Operation Manual

118
Veelgestelde vragen
14
Probleem Oplossing
Er wordt geen geluid weergegeven
nadat u een ingangsfunctie hebt
geselecteerd.
Verhoog het volume tot ong. –30 dB.
Controleer of de luidsprekerkeuzeschakelaar is ingesteld op OFF (bladzijde 90 ).
Controleer of u de juiste ingangsfunctie hebt geselecteerd.
Controleer of u het juiste ingangssignaal hebt geselecteerd (zie Het ingangssignaal
kiezen op bladzijde 74 ).
Controleer of het bronapparaat juist is aangesloten (zie bladzijde 19 (VSX-1130/VSX-
930) of bladzijde 37 (VSX-830)) voor De apparatuur aansluiten.
Controleer of de luidsprekers goed zijn aangesloten (zie De luidsprekers aansluiten op
bladzijde 23 ).
Er klinkt geen geluid uit de sur-
round-luidsprekers of de midden-
luidspreker.
Controleer of de Stereo-luisterfunctie of de functie Geavanceerde voorpodium-surround
niet is geselecteerd; selecteer een van de surround-luisterfuncties (zie Genieten van
diverse typen weergave met de luisterfuncties op bladzijde 72 ).
Controleer of de surround-/middenluidsprekers niet zijn ingesteld op NO (zie Speaker
Setting op bladzijde 110 ).
Controleer de aansluitingen van de luidsprekers (zie De luidsprekers aansluiten op blad-
zijde 23 ).
Uitgezonderd VSX-830: Er klinkt geen
geluid uit de surround-achterluid-
sprekers.
Controleer of de surround-achterluidsprekers op LARGE of SMALL staan en de surround-
luidsprekers niet op NO zijn ingesteld (zie Speaker Setting op bladzijde 110 ).
Controleer de aansluitingen van de luidsprekers (zie De luidsprekers aansluiten op blad-
zijde 23 ). Als er slechts een surround-achterluidspreker is aangesloten, controleert u of
deze is aangesloten op de aansluiting voor de linkerkanaalluidspreker.
Als Speaker System is ingesteld op 7.2ch/5.2.2ch en SP: TMd ON wordt geselecteerd
met de OUT P.-knop, wordt er geen geluid weergegeven via de surround-achterluidspre-
kers. Selecteer SP: SB ON of SP: SB/TMd ON (zie Overschakelen naar andere luidspreke-
raansluitingen op bladzijde 90 ).
Als Speaker System is ingesteld op 7.2ch SB/FW en SP: FW ON wordt geselecteerd met
de OUT P.-knop, wordt er geen geluid weergegeven via de surround-achterluidsprekers.
Selecteer SP: SB ON of SP: SB/FW ON (zie Overschakelen naar andere luidsprekeraan-
sluitingen op bladzijde 90 ).
Als Dolby Surround is geselecteerd, wordt er geen audio uitgevoerd via de sur-
round-achterluidspreker als die als enige is aangesloten (ingesteld).
Uitgezonderd VSX-830: Er klinkt geen
geluid uit de breed-voorluidsprekers.
Controleer of de breed-voorluidsprekers op LARGE of SMALL staan en de surroundluid-
sprekers niet op NO zijn ingesteld (zie Speaker Setting op bladzijde 110 ).
Controleer de aansluitingen van de luidsprekers (zie De luidsprekers aansluiten op blad-
zijde 23 ).
Als Speaker System is ingesteld op 7.2ch SB/FW en SP: SB ON wordt geselecteerd met
de OUT P.-knop, wordt er geen geluid weergegeven via de breed-voorluidsprekers. Selec-
teer SP: FW ON of SP: SB/FW ON (zie Overschakelen naar andere luidsprekeraansluitin-
gen op bladzijde 90 ).
Als Speaker System is ingesteld op 7.2ch SB/FW en Dolby Surround is geselecteerd,
wordt er geen audio uitgevoerd via de breed-voorluidsprekers.
Probleem Oplossing
Er klinkt geen geluid uit de sub-
woofer.
Controleer of de subwoofer goed is aangesloten, aan staat en of het volume op een hoor-
baar niveau staat.
Als de subwoofer een slaapstand heeft, controleert u of deze is uitgeschakeld.
Controleer of de subwoofer is ingesteld op YES of PLUS (zie Speaker Setting op bladzijde
110 ).
De crossoverfrequentie is mogelijk te laag ingesteld. Probeer een hogere instelling die
overeenkomt met de eigenschappen van de andere luidsprekers (zie Speaker Setting op
bladzijde 110 ).
Als er weinig informatie over de lage frequenties beschikbaar is in het bronmateriaal,
wijzigt u de luidsprekerinstellingen naar Front: SMALL / Subwoofer: YES of Front: LARGE
/ Subwoofer: PLUS (zie Speaker Setting op bladzijde 110 ).
Controleer of het LFE-kanaal niet is ingesteld op OFF of een hele stille instelling (zie De
audio-opties instellen op bladzijde 87 ).
Controleer de niveau-instellingen van de luidspreker (zie Channel Level op bladzijde 111 ).
Er klinkt geen geluid uit één luid-
spreker.
Controleer de aansluitingen van de luidsprekers (zie De luidsprekers aansluiten op blad-
zijde 23 ).
Controleer de niveau-instellingen van de luidspreker (zie Channel Level op bladzijde 111 ).
Controleer of de luidspreker niet is ingesteld op NO (zie Speaker Setting op bladzijde 110 ).
Het kanaal is mogelijk niet opgenomen in de bron. Als u een van de luisterfuncties met
geavanceerde effecten gebruikt, kunt u mogelijk het ontbrekende kanaal toevoegen (zie
Genieten van diverse typen weergave met de luisterfuncties op bladzijde 72 ).
Er wordt geen digitaal geluid uitge-
voerd.
Controleer of de digitale ingang op de juiste wijze is toegewezen aan de ingangsaanslui-
ting waarop het apparaat is aangesloten (zie Het menu Input Setup op bladzijde 60 ).
Controleer de instellingen van de digitale uitgang op het bronapparaat.
Andere geluidsproblemen
Probleem Oplossing
Zenders kunnen niet automatisch
worden geselecteerd of er is nogal
veel ruis in de radio-uitzendingen.
Rol de FM-draadantenne volledig af, plaats deze waar u de beste ontvangst hebt en
bevestig de antenne aan een muur of deurpost.
Gebruik een buitenantenne voor een betere ontvangst (zie bladzijden 31 , 46 ).
Wijzig de positie en richting van de AM-antenne.
Ruis kan worden veroorzaakt door interferentie van andere apparatuur, zoals een
TL-lamp, motor en dergelijke. Zet de andere apparatuur uit of verplaats deze. U kunt ook
de AM-antenne verplaatsen.
Het volume van de subwoofer is
erg laag.
Kies de instelling PLUS om meer audiosignalen naar de subwoofer te sturen of stel de
voorluidsprekers in op SMALL (zie Speaker Setting op bladzijde 110 ).
Alles lijkt juist ingesteld, maar het
geluid klinkt vreemd.
De luidsprekers zijn mogelijk uit fase. Controleer of de positieve/negatieve luidspreke-
raansluitingen op de receiver overeenkomen met de overeenkomstige aansluitingen op
de luidsprekers (zie De luidsprekers aansluiten op bladzijde 23 ).
De functie Phase Control heeft geen
hoorbaar effect.
Controleer indien van toepassing of de laagdoorlaatfilterschakelaar op uw subwoofer
uit is, en of het filtersnijpunt is ingesteld op de hoogste frequentie. Als uw subwoofer
een PHASE-instelling heeft, stelt u deze in op 0º (of, afhankelijk van de subwoofer, op de
instelling waarvan u denkt dat deze het beste effect op het algehele geluid heeft).
Controleer of de ingestelde luidsprekerafstand voor alle luidsprekers juist is (zie Speaker
Distance op bladzijde 111 ).