Operation Manual

16
Nl
13
MENU
(pagina 20, 27 en 31)
14 RETURN
15 Tuner-bediening
CLASS (pagina 21)
SHIFT+T.EDIT (pagina 21)
16
MUTE
17
VOLUME +/–
(pagina 19)
Aanbrengen van de batterijen in de
afstandsbediening
1 Open het deksel van de batterijhouder
aan de achterkant van de
afstandsbediening.
2 Plaats twee AA/R6 batterijen in de
batterijhouder overeenkomstig de
aanduidingen (, ) die u in de
batterijhouder ziet.
3 Sluit het deksel.
LET OP
Verkeerd gebruik van de batterijen kan
resulteren in een gevaarlijke situatie zoals
lekkage en ontploffing. Neem de volgende
punten in acht:
Plaats de batterijen altijd op de juiste
manier in het batterijvak door te letten op
de positieve en negatieve polariteit,
zoals aangegeven aan de binnenkant van
het batterijvak.
Meng nooit nieuwe en gebruikte batterijen.
Batterijen van hetzelfde formaat kunnen
verschillende spanningen hebben,
afhankelijk van het merk. Meng batterijen
van verschillende merken niet met elkaar.
Wanneer u gebruikte batterijen weggooit,
dient u de nationale wetgeving en
milieuvoorschriften op te volgen.
Om te voorkomen dat de batterijen gaan
lekken, dient u de batterijen te verwijderen
wanneer u de afstandsbediening een
langere tijd niet gebruikt (langer dan een
maand). Wanneer ze toch lekken, veeg dan
zorgvuldig de batterijvloeistof in het
batterijvak weg en vervang de batterijen
door nieuwe.
Leg geen boeken of andere voorwerpen op
de afstandsbediening, omdat de toetsen zo
kunnen worden ingedrukt, waardoor de
batterijen sneller leeg raken.
Gebruik of leg de batterijen niet in direct
zonlicht of op een warme plaats, zoals in de
buurt van een kachel of in een auto die in
de zon staat. Dit kan resulteren in lekkage,
oververhitting, explosie of in brand vliegen
van de batterijen. Dit kan tevens de
levensduur van de batterijen verkorten.
Gebruik van de afstandsbediening
De afstandsbediening kan worden gebruikt
binnen een bereik van ongeveer 7 meter van de
afstandsbedieningsensor op het voorpaneel en
onder een hoek van 30 graden.
De afstandsbediening werkt mogelijk niet
als er een voorwerp tussen de
afstandsbediening en de display-eenheid
staat of als de afstandsbediening niet
wordt gericht naar de afstandsensor van de
display-eenheid onder de juiste hoek.
De afstandsbediening werkt mogelijk niet
juist als er fel licht zoals direct zonlicht of
het licht van een tl-lamp schijnt op de
afstandsensor van deeenheid.
De afstandsbediening werkt mogelijk niet
juist wanneer deze eenheid wordt gebruikt
naast apparaten die infrarode straling
uitzenden of wanneer de
afstandsbedieningen worden gebruikt van
andere apparaten die infrarode straling
gebruiken. Het gebruik van deze
afstandsbediening kan tevens storing
veroorzaken voor andere apparaten.
Wanneer het bereik van de
afstandsbediening te kort wordt, dienen de
batterijen te worden vervangen.
DCS-585-590DVD_Nl.book Page 16 Tuesday, March 24, 2009 1:24 PM