Operation Manual
131
Veelgestelde vragen
13
USB-DAC
Alleen voor de SC-LX89
Symptomen Oorzaken Oplossingen
De USB-DAC IN-aansluiting 
is via een USB-kabel met 
een PC verbonden, maar 
de audiobestanden op de 
PC kunnen niet worden 
afgespeeld.
Is het juiste stuurprogramma op de 
PC geïnstalleerd?
Bij gebruik van een USB-kabel voor verbinding van de 
USB-DAC IN-aansluiting van het apparaat met een PC 
om audiobestanden op de PC af te spelen, moet het juiste 
stuurprogramma vanaf de bijgeleverde CD-ROM worden 
gedownload en op de PC worden geïnstalleerd.
Er wordt geen geluid 
geproduceerd wanneer u 
probeert om bestanden op 
een PC af te spelen.
Zijn de volume-instellingen correct 
voor het besturingssysteem en het 
applicatieprogramma?
Verhoog het volume naar vereist.
Staat de geluidsuitvoer van het 
besturingssysteem misschien op 
MUTE ingesteld?
Annuleer de MUTE-instelling.
Draaien er tegelijkertijd meerdere 
applicaties?
Sluit de applicaties die niet worden gebruikt.
Zijn de volume-instellingen correct 
voor het besturingssysteem en het 
applicatieprogramma?
Selecteer “Pioneer USB Audio Device” voor het audio-ap-
paraat.
Bestanden met een hoge 
geluidskwaliteit (meer dan 
48 kHz/24 bit) kunnen niet 
worden afgespeeld.
Het exclusieve stuurprogramma is 
niet op de computer geïnstalleerd.
Installeer het stuurprogramma op de computer vanaf de 
bijgeleverde CD-ROM.
Draadloos LAN
Symptomen Oorzaken Oplossingen
Geen toegang tot het netwerk 
via een draadloos LAN.
SSID gebruikt tekens van twee bytes 
zoals in het Japans.
Deze receiver is alleen compatibel met alfanumerieke 
tekens van één byte en bepaalde symbolen zoals het 
onderstrepingsteken. Als andere tekens dan deze worden 
gebruikt, wijzig het SSID dan voordat u netwerkinstellingen 
uitvoert. Raadpleeg de handleiding van uw router voor 
informatie over SSID.
Er is een afstand of obstakel tussen 
deze receiver en apparatuur waaron-
der de draadloze LAN-router.
Verbeter de draadloze LAN-omgeving door bijvoorbeeld de 
afstand tussen deze receiver en apparatuur waaronder de 
draadloze LAN-router te verkleinen.
Er is een magnetron of andere 
apparatuur die elektromagnetische 
golven genereert in de buurt van de 
draadloze LAN-omgeving.
Gebruik het systeem niet in de buurt van magnetrons of 
andere apparatuur die elektromagnetische golven gene-
reert.
Vermijd het gebruik van apparatuur die elektromagneti-
sche golven produceert zo veel mogelijk wanneer u het 
systeem met een draadloos LAN gebruikt.
Er zijn meerdere apparaten verbon-
den met de draadloze LAN-router.
Wanneer u meerdere apparaten verbindt met de draadloze 
LAN-router, moet het IP-adres van de verbonden apparaten 
worden gewijzigd.
Symptomen Oorzaken Oplossingen
Geen toegang tot het netwerk 
via een draadloos LAN.
De instellingen voor draadloze 
LAN-verbinding van deze receiver en 
apparatuur waaronder de draadloze 
LAN-router zijn niet juist.
Wanneer de draadloze LAN-verbindingen voor deze recei-
ver en de draadloze LAN-router niet ingesteld zijn, moet 
de verbinding tussen deze receiver en apparatuur zoals de 
draadloze LAN-router worden ingesteld.
De IP-adresinstellingen van deze 
receiver komen niet overeen met 
de instellingen van de draadloze 
LAN-router en dergelijke.
Controleer de IP-adresinstellingen (waaronder DHCP-in-
stellingen) van deze receiver.
Als de DHCP-instelling van de receiver is ingeschakeld 
(ON), moet u de receiver uit zetten en vervolgens weer aan.
Controleer of het IP-adres voor deze receiver overeenkomt 
met de instellingen van de draadloze LAN-router.
Als de DHCP-instelling van de receiver uit staat (OFF), moet 
u een IP-adres instellen dat overeenkomt met de netwerkin-
stellingen van de basiseenheid (draadloze LAN-router enz.).
Als bijvoorbeeld het IP-adres van de draadloze LAN-rou-
ter “192.168.1.1” is, moet u het IP-adres van de receiver 
instellen op “192.168.1.XXX” (*1), het subnetmasker op 
“255.255.255.0”, de gateway en DNS op “192.168.1.1”.
(*1) Stel de “XXX” in “192.168.1.XXX” in op een getal tussen 
2 en 248 dat niet is toegewezen aan andere apparatuur.
Het toegangspunt is ingesteld om 
het SSID te verbergen.
In dit geval wordt het mogelijk niet getoond in het scherm 
met de lijst van toegangspunten. Als het niet wordt 
getoond, stel dan het SSID enz. van deze receiver in.
De beveiligingsinstellingen van het 
toegangspunt gebruiken een WEP 
codesleutel van 152 bits lang, of 
gedeelde sleutel verificatie.
De receiver biedt geen ondersteuning voor WEP codesleu-
tels van 152 bits lang, of gedeelde sleutel verificatie.
Het kan zijn dat het door het draad-
loze netwerk gebruikte kanaal een 
draadloos kanaal is dat niet kan 
worden gebruikt met deze receiver.
Wijzig het draadloze netwerkkanaal naar een draadloos 
kanaal dat kan worden gebruikt met deze receiver, en 
controleer vervolgens de verbinding.
Wireless Direct is niet 
verbonden wanneer de 
netvoeding van deze recei-
ver wordt uitgeschakeld en 
weer ingeschakeld.
De Security Protocol staat op None.
Aangezien er beveiligingsrisico’s zijn, moeten de instel-
lingen opnieuw worden verbonden met Wireless Direct. 
Stel Security Protocol van Wireless Direct in op WEP 
(bladzijde 58 ).










