Operation Manual

p Wanneer het bijwerken van de firmware is
geslaagd, wordt het product automatisch
gereset.
p Wanneer de firmware wordt bijgewerkt,
wordt de bron uitgeschakeld en de
Bluetooth-verbinding verbroken.
p Als een foutmelding wordt weergegeven, tip
dan [Verdergaan] aan om verder te gaan
en de herstelprocedure te starten.
De leerstatus van de sensor
en de rijstatus controleren
p Dit product kan automatisch het sensorge-
heugen gebruiken, gebaseerd op de omtrek
van de banden.
1 Druk op de HOME toets om het begin-
menuscherm weer te geven.
2 Tip de volgende toetsen aan in de aan-
gegeven volgorde.
Het Systeem scherm verschijnt.
3 Tip [Systeeminformatie] aan.
Het volgende scherm verschijnt.
4 Tip [Status 3D-kalibratie] aan.
Het Status 3D-kalibratie scherm verschijnt.
1
6
5
2
3
4
1 Leerfunctie
De huidige rijstatus wordt aangegeven.
2 Afstand
De rijafstand wordt aangegeven.
3 Versnelling of vertraging/Rotatiesnel-
heid
De versnelling of vertraging van het voertuig
wordt aangegeven. Tevens wordt de rotatie-
snelheid bij een bocht naar links of rechts
aangegeven.
4 Helling
De hellingshoek van de straat waar u op
rijdt wordt aangegeven.
5 Snelheidspuls
Het totaal aantal snelheidspulsen wordt
aangegeven.
6 Mate van leren
De sensorleersituaties voor de afstand (Af-
stand), rechterbocht (Rechts), linkerbocht
(Naar links) en 3D-detectie (3D-sensor)
worden aangegeven door de lengte van de
balken.
p Wanneer de banden worden vervangen
of kettingen worden gemonteerd, zal het
systeem, wanneer u de snelheidspuls in-
schakelt, detecteren dat de diameter
van de band is veranderd, en zal het de
waarde voor de afstandsberekening au-
tomatisch vervangen.
p Als een los verkrijgbare snelheidspuls-
generator (ND-PG1) is aangesloten, kan
de waarde voor de berekende afstand
niet automatisch worden vervangen.
Nl
182
Hoofdstuk
29
Systeeminstellingen