Operation Manual

Probleem Oplossing
Er kan geen video-opname
worden gemaakt.
Controleer of de bron geen kopieerbeveiliging heeft.
De video-omzetter is niet beschikbaar tijdens het maken van opnamen. Con-
troleer of de recorder en de videobron met hetzelfde type videokabel op de
receiver zijn aangesloten.
Het beeld bevat sneeuw, valt
soms weg of is vervormd.
Soms brengt een videorecorder een videosignaal met sneeuw voort, bijvoor-
beeld tijdens het scannen. Het is ook mogelijk dat de beeldkwaliteit gewoon
slecht is, bijvoorbeeld bij sommige videospelletjesapparatuur. De beeldkwa-
liteit is ook afhankelijk van de instellingen van het weergaveapparaat. Zet de
video-omzetter uit en sluit de bron en het weergaveapparaat opnieuw aan met
hetzelfde type verbinding (componentvideo of samengestelde video). Probeer
hierna opnieuw af te spelen.
Er worden geen videosignalen
via de componentaansluiting
uitgevoerd.
Wanneer op de componentaansluiting een monitor wordt aangesloten die
alleen compatibel is met resoluties van 480i en er een andere monitor op de
HDMI-aansluiting wordt aangesloten, kunnen de videosignalen mogelijk niet
worden uitgevoerd naar de monitor die op de componentaansluiting is aange-
sloten. In dit geval doet u het volgende:
— Schakel de monitor uit die op de HDMI-aansluiting is aangesloten.
— Verander in het menu VIDEO PARAMETER de RES-instelling (zie De video-
opties instellen op bladzijde 54 ).
— De videosignalen van de HDMI-aansluiting kunnen niet via de componen-
taansluitingen worden uitgevoerd. Laat de videosignalen van de speler of
andere bron via de composiet- of componentaansluitingen binnen komen.
Bij gebruik van de componentaansluitingen moet u deze toewijzen bij
Input Setup (zie Het menu Input Setup op bladzijde 31 ).
De beeldbewegingen zijn niet
natuurlijk.
Wanneer Resolution onder VIDEO PARAMETER op 1080/24p is ingesteld, is
het mogelijk dat het beeld bij sommige bronmaterialen niet juist wordt weer-
gegeven. In dit geval moet u de resolutie op een andere waarde dan 1080/24p
instellen (bladzijde 54).
Nl
84
13 Aanvullende informatie
ADAPTER PORT-aansluiting
Probleem Oplossing
Het apparaat voorzien van
Bluetooth draadloze techno-
logie kan niet aangesloten of
bediend worden. Het geluid
van het apparaat voorzien van
Bluetooth draadloze technolo-
gie wordt niet weergegeven of
er zijn onderbrekingen in het
geluid.
Controleer of er geen apparaat in de buurt van de receiver is dat elektromag-
netische golven in de 2,4 GHz band uitzendt (magnetron, draadloos LAN-
apparaat of apparaat voorzien van Bluetooth draadloze technologie). Als een
dergelijk apparaat bij de receiver staat, moet u het verder weg zetten. U kunt
het apparaat dat de elektromagnetische golven uitzendt ook uitzetten.
Controleer of het apparaat voorzien van Bluetooth draadloze technologie niet
te ver van de receiver staat en of er geen obstakels zijn tussen het apparaat
voorzien van Bluetooth draadloze technologie en de receiver. Plaats het appa-
raat voorzien van Bluetooth draadloze technologie en de receiver zodanig dat
de afstand tussen de apparaten minder dan 10 m is en dat er geen obstakels
tussen de apparaten zijn.
Controleer of de Bluetooth ADAPTER en de ADAPTER PORT van het apparaat
juist zijn aangesloten.
Het apparaat voorzien van Bluetooth draadloze technologie staat niet in de
communicatiestand die de Bluetooth draadloze technologie ondersteunt.
Controleer de instelling van het apparaat voorzien van Bluetooth draadloze
technologie.
Controleer of het paren correct is uitgevoerd. Het is mogelijk dat de parings-
instelling van dit apparaat of het apparaat voorzien van Bluetooth draadloze
technologie is gewist. Voer het paren opnieuw uit.
Controleer of het profiel correct is. Gebruik een apparaat voorzien van Blu-
etooth draadloze technologie die het A2DP-profiel en het AVRCP-profiel
ondersteunt.
Video
Probleem Oplossing
Er is geen beeld nadat u een
ingang hebt geselecteerd.
Controleer de videoaansluitingen van het bronapparaat.
Voor HDMI, of als digitale video-omzetting is ingesteld op OFF en een TV en
ander apparaat met verschillende snoeren zijn aangesloten (in De video-opties
instellen op bladzijde 54 ), moet u de TV op deze receiver aansluiten met het-
zelfde type videokabel als u hebt gebruikt om het videoapparaat aan te sluiten.
Controleer of de ingangen op de juiste manier zijn toegewezen voor de appara-
ten die zijn aangesloten met componentvideo- of HDMI-kabels (zie Het menu
Input Setup op bladzijde 31 ).
Controleer de instellingen van de video-uitgang op het bronapparaat.
Controleer of u de juiste video-ingang hebt geselecteerd op de TV.
Sommige apparatuur, zoals videospelletjesapparatuur, heeft resoluties die
niet kunnen worden omgezet. Als het aanpassen van de Resolution-instelling
van deze receiver (in De video-opties instellen op bladzijde 54 ) en/of de resolu-
tie-instellingen op de apparatuur of het beeldscherm niet werkt, kunt u probe-
ren om de Digital Video Conversion (in De video-opties instellen op bladzijde
54) om te schakelen naar OFF.