Operation Manual

! Als de subwooferuitgang is ingeschakeld,
kunt u Sub W2 selecteren.
1 Geef het audiomenu weer.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 46.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me-
nuoptie Sub W2.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts om de drempelfrequentie te se-
lecteren.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar
links of naar rechts duwt, worden de beschik-
bare waarden in onderstaande volgorde gese-
lecteerd:
50Hz63Hz80Hz100Hz125Hz
4 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om-
laag om het uitgangsniveau van de sub-
woofer aan te passen.
Telkens als u MULTI-CONTROL omhoog of
omlaag duwt, verhoogt of verlaagt u het ni-
veau van de subwoofer. U kunt het niveau aan-
passen tussen de waarden +6 en 24.De
waarde wordt op het display getoond.
De lage tonen versterken
De bass boost-functie versterkt de lage tonen
(bastonen).
1 Geef het audiomenu weer.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 46.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me-
nuoptie Bass.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of om-
laag om het gewenste niveau te selecte-
ren.
U kunt het niveau verhogen of verlagen tussen
de waarden 0 en +6. De waarde wordt op het
display getoond.
Het high pass filter
Als u wilt dat de luidsprekers voorin of achter-
in geen lage tonen (tonen uit het frequentiebe-
reik van de subwoofer) weergeven, kunt u het
HPF (high pass filter) aanzetten. Alleen fre-
quenties boven het geselecteerde bereik wor-
den weergegeven via de voor- of
achterluidsprekers.
1 Geef het audiomenu weer.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 46.
2 Selecteer met MULTI-CONTROL de me-
nuoptie HPF.
3 Druk op MULTI-CONTROL om het high
pass filter in te schakelen.
80Hz verschijnt op het display. Het high pass
filter staat nu aan.
# Als het high pass filter eerder al is aangepast,
wordt de frequentie van de vorige instelling weer-
gegeven en niet 80Hz.
# Druk nogmaals op MULTI-CONTROL om het
high pass filter uit te schakelen.
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of
naar rechts om de drempelfrequentie te se-
lecteren.
Telkens wanneer u MULTI-CONTROL naar
links of naar rechts duwt, worden de beschik-
bare waarden in onderstaande volgorde gese-
lecteerd:
50Hz63Hz80Hz100Hz125Hz
Het bronniveau aanpassen
Met de functie Bronniveauregeling (SLA) kunt
u het volumeniveau van elke signaalbron af-
zonderlijk instellen. Hierdoor kunt u plotse-
linge volumewisselingen voorkomen wanneer
naar een andere signaalbron wordt overge-
schakeld.
! De instellingen zijn gebaseerd op het FM-
volumeniveau, dat u niet kunt wijzigen.
1 Vergelijk het volumeniveau van de sig-
naalbron die u wilt aanpassen met het FM-
volumeniveau.
2 Geef het audiomenu weer.
Raadpleeg Audio-instellingen op bladzijde 46.
3 Selecteer met MULTI-CONTROL in het
audiofunctiemenu SLA.
Audio-instellingen
Nl
49
Hoofdstuk
10
Audio-instellingen