Operation Manual

Verhelpen van storingen
Neem de controlelijst op de volgende bladzijden door als er problemen zijn met de werking of be-
diening van dit product. De meest voorkomende problemen komen aan bod, met de waarschijnlij-
ke oorz aken en de oplossingen. Als u aan de hand van de onderstaande aanwijzingen het
probleem niet kunt verhelpen, neem dan a.u.b. contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde of-
ficiële Pioneer ser vicecentrum.
Problemen met dit product
Symptoom Oorzaak Maatregel (Referentie)
De stroom gaat niet aan. Dit pro-
duct werkt niet.
Kabels, draden en stekkers zijn ver-
keerd aangesloten.
Controleer of alle aansluitingen juist zijn ge-
maakt.
De zekering is gesprongen. Verhelp het probleem en ver vang daarna de
zekering. Gebruik de juiste zekering met het-
zelfde amperage.
Door storing of andere factoren
werkt de ingebouwde microproces-
sor niet goed.
Druk op de resetknop.
Het scherm is te helder. De afstelling van de beeldkwaliteit
van het scherm is niet juist.
Wijzig de beeldinstellingen. (Bladzijde 24)
Het beeldscherm licht maar
heel flauw op.
De lichten van het voertuig zijn inge-
schakeld en Dimmer is is geselec-
teerd bij ON.
Zet Dimmer op OFF. (Bladzijde 24)
De afstelling van de beeldkwaliteit
van het scherm is niet juist.
Wijzig de beeldinstellingen. (Bladzijde 24)
Er is geen geluid te horen van
de audiobron.
Het volumeniveau gaat niet
omhoog.
Het volume staat laag. Zet het volume hoger.
De geluiddempingsfunctie is inge-
schakeld.
Schakel de geluiddempingsfunctie uit.
De luidsprekerdraad is niet aange-
sloten.
Controleer de aansluitingen.
De persoon aan de andere zijde
van de telefoon kan het gesprek
niet horen als gevolg van een
echo.
De stem van de persoon met wie u
belt wordt weergegeven via de luid-
sprekers en wordt daarna opnieuw
opgepikt door de microfoon, waar-
door een echo ontstaat.
Gebruik een van de volgende methoden om
de echo te verminderen:
Verlaag het volume van het inkomende ge-
sprek
Laat beide partijen even pauzeren voordat
ze spreken
Er is geen beeld. De kabel van de handrem is niet
aangesloten.
Sluit de kabel van de handrem aan en trek de
handrem aan.
De handrem is niet ingeschakeld. Sluit de kabel van de handrem aan en trek de
handrem aan.
De achtergrondverlichting van het
LCD-paneel is uitgeschakeld.
Schakel de achtergrondverlichting in. (Blad-
zijde 24)
Er wordt niets weergegeven en
de aanraaktoetsen kunnen niet
worden gebruikt.
De instelling voor de achteruitkijkca-
mera is niet juist.
Selecteer de juiste instelling voor de achter-
uitkijkcamera.
De versnellingshendel is in de [R]
stand gezet terwijl de achteruitkijk-
camera niet was aangesloten.
Selecteer de juiste polariteitsinstelling voor
Achteruitkijkcamera. (Bladzijde 24)
Nl
30
Aanhangsel
Aanhangsel