Operation Manual

80
 
 
 
 
11
Het menu Advanced MCACC
2 Selecteer de instelling die u wilt aanpassen.
Als u dit voor het eerst doet, is het wellicht raadzaam deze instellingen in de getoonde volgorde te verrichten.
! Fine Channel Level – Hiermee kunt u de algehele balans van het luidsprekersysteem nauwkeurig aanpassen
(zie Fine Channel Level op bladzijde 80).
! Fine SP Distance – Hiermee kunt u de vertragingsinstellingen van het luidsprekersysteem nauwkeurig aan-
passen (zie De luidsprekerafstand nauwkeurig instellen op bladzijde 80).
! Standing Wave – Hiermee regelt u te resonante lage frequenties in de luisterruimte (zie Standing Wave op
bladzijde 80).
De laatste twee instellingen zijn specifiek bedoeld om de parameters aan te passen die worden beschreven in
Afstelbare akoestische kalibratie-EQ op bladzijde 81:
! EQ Adjust – Hiermee past u de frequentiebalans van het luidsprekersysteem handmatig aan terwijl u luistert
naar testtonen (zie Afstelbare akoestische kalibratie-EQ op bladzijde 81).
! EQ Professional – Hiermee kalibreert u het systeem op basis van direct geluid dat uit de luidsprekers
komt en maakt u gedetailleerde instellingen op basis van de akoestische eigenschappen van de ruimte (zie
Professionele akoestische kalibratie-EQ op bladzijde 81).
Fine Channel Level
! Standaardinstelling: 0.0dB (alle kanalen)
U krijgt een beter surround-geluid als u de algehele balans van het luidsprekersysteem correct instelt. U kunt het
kanaalniveau van elke luidspreker instellen in stappen van 0,5 dB. Met de volgende instelling kunt u nauwkeurige
aanpassingen doorvoeren die wellicht niet mogelijk zijn met de Luidsprekers handmatig instellen op bladzijde 85.
1 Selecteer ‘Fine Channel Level’ in het instelmenu Manual MCACC.
Het volume wordt verhoogd tot het referentieniveau 0.0 dB.
2 Stel het niveau van het linkerkanaal in.
Dit is het referentieluidsprekerniveau. Het is wellicht het beste dat u een niveau rond 0.0dB instelt, zodat u
genoeg speelruimte hebt om de overige luidsprekerniveaus in te stellen.
! Nadat u op ENTER hebt gedrukt, worden testtonen weergegeven.
3 Selecteer alle kanalen één voor één en stel de juiste niveaus (+/–12.0 dB) in.
Gebruik k/l om het volume te regelen van de gekozen luidspreker om deze te laten overeenstemmen met de
referentieluidspreker. Wanneer het klinkt alsof beide tonen hetzelfde volume hebben, drukt u op j om te bevesti-
gen en door te gaan naar het volgende kanaal.
! De referentieluidspreker waarmee u kunt vergelijken, verandert afhankelijk van de luidspreker die u kiest.
! Als u wilt teruggaan naar een kanaal om het bij te regelen, selecteert u het kanaal met i/j.
4 Druk op RETURN wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het instelmenu Manual MCACC.
De luidsprekerafstand nauwkeurig instellen
! Standaardinstelling: 3.00 m (alle luidsprekers)
Voor een goede geluidsdiepte en kanaalscheiding is het nodig dat u een korte vertraging toevoegt aan sommige
luidsprekers, zodat alle geluiden de luisterpositie gelijktijdig bereiken. U kunt de afstand van elke luidspreker
instellen in stappen van 1 cm. Met de volgende instelling kunt u nauwkeurige aanpassingen doorvoeren die wel-
licht niet mogelijk zijn met de Luidsprekers handmatig instellen op bladzijde 85.
1 Selecteer ‘Fine SP Distance’ in het instelmenu Manual MCACC.
2 Stel de afstand van het linkerkanaal tot de luisterpositie in.
3 Selecteer alle kanalen één voor één en stel de juiste afstand in.
Gebruik k/l om de vertraging te regelen van de gekozen luidspreker om deze te laten overeenstemmen met de
referentieluidspreker.
Luister naar de referentieluidspreker en regel op basis hiervan het doelkanaal bij. Ga op de luisterpositie met
uitgestrekte armen voor de twee luidsprekers staan en wijs in de richting van de luidsprekers. Probeer te bereiken
dat de twee tonen klinken alsof ze tegelijkertijd aankomen op een punt net vóór u en tussen uw armen.
! Als u dit niet kunt bereiken door de afstandsinstelling aan te passen, moet u wellicht de hoek van uw luid-
sprekers iets aanpassen.
! De testtoon van de subwoofer verschilt van die voor andere kanalen. Zorg ervoor dat het geluid van de sub-
woofer duidelijk onderscheiden kan worden. Let op dat het bij het instellen van de subwoofer en afhankelijk
van de lage frequentierespons van uw luidspreker, moeilijk kan zijn het verschil te horen wanneer u de instel-
ling verhoogt of verlaagt, of wanneer de opstelling van de luidspreker wordt veranderd. Het kan moeilijk zijn
om deze toon te vergelijken met de andere luidsprekers (afhankelijk van de lage-frequentierespons van de
referentieluidspreker).
Wanneer het klinkt alsof de vertragingsinstellingen met elkaar overeenstemmen, drukt u op j om te bevestigen
en door te gaan naar het volgende kanaal.
! De referentieluidspreker waarmee u kunt vergelijken, verandert afhankelijk van de luidspreker die u kiest.
! Als u wilt teruggaan naar een kanaal om het bij te regelen, selecteert u het kanaal met i/j.
4 Druk op RETURN wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het instelmenu Manual MCACC.
Standing Wave
! Standaardinstelling: ON/ATT 0.0dB (alle filters)
Akoestische staande golven treden op wanneer onder bepaalde omstandigheden geluidsgolvan van uw luidspre-
kersysteem resoneren met geluidsgolven die worden gereflecteerd door de muren in de luisterruimte. Dit kan een
negatief effect hebben op het algehele geluid, in het bijzonder bij bepaalde lagere frequenties. Afhankelijk van de
plaatsing van de luidsprekers, uw luisterpositie en de vorm van de ruimte, kan dit een te resonant (‘dreunend’)
geluid geven. Standing Wave Control maakt gebruik van filters om het effect van te resonante geluiden in de
luisterruimte te verminderen. Tijdens het afspelen van een bron kunt u de filters die voor Standing Wave Control
worden gebruikt aanpassen voor elk van de voorgedefinieerde MCACC-instellingen.
! Filterinstellingen voor het regelen van staande golven kunnen niet worden gewijzigd tijdens het afspelen van
bronnen via de HDMI-aansluiting.
1 Selecteer ‘Standing Wave’ in het instelmenu Manual MCACC.
2 Stel de parameters voor de Standing Wave Control in.
! Filter Channel – Selecteer het kanaal waarop u de filters wilt toepassen: MAIN (alle kanalen behalve het mid-
denkanaal en de subwoofer), Center of SW (subwoofer).
! TRIM (alleen beschikbaar wanneer het bovengenoemde filterkanaal SW is) – Hiermee past u het subwoofer-
kanaalniveau aan om het verschil in voortgebracht geluid na toepassing van het filter te compenseren.
! Freq / Q / ATT – Dit zijn de filterparameters waarbij Freq staat voor de frequentie die u regelt en Q de band-
breedte is. Hoe hoger de Q, des te smaller de bandbreedte of het bereik van de verzwakking (ATT is de mate
van afzwakking van de betreffende frequentie).
3 Druk op RETURN wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het instelmenu Manual MCACC.