Operation Manual

36
De systeemsnoeren
(niet meegeleverd) zijn
monokabels met
ministekkers
(geen weerstand).
Hoofdtoestel
15
15 AANSLUITEN VAN HET SYSTEEMSNOER
Wanneer u systeembedieningssnoeren gebruikt tussen Pioneer componenten met het Î
logo, kunt u deze op afstand bedienen via de sensor op dit toestel of die op het aangesloten
component.
Alleen de sensor van een component dat via een systeembedieningssnoer is verbonden
met de CONTROL OUT aansluiting is in staat signalen van de afstandsbediening te ontvangen
en door te geven.
Als er een systeembedieningssnoer in de CONTROL IN aansluiting zit, kan de sensor op dat
component geen signalen van de afstandsbediening ontvangen en doorgeven.
Opmerkingen
÷ Naast de systeembedieningssnoeren moet u niet vergeten ook de audiokabels en SCART-
kabel(s) aan te sluiten tussen dit toestel en uw andere apparatuur.
÷ U moet de stroom uitschakelen voor u aansluitingen maakt.
Bij op afstand bedienen via de sensor op dit toestel
CONTROL
IN
OUT
CONTROL
IN
OUT
CONTROL
IN
OUT