Manual

34
Nl
Phase Control-technologie zorgt voor een
coherente geluidsreproductie dankzij het
gebruik van faseafstemming
1
voor een
optimaal geluidsbeeld op uw beluisterpositie.
De standaardinstelling is ingeschakeld en we
adviseren de Phase Control ingeschakeld te
laten voor alle geluidsbronnen.
Druk op
PHASE
om Phase in te schakelen
zodat u de Phase Control in of uit kunt
schakelen.
Luisteren met Acoustic
Calibration EQ
U kunt naar bronnen luisteren met behulp van
de akoestische frequentiekalibratie die
ingesteld is in Automatische instelling van
surroundgeluid (MCACC) op bladzijde 27. Zie
de vermelde bladzijden voor meer informatie
over akoestische kalibratie-egalisatie.
Druk op
EQ
terwijl u naar een bron
luistert om het Acoustic Calibration EQ in of
uit de schakelen.
De MCACC-indicator op het voorpaneel licht
op wanneer de Acoustic Calibration EQ actief
is.
2
Verwerking van surround-
achterkanaal gebruiken
U kunt de receiver automatisch de 6.1- of 7.1-
decodering laten gebruiken voor 6.1-
gecodeerde bronnen (bijvoorbeeld Dolby
Digital EX of DTS-ES), of u kunt ervoor kiezen
om altijd 6.1- of 7.1-codering te gebruiken
(bijvoorbeeld bij 5.1-gecodeerd materiaal). Met
5.1-gecodeerde bronnen wordt een surround-
achterkanaal gegenereerd. Soms klinkt het
materiaal echter beter in de 5.1-indeling
waarvoor het oorspronkelijk bedoeld was. In
dat geval zet u gewoon de verwerking van het
surround-achterkanaal uit.
Bij een 7.1-kanaals surroundsysteem
worden de audiosignalen die een
matrixdecoderingverwerking hebben
ondergaan door verwerking via het
surroundachterkanaal waaraan de Up Mix-
functie is toegevoegd, weergegeven via de
surround-achterluidsprekers.
Druk op , druk vervolgens
herhaalde malen op
SB CH
om door alle
opties van het surround-achterkanaal te
bewegen.
Bij elke druk op de toets verandert de optie als
volgt:
SB ON – Matrixdecodering-verwerking voor
het genereren van de surround-
achtercomponent uit de
surroundcomponent is ingeschakeld.
Opmerking
1 Faseafstemming is een heel belangrijke factor voor het behalen van een correcte geluidsreproductie. Wanneer twee
golfvormen ‘in fase’ zijn, stijgen en dalen ze tegelijkertijd, wat resulteert in een versterkte amplitude, helderheid en
aanwezigheid van het geluidssignaal. Wanneer een top van een golf een dal treft (zoals getoond in het bovenste deel van de
afbeelding) dan is het geluid ‘niet in fase’ en wordt er een onbetrouwbaar geluidsbeeld geproduceerd.
• Wanneer uw subwoofer voorzien is van een faseregelingsschakelaar, stelt u deze in op het plusteken (+) (of 0°). Het effect
dat u echter in werkelijkheid kunt voelen wanneer PHASE CONTROL is ingesteld op ON op deze receiver is afhankelijk van uw
type subwoofer. Stel uw subwoofer in om het effect te maximaliseren. U wordt tevens geadviseerd om de richting of de locatie
van uw subwoofer te wijzigen.
• Zet de schakelaar van het ingebouwde lowpass-filter van uw subwoofer in de uit-stand. Wanneer dat op uw subwoofer niet
mogelijk is, stelt u de cutoff-frequentie in op een hogere waarde.
• Wanneer de luidsprekerafstand niet correct is ingesteld, hebt u wellicht geen maximaal PHASE CONTROL-effect.
• De PHASE CONTROL-modus kan in de onderstaande gevallen niet worden ingesteld op ON:
– Wanneer de PURE DIRECT-modus ingeschakeld is.
– Als de hoofdtelefoons worden aangesloten.
2 U kunt de Acoustic Calibration EQ niet gebruiken met of Stream Direct-modus en hij heeft geen effect op de hoofdtelefoon.
ADAPTER
TUNER
EQ
PHASE
S.RETRIEVER SIGNAL SEL
VOL
ADAPTER
TUNER
EQ
PHASE
S.RETRIEVER SIGNAL SEL
VOL
INPUT SELECT
SOURCESLEEP
TV
CONTROL
INPUT
RECEIVER
RECEIVER
DTV/TV
DIMMER
1
4
7
MIDNIGHT
HDD
2
5
8
SPEAKERS
LEV
LEV
SB CH
DISP
DVD
3
6
9
CH
CH
CH SELECT
VCR
SHIFT
RECEIVER
VSX-520_SYXCN_Nl.book 34 ページ 2010年4月12日 月曜日 午後7時50分