Operation Manual

72
Appendix
(4) De draad voor de snelheidspuls is
niet aangesloten. Sluit de draad voor
de snelheidspuls aan op het systeem.
De precisie kan niet worden gewaar-
borgd zonder de snelheidspuls.
Wanneer:
De snelheidssignaalinvoer (roze voedingsdraad)
van de voedingskabel is niet aangesloten.
Wat u doet:
Om in de 3D hybride modus te werken, dient u de
snelheidssignaalinvoer (roze voedingsdraad) van
de voedingskabel correct aan te sluiten. Hoewel
er gewerkt kan worden in de eenvoudige hybride
modus zonder de snelheidssignaalinvoer aan te
sluiten, zal de plaatsbepaling minder nauwkeurig
zijn.
(5) Trillingen gedetecteerd. Schakel het
systeem uit en controleer uw installa-
tie. Na de controle dient u het systeem
opnieuw op te starten en bij deze mel-
ding op OK te drukken.
Wanneer:
Het hoofdtoestel van het Navigatiesysteem is op
een plaats gemonteerd, waar het bij een stil-
staande auto aan hevige trillingen onderhevig is.
Wat u doet:
Monteer het hoofdtoestel van het Navigatiesys-
teem op een andere plaats waar het hoofdtoestel
niet aan trillingen onderhevig is.
(6) De richting van de gyro-sensor is niet
correct. Schakel het systeem uit en
controleer uw installatie. Na de con-
trole dient u het systeem opnieuw op
te starten en bij deze melding op
OK.
Wanneer:
De richting van de G sensor niet juist is ingesteld.
Wat u doet:
Zie de “Installatiehandleiding” en stel de richting
van de G sensor juist in.
(7) De gyro-sensor werkt niet naar beho-
ren. Raadpleeg uw dealer of Pioneer
service-centrum.
Wanneer:
Abnormale signalen van de gyro-sensor geregis-
treerd.
Wat u doet:
Noteer de foutcode die u op het scherm ziet,
schakel het systeem uit en raadpleeg uw dealer
of de dichtstbijzijnde Pioneer onderhoudsdienst.
(8) De route kon niet bepaald worden
omdat de gekozen bestemming te ver
weg is.
Wanneer:
De afstand tot uw bestemming te groot is en er
geen route kan worden berekend.
Wat u doet:
Verdeel uw rit in kortere trajecten en kies als eer-
ste een bestemming dichterbij.
(9) De route kon het opgegeven gebied
niet vermijden.
Wanneer:
Als het bij de routebepaling niet mogelijk bleek
een te vermijden gebied.
Wat u doet:
Besluit of de route toch door het te vermijden
gebied mag gaan.
(10)U kunt niet meer locaties opslaan.
Wanneer:
Als er al 300 items in het Adresboek staan en u
probeert er nóg een te registreren.
Wat u doet:
Verwijder enkele bestemmingen.
(11)Het geheugen is vol.
Wanneer:
Als er geen vrije ruimte meer op de PC Card is.
Wat u doet:
Wis overbodige gegevens.
CRB1886A_NEDERLANDS_App.book Page 72 Thursday, May 15, 2003 5:29 PM