan om de volgende pagina te 5 Tip [Opgeslagen routes] aan. Het “Opgeslagen routes” scherm verschijnt. 6 Tip de volgende toets aan. De snelkoppelingen weergeven. 7 Tip [Bewerken] aan. 8 Tip het item aan dat u wilt verwijderen en tip [Wissen] aan. p Als u aantipt en daarna [Alles wissen], kunnen alle ingangen worden verwijderd. 9 3 Tip [Wissen] aan. 10 Tip [Klaar] aan. De snelkoppelingen weergeven.
Hoofdstuk Locaties en routes registreren en bewerken 07 Een opgeslagen waarschuwingspunt bewerken Opgeslagen waarschuwingspunten kunnen later bewerkt worden. 1 De MAP toets indrukken. Het kaartscherm verschijnt. 2 Verschuif de kaart naar het opgeslagen waarschuwingspunt. Tip de volgende toets aan. Locaties en routes registreren en bewerken 3 De snelkoppelingen weergeven. 4 Tip [Waarsch.punten bewerken] aan. 5 Stel de vereiste parameters in.
Hoofdstuk Actuele verkeersinformatie (TMC) ontvangen 08 Het Traffic Message Channel (TMC) levert verkeersberichten in real time. Als het navigatiesysteem is voorzien van de TMC-functie, kunt u de ontvangen verkeersberichten en -informatie bekijken. p De online functie in “Verkeer” kan worden gebruikt als u een iPhone of een smartphone aansluit waarop AVICSYNC App is geïnstalleerd. = Lees Het gebruik van navigatiefuncties uitbreiden (pagina 72) voordat u de AVICSYNC functie gebruikt.
Hoofdstuk Actuele verkeersinformatie (TMC) ontvangen 08 Als er een verkeersongeval is gebeurd op uw route Verkeersinformatie in- of uitschakelen Het waarschuwingspictogram geeft de status van de ontvangst van verkeersinformatie aan. De functie voor verkeersinformatie is standaard ingeschakeld. Doe als volgt om de TMCfunctie in of uit te schakelen. p Als u de functie voor verkeersinformatie uitschakelt, verdwijnt [Verkeer] op het navigatiemenu.
Hoofdstuk Nuttige informatie over uw reis bekijken 09 Nuttige informatie bekijken Het “Nuttige informatie” menu bevat allerlei nuttige informatie voor onderweg. p De online functie in “Parkeren”, “Weer” en “Brandstofprijzen” kan worden gebruikt als u een iPhone of een smartphone aansluit waarop AVICSYNC App is geïnstalleerd. = Lees Het gebruik van navigatiefuncties uitbreiden (pagina 72) voordat u de AVICSYNC functie gebruikt. 1 De MAP toets indrukken. Het kaartscherm verschijnt.
Hoofdstuk Nuttige informatie over uw reis bekijken 2 Het navigatiemenu op het kaartscherm weergeven. 3 Tip [Nuttige informatie] aan. Het “Nuttige informatie” scherm verschijnt. 4 Tip [Ritmonitor] aan. Het “Ritmonitor” scherm verschijnt. Een lijst met reeds opgenomen reisloggen verschijnt. Als er nog geen reisloggen zijn gemaakt, wordt een lege lijst getoond. 5 Tip [Nieuwe opname starten] aan. De reislogger wordt geactiveerd. De toets verandert in [Opnemen stoppen].
Hoofdstuk Nuttige informatie over uw reis bekijken 09 p Tip [Alles exporteren] aan om alle reislogs te exporteren. worden opgeslagen. U kunt de routelogfunctie altijd activeren wanneer de reislogger actief is. p “Afmeting rit database” geeft de huidige gegevensgrootte van het reislog aan (inclusief het routelog). 6 Tip een item aan om de details ervan te tonen. Het scherm met details over het reislog verschijnt.
Hoofdstuk Nuttige informatie over uw reis bekijken 09 Gebruik van de stand Rittencomputer Het brandstofverbruik berekenen Op het scherm van de reiscomputer wordt de informatie die is verkregen van de GPS-ontvanger en het voertuig als op een dashboard weergegeven. Met de monitor voor het brandstofverbruik kunt u het brandstofverbruik van uw voertuig bijhouden, zelfs als u het navigatiesysteem niet voor al uw reizen gebruikt.
Hoofdstuk Nuttige informatie over uw reis bekijken 09 p Als u een item wilt verwijderen, tipt u aan om de snelkoppeling voor verwijdering te tonen. 6 Voer de beginwaarde van de kilometeraan. teller in en tip De beginwaarde van de kilometerteller is ingesteld. Informatie over het brandstofverbruik invoeren Om het brandstofverbruik over de gereden afstand te berekenen, moet u de afstand en de hoeveelheid brandstof invoeren wanneer u tankt.
Hoofdstuk Aanpassen van de voorkeursinstellingen voor de navigatie De navigatie-instellingen aanpassen U kunt de navigatie-instellingen configureren en aanpassen hoe het systeem werkt. 1 De MAP toets indrukken. Het kaartscherm verschijnt. 2 Tip de volgende toets aan. Het navigatiemenu op het kaartscherm weergeven. 3 Tip tonen. aan om de volgende pagina te 4 Tip [Instellingen] aan. Het “Instellingen” scherm verschijnt.
Hoofdstuk Aanpassen van de voorkeursinstellingen voor de navigatie 10 Wijzigt de basissoftwareparameters die worden gebruikt tijdens de eerste opstartprocedure. ! SyncTool: De synchronisatiefunctie starten, waarmee u de kaarten kunt bijwerken. = Zie voor details Bijgewerkte kaartgegevens verkrijgen op bladzijde 75. De fabrieksinstellingen herstellen U kunt de instellingen of opgenomen inhoud terugzetten naar de standaardinstellingen. 1 De MAP toets indrukken. Het kaartscherm verschijnt.
Hoofdstuk Aanpassen van de voorkeursinstellingen voor de navigatie Routeplanningsmethode U kunt de wijze van routeplanning wijzigen. De routeberekening kan geoptimaliseerd wor- den voor verschillende situaties en types voertuigen door de wijze van routeplanning te wijzigen. De volgende methoden voor routeplanning zijn beschikbaar. ! Snel Berekent een route met prioriteit voor de kortste reistijd naar uw bestemming. Dit is gewoonlijk de beste selectie voor snelle en gewone voertuigen.
Hoofdstuk 10 Aanpassen van de voorkeursinstellingen voor de navigatie Deze functie is handig als u tolwegen met beperkte toegangstijd wilt vermijden waarvoor u een pas of vignet met een bepaalde geldigheidsduur moet aanschaffen. p Deze optie kan onafhankelijk worden in- en uitgeschakeld van de optie voor tolwegen waarvoor u per gebruik betaalt. Betaling per keer Als deze functie is uitgeschakeld, wordt de route bij voorkeur berekend zonder tolwegen waarvoor u per gebruik moet betalen.
Hoofdstuk Aanpassen van de voorkeursinstellingen voor de navigatie Routesamenvatting laten horen U kunt instellen of het navigatiesysteem met een stembericht een korte samenvatting van de route geeft wanneer een route wordt berekend. Landinfo aankondigen Wanneer u een landsgrens overschrijdt, kan het navigatiesysteem informatie over het land voorlezen.
Hoofdstuk 10 Aanpassen van de voorkeursinstellingen voor de navigatie Instellingen voor “Navigatiekaart” Kaartweergave U kunt het effect zien wanneer u een instelling verandert. ! Gezichtspunt U kunt het zoomniveau en de helling die standaard worden gebruikt instellen. Er zijn drie niveaus. ! Kleurmodus U kunt zelf overschakelen tussen de kleurstanden voor overdag en ’s nachts of de software automatisch laten overschakelen enkele minuten voordat de zon opkomt en nadat de zon ondergaat.
Hoofdstuk Aanpassen van de voorkeursinstellingen voor de navigatie Automatisch overzicht Als deze functie is geselecteerd, wordt de kaart uitgezoomd voor een overzicht van de omgeving wanneer de volgende gebeurtenis (richtingswijziging) op de route nog ver is. Als u de gebeurtenis nadert, keert de kaart terug naar de normale weergave. Wegwijzer In- en uitschakelen van rijstrookinformatie.
Hoofdstuk 10 Aanpassen van de voorkeursinstellingen voor de navigatie Stem taal Deze toets toont het huidige profiel van de stembegeleiding. Als u een toets aantipt, kunt u een nieuwe taal voor stembegeleiding selecteren in de lijst van beschikbare talen en sprekers. Tip een van deze toetsen aan om een geluidsvoorbeeld te horen. Eenheden en weergaven U kunt de eenheden instellen die door het systeem worden gebruikt.
Hoofdstuk Aanpassen van de voorkeursinstellingen voor de navigatie Alleen lijnrelevante verkeersongevallen worden op de kaart getoond. ! Kleur en pictogram Pictogrammen voor relevante verkeersongevallen en lijnen voor de verkeersstroom worden getoond op de kaart. Ook vrije verkeersdoorstroming tonen Instelling voor ontvangst van informatie over een vlotte verkeersstroom. Omleidingen handmatig bevestigen U kunt een handmatige bevestiging van elke herberekening in- of uitschakelen.
Hoofdstuk Aanpassen van de voorkeursinstellingen voor de navigatie 10 p De verzamelde gegevens worden gebruikt om de kwaliteit en dekkingsgraad van kaarten te verbeteren. De gegevens worden anoniem verwerkt. Persoonlijke gegevens kunnen niet worden achterhaald. Waarschuwingen voor waarschuwingspunten instellen U kunt afzonderlijke waarschuwingen instellen voor de verschillende categorieën waarschuwingspunten. 1 De MAP toets indrukken. Het kaartscherm verschijnt. 2 Tip de volgende toets aan.
Hoofdstuk Aanpassen van de voorkeursinstellingen voor de navigatie Lees dit voordat u de AVICSYNC functie gebruikt Beperkingen: ! Toegang tot app-gebaseerde verbonden content hangt af van de beschikbaarheid van het mobiele en/of Wi-Fi-netwerk voor verbinding van uw smartphone met internet. ! De beschikbaarheid van services kan geografisch beperkt zijn tot bepaalde gebieden. Neem contact op met de verbonden contentserviceprovider voor verdere informatie.
Hoofdstuk 10 Aanpassen van de voorkeursinstellingen voor de navigatie Compatibiliteit en verbindingen Voorbereidingen vóór het gebruik van de AVICSYNC functie U moet de kosteloze AVICSYNC App op uw iPhone of smartphone (Android) installeren. De AVICSYNC App-functie kan gebruikt worden als de iPhone of smartphone (Android) compatibel is met de AVICSYNC App en verbonden is met het navigatiesysteem.
Hoofdstuk Aanpassen van de voorkeursinstellingen voor de navigatie 10 9 Accepteer de koppeling op uw iPhone of smartphone (Android). Als de koppeling is ingesteld, wordt uw iPhone of smartphone (Android) automatisch gekoppeld wanneer u hem met het navigatiesysteem verbindt. 10 Schaf verbonden diensten aan via AVICSYNC App. 11 Open het navigatiemenu en tip [Instellingen] aan. 12 Tip [Online diensten] aan. 13 Tip de dienst aan die u wilt activeren. De menu’s voor de verbonden dienst worden geactiveerd.
Hoofdstuk 11 Een Bluetooth-apparaat registreren en er verbinding mee maken Als u apparaten hebt met Bluetooth®-technologie, kan dit product draadloos met die apparaten worden verbonden. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een Bluetooth-verbinding moet opzetten. Raadpleeg onze website voor details over de verbinding met Bluetooth-apparaten. p Het menu “Bluetooth” kan alleen worden gebruikt als u het voertuig op een veilige plaats parkeert en de handrem aantrekt.
Hoofdstuk Een Bluetooth-apparaat registreren en er verbinding mee maken 5 Tip de volgende toets aan. Beginnen met zoeken. Het systeem zoekt naar Bluetooth-apparaten die gereed zijn voor verbinding. Als er apparaten worden gevonden, verschijnen ze in een lijst. 11 p Als de verbinding mislukt, wordt “Fout” weergegeven. Probeer het in dat geval opnieuw. p De pincode is standaard ingesteld op “0000” en kan gewijzigd worden. = Zie voor details De pincode invoeren voor Bluetooth-verbinding op bladzijde 80.
Hoofdstuk 11 Een Bluetooth-apparaat registreren en er verbinding mee maken Paren vanaf uw Bluetoothapparaten U kunt een Bluetooth-apparaat registreren door dit product in de stand-bystand te zetten en verbinding te maken vanaf het Bluetoothapparaat. p Controleer vóór de registratie of “Zichtbaarheid” in het “Bluetooth” menu is ingesteld op “Aan”. = Zie voor details De zichtbaarheid instellen op bladzijde 79. 1 Schakel de Bluetooth-technologie op de apparaten in.
Hoofdstuk Een Bluetooth-apparaat registreren en er verbinding mee maken 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. 11 1 Schakel de Bluetooth-technologie op de apparaten in. p Bij sommige Bluetooth-apparaten is er geen speciale handeling vereist om de Bluetooth-functie in te schakelen. Zie de handleiding van het apparaat voor details. Het “Bluetooth” scherm verschijnt. 3 Tip [Verbinding] aan. Het volgende scherm verschijnt. 2 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven.
Hoofdstuk Een Bluetooth-apparaat registreren en er verbinding mee maken 11 3 Tip [Zichtbaarheid] zo vaak als nodig aan tot de gewenste instelling verschijnt. ! Aan (standaard): Zichtbaar maken. ! Uit: Onzichtbaar maken. De pincode invoeren voor Bluetooth-verbinding Als u een Bluetooth-apparaat met dit product wilt verbinden, moet u op dat apparaat een pincode invoeren om de verbinding te verifiëren. p De standaardcode is “0000” maar u kunt die met deze functie wijzigen.
Hoofdstuk Een Bluetooth-apparaat registreren en er verbinding mee maken 11 De Bluetooth-software bijwerken 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. Deze functie wordt gebruikt om de Bluetoothsoftware van dit product met de meest recente versie bij te werken. Raadpleeg onze website voor details over de Bluetooth-software en het bijwerken ervan. p De bron wordt uitgeschakeld en de Bluetooth-verbinding wordt verbroken voordat het proces begint.
Hoofdstuk 12 Gebruik van handsfree telefoneren BELANGRIJK Aanraaktoetsen Voor uw veiligheid moet u zoveel mogelijk vermijden te telefoneren tijdens het rijden. Als uw mobiele telefoon Bluetooth ondersteunt, kan dit product draadloos verbinding maken met uw mobiele telefoon. Dankzij deze handsfree functie kunt u telefoongesprekken maken en ontvangen via bediening met dit product.
Hoofdstuk Gebruik van handsfree telefoneren Zelf telefoneren U kunt op verschillende manieren zelf iemand anders bellen. Rechtstreeks bellen 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. Het “Kiezen” scherm verschijnt. 1 2 12 Een telefoonnummer uit het telefoonboek bellen U kunt in het telefoonboek het gewenste nummer zoeken en opbellen.
Hoofdstuk Gebruik van handsfree telefoneren 12 6 Tip de volgende toets aan. Hiermee beëindigt u het gesprek. 5 Tip een item aan om de telefoonnummerlijst ervan weer te geven. Het detailscherm van het telefoonboek verschijnt. Het gesprek eindigt. 6 Tip het telefoonnummer aan dat u wilt bellen. Het scherm voor opbellen verschijnt. Een telefoonnummer alfabetisch zoeken 7 Als het telefoonboek veel telefoonnummers bevat, kunt u telefoonnummers alfabetisch zoeken.
Hoofdstuk Gebruik van handsfree telefoneren 12 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. 1 Het “Telefoonboek” of “Geschiedenis” scherm verschijnt. 1 3 Tip de volgende toets aan. 1 Type gespreksgeschiedenis Het telefoonnummer registreren in de lijst “Vooraf ingesteld nummer oproepen”. Ontvangen oproepen. Gemaakte oproepen. Gemiste oproepen. 4 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. Het nummer wordt gebeld.
Hoofdstuk Gebruik van handsfree telefoneren 12 Een telefoonnummer verwijderen 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. = Zie De telefoon automatisch opnemen op bladzijde 87 voor details. p Als het telefoonnummer van de beller in “Telefoonboek” is geregistreerd, wordt de geregistreerde naam getoond. 1 Tip de volgende toets aan. Een inkomende oproep beantwoorden. Het “Vooraf ingesteld nummer oproepen” scherm verschijnt.
Hoofdstuk Gebruik van handsfree telefoneren 12 Het belsignaal in- of uitschakelen U kunt selecteren of u de beltoon van dit product wel of niet wilt gebruiken. 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. 2 Tip de volgende toets aan. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. Het bevestigingsscherm voor oproepen weergeven. Het “Bluetooth” scherm verschijnt. 3 Tip [Beltoon] zo vaak als nodig aan tot de gewenste instelling verschijnt.
Hoofdstuk Gebruik van handsfree telefoneren 12 4 Tip [Ja] aan. p Als het omwisselen mislukt, wordt “Fout volgorde namen” weergegeven. Probeer het in dat geval opnieuw. p Het omkeren van de namen van uw contacten op dit product heeft geen invloed op de gegevens op de mobiele telefoon. De privémodus instellen Tijdens een gesprek kunt u overschakelen naar de privémodus (rechtstreeks in de mobiele telefoon spreken). % Tip de volgende toetsen aan om de privémodus in- en uit te schakelen.
Hoofdstuk Gebruik van handsfree telefoneren Geeft aan dat dit product gereed is voor stemopdrachten. De stemherkenningsfunctie uitschakelen. Opmerkingen met betrekking tot handsfree telefoneren Registratie en verbinding ! De bediening van de mobiele telefoon varieert, naargelang het type mobiele telefoon. Raadpleeg de handleiding die met uw mobiele telefoon geleverd werd voor gedetailleerde instructies.
Hoofdstuk 12 Gebruik van handsfree telefoneren ! Afhankelijk van de mobiele telefoon kan het product het telefoonboek mogelijk niet correct weergeven. (Sommige tekens kunnen verkeerd worden weergegeven, of de voor- en achternaam worden in de omgekeerde volgorde weergegeven.) ! Als het telefoonboek in de mobiele telefoon beeldgegevens bevat, is het mogelijk dat het telefoonboek niet correct overgebracht wordt. (Beeldgegevens kunnen niet worden overgebracht vanaf de mobiele telefoon.
Hoofdstuk Een iPod / iPhone of smartphone instellen Het “Systeem” scherm verschijnt. 3 4 Tip [Smartphone instellen] aan. Het “Smartphone instellen” scherm verschijnt. 5 Basisprocedure voor het instellen van een iPod / iPhone of smartphone 1 De methode kiezen om uw apparaat aan te sluiten. = Zie voor details De verbindingsmethode voor het apparaat instellen op bladzijde 91. 2 Sluit het apparaat op dit product aan. = Raadpleeg de Installatiehandleiding voor details over de verbindingen.
Hoofdstuk Een iPod / iPhone of smartphone instellen 13 iPhone 4: iOS 7.0.3 iPhone 3GS: iOS 6.0.1 iPod touch (5e generatie): iOS 6.0.1 iPod touch (4e generatie): iOS 6.0.1 iPod touch (3e generatie): iOS 5.1.1 iPod touch (2e generatie): iOS 4.2.1 iPod classic 160GB (2009): Versie 2.0.4 iPod classic 160GB (2008): Versie 2.0.1 iPod classic 80GB: Versie 1.1.2 iPod nano (7e generatie) iPod nano (6e generatie): Versie 1.2 iPod nano (5e generatie): Versie 1.0.2 iPod nano (4e generatie): Versie 1.0.
Hoofdstuk Een iPod / iPhone of smartphone instellen 13 Informatie over de verbindingen en functies van elk apparaat Hieronder vindt u de vereiste instellingen en kabels voor het aansluiten van elk apparaat en de bronnen die gebruikt kunnen worden. iPod / iPhone met 30-pens connector Vereiste kabel (los verkrijgbaar) Smartphone instellen Apparaat Verbinding CD-IU201V CD-IU201S iPhone/iPod iPhone/iPod iPhone/iPod Bluetooth USB USB Bluetooth-verbinding is vereist.
Hoofdstuk 13 Een iPod / iPhone of smartphone instellen iPod / iPhone met Lightning-connector Vereiste kabel (los verkrijgbaar) Apparaat Smartphone instellen Verbinding Bluetooth-aansluiting Vereiste voor verbinding Beschikbare bron ! ! ! CD-IH202 CD-IU52 Lightningnaar-digitaleAV-adapter ! ! ! CD-IU52 iPhone/iPod iPhone/iPod iPhone/iPod iPhone/iPod Bluetooth USB Digit. AV-adapter VGA-adapter Bluetooth-verbinding is vereist. — Bluetooth-verbinding is vereist.
Hoofdstuk Een iPod / iPhone of smartphone instellen 13 Kabelverbinding is niet vereist. CD-MU200 CD-AH200 Apparaat Overige Overige Overige Verbinding Bluetooth USB HDMI — Android Auto (*1)/ MirrorLink/Uit — Bluetooth-verbinding is vereist. Voor gebruik van aha of Android Auto is een Bluetooth-verbinding vereist. Bluetooth-verbinding is vereist. — Aansluiten op USBpoort 2 voor gebruik van MirrorLink, Android Auto of AVICSYNC App.
Hoofdstuk 14 Gebruik van de radio U kunt via dit product naar de radio luisteren. In dit gedeelte wordt de bediening van de radio beschreven. 2 9 Voorkeurzenders weergeven. = Zie voor details Een voorkeurzender selecteren in de lijst met voorkeurzenders op bladzijde 98. Gebruik van de aanraaktoetsen 1 = Zie voor details Automatisch afstemmen op bladzijde 98. 3 a Een voorkeurzender uit het geheugen oproepen door de betreffende toets eenmaal aan te tippen.
Hoofdstuk Gebruik van de radio p Als “MW/LW” is geselecteerd, wordt niets weergegeven. p Het pictogram wordt weergegeven op alle bedieningsschermen van AV-bronnen. Indicator 3 Gebruik de aanraaktoetsen op het scherm om de radio te bedienen. = Zie Gebruik van de aanraaktoetsen op bladzijde 96 voor details. Betekenis Een frequentieband selecteren Verschijnt wanneer de informatietag voor het muziekstuk op dit product is opgeslagen. % Tip de volgende toets aan.
Hoofdstuk 14 Gebruik van de radio Automatisch afstemmen % Tip een van de volgende toetsen aan, houd hem ongeveer een seconde vast en laat hem dan los. Frequenties worden gescand tot een zender wordt gevonden die sterk genoeg is voor een goede ontvangst. U kunt het automatische afstemmen afbreken door een van beide toetsen even aan te tippen. Zolang u een toets vasthoudt, worden zenders overgeslagen. Het automatische afstemmen begint wanneer u de toets loslaat.
Hoofdstuk Gebruik van de radio 14 Gebruik van de radio p Reeds opgeslagen zenderfrequenties blijven bewaard zolang het maximumaantal niet bereikt is. 1 Tip de toets aan voor weergave van de voorkeurzenderlijst. De lijst met voorkeurzenders wordt weergegeven. 2 Tip [BSM] aan om te beginnen met zoeken. Er verschijnt een bericht. Terwijl het bericht wordt weergegeven, worden de zes sterkste zenderfrequenties onder de voorkeurzendertoetsen “1” t/m “6” opgeslagen op volgorde van hun signaalsterkte.
Hoofdstuk 14 Gebruik van de radio Verkeersberichten ontvangen Met TA (stand-by voor verkeersberichten) kunt u automatisch verkeersberichten ontvangen, ongeacht de bron waar u naar luistert. TA kan zowel voor een TP-zender (een zender die verkeersinformatie uitzendt) als een TP-zender van een ander netwerk (een zender met informatie van andere TP-zenders) worden geactiveerd. p Deze functie kan alleen op de FM-band worden gebruikt. 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven.
Hoofdstuk Gebruik van de radio Onderbreking door nieuwsprogramma’s 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. Het “Systeem” scherm verschijnt. 3 Tip [AV bronnen instellingen] aan. Het volgende scherm verschijnt. 5 Tip [Nieuws onderbreken] zo vaak als nodig aan tot de gewenste instelling verschijnt. ! Uit (standaard): Onderbreking door nieuwsberichten uitschakelen. ! Aan: Onderbreking door nieuwsberichten inschakelen.
Hoofdstuk 14 Gebruik van de radio 4 Tip [Instellingen Radio] aan. Het volgende scherm verschijnt. p Deze functie kan alleen op de FM-band worden gebruikt. 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. 5 Tip [Alternatieve Frequentie] zo vaak als nodig aan tot de gewenste instelling verschijnt. ! Aan (standaard): Gebruik van alternatieve frequenties inschakelen. ! Uit: Gebruik van alternatieve frequenties uitschakelen.
Hoofdstuk Gebruik van de radio 14 Omschakelen van automatisch PI-zoeken Gebruik van de radio p Het voorkeurnummer kan van het display verdwijnen als de tuner afstemt op een regionale zender die verschilt van de oorspronkelijk gekozen zender. p De regionale functie kan voor elk van de FM-banden afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld. 4 Tip [Instellingen Radio] aan. Het volgende scherm verschijnt.
Hoofdstuk Gebruik van de radio 14 Het “Systeem” scherm verschijnt. 3 Tip [AV bronnen instellingen] aan. Het volgende scherm verschijnt. Bediening met de vaste toetsen Druk op de TRK toets. U kunt de voorkeurzenders omhoog en omlaag doorlopen. Druk op de TRK toets en houd de toets ingedrukt. U kunt automatisch afstemmen. 4 Tip [Instellingen Radio] aan. Het volgende scherm verschijnt. 5 Tip [Radio-ontvanger geluid.] aan. Het pop-upmenu verschijnt. 6 Tip het item aan dat u wilt instellen.
Hoofdstuk Gebruik van de digitale radio (DAB) F77DAB F70DAB F970DAB F9770DAB Voor een betere DAB-ontvangst moet u een DAB-antenne met fantoomvoeding (actief type) gebruiken. Pioneer beveelt de “AN-DAB1” of “CA-AN-DAB.001” aan (los verkrijgbare actieve antenne). Het stroomverbruik van de DAB-antenne moet 100 mA of minder bedragen.
Hoofdstuk 15 Gebruik van de digitale radio (DAB) programmatype beschikbaar is voor de zender waarop is afgestemd. p Als er geen informatie beschikbaar is, wordt niets weergegeven. = Zie voor details Automatisch afstemmen op bladzijde 108. a Voorkeurzenders weergeven. = Zie voor details Een voorkeurzender selecteren in de lijst met voorkeurzenders op bladzijde 108. b Een voorkeurzender uit het geheugen oproepen door de betreffende toets eenmaal aan te tippen.
Hoofdstuk Gebruik van de digitale radio (DAB) Een zender in de lijst selecteren 1 p Afhankelijk van de lijst kan de beginzoekbalk rechts in het scherm worden weergegeven. Als u de balk versleept, kunt u alfabetisch zoeken. Naar een recente uitzending luisteren U kunt naar een servicecomponent luisteren die reeds uitgezonden is (timeshift-functie). % Tip de volgende toets aan. Overschakelen naar de timeshift-stand. Het volgende scherm verschijnt. Tip de volgende toets aan.
Hoofdstuk 15 Gebruik van de digitale radio (DAB) Handmatig afstemmen % Tip de volgende toetsen aan om handmatig af te stemmen. 1 Tip de toets aan voor weergave van de voorkeurzenderlijst. Een stap omlaag afstemmen. Een stap omhoog afstemmen. p Deze functie is handig om verschillende lijsten van voorkeurzenders voor te bereiden voor iedere band. Automatisch afstemmen % Tip een van de volgende toetsen aan, houd hem ongeveer een seconde vast en laat hem dan los.
Hoofdstuk Gebruik van de digitale radio (DAB) 15 Automatisch overschakelen naar een zender met een goede ontvangstgevoeligheid 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. Het “Systeem” scherm verschijnt. 3 Tip [AV bronnen instellingen] aan. Het volgende scherm verschijnt. 4 Tip [Instellingen DAB] aan. Het volgende scherm verschijnt. 5 Tip [Service volgen] zo vaak als nodig aan tot de gewenste instelling verschijnt.
Hoofdstuk 15 Gebruik van de digitale radio (DAB) 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. Het “Systeem” scherm verschijnt. 3 Tip [AV bronnen instellingen] aan. Het volgende scherm verschijnt. matie van andere TP-zenders) worden geactiveerd. p Deze instelling is alleen beschikbaar als “Digital Radio” als bron is geselecteerd. 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. Het “Systeem” scherm verschijnt.
Hoofdstuk Gebruik van de digitale radio (DAB) 15 Gebruik van de digitale radio (DAB) ! ALLEEN RDS TA: Automatisch verkeersberichten ontvangen van RDS-zenders. p De geselecteerde instelling is ook van toepassing op “TA onderbreken” onder “Instellingen Radio” in AVIC-F77DAB, AVICF70DAB, AVIC-F970DAB en AVICF9770DAB. Bediening met de vaste toetsen Druk op de TRK toets. U kunt de voorkeurzenders omhoog en omlaag doorlopen. Druk op de TRK toets en houd de toets ingedrukt. U kunt automatisch afstemmen.
Hoofdstuk 16 Afspelen van een disc U kunt een normale muziek-cd, video-cd of dvd-video afspelen in het ingebouwde station van dit product. In dit gedeelte wordt de bediening beschreven. Gebruik van de aanraaktoetsen (voor video) Voorbeeld: dvd Weergavescherm (pagina 1) BELANGRIJK 1 2 3 Om veiligheidsredenen kan er geen videobeeld worden weergegeven als het voertuig rijdt. Om videobeeld weer te geven, moet u eerst op een veilige plaats stoppen en de handrem aantrekken.
Hoofdstuk Afspelen van een disc 8 Bestanden vooruit of achteruit overslaan. 9 Het afspeelpunt wijzigen door de toets te verslepen. = Zie voor details Gebruik van de tijdbalk op bladzijde 25. a Overschakelen tussen mediabestandstypen. b Overschakelen tussen afspelen en pauzeren. c Gebruikt de “Sound Retriever” functie. = Zie voor details De “Sound Retriever” functie instellen op bladzijde 217. d Bestanden in willekeurige volgorde afspelen.
Hoofdstuk 16 Afspelen van een disc Het scherm lezen (voor audio) Voorbeeld: cd De fragmenten in een willekeurige volgorde afspelen Indicator Betekenis 1 De fragmenten worden niet in een willekeurige volgorde afgespeeld. Alle fragmenten op de huidige disc worden in een willekeurige volgorde afgespeeld. 4 2 Een bereik voor herhaalde weergave instellen Indicator 3 Betekenis Alleen het huidige fragment wordt herhaaldelijk afgespeeld.
Hoofdstuk Afspelen van een disc Startprocedure 1 Geef het AV-bronselectiescherm weer. = Raadpleeg voor details over de bediening Het AV-bedieningsscherm weergeven op bladzijde 22. = Zie Een disc inbrengen en uitwerpen op bladzijde 16 voor details. p Als er reeds een disc in het toestel is, tipt u [Disc] aan op de bronnenlijst of op het AVbronselectiescherm. = Zie voor details Een bron voor het voordisplay selecteren in de bronnenlijst op bladzijde 23.
Hoofdstuk Afspelen van een disc 16 p Als u willekeurig afspelen inschakelt terwijl het herhaalbereik is ingesteld op het huidige fragment, wordt het herhaalbereik automatisch op de hele disc ingesteld. p Als willekeurig afspelen is ingeschakeld en u het herhaalbereik wijzigt van de gehele huidige disc naar het huidige fragment, wordt willekeurig afspelen automatisch uitgeschakeld. Video (standaard): Alle bestanden worden herhaaldelijk afgespeeld.
Hoofdstuk Afspelen van een disc Gebruik van het dvd-menu % Tip de volgende toets zo vaak als nodig aan om de gewenste instelling weer te geven. De audiotaal wijzigen. U kunt de gewenste taal instellen als de standaard audiotaal. = Zie De voorkeurstalen instellen op bladzijde 205 voor details. 1 Tip het scherm aan om de aanraaktoetsen weer te geven. 2 Tip de volgende toets aan. Beeld-voor-beeld weergave U kunt beeld-voor-beeld vooruit laten weergeven wanneer de pauzefunctie is ingeschakeld.
Hoofdstuk 16 Afspelen van een disc Terugkeren naar een bepaalde scène Bij gebruik van een disc waarop een punt is vastgelegd dat aangeeft waarnaar terug gegaan moet worden, zal de disc naar het ingestelde punt terugkeren en vanaf daar beginnen met afspelen. Deze functie kan niet worden gebruikt als een bepaalde scène niet op de disc is gemarkeerd. p Deze functie is alleen beschikbaar voor DVD-Video en video-cd‘s met PBC (afspeelbediening). aanraaktoetsen.
Hoofdstuk Afspelen van een disc De weergave wijzigen op een dvd met meerdere camerastandpunten Bediening met de vaste toetsen Druk op de TRK toets. U kunt in voor- of achterwaartse richting fragmenten of hoofdstukken overslaan. Druk op de TRK toets en houd de toets ingedrukt. U kunt snel achteruit- of vooruitspoelen. % Tip de volgende toets zo vaak als nodig aan om de gewenste instelling weer te geven. Het camerastandpunt wijzigen.
Hoofdstuk 17 Gecomprimeerde audiobestanden afspelen Met het ingebouwde station van dit product kunt u gecomprimeerde audiobestanden afspelen die op een disc of een extern geheugenapparaat (USB, SD) staan. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe dat moet. = Zie voor details Tabel voor mediacompatibiliteit op bladzijde 241. Gebruik van de aanraaktoetsen 2 3 4 5 6 7 8 b = Zie voor details Bestanden uit de lijst met bestandsnamen selecteren op bladzijde 123.
Hoofdstuk Gecomprimeerde audiobestanden afspelen h Een bereik voor herhaalde weergave instellen. = Zie voor details Een bereik voor herhaalde weergave instellen op bladzijde 124. i De vorige of volgende map selecteren. j De categorielijst met het geselecteerde item weergeven. p Als de informatie bij het huidige muziekstuk in een formaat is dat niet kan worden weergegeven, wordt niets getoond. Bladerstand voor mappen : Bestandsnaam De naam van het bestand dat nu wordt afgespeeld.
Hoofdstuk Gecomprimeerde audiobestanden afspelen 17 Een herhaalbereik instellen (in de bladerstand voor mappen) Indicator Betekenis Alleen het huidige bestand wordt herhaaldelijk afgespeeld. Alleen de huidige map wordt herhaaldelijk afgespeeld. Alle gecomprimeerde audiobestanden worden herhaaldelijk afgespeeld. 5 Speelduurindicator Deze laat de verstreken speelduur van het huidige bestand zien. Startprocedure (voor disc) 1 Geef het AV-bronselectiescherm weer.
Hoofdstuk Gecomprimeerde audiobestanden afspelen 17 p Als u een map in de lijst aantipt, wordt de inhoud getoond. U kunt een bestand in de lijst afspelen door dit aan te tippen. Een bestand selecteren in de lijst voor het muziekstuk dat nu wordt afgespeeld (gekoppeld zoeken) % Tip de volgende toets zo vaak als nodig aan om de gewenste instelling weer te geven. 1 De weergave-informatie overschakelen tussen de taginformatie (titel, artiestennaam, albumtitel, enz.
Hoofdstuk 17 Gecomprimeerde audiobestanden afspelen Bestanden in een willekeurige volgorde laten weergeven Disc (standaard): Alle gecomprimeerde audiobestanden worden herhaaldelijk afgespeeld. : ! Alleen het huidige bestand wordt herhaaldelijk afgespeeld. : ! Alleen de huidige map wordt herhaaldelijk afgespeeld. ! Alle bestanden op de disc of het externe geheugenapparaat (USB, SD) kunnen in een willekeurige volgorde worden afgespeeld door slechts één toets aan te tippen.
Hoofdstuk Gecomprimeerde audiobestanden afspelen 17 ! CD-DA: Het mediabestandstype overschakelen naar cd (audiogegevens (cd-da)). ! Photo: Het mediabestandstype overschakelen naar afbeeldingen (JPEG). Gecomprimeerde audiobestanden afspelen Bediening met de vaste toetsen Druk op de TRK toets. U kunt in voor- of achterwaartse richting bestanden overslaan. Druk op de TRK toets en houd de toets ingedrukt. U kunt snel achteruit- of vooruitspoelen.
Hoofdstuk 18 Gecomprimeerde videobestanden afspelen Met het ingebouwde station van dit product kunt u gecomprimeerde videobestanden afspelen die op een disc of een extern geheugenapparaat (USB, SD) staan. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe dat moet. = Zie voor details Tabel voor mediacompatibiliteit op bladzijde 241. BELANGRIJK Om veiligheidsredenen kan er geen videobeeld worden weergegeven als het voertuig rijdt.
Hoofdstuk Gecomprimeerde videobestanden afspelen Het scherm aflezen 18 = Zie voor details Een bron voor het voordisplay selecteren op het AV-bronselectiescherm op bladzijde 23. Voorbeeld: Disc 1 3 Gebruik de aanraaktoetsen op het scherm om de disc te bedienen. = Zie Gebruik van de aanraaktoetsen op bladzijde 126 voor details. 3 1 2 1 Huidige datum en tijd 2 Speelduurindicator Deze laat de verstreken speelduur van het huidige bestand zien.
Hoofdstuk Gecomprimeerde videobestanden afspelen 18 Bestanden uit de lijst met bestandsnamen selecteren U kunt bestanden die u wilt bekijken selecteren in de bestandsnamenlijst van de bestanden op een disc of op het externe geheugenapparaat (USB, SD). 1 Tip de volgende toets aan. Toont de lijst met bestanden of mappen op een disc of extern geheugenapparaat (USB, SD). Beeld-voor-beeld weergave U kunt beeld-voor-beeld vooruit laten weergeven wanneer de pauzefunctie is ingeschakeld.
Hoofdstuk Gecomprimeerde videobestanden afspelen 2 18 Tip het item aan dat u wilt instellen. Gecomprimeerde videobestanden afspelen ! Music: Het mediabestandstype overschakelen naar muziek (gecomprimeerde audio). ! Video: Het mediabestandstype overschakelen naar video. ! Photo: Het mediabestandstype overschakelen naar afbeeldingen (JPEG). ! CD-DA: Het mediabestandstype overschakelen naar cd (audiogegevens (cd-da)). Bediening met de vaste toetsen Druk op de TRK toets.
Hoofdstuk 19 Gecomprimeerde afbeeldingen weergeven Met het ingebouwde station van dit product kunt u beelden (JPEG-beelden) bekijken die op een extern geheugenapparaat (USB, SD) staan. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe dat moet. = Zie voor details Bestanden in een willekeurige volgorde laten weergeven op bladzijde 131. 8 Het telefoonmenuscherm openen. = Zie Het telefoonmenu weergeven op bladzijde 82 voor details. 9 Bestanden vooruit of achteruit overslaan.
Hoofdstuk Gecomprimeerde afbeeldingen weergeven Startprocedure 1 Geef het AV-bronselectiescherm weer. = Raadpleeg voor details over de bediening Het AV-bedieningsscherm weergeven op bladzijde 22. 2 Steek de SD-geheugenkaart in de SDkaartsleuf of steek het USB-geheugenapparaat in de USB-stekker. = Zie Een USB-geheugenapparaat aansluiten op bladzijde 18 voor details. = Zie Een SD-geheugenkaart inbrengen en uitwerpen op bladzijde 16 voor details.
Hoofdstuk Gecomprimeerde afbeeldingen weergeven 19 Overschakelen tussen mediabestandstypen Als u een digitaal medium afspeelt dat verschillende mediabestandstypen bevat, kunt u tussen de verschillende typen overschakelen. 1 Tip de volgende toets aan. Het pop-upmenu tonen voor selectie van een mediabestandstype op het externe geheugenapparaat (USB, SD). 2 Tip het item aan dat u wilt instellen. ! Music: Het mediabestandstype overschakelen naar muziek (gecomprimeerde audio).
Hoofdstuk Gebruiken van een iPod Voor gebruikers van een iPod met 30-pens connector p Afhankelijk van uw iPod is het mogelijk dat er geen uitvoer is tenzij u een USB-interfacekabel voor de iPod / iPhone (CD-IU201S/ CD-IU201V) (los verkrijgbaar) gebruikt. Gebruik een USB-interfacekabel voor de iPod / iPhone (CD-IU201S/CD-IU201V) (los verkrijgbaar) om de iPod aan te sluiten. iPod-audio- en/of -videobronnen kunnen worden gebruikt als één van de kabels is aangesloten.
Hoofdstuk 20 Gebruiken van een iPod = Zie voor details De datum en tijd instellen op bladzijde 216. 3 Het instellingenmenuscherm openen. 4 Equalizercurven oproepen. = Zie Gebruik van de equalizer op bladzijde 194 voor details. 5 Een fragment in de lijst selecteren. = Zie voor details Muziekstukken of video’s in het scherm met afspeellijsten selecteren op bladzijde 136. 6 De bedieningsstand overschakelen naar “App Mode”. Als u dit gebied aantipt, worden de aanraaktoetsen verborgen.
Hoofdstuk Gebruiken van een iPod : Albumtitel De titel van het album van het huidige bestand (indien beschikbaar). Als er geen informatie is, wordt “Geen titel” weergegeven. ! : Genre Het genre van het huidige bestand (indien beschikbaar). Als er geen informatie is, wordt “Geen Genre” weergegeven. ! Instellen van de willekeurige weergave Indicator Betekenis De muziekstukken of video’s in de geselecteerde lijst worden in een willekeurige volgorde afgespeeld.
Hoofdstuk 20 Gebruiken van een iPod % Tip de volgende toets zo vaak als nodig aan om de gewenste instelling weer te geven. Willekeurig afspelen in- of uitschakelen. : De muziekstukken of video’s in de geselecteerde lijst worden in een willekeurige volgorde afgespeeld. : ! Er wordt een willekeurig album geselecteerd en dan worden alle muziekstukken van dat album in de normale volgorde afgespeeld.
Hoofdstuk Gebruiken van een iPod 20 p Afspeellijsten die u met de MusicSphere applicatie hebt gemaakt, worden in verkorte vorm weergegeven. ! Componisten ! Audioboeken Categorielijsten (voor video): ! ! ! ! ! p Videoafspeellijsten Films Muziekvideo’s Tv-shows Videopodcasts Categorieën die niet overeenstemmen met de aangesloten iPod worden niet weergegeven. p De beginzoekbalk wordt niet weergegeven in de hoogste lijst met categorieën of muziekstukken.
Hoofdstuk Gebruiken van een iPod 20 3 Tip de volgende toets aan. De bedieningsstand omschakelen, om de iPod-functies vanaf dit product te bedienen. De weergavesnelheid van een audioboek wijzigen U kunt de weergavesnelheid wijzigen terwijl het audioboek wordt afgespeeld. % Tip de volgende toets aan. De afspeelsnelheid wijzigen. (standaard): Op normale snelheid afspelen. : ! Sneller dan normaal afspelen. : ! Langzamer dan normaal afspelen.
Hoofdstuk Gebruiken van een iPod 20 Muziek afspelen via een andere muziekapp dan iPodmuziek, als de iPod-bron De naam van de app en informatie over de muziekstukken worden eveneens weergegeven. Het scherm aflezen 1 2 3 Gebruik van de aanraaktoetsen 1 2 3 4 5 6 7 9 8 8 1 De bronnenlijst openen. = Zie voor details Een bron voor het voordisplay selecteren in de bronnenlijst op bladzijde 23. 2 Het instellingenscherm voor de datum en de tijd openen.
Hoofdstuk 21 Muziek weergeven van een Android Auto-compatibel apparaat F77DAB Het scherm aflezen F70DAB Als een Android Auto-compatibel apparaat met dit product wordt verbonden, kunt u met dit product naar muziek van het Android-apparaat luisteren en de weergave direct via dit product besturen. p Deze functie is alleen beschikbaar als Android Auto is ingeschakeld. Start Android Auto voordat u deze functie gebruikt. = Zie voor details Gebruik van Android Auto op bladzijde 147.
Hoofdstuk Muziek weergeven van een Android Auto-compatibel apparaat 21 Een bereik voor herhaalde weergave instellen Indicator Betekenis Alle muziekstukken in de geselecteerde lijst herhalen. Alleen het huidige muziekstuk herhalen. p De indicators voor de afspeelstatus worden mogelijk niet weergegeven afhankelijk van het Android-apparaat. 5 Speelduurindicator Deze laat de verstreken speelduur van het huidige bestand zien.
Hoofdstuk 22 Applicaties op een iPhone of smartphone gebruiken WAARSCHUWING Het gebruik van bepaalde functies van een iPhone of smartphone tijdens het rijden is in uw land mogelijk niet toegestaan, dus zorg dat u op de hoogte bent en houd u aan de wettelijke voorschriften. Indien u twijfelt of het gebruik van een bepaalde functie is toegestaan, moet u de functie alleen gebruiken terwijl het voertuig geparkeerd is.
Hoofdstuk Applicaties op een iPhone of smartphone gebruiken 22 p Als u een iPhone gebruikt, wordt deze toets niet weergegeven. 5 Het telefoonmenuscherm openen. = Zie Het telefoonmenu weergeven op bladzijde 82 voor details. 6 De huidige bron weergeven. p In AppRadio Mode verschijnt de zijbalk voor bediening van de app. p Als u tweemaal op de HOME toets drukt, verdwijnt de zijbalk voor bediening van de applicatie. Druk weer tweemaal op de HOME toets om de balk weer te tonen.
Hoofdstuk Applicaties op een iPhone of smartphone gebruiken 22 p Als u uw apparaat verbindt terwijl er reeds een AppRadio Mode-compatibele applicatie actief is, verschijnt het applicatiebedieningsscherm op dit product. p Als u uw apparaat verbindt terwijl er reeds een AppRadio Mode-compatibele applicatie actief is, verschijnt het applicatiebedieningsscherm op dit product. 6 Tip het gewenste applicatiepictogram aan. De gewenste applicatie wordt gestart en het applicatiebedieningsscherm verschijnt.
Hoofdstuk Applicaties op een iPhone of smartphone gebruiken 2 22 Start de AppRadio Mode. = Zie Startprocedure op bladzijde 143 voor details. 3 Tip het tekstinvoergebied op het applicatiebedieningsscherm aan. Er verschijnt een toetsenbord voor het invoeren van tekst.
Hoofdstuk Applicaties op een iPhone of smartphone gebruiken 22 7 De lijn omhoog verplaatsen. 6 Start een applicatie op uw iPhone. Er verschijnt een beeld van de applicatie op het scherm. De lijn omlaag verplaatsen. 7 Druk op de HOME toets om terug te keren naar het beginmenuscherm. Tip [Voorbeeld] aan. p Bevestig dat het volledige beeld het scherm vult. 8 Tip [OK] aan. p Tip [RESET] aan als u de instelling opnieuw wilt aanpassen vanaf het begin.
Hoofdstuk Applicaties op een iPhone of smartphone gebruiken Het beeld van uw applicatie weergeven (smartphone) F77DAB U kunt een beeld instellen van een smartphone-applicatie die niet compatibel is met AppRadio Mode om op het scherm te worden getoond. p Wij kunnen geen compatibiliteit met alle smartphones garanderen. p Wanneer u deze functie gebruikt, mag u geen andere apparaten via Bluetooth verbinden. Ontkoppel uw Bluetooth-apparaten voordat u deze functie gebruikt.
Hoofdstuk Applicaties op een iPhone of smartphone gebruiken 22 p Schakel de functie AVICSYNC App uit voor gebruik van Android Auto. p Voor een optimaal gebruiksgemak van Android Auto verdient het aanbeveling de instelling van de rijpositie aan het voertuig aan te passen. = Zie voor details De bestuurderspositie instellen op bladzijde 148. 1 Sluit een Android Auto-compatibel apparaat op dit product aan via de los verkrijgbare USB-interfacekabel voor gebruik met Android-apparaten (CD-MU200).
Hoofdstuk Applicaties op een iPhone of smartphone gebruiken 22 De MirrorLink stand gebruiken Startprocedure Als u een MirrorLink apparaat met compatibele applicaties aansluit, kunt u de applicaties voor het mobiele apparaat direct vanaf dit product bedienen (MirrorLink stand). U kunt compatibele applicaties via het scherm bekijken en bedienen met vingerbewegingen zoals aantippen, slepen, schuiven en kort vegend aanraken.
Hoofdstuk Applicaties op een iPhone of smartphone gebruiken 22 p Sommige applicaties kunnen niet worden gestart afhankelijk van de status van het aangesloten apparaat. Als een applicatie niet wordt gestart, start u het zoals wordt aangegeven in het opstartbericht ervan. 6 Bedien de applicatie. 7 Druk op de HOME toets om terug te gaan naar het beginmenuscherm.
Hoofdstuk Gebruik van Aha Radio WAARSCHUWING Het gebruik van bepaalde functies van een iPhone of smartphone tijdens het rijden is in uw land mogelijk niet toegestaan, dus zorg dat u op de hoogte bent en houd u aan de wettelijke voorschriften. Indien u twijfelt of het gebruik van een bepaalde functie is toegestaan, moet u de functie alleen gebruiken terwijl het voertuig geparkeerd is. Gebruik geen enkele functie tenzij het veilig is om deze te gebruiken onder de heersende omstandigheden.
Hoofdstuk 23 Gebruik van Aha Radio Tip deze toets aan om een lijst van de beschikbare Aha Radio-zenders weer te geven. Tip de gewenste Aha Radio-zender aan om tussen de Aha Radio-bronnen om te schakelen. Indicator Betekenis Bij aantippen van de toets is de huidige content “Vind ik leuk”. p Afhankelijk van de inhoud wordt bij aantippen van of “Vind ik leuk” geannuleerd. Bij aantippen van de toets kunt u met de handsfree-functie naar een telefoonnummer bellen dat in de huidige content is geregistreerd.
Hoofdstuk Gebruik van Aha Radio Startprocedure 23 F70DAB F970DAB F970BT Voor gebruikers van een iPhone met 30-pens connector 1 2 3 3 Ontgrendel uw iPhone. Geef het AV-bronselectiescherm weer. = Raadpleeg voor details over de bediening Het AV-bedieningsscherm weergeven op bladzijde 22. 4 Tip [aha] aan in het AV-bronselectiescherm. Als u [aha] aantipt, maakt dit product een Bluetooth-verbinding. Wanneer de verbinding is gemaakt, wordt de aanraaktoets op het “aha” scherm geactiveerd.
Hoofdstuk Gebruik van Aha Radio 23 F70DAB F970DAB F970BT F9770DAB F9770BT p Maak de aansluiting via Bluetooth. = Raadpleeg voor details over de Bluetooth-verbinding Uw Bluetooth-apparaten registreren op bladzijde 76. p De methode voor het aansluiten van de kabel verschilt afhankelijk van uw apparaat. = Raadpleeg de Installatiehandleiding voor details over de verbindingen. 3 Geef het AV-bronselectiescherm weer.
Hoofdstuk Gebruik van een Bluetooth-audiospeler Gebruik van de aanraaktoetsen Weergavescherm (pagina 1) 2 1 3 4 5 6 8 7 Weergavescherm (pagina 2) c b a 9 7 1 De bronnenlijst openen. = Zie voor details Een bron voor het voordisplay selecteren in de bronnenlijst op bladzijde 23. 2 Het instellingenscherm voor de datum en de tijd openen. = Zie voor details De datum en tijd instellen op bladzijde 216. 3 Het instellingenmenuscherm openen. 4 Equalizercurven oproepen.
Hoofdstuk 24 Gebruik van een Bluetooth-audiospeler = Zie voor details De “Sound Retriever” functie instellen op bladzijde 217. Deze laat de titel van het album zien van het bestand dat nu wordt afgespeeld (indien beschikbaar). : Genre ! Het genre van het huidige bestand (indien beschikbaar). p In de volgende gevallen wordt de bestandsinformatie alleen weergegeven nadat het afspelen van een bestand is begonnen of hervat: — Er is een Bluetooth-audiospeler aangesloten die compatibel is met AVRCP 1.
Hoofdstuk Gebruik van een Bluetooth-audiospeler 24 6 Tip [Bluetooth Audio] aan in het AVbronselectiescherm. Het “Bluetooth” scherm verschijnt. p Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de aangesloten Bluetooth-audiospeler AVRCP 1.3 ondersteunt. 7 Gebruik de aanraaktoetsen op het scherm om de Bluetooth-audiospeler te bedienen. % Tip de volgende toets zo vaak als nodig aan om de gewenste instelling weer te geven. = Zie Gebruik van de aanraaktoetsen op bladzijde 155 voor details.
Hoofdstuk 25 Gebruik van een HDMI-bron 6 Het telefoonmenuscherm openen. F77DAB U kunt videobeeld weergeven van een apparaat dat op dit product is aangesloten. In dit gedeelte wordt de bediening van een HDMIbron uitgelegd. p Voor de verbinding is een high speed HDMI®-kabel (los verkrijgbaar) vereist. = Raadpleeg de Installatiehandleiding voor details over de verbindingswijze. = Zie Het telefoonmenu weergeven op bladzijde 82 voor details. 7 De breedbeeldstand veranderen.
Hoofdstuk Gebruik van een AUX-bron = Zie Het telefoonmenu weergeven op bladzijde 82 voor details. 7 Het bedieningsscherm omschakelen. = Zie voor details Het bedieningsscherm omschakelen op bladzijde 160. 8 De breedbeeldstand veranderen. = Zie De breedbeeldstand veranderen op bladzijde 218 voor details. Het scherm aflezen BELANGRIJK Om veiligheidsredenen kan er geen videobeeld worden weergegeven als het voertuig rijdt.
Hoofdstuk Gebruik van een AUX-bron 26 4 Controleer of “AUX ingang” is ingeschakeld. p De standaardinstelling is “Aan”. 5 Geef het AV-bronselectiescherm weer. = Raadpleeg voor details over de bediening Het AV-bedieningsscherm weergeven op bladzijde 22. 6 Tip [AUX] aan in het AV-bronselectiescherm. De afbeelding wordt op het scherm weergegeven. 7 Gebruik de aanraaktoetsen op het scherm om het extern toestel te bedienen. = Zie voor details Gebruik van de aanraaktoetsen op bladzijde 159.
Hoofdstuk Gebruik van de AV-ingang U kunt het videobeeld weergeven van het apparaat dat op het display is aangesloten. = Raadpleeg de Installatiehandleiding voor details over de verbindingswijze. 27 Het scherm aflezen 1 1 Huidige datum en tijd Gebruik van de aanraaktoetsen 1 2 Startprocedure 3 U kunt het videobeeld weergeven van het apparaat dat op de video-ingang is aangesloten. 4 5 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven.
Hoofdstuk Gebruik van de AV-ingang 27 6 Geef het AV-bronselectiescherm weer. = Raadpleeg voor details over de bediening Het AV-bedieningsscherm weergeven op bladzijde 22. 7 Tip [AV] aan in het AV-bronselectiescherm. De afbeelding wordt op het scherm weergegeven. 8 Gebruik de aanraaktoetsen op het scherm om het extern toestel te bedienen. = Zie voor details Gebruik van de aanraaktoetsen op bladzijde 161.
Hoofdstuk Gebruik van MIXTRAX 28 Aanraaktoetsen 1 Tip de toets aan en houdt hem vast om snel vooruit of achteruit te spoelen. 9 MIXTRAX originele visuele weergave in- of uitschakelen. a Het afspelen pauzeren en starten. b Het item weergeven dat is geselecteerd in het LinkGate-scherm of het itemselectiescherm. Een item selecteren om muziekstukken af te spelen U kunt een item selecteren om verwante muziekstukken af te spelen. 2 1 b 3 4 5 6 Tip de volgende toets aan.
Hoofdstuk Gebruik van MIXTRAX 28 Muziekstukken selecteren die u niet wilt afspelen : Lang gedeelte afspelen. ! : Kort gedeelte afspelen. p Het meest geschikte geluidseffect wordt automatisch toegepast wanneer u naar het volgende muziekstuk gaat. ! U kunt items of muziekstukken selecteren die u niet wilt afspelen. 1 Tip de volgende toets aan. Het scherm met de afspeellijst weergeven. 2 Tip de volgende toets aan. Het “Weergave is niet toegestaan” scherm weergeven.
Hoofdstuk Gebruik van MIXTRAX 28 Gebruik van MIXTRAX ! Random1: Het knipperpatroon verandert willekeurig volgens de geluidsniveaustand en de laagdoorlaatstand. ! Random2: Het knipperpatroon verandert willekeurig volgens de geluidsniveaustand. ! Random3: Het knipperpatroon verandert willekeurig volgens de laagdoorlaatstand. ! Uit: Het knipperpatroon knippert niet.
Hoofdstuk 29 Systeeminstellingen Het navigatieinformatievenster 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. U kunt instellen of begeleidingsinformatie van het navigatiesysteem op het AV-bedieningsscherm wordt weergegeven. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. Het “Systeem” scherm verschijnt. 3 Tip [Instellingen navigatie] aan.
Hoofdstuk Systeeminstellingen 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. 29 De voeding voor de digitale radioantenne instellen F77DAB Het “Systeem” scherm verschijnt. Met deze functie stelt u in of er stroom wordt gevoerd naar een aangesloten digitale radioantenne. = Raadpleeg de Installatiehandleiding voor details over het aansluiten van een digitale radioantenne. p Deze instelling is beschikbaar als de bron is uitgeschakeld. 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven.
Hoofdstuk 29 Systeeminstellingen 5 Tip [Vermogen antenne] zo vaak als nodig aan tot de gewenste instelling verschijnt. ! Aan (standaard): Levert stroom aan een digitale radioantenne. Selecteer deze optie als u de optionele digitale radioantenne (AN-DAB1 of CAAN-DAB.001) (los verkrijgbaar) gebruikt met dit product. ! Uit: Levert geen stroom. Selecteer dit als u een passieve antenne zonder booster gebruikt. De Bluetooth-audiobron inschakelen De Bluetooth-audiobron inschakelen.
Hoofdstuk Systeeminstellingen Het “Systeem” scherm verschijnt. 3 Tip [Instellingen in-/uitgang] aan. Het volgende scherm verschijnt. 5 Tip het item aan dat u wilt instellen. ! Uit (standaard): De AV-bron uitschakelen. ! Bron: Het videobeeld van het aangesloten externe apparaat weergeven. ! Camera: Het beeld van de aangesloten externe camera weergeven. p Als “Camera” is geselecteerd, wordt “Ingang 2de camera” automatisch ingesteld op “Aan”.
Hoofdstuk 29 Systeeminstellingen De achteruitkijkcamera activeren p Als u beeld van de achteruitkijkcamera op het scherm van dit product wilt weergeven, moet u “Ingang camera achter” instellen op “Aan”. 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. Het “Systeem” scherm verschijnt. 3 Tip [Camera-instellingen] aan. Het volgende scherm verschijnt.
Hoofdstuk Systeeminstellingen p Deze instelling kan alleen worden gebruikt als u het voertuig op een veilige plaats parkeert en de handrem aantrekt. p Deze functie is alleen beschikbaar wanneer “Ingang camera achter” op “Aan” staat. = Zie voor details De achteruitkijkcamera activeren op bladzijde 170. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. Het “Systeem” scherm verschijnt. 3 Tip [Camera-instellingen] aan. Het volgende scherm verschijnt.
Hoofdstuk 29 Systeeminstellingen Als er zeven seconden nadat het AV-bedieningsscherm wordt weergegeven geen handelingen worden uitgevoerd, verschijnt de cameraweergave automatisch. p Als u het scherm aantipt terwijl de cameraweergave wordt weergegeven, dan wordt het weergegeven beeld tijdelijk uitgeschakeld. Als het camerabeeld van zowel de achteruitkijkcamera als een tweede camera beschikbaar is, verschijnt de toets om over te schakelen tussen beide.
Hoofdstuk Systeeminstellingen 29 6 Tip [Parkeerhulp instellen] aan. Het volgende scherm verschijnt. Systeeminstellingen ! Zet de contactschakelaar uit (ACC OFF) voordat u uit het voertuig stapt om de markeringen te plaatsen. ! De achteruitkijkcamera heeft een beperkt bereik. Ook kunnen de richtlijnen voor de voertuigbreedte en de afstand die op het beeld van de achteruitkijkcamera worden weergegeven, verschillen van de feitelijke voertuigbreedte en afstand. (De richtlijnen zijn rechte lijnen.
Hoofdstuk 29 Systeeminstellingen De lijn vanuit het middelste punt van de afstandsrichtlijn vanaf links en rechts verkorten. De aanpassingspunten aan het uiteinde links en rechts worden ook verplaatst. Stand. De richtlijnen voor de afstand en de breedte van het voertuig en de aanpassingspunten terugzetten naar de standaardwaarde. p Wanneer een punt wordt verplaatst, wordt de afstand vanaf de oorspronkelijke waarde onderaan op het scherm aangegeven.
Hoofdstuk Systeeminstellingen p Deze functie is beschikbaar als “Ingang 2de camera” is ingesteld op “Aan” of “AV ingang” is ingesteld op “Camera”. 29 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. 3 Tip [Camera-instellingen] aan. Het volgende scherm verschijnt. 3 Tip [Veilige Modus] zo vaak als nodig aan tot de gewenste instelling verschijnt.
Hoofdstuk 29 Systeeminstellingen = Zie voor details De navigatie-instellingen aanpassen op bladzijde 63. ! U kunt de taal van de volgende onderdelen wijzigen: — Het “Geluid” scherm — Het “Systeem” scherm — Het “Video Instellingen” scherm — Het “Bluetooth” scherm — Taal voor berichten Met deze instelling wijzigt u de taal van waarschuwingen op het scherm wanneer u bedieningsfuncties gebruikt die verboden zijn tijdens het rijden of uw bijzondere aandacht vereisen.
Hoofdstuk Systeeminstellingen 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. Het “Systeem” scherm verschijnt. 4 Tip de gewenste taal aan. Nadat de taal is geselecteerd, wordt er teruggekeerd naar het vorige scherm. p Deze instelling kan alleen worden gebruikt als u het voertuig op een veilige plaats parkeert en de handrem aantrekt. p Gebruik geen spits voorwerp zoals een balpen of een vulpotlood, want hierdoor kan het scherm worden beschadigd.
Hoofdstuk Systeeminstellingen 29 8 Druk op de HOME toets en houd de toets ingedrukt. De resultaten van de instelling worden opgeslagen. De dimmerfunctie instellen U kunt de tijd instellen voor het inschakelen van de dimmerfunctie. 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. p Als “Manueel” is geselecteerd, kunt u instellen of de dimmerfunctie geactiveerd wordt. = Zie voor details Instelling voor activering van de dimmerfunctie op bladzijde 178.
Hoofdstuk Systeeminstellingen 5 Tip het item aan dat u wilt instellen. ! Dag (standaard): De dimmerfunctie deactiveren. ! Nacht: De dimmerfunctie activeren. U kunt de duur voor activering van de dimmerfunctie instellen. p Deze functie is alleen beschikbaar als “Trigger dimmer” is ingesteld op “Tijd”. = Zie voor details De dimmerfunctie instellen op bladzijde 178. 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde.
Hoofdstuk 29 Systeeminstellingen Het vorige instelbare item selecteren. Het volgende instelbare item selecteren. 5 Tip een van de volgende toetsen aan om de functie te selecteren die u wilt aanpassen. De mogelijke instellingen worden weergegeven. ! Helderheid: Intensiteit van de zwartweergave instellen. ! Contrast: Contrast instellen. ! Kleur: Kleurintensiteit instellen. ! Tint: De kleurtoon aanpassen (instellen welke kleur wordt benadrukt, rood of groen).
Hoofdstuk Systeeminstellingen 29 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. p Gebruik USB-poort 1 als u de firmware met een USB-geheugenapparaat bijwerkt. p Een SD-geheugenkaart kan gebruikt worden voor AVIC-F77DAB en AVIC-F70DAB. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. 1 Download de bestanden voor het bijwerken van de firmware. De firmwareversie weergeven 3 Tip [Systeeminformatie] aan. Het volgende scherm verschijnt. 3 Schakel de bron uit.
Hoofdstuk 29 Systeeminstellingen p Wanneer het bijwerken van de firmware is geslaagd, wordt het product automatisch gereset. p Wanneer de firmware wordt bijgewerkt, wordt de bron uitgeschakeld en de Bluetooth-verbinding verbroken. p Als een foutmelding wordt weergegeven, tip dan [Verdergaan] aan om verder te gaan en de herstelprocedure te starten. De leerstatus van de sensor en de rijstatus controleren p Dit product kan automatisch het sensorgeheugen gebruiken, gebaseerd op de omtrek van de banden.
Hoofdstuk Systeeminstellingen De status wissen U kunt de verkregen gegevens wissen die zijn opgeslagen in “Afstand”, “Snelheidspuls” of “Leerfunctie”. 29 3 Tip [Systeeminformatie] aan. Het volgende scherm verschijnt. 1 Tip [Afstand] of [Snelheidspuls] aan. Er wordt gevraagd om bevestiging voor het wissen van de gegevens. 4 Tip [Verbindingsstatus] aan. Het “Verbindingsstatus” scherm verschijnt. 3 Tip [Leerfunctie] aan. Het pop-upmenu verschijnt. 4 Tip [Alles resetten] aan. Alle resultaten worden gewist.
Hoofdstuk 29 Systeeminstellingen 2 3 4 5 6 7 p Als de ontvangst slecht is, moet u de installatiepositie van de GPS-antenne veranderen. Plaatsbepalingsstatus Geeft de volgende informatie weer: positioneringsstatus (3D-positionering, 2D-positionering, of geen positionering), het aantal satellieten dat voor positionering wordt gebruikt (oranje), en het aantal satellieten waarvan het signaal wordt ontvangen (geel).
Hoofdstuk Audio-instellingen Gebruik van de fader/ balansinstelling 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. p Stel “Voor” en “Acht.” in op “0” wanneer een tweeluidsprekersysteem wordt gebruikt. 5 Tip de volgende toetsen aan om de balans tussen de linker en rechter luidsprekers in te stellen. Naar links verplaatsen. Naar rechts verplaatsen.
Hoofdstuk 30 Audio-instellingen 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. Het “Geluid” scherm verschijnt. Het “Geluid” scherm verschijnt. 3 Tip [Balance] aan. Het “Fader/Balans” scherm verschijnt. 3 Tip [Mute Level] aan. Het pop-upmenu verschijnt. 4 Tip de volgende toetsen aan om de balans tussen de linker en rechter luidsprekers in te stellen. 4 Naar links verplaatsen. Tip het item aan dat u wilt instellen.
Hoofdstuk Audio-instellingen 30 3 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. Het “Geluid” scherm verschijnt. 4 Tip [Source Level Adjuster] aan. Het “Source Level Adjuster” scherm verschijnt. Audio-instellingen 5 Tip de volgende toetsen aan om het bronvolume aan te passen. Het volume verhogen. Het volume verlagen. p Als u direct het gebied aantipt waar de cursor kan worden verplaatst, wordt SLA ingesteld op de waarde van het punt dat u aantipt.
Hoofdstuk 30 Audio-instellingen De volgende AV-bronnen worden automatisch op hetzelfde signaalbronvolume ingesteld. F77DAB Smartphone instellen Vereiste kabel (los verkrijgbaar) AV-bronnen Apparaat Verbinding CD-IU201V iPhone/iPod USB CD-IU201S iPhone/iPod USB USB1 iPod1 aha iPod / iPhone met 30-pens connector USB1 aha iPod1 AppRadio Mode iPod / iPhone met Lightning-connector ! ! ! CD-IH202 CD-IU52 Lightning-naardigitale-AV-adapter iPhone/iPod Digit.
Hoofdstuk Audio-instellingen Vereiste kabel (los verkrijgbaar) Android-apparaat CD-MU200 30 Smartphone instellen AV-bronnen Apparaat Verbinding Overige Android Auto (*1) MirrorLink USB (*1) Voor AVIC-F70DAB Het filter instellen U kunt de volgende filter-instellingen uitvoeren. Stel de gewenste waarden in voor de weer te geven frequentieband en de karakteristieken van de luidspreker.
Hoofdstuk 30 Audio-instellingen 3 Controleer of “Luidspreker achteraan” is ingesteld op “Aan”. 3 Tip [Subwoofer] aan om de subwooferuitgang in te stellen op “Aan”. 4 Tip [Crossover] aan. Het “Cutoff” scherm verschijnt. 4 Tip [Instellingen subwoofer] aan. Het “Cutoff” scherm verschijnt. 5 Tip de volgende toetsen aan om “Voor” of “Acht.” te selecteren. 5 Tip de volgende toetsen aan om “Subwoofer” te selecteren. p De standaardinstelling is “Aan”. p De standaardinstelling is “Uit”.
Hoofdstuk Audio-instellingen 30 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. Het “Geluid” scherm verschijnt. Het “Geluid” scherm verschijnt. 3 Tip [Luisterpositie] aan. Het “Luisterpositie” scherm verschijnt. 3 Tip [Luidspreker niveau] aan. Het “Luidspreker niveau” scherm verschijnt. 4 4 Tip de volgende toetsen aan om de luisterpositie te selecteren indien gewenst.
Hoofdstuk 30 Audio-instellingen 5 Tip de volgende toetsen aan om het luidsprekeruitgangsniveau aan te passen. Het luidsprekerniveau verlagen. Het luidsprekerniveau verhogen. p U kunt de correctieafstand instellen tussen “–24” dB en “10” dB. De waarde wordt op het display getoond. ! Links voor: Het niveau van de luidspreker links voor aanpassen. ! Rechts voor: Het niveau van de luidspreker rechts voor aanpassen. ! Links achter: Het niveau van de luidspreker links achter aanpassen.
Hoofdstuk Audio-instellingen ! Voor: De luisterpositie op de voorzetels instellen. ! Alle: De luisterpositie op alle zetels instellen. p Als u de instelling van de luisterpositie wijzigt, wordt het uitgangsniveau van alle luidsprekers aan die instelling aangepast. 6 Tip de volgende toetsen aan om de afstand tussen de geselecteerde luidspreker en de luisterpositie aan te passen. De afstand tussen de geselecteerde luidspreker en luisterpositie vergroten. p U kunt de correctieafstand instellen tussen “0.
Hoofdstuk 30 Audio-instellingen Gebruik van de equalizer Met de equalizer kunt u de geluidsweergave naar wens aanpassen aan de akoestische eigenschappen in uw voertuig. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. Equalizercurven oproepen Het “Geluid” scherm verschijnt. Er zijn zeven voorgeprogrammeerde equalizercurven die u gemakkelijk op ieder moment kunt oproepen. Hier volgt een lijst van de equalizercurven: 3 Tip [Grafische EQ] aan. Het “Grafische EQ” scherm verschijnt.
Hoofdstuk Audio-instellingen 4 Tip een van de toetsen aan om een curve te selecteren die u wilt gebruiken als basis voor het aanpassen. 5 Tip de frequentie aan waarvan u het niveau wilt aanpassen. p Als u met uw vinger over meerdere equalizerbanden veegt, wordt elke band ingesteld op de positie die u met uw vinger aanraakte.
Hoofdstuk 30 Audio-instellingen Alvorens de automatische EQfunctie te gebruiken ! Voer de automatische EQ op een zo stil mogelijke plaats uit, met de motor en de airconditioning uitgeschakeld. Schakel ook autotelefoons en mobiele telefoons in het voertuig uit of verwijder deze uit het voertuig voordat u de automatische EQ uitvoert. Andere geluiden dan de meettoon (omgevingsgeluiden, motorgeluid, bellende telefoons, e.d.) kunnen een juiste meting van de akoestiek in het voertuig verhinderen.
Hoofdstuk Audio-instellingen p Als er rijbeperkingen tijdens de meting worden gedetecteerd, wordt de meting geannuleerd. 7 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. Het “Geluid” scherm verschijnt. 8 Tip [Auto EQ & TA meting] aan. Het “Auto EQ & TA meting” scherm verschijnt. 9 Sluit de microfoon (los verkrijgbaar) aan voor de akoestiekmeting met dit product. F77DAB F70DAB Steek de microfoon in de microfooningang op dit product.
Hoofdstuk 30 Audio-instellingen temperatuur de microfoon vervormen, de kleur veranderen of een defect veroorzaken. 1 2 1 Ministekker-verlengkabel (los verkrijgbaar) 2 Microfoon voor akoestische metingen (los verkrijgbaar) 10 Tip [Links voor] of [Rechts voor] aan om de huidige luisterpositie te selecteren. 11 Tip [Start] aan. Er wordt afgeteld vanaf 10 seconden. p De Bluetooth-verbinding wordt verbroken voordat het proces begint.
Hoofdstuk Menuthema Een achtergronddisplay selecteren U kunt een achtergronddisplay selecteren uit 8 verschillende voorinstellingen voor het AVbedieningsscherm, en 5 verschillende voorinstellingen voor het beginmenuscherm. Bovendien kunt u een beeld van een extern geheugenapparaat (USB, SD) importeren en als achtergronddisplay instellen. 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. Het “Thema” scherm verschijnt. 3 Tip [Achtergrond] aan. Het volgende scherm verschijnt.
Hoofdstuk Menuthema 31 verlichting op volgorde overschakelen tussen deze 5 kleuren. De kleur selecteren uit de vast ingestelde kleuren U kunt een verlichtingskleur uit de lijst selecteren. p U kunt het instellingenscherm ook omschakelen door [Verlichting], [Thema] of [Klok] aan te raken op dit scherm. 4 Tip de volgende toets aan. 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde.
Hoofdstuk Menuthema p U kunt het beginmenuscherm of AV-bedieningsscherm bekijken door [Home] of [AV] aan te tippen. Een aangepaste kleur creëren U kunt zelf een aangepaste kleur creëren. De kleur wordt opgeslagen en u kunt hem gebruiken wanneer u de verlichtingskleur de volgende keer instelt. 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. Het “Thema” scherm verschijnt. 3 Tip [Verlichting] aan. Het volgende scherm verschijnt. 5 Tip de volgende toetsen aan.
Hoofdstuk Menuthema 31 4 Tip de gewenste kleur aan. p U kunt het beginmenuscherm of AV-bedieningsscherm bekijken door [Home] of [AV] aan te tippen. Het vooringestelde startscherm veranderen U kunt het startscherm vervangen door een ander vooringesteld beeld in dit product. De klokinstelling selecteren 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. U kunt de klok op het AV-bedieningsscherm en het beginmenuscherm uit 3 verschillende beelden selecteren.
Hoofdstuk Menuthema BELANGRIJK Zet de motor niet uit terwijl een beeld van het externe geheugenapparaat (USB, SD) wordt geïmporteerd. 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. 31 6 Tip in de lijst de afbeelding aan die u als startscherm wilt gebruiken. Het beeld wordt ingesteld als startscherm.
Hoofdstuk Menuthema 31 3 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. Het “Thema” scherm verschijnt. 4 Tip [Exporteren] aan. Het “Instellingen exporteren” scherm verschijnt. 5 Tip het gewenste item aan. ! Verlichting: De instelling voor de verlichtingskleur selecteren. ! Opstartscherm: De instelling voor het startscherm selecteren. ! Select. alles: Alle instellingen selecteren. 6 Tip [Exporteren] aan. Het exporteren van de gegevens begint.
Hoofdstuk De videospeler instellen De voorkeurstalen instellen U kunt een voorkeurstaal instellen voor de ondertiteling, de gesproken taal en de menu’s, die gebruikt wordt als begininstelling. Als de geselecteerde taal op de disc is opgenomen, wordt deze voor de ondertiteling, de gesproken taal en de menu’s gebruikt. p Deze instelling is alleen beschikbaar als “Disc” als bron is geselecteerd. De ondertitelingstaal instellen 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven.
Hoofdstuk 32 De videospeler instellen = Zie Taalcodekaart voor dvd’s op bladzijde 212 voor details. De audiotaal wordt ingesteld. p Als de geselecteerde taal niet beschikbaar is, wordt de standaardtaal van de disc gebruikt. p U kunt de audiotaal tijdens het afspelen omschakelen met de toets voor het omschakelen van de audiotaal. p De instelling die u hier maakt, wordt niet gewijzigd als u de audiotaal tijdens het afspelen wijzigt met de toets voor het omschakelen van de audiotaal.
Hoofdstuk De videospeler instellen 32 Meerdere camerastandpunten uitschakelen. De beeldverhouding instellen 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. 4 Tip [Beeldverhouding] aan. Het pop-upmenu verschijnt. 5 Tip het item aan dat u wilt instellen. ! 16:9 (standaard): Een breedschermbeeld (16:9) wordt onveranderd weergegeven (begininstelling).
Hoofdstuk 32 De videospeler instellen p Als u een kinderbeveiligingsniveau hebt ingesteld en een disc met kinderbeveiliging afspeelt, moet u mogelijk het codenummer invoeren. Het afspelen begint nadat het juiste codenummer is ingevoerd. Het codenummer en niveau instellen Als u deze functie voor het eerst gebruikt, moet u uw codenummer registreren. De kinderbeveiliging werkt niet als u geen code registreert. 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven.
Hoofdstuk De videospeler instellen p Noteer uw code. U hebt hem nodig als u zich bij een provider van DivX VOD-inhoud registreert. p Deze instelling is alleen beschikbaar als “Disc” als bron is geselecteerd. 32 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. Het “Video Instellingen” scherm verschijnt.
Hoofdstuk 32 De videospeler instellen 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. Het “Video Instellingen” scherm verschijnt. Het “Video Instellingen” scherm verschijnt. 3 Tip [Instelling Videosignaal] aan. Het volgende scherm verschijnt. 3 Tip [DVD/DivX instellen] aan. Het volgende scherm verschijnt. 4 Tip [Camera] aan. Het pop-upmenu verschijnt.
Hoofdstuk De videospeler instellen 32 p Deze functie is beschikbaar wanneer er niets wordt uitgevoerd naar het voordisplay, en een andere bron dan disc, USB1, USB2 en SD wordt uitgevoerd naar het achterdisplay. 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. De videospeler instellen Het “Video Instellingen” scherm verschijnt. 3 Tip [Video Uitgangsformaat] zo vaak als nodig aan tot de gewenste instelling verschijnt.
Hoofdstuk 32 De videospeler instellen Taalcodekaart voor dvd’s Tweelettercode, invoercode aa, 0101 ab, 0102 af, 0106 am, 0113 ar, 0118 as, 0119 ay, 0125 az, 0126 ba, 0201 be, 0205 bg, 0207 bh, 0208 bi, 0209 bn, 0214 bo, 0215 br, 0218 ca, 0301 co, 0315 cs, 0319 cy, 0325 da, 0401 de, 0405 dz, 0426 el, 0512 en, 0514 eo, 0515 es, 0519 et, 0520 eu, 0521 fa, 0601 fi, 0609 fj, 0610 fo, 0615 fr, 0618 fy, 0625 ga, 0701 gd, 0704 gl, 0712 gn, 0714 gu, 0721 ha, 0801 hi, 0809 hr, 0818 hu, 0821 hy, 0825 ia, 0901 212
Hoofdstuk Favorietenmenu Als u uw favoriete menu-items in snelkoppelingen registreert, kunt u snel naar een geregistreerd menuscherm springen door eenvoudig op het “Favorieten” scherm te tippen. p U kunt maximaal 12 menu-items registreren in het favorietenmenu. 33 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. Het “Favorieten” scherm verschijnt. Een snelkoppeling maken 1 Tip de toets HOME aan om het beginmenuscherm weer te geven. 2 Tip de volgende toets aan.
Hoofdstuk 34 De werkingsstatus van de voertuigapparatuur weergeven F77DAB F70DAB F970DAB F9770DAB Door een optionele voertuigbusadapter aan te sluiten, kunt u de werkingsstatus van de parkeersensor en het klimaatbedieningspaneel van het voertuig op het scherm aangeven. 2 1 3 BELANGRIJK ! Voor informatie over de installatie van de voertuigbusadapter wordt u verwezen naar de handleiding van de voertuigbusadapter. ! Controleer op correcte werking nadat u de voertuigbusadapter hebt aangebracht.
Hoofdstuk De werkingsstatus van de voertuigapparatuur weergeven 34 1 234 5 6 c 7 b 8 a 9 De werkingsstatus van de voertuigapparatuur weergeven 1 Hier wordt aangegeven dat de achterruitverwarming is ingeschakeld. 2 Hier wordt aangegeven dat de voorruitverwarming is ingeschakeld. 3 Hier wordt aangegeven dat de recirculatiefunctie is ingeschakeld. 4 Hier wordt aangegeven dat de airconditioning is ingeschakeld. 5 Hier wordt aangegeven dat de dubbele airconditioningsfunctie is ingeschakeld.
Hoofdstuk 35 Gemeenschappelijke bewerkingen De datum en tijd instellen U kunt de datumnotatie en de tijdnotatie wijzigen. 1 Tip de huidige tijd aan om het instellingenscherm voor de datum en de tijd weer te geven. Het volgende scherm verschijnt. 2 Tip het item aan dat u wilt instellen. Maand/datum ! d/m (standaard): De notatie wijzigen in dag/maand. ! m/d: De notatie wijzigen in maand/dag.
Hoofdstuk Gemeenschappelijke bewerkingen 4 Tip [Tag doorsturen] zo vaak als nodig aan tot de gewenste instelling verschijnt. ! USB1 (standaard): Informatie over het muziekstuk overbrengen op uw iPod die is aangesloten op USBpoort 1. ! USB2: Informatie over het muziekstuk overbrengen op uw iPod die is aangesloten op USBpoort 2. 5 Stem af op een zender. Wanneer de informatie over het muziekstuk wordt ontvangen, wordt weergegeven tijdens de uitzending van het stuk en wordt de aanraaktoets actief.
Hoofdstuk Gemeenschappelijke bewerkingen 35 De breedbeeldstand veranderen U kunt de beeldgrootte voor video- en JPEGbeelden instellen. p Deze instelling kan alleen worden gebruikt als u het voertuig op een veilige plaats parkeert en de handrem aantrekt. p De standaardinstelling is “Full” voor video en “Normal” voor JPEG-beelden. 1 Tip de volgende toets aan. De instelling weergeven voor selectie van de geschikte schermverhouding voor video.
Hoofdstuk Andere functies De video voor het achterdisplay selecteren U kunt kiezen of op het achterdisplay hetzelfde beeld als op het voordisplay moet worden weergegeven of een zelf geselecteerde bron. p Deze functie is niet beschikbaar tijdens een gesprek via dit product en terwijl de stemherkenningsfunctie wordt gebruikt. 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. 2 Tip de volgende toets aan. Het AV-bronselectiescherm openen. 3 Tip [Rear] aan. Het “Rear” scherm verschijnt.
Hoofdstuk Andere functies 36 Het wachtwoord instellen 1 Druk op de HOME toets om het beginmenuscherm weer te geven. 2 Tip de volgende toetsen aan in de aangegeven volgorde. 9 Controleer het wachtwoord en tip [OK] aan. Het “Instellingen diefstalbeveiliging” scherm verschijnt. Het wachtwoord invoeren Op het wachtwoord-invoerscherm moet u het huidige wachtwoord invoeren. Het “Systeem” scherm verschijnt. 3 Tip Gebied1 aan en daarna Gebied2. Tip vervolgens Gebied3 aan en houd deze toets vast.
Hoofdstuk Andere functies 5 Tip [Ja] aan. Het wachtwoord-instelscherm verschijnt. Er verschijnt een bericht met bevestiging van een hint voor het wachtwoord. 6 Tip [OK] aan. Het “Invoer wachtwoord” scherm verschijnt. 7 Voer het huidige wachtwoord in. 8 Tip [Start] aan. Er verschijnt een bericht dat de beveiligingsinstelling is geannuleerd. 36 p Deze instelling kan alleen worden gebruikt als u het voertuig op een veilige plaats parkeert en de handrem aantrekt.
Aanhangsel Aanhangsel Storingen verhelpen Raadpleeg dit hoofdstuk als er problemen zijn met de werking of bediening van uw navigatiesysteem. De meest voorkomende problemen komen aan bod, met de waarschijnlijke oorzaken en de oplossingen. Als u aan de hand van de onderstaande aanwijzingen het probleem niet kunt verhelpen, neem dan contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde officiële Pioneer-servicecentrum.
Aanhangsel Aanhangsel Oorzaak Handeling (Referentie) Voer het juiste codenummer in. (Bladzijde 207) Overschakelen naar de geselecteerde taal is niet mogelijk als de taal die is geselecteerd in “DVD/DivX instellen” niet op de disc is opgenomen. (Bladzijde 205) Afspelen is niet mogelijk met de instellingen voor de audiotaal en de ondertitelingstaal die in “DVD/DivX instellen” zijn geselecteerd.
Aanhangsel Aanhangsel Symptoom Oorzaak Het scherm wordt weergegeven, Er heeft zich een fout voorgedaan. maar er is geen bediening mogelijk. De smartphone is niet opgeladen. Handeling ! Parkeer het voertuig op een veilige plaats en zet dan de contactschakelaar uit (ACC OFF). Zet daarna de contactschakelaar weer aan (ACC ON). ! Wanneer een Android-apparaat is verbonden, maakt u de Bluetooth-verbinding van dit product los en daarna maakt u de verbinding opnieuw.
Aanhangsel Aanhangsel Oorzaak Handeling Er is geen GPS-ontvangst meer. Controleer de aansluiting van de antenne. Als het bericht niet verdwijnt nadat de motor is afgezet en dan weer aangezet, neemt u contact op met uw dealer of een erkend Pioneer servicecentrum. De draad van de GPS-antenne Probleem met GPS-antenne. Neem contact op met uw dea- maakt kortsluiting. ler of met het Pioneer-servicecenter. Neem contact op met uw dealer of een erkend Pioneer servicecentrum voor assistentie.
Aanhangsel Aanhangsel Disc Bericht Oorzaak Handeling (Referentie) Error-02-XX/FF-FF De disc is vuil. Maak de disc schoon. De disc is bekrast. Vervang de disc. De disc zit er ondersteboven in. Controleer of de disc er op de juiste manier in zit. Er is een elektrische of mechanische fout. Druk op de RESET toets. (Bladzijde 12) Disc uit andere regio De disc heeft een ander regionummer dan dit product. Vervang de dvd door een dvd met het juiste regionummer.
Aanhangsel Aanhangsel Oorzaak Het aangesloten externe geheugen- De beschermde bestanden worden overgeslagen. apparaat (USB, SD) bevat bestanden die met DRM zijn beveiligd. Handeling (Referentie) Protect Alle bestanden op het aangesloten externe geheugenapparaat (USB/ SD) zijn beveiligd met DRM. USB niet compatibel Het aangesloten USB-geheugenap- Ontkoppel het apparaat en sluit een compatiparaat wordt niet ondersteund door bel USB-geheugenapparaat aan. dit product.
Aanhangsel Aanhangsel iTunes-tags Bericht Oorzaak Handeling Error-8D Fout in het ingebouwde flash-ROM. Zet de contactschakelaar uit en dan weer aan. Het bewaren van de tags is mislukt. Tag-informatie kan niet in dit product worden opgeslagen. Probeer het opnieuw. Reeds opgeslagen Deze tag-informatie is al in dit toestel opgeslagen. De tag-informatie kan slechts eenmaal voor een muziekstuk worden opgeslagen. De taginformatie voor een muziekstuk kan niet meerdere malen worden opgeslagen.
Aanhangsel Aanhangsel Bericht Oorzaak Handeling De applicatielijst kon niet gelezen worden. De applicatielijst kan niet worden geladen. ! Ontkoppel de kabel van de smartphone, en sluit de smartphone na enkele seconden opnieuw aan. ! Zet de contactschakelaar uit en daarna aan. Als de foutmelding hierna nog wordt weergegeven, reset u de smartphone. Als de foutmelding hierna nog wordt weergegeven, neem dan contact op met uw leverancier of een erkend Pioneer-servicecentrum.
Aanhangsel Aanhangsel Plaatsbepaling technologie Plaatsbepaling via GPS Het Global Positioning System (GPS, systeem voor wereldwijde plaatsbepaling) maakt gebruik van een netwerk van satellieten die om de aarde cirkelen. Elk van deze satellieten, die zich op een hoogte van 21 000 km bevinden, zendt voortdurend radiosignalen uit die informatie verstrekken over de tijd en plaatsbepaling.
Aanhangsel Aanhangsel Justifiëring op de kaart Zoals eerder vermeld is het plaatsbepalingsysteem dat door dit navigatiesysteem wordt gebruikt gevoelig voor bepaalde fouten. De berekeningen ervan kunnen ertoe leiden dat u zich op een locatie op de kaart bevindt waar geen wegen zijn. In deze situatie weet het verwerkingssysteem echter wel dat voertuigen zich alleen op de weg bevinden en dus corrigeert het uw positie op de kaart door deze aan te passen aan de meest waarschijnlijke weg in de buurt.
Aanhangsel Aanhangsel p Als er gedurende geruime tijd geen GPSsignaal wordt ontvangen, kan er een aanzienlijke afwijking ontstaan tussen de aanduiding op de kaart en de werkelijke locatie van uw voertuig, of wordt de plaatsbepaling niet bijgewerkt. Zodra de GPS-ontvangst wordt hersteld, zal de precisie weer volledig op peil zijn.
Aanhangsel Aanhangsel ! Als de wielen van uw voertuig vrij ronddraaien, zoals op een grindweg of in de sneeuw. Aanhangsel ! Als u op een lange rechte weg rijdt, of in een lange flauwe bocht. ! Bij een steile bergweg met veel hoogteverschillen. ! Als u sneeuwkettingen gaat gebruiken of banden met een andere maat. ! Bij een parkeergarage of een soortgelijk gebouw met spiraalvormige in- en uitritten. ! Bij een parkeergarage met een draaiplateau of een soortgelijk gebouw.
Aanhangsel Aanhangsel ! Als u op de weg komt na een ingewikkelde route over een grote parkeerplaats. Informatie over de routebepaling Regels voor de routekeuze ! Als u over een rotonde rijdt. Het navigatiesysteem bepaalt een route naar uw bestemming door een aantal ingebouwde regels toe te passen op de kaartgegevens. Hieronder volgt enige achtergrondinformatie over de manier waarop het systeem een route bepaalt. BELANGRIJK ! Als u onmiddellijk na het starten van de motor begint te rijden.
Aanhangsel Aanhangsel Aanduiding van de gekozen route ! Na het bepalen van de route wordt deze in een heldere kleur op de kaart aangegeven. ! De directe omgeving van uw beginpunt en uw plaats van bestemming zal niet altijd verlicht worden aangegeven, evenmin als plaatsen waar het wegennet bijzonder ge- compliceerd is. Dan kan de route op de kaart dus wel eens lijken te stoppen of een hiaat vertonen, maar de stembegeleiding zal bij dat punt wel gewoon doorgaan.
Aanhangsel Aanhangsel ! Bewaar de discs in hun doosjes wanneer u ze niet gebruikt. ! Laat de discs niet op een erg warme plaats of in direct zonlicht liggen. ! Plak geen labels op de discs, schrijf er niet op en zorg ervoor dat geen chemicaliën in contact kunnen komen met het oppervlak. ! Bevestig geen los verkrijgbare labels of andere materialen op de discs. — De disc kan kromtrekken waardoor deze niet meer kan worden afgespeeld.
Aanhangsel Aanhangsel Dit toestel is niet compatibel met discs die opgenomen zijn in AVCHD (Advanced Video Codec High Definition) formaat. Plaats geen AVCHD-discs. Als u dit toch doet, wordt de disc mogelijk niet uitgeworpen. DualDiscs afspelen ! DualDiscs zijn tweezijdige discs die aan de ene zijde een opneembare CD bevatten voor geluidsopnames en aan de andere zijde een opneembare DVD voor video. ! De dvd-zijde kan met dit product worden afgespeeld.
Aanhangsel Aanhangsel ! Misschien is het niet mogelijk cd-r/cd-rwdiscs af te spelen die zijn opgenomen op een muziek-cd-recorder of een computer vanwege eigenschappen van de disc zelf, krassen of vuil op de disc, of vanwege vuil, krassen of condens op de lens van het ingebouwde station. ! Discs die op een computer zijn opgenomen, kunnen wellicht niet worden afgespeeld, afhankelijk van het opnameapparaat, de schrijfsoftware, de instellingen of andere omgevingsfactoren.
Aanhangsel Aanhangsel Opmerkingen speciaal voor DivXbestanden = Raadpleeg voor details over de compatibiliteit van USB-geheugenapparaten met dit product Specificaties op bladzijde 255. ! Protocol: bulk ! USB-geheugenapparaten kunnen niet via een USB-hub op dit product worden aangesloten. ! Gepartitioneerde USB-geheugenapparaten kunnen niet op dit product gebruikt worden. ! Maak het USB-geheugenapparaat stevig vast voordat u gaat rijden.
Aanhangsel Aanhangsel ! Er kunnen maximaal 255 ondertitelingsbestanden worden gebruikt. Meer bestanden dan dat aantal worden niet herkend. ! U kunt tot 64 tekens gebruiken voor de naam van het ondertitelingsbestand, inclusief de extensie. Indien meer dan 64 tekens worden gebruikt voor de bestandsnaam, is het mogelijk dat het ondertitelingsbestand niet wordt herkend. ! De tekencode voor het ondertitelingsbestand moet conform ISO-8859-1 zijn.
Aanhangsel Aanhangsel Aanhangsel Tabel voor mediacompatibiliteit Algemeen Media Cd-r/-rw ! ! Bestandssysteem ! ! ISO9660 niveau 1 ISO9660 niveau 2 Romeo, Joliet UDF 1.02 / 1.50 / 2.00 / 2.01 / 2.50 Dvd-r/-r sl/-r dl/ dvd-rw ! ! ! ! ISO9660 niveau 1 ISO9660 niveau 2 Romeo, Joliet UDF 1.02 / 1.50 / 2.00 / 2.01 / 2.
Aanhangsel Aanhangsel WMA-compatibiliteit Dvd-r/-r sl/-r dl/ dvd-rw Media Cd-r/-rw Bestandsextensie .wma Bitsnelheid 5 kbps tot 320 kbps (CBR), VBR Bemonsteringsfrequentie 8 kHz tot 48 kHz USB-geheugenapparaat SD-geheugenkaart USB-geheugenapparaat SD-geheugenkaart Opmerking: Dit product is niet compatibel met: Windows Media™ Audio 9 Professional, Lossless, Voice WAV-compatibiliteit Media Cd-r/-rw Dvd-r/-r sl/-r dl/ dvd-rw Bestandsextensie .
Aanhangsel Aanhangsel Dvd-r/-r sl/-r dl/ dvd-rw Media Cd-r/-rw Bestandsextensie .avi/.divx Profiel (DivX-versie) Home Theater versie 3.11/versie 4.x/versie 5.x/versie 6.
Aanhangsel Aanhangsel Compatibiliteit van videobestanden (USB, SD) Bestandsextensie .avi .mkv .mov .f4v .mp4 Compatibele videocodec MPEG-4, H.264, H.263, Xvid MPEG-4, H.264, VC-1, Xvid MPEG-4, H.264, H.263 H.264, H.263 MPEG-4, H.264, H.263 Compatibele audiocodec MP3, AAC, LPCM MP3, AAC, Vorbis MP3, AAC MP3, AAC MP3, AAC Maximale framesnelheid 30 fps Maximale bestandsgrootte 4 GB Maximale weergavetijd 150 minuten Bestandsextensie .3gp .wmv .asf .flv .
Aanhangsel Aanhangsel Bluetooth Aanhangsel ! Ongeacht de lengte van het onbespeelde gedeelte tussen de muziekstukken in de oorspronkelijke opname, zullen discs met gecomprimeerde audio altijd een korte pauze tussen de muziekstukken inlassen. Voorbeeld van een boomstructuur De afbeelding hieronder is een voorbeeld van een boomstructuur op de disc. De cijfers in de afbeelding duiden op de volgorde waarin mapnummers worden toegewezen en de volgorde van weergave.
Aanhangsel Aanhangsel DivX DivX Certified®-apparaten zijn getest op kwalitatieve DivX®-videoweergave (.divx, .avi). Wanneer u het DivX-logo ziet, weet u dat u de vrijheid hebt om uw favoriete DivX-films af te spelen. DivX®, DivX Certified® (DivX-gecertificeerd) en de bijbehorende logo’s zijn handelsmerken van DivX, LLC en worden onder licentie gebruikt. Dit DivX Certified®-apparaat werd onderworpen aan strenge tests om te garanderen dat DivX®-video wordt afgespeeld.
Aanhangsel Aanhangsel Raadpleeg voor meer informatie de handleiding van de iPod. iOS Aanhangsel ! Laat de iPod niet op een plaats met hoge temperaturen liggen. ! Maak de iPod stevig vast voordat u gaat rijden. Laat de iPod niet op de grond vallen, omdat deze dan onder het rem- of gaspedaal terecht kan komen. iOS is een handelsmerk waarvan Cisco de handelsmerkrechten bezit in de VS en bepaalde andere landen. iTunes iTunes is een handelsmerk van Apple Inc.
Aanhangsel Aanhangsel ! De functionaliteit van dit product betreffende toegang tot verbonden content is onderhevig aan wijzigingen, zonder voorafgaande kennisgeving, en kan beïnvloed worden door een van de volgende zaken: compatibiliteitskwesties met toekomstige firmwareversies van de smartphone; compatibiliteitskwesties met toekomstige versies van de verbonden contentapplicatie(s) voor de smartphone; wijzigingen in of stopzetting van de verbonden content-applicatie(s) of service door de provider.
Aanhangsel Aanhangsel Correct gebruik van het lcdscherm Dit toestel maakt gebruik van auteursrechtbeschermende technologie die op haar beurt beschermd wordt door octrooien in de VS en andere intellectuele eigendomsrechten van Rovi Corporation. “Reverse engineering” en disassemblage zijn verboden.
Aanhangsel Aanhangsel ! Het lcd-scherm is onduidelijker als het wordt blootgesteld aan direct zonlicht. ! Als u een mobiele telefoon gebruikt, moet u de antenne van deze telefoon uit de buurt houden van het lcd-scherm om te voorkomen dat het beeld wordt verstoord door vlekken, gekleurde strepen, e.d. Onderhoud van het lcd-scherm ! Als u stof van het lcd-scherm veegt of het reinigt, moet u het product eerst uitschakelen. Veeg het scherm vervolgens af met een zachte, droge doek.
Aanhangsel Aanhangsel Telefoonmenu Aanhangsel Display-informatie Systeem menu Bladzijde Vooraf ingesteld nummer oproepen 85 Telefoonboek 83 Geschiedenis 84 Kiezen 83 Spraakherkenningsfunctie 88 Bladzijde Instellingen navigatie Venster navigatie-info 166 AV/App-geleidingsmodus 166 AV bronnen instellingen Instellingen MIXTRAX 164 Instellingen Radio 99 100 101 101 102 103 166 Instellingen DAB 109 167 Tag doorsturen 216 Bluetooth Geluid 168 Blijven Scrollen 168 Instellingen in-/ui
Aanhangsel Aanhangsel Bladzijde Cameraweergave 171 Ingang camera achter 170 Ingang 2de camera 174 Polariteit Camera 170 Parkeerhulp 172 Cam. achter: video omk. 170 2de cam.: video omk.
Aanhangsel Aanhangsel Video Instellingen menu Bladzijde Aanhangsel Geluid menu Bladzijde Grafische EQ 194 DVD/DivX instellen Fader/Balans 185 Taal Ondertiteling 205 Balance 185 Gesproken Taal 205 Mute Level 186 Menu taal 206 Source Level Adjuster 186 Multi Angle 206 Luidspreker achteraan 189 Beeldverhouding 207 Subwoofer 190 Ouderlijk Toezicht 207 Luidspreker niveau 191 DivX® VOD 208 Crossover 189 DVD Auto Play 209 Instellingen subwoofer 190 Tijd Per Foto Luisterp
Aanhangsel Aanhangsel Bluetooth menu Bladzijde 254 Verbinding 76 Automatisch Verbinden 78 Zichtbaarheid 79 PIN Code Ingeven 80 Toestel Informatie 80 Autom. beantw. 87 Beltoon 87 Naam omkeren 87 Bluetooth Geh.
Aanhangsel Aanhangsel Algemeen Stroomvoorziening ................. 14,4 V gelijkstroom (toegestaan spanningsbereik: 12,0 V tot 14,4 V gelijkstroom) Aarding ......................................... Negatieve accupool Maximaal stroomverbruik ........................................... 10,0 A Afmetingen (B × H × D): AVIC-F77DAB DIN Chassis ..................... 178 mm × 100 mm × 157 mm Voorstuk ................... 188 mm × 118 mm × 29 mm D Chassis ..................... 178 mm × 100 mm × 164 mm Voorstuk ....
Aanhangsel Aanhangsel AVIC-F9770DAB ............. 6,2 inch breed/16:9 AVIC-F9770BT .................. 6,2 inch breed/16:9 Effectief weergavegebied: AVIC-F77DAB .................. 156,6 mm × 81,6 mm AVIC-F70DAB .................. 156,6 mm × 81,6 mm AVIC-F970DAB ................ 137,5 mm × 77,3 mm AVIC-F970BT .................... 137,5 mm × 77,3 mm AVIC-F9770DAB ............. 137,5 mm × 77,3 mm AVIC-F9770BT .................. 137,5 mm × 77,3 mm Pixels .............................................
Aanhangsel Aanhangsel SD (AVIC-F77DAB, AVIC-F70DAB) SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart Compatibel fysiek formaat ........................................... Versie 2.0 Bestandssysteem .......... FAT16, FAT32, NTFS MP3-decoderingsformaat ........................................... MPEG-1/Laag 1, MPEG-1/ Laag 2, MPEG-1/Laag 3 MPEG-2/Laag 1, MPEG-2/ Laag 2, MPEG-2/Laag 3 MPEG-2.5/Laag 3 WMA-decoderingsformaat ...........................................
Nl
Nl 259
Het product kan regelmatig worden bijgewerkt zodat u over de meest recente navigatiedata beschikt. Bezoek de volgende website voor meer informatie: http://pioneer.naviextras.com PIONEER CORPORATION 1-1, Shin-ogura, Saiwai-ku, Kawasaki-shi, Kanagawa 212-0031, JAPAN PIONEER EUROPE NV Haven 1087, Keetberglaan 1, B-9120 Melsele, Belgium/Belgique TEL: (0) 3/570.05.11 PIONEER ELECTRONICS (USA) INC. P.O. Box 1540, Long Beach, California 90801-1540, U.S.A. TEL: (800) 421-1404 © 2015 PIONEER CORPORATION.