Operation Manual

De apparatuur aansluiten
11
Nl
3 Sluit het andere uiteinde van de kabels aan op de
luidsprekeraansluitingen. (De positieve en negatieve (+/
–) aansluitingen op de luidsprekers moeten
overeenkomen met die op de receivers.)
LET OP
Op deze luidsprekeraansluitingen staat een
GEVAARLIJKE
spanning
. Om een elektrische schok te voorkomen bij het aansluiten
en losmaken van de luidsprekerkabels, moet u de stekker uit het
stopcontact halen voordat u ongeïsoleerde onderdelen aanraakt.
Verwissel in geen geval de rechter en linker kanalen. De rechter
luidspreker is de luidspreker aan de rechterkant wanneer u naar het
toestel gekeerd staat.
Laat de ontblote luidsprekerdraden elkaar niet raken.
Zorg dat de ontblote draaduiteinden van de luidsprekerkabel stevig in
elkaar zijn gedraaid en volledig in de luidsprekeraansluiting steken.
Wanneer kale luidsprekerdraad contact maakt met het achterpaneel,
kan hierdoor het apparaat worden uitgeschakeld als
veiligheidsmaatregel.
Het apparaat bedienen met een afstandsbediening
van een andere Pioneer-component
Het apparaat kan met een afstandsbediening van een andere Pioneer-
component worden bediend als de stereoreceiver is aangesloten op
de component met een mono-ministekkerkabel (los verkrijgbaar).
Een andere subwoofer gebruiken
U kunt een subwoofer met versterker aansluiten op de
SUBWOOFER OUT-aansluiting.
Opmerking
Zonder ingebouwde versterker komt er geen geluid uit de
subwoofer.
Een netwerkaudioapparaat aansluiten
Een audioapparaat op het netwerk kan via een RCA-
audiokabel (los verkrijgbaar) op de stereoreceiver worden
aangesloten.
Opmerking
• De ingang NETWORK selecteren:
Op de afstandsbediening: Druk op NETWORK, of druk
meermaals op INPUT totdat NETWORK wordt
weergegeven op het scherm op het voorpaneel.
Op de stereoreceiver: Draai aan de knop SOURCE totdat
NETWORK wordt weergegeven op het scherm op het
voorpaneel.
Een digitaal audioapparaat aansluiten
Een digitaal audioapparaat kan via een optische of coaxiale
kabel (los verkrijgbaar) op de stereoreceiver worden
aangesloten.
Opmerking
• De digitale ingang selecteren:
Op de afstandsbediening: Druk meermaals op DIG IN 1/
2, of druk meermaals op INPUT totdat DIGITAL IN 1 (voor
optische ingang) of DIGITAL IN 2 (voor coaxiale ingang)
wordt weergegeven op het scherm op het voorpaneel.
Op de stereoreceiver: Draai een de knop SOURCE totdat
DIGITAL IN 1 (voor optische ingang) of DIGITAL IN 2
(voor coaxiale ingang) wordt weergegeven op het scherm
op het voorpaneel.
• De stereoreceiver kan een digitaal lineair PCM-signaal
ontvangen met een bemonsteringssnelheid en
kwantisatiebits tot 192 kHz/24 bits. (Afhankelijk van het
aangesloten apparaat en de omgeving kan dit niet
werken.)
ANTENNA
Stereoreceiver
(bijvoorbeeld
XC-P01)
Audiokabel
(los
verkrijgbaar)
Naar audio-
ingang
Naar SUBWOOFER
OUT-aansluiting
Los verkrijgbare
subwoofer
(ingebouwde
versterker)
ANTENNA
ANALOG
RL
AUDIO OUTPUT
Audiokabel
(los verkrijgbaar)
Stereoreceiver
(bijvoorbeeld
XC-P01)
Netwerkaudiospeler
DIGITAL OUT
DIGITAL OUT
COAXIAL
OPTICAL
Coaxiale kabel
(los verkrijgbaar)
Optische kabel
(los verkrijgbaar)
Digitaal opnameapparaat
Stereoreceiver
Digitaal opnameapparaat