Operation Manual

3 U kunt de communicatie tussen de
AVICSYNC App en het navigatiesysteem in-
en uitschakelen door de toets aan te raken.
4 Het telefoonmenuscherm openen.
= Zie Het telefoonmenu weergeven op
bladzijde 82 voor details.
Het kaartscherm bedienen
De schaal van de kaart wijzigen
p De schaal van de 3D-kaartweergave kan be-
perkt gewijzigd worden. Als de kaart verder
uitgezoomd wordt, schakelt hij over naar
de 2D-kaart.
= Zie Overschakelen tussen weergaven 2D,
3D en 2D Noorden boven op bladzijde 31
voor details.
1 De MAP toets indrukken.
Het kaartscherm verschijnt.
2 Knijp of vergroot de kaart om uit of in
te zoomen.
Tip de kaart tijdens de navigatie op een wille-
keurige plaats aan.
3 Tip de volgende toets aan.
De kaart keert terug naar de huidi-
ge positie.
p Als u op de MAP toets drukt, keert de kaart
terug naar de huidige positie.
p Voor informatie over de bedieningselemen-
ten wanneer de verschoven kaart wordt
weergegeven, zie Bedieningstoetsen op de
verschoven kaart op bladzijde 32.
Smart-zoom
Uw navigatiesysteem is uitgerust met een
Smart-zoom die op twee manieren werkt:
! Wanneer de route is ingesteld:
Als u een richtingswijziging nadert, zoomt
Smart Zoom in en verhoogt hij de kijk-
hoek zodat u uw richtingswijziging op de
volgende kruising gemakkelijk kunt zien.
Als de richtingswijziging nog op een af-
stand is, wordt uitgezoomd en wordt de
kijkhoek verlaagd zodat u de weg voor u
kunt zien.
! Wanneer de route niet is ingesteld:
Smart-zoom zoomt in wanneer u lang-
zaam rijdt en zoomt uit wanneer u met
hoge snelheid rijdt.
Overschakelen tussen weergaven
2D, 3D en 2D Noorden boven
U kunt instellen hoe de kaart wordt weergege-
ven. Voor de 2D-kaartweergave kunt u selecte-
ren tussen In de rijrichting en Noorden
boven.
! In de rijrichting:
De kaart geeft de richting van het voertuig
altijd zo weer dat het voertuig zich naar de
bovenkant van het scherm beweegt.
! Noorden boven:
De kaart toont het noorden altijd bovenaan
het scherm.
p De oriëntatie van de kaart is vast ingesteld
op In de rijrichting wanneer het 3D kaart-
scherm wordt weergegeven.
1 De MAP toets indrukken.
Het kaartscherm verschijnt.
2 Tip de volgende toets aan.
Het navigatiemenu op het kaart-
scherm weergeven.
3 Tip de volgende toets aan.
Elke keer dat u de toets aantipt, verandert de
instelling.
Nl
31
Hoofdstuk
04
Het gebruik van de kaart
Het gebruik van de kaart