Operation Manual

Nl
25
Geavanceerde bediening
! Dezelfde handeling wordt uitgevoerd wanneer de [IN/4BEAT
(IN ADJUST)]-toets tenminste 1 seconde ingedrukt wordt gehouden
en er een lus is ingesteld.
3 Druk op de [RELOOP/EXIT]-toets.
De lus-weergave wordt uitgeschakeld en de normale weergave van het
geluid dat op de achtergrond bleef spelen wordt nu hervat.
Sliplusbeweging
Als u de lengte van de beat aanraakt tijdens de sliplus, wordt de sliplus-
bewegingsmodus geactiveerd.
1 Raak [SLIP] aan.
De weergavefunctie schakelt naar de slip-weergave.
2 Raak [PERFORM] aan.
3 Selecteer en blijf de lengte van de beat aanraken
tijdens het afspelen van de sliplus.
De lus begint te bewegen.
Zelfs wanneer u in de sliplusbewegingsmodus bent, gaat de normale
weergave door op de achtergrond.
!
Afhankelijk van de lengte van de lus, is de lusbeweging mogelijk
niet ingeschakeld.
4 Neem uw vinger weg.
Dit annuleert de sliplusbeweging en keert terug naar het afspelen van de
sliplus van voor de sliplusbeweging.
Slip-terugwaarts
1 Raak [SLIP] aan.
De weergavefunctie schakelt naar de slip-weergave.
2 Druk tijdens weergave op de [DIRECTION REV]-toets.
De toets licht op en de weergave achteruit zal nu beginnen.
Zelfs tijdens de weergave achteruit gaat op de achtergrond de normale
weergave door.
! Het omgekeerd afspelen van de slip wordt automatisch geannu-
leerd nadat 8 beats zijn verstreken vanaf de positie waarop op de
toets [DIRECTION REV] werd gedrukt. De normale weergave van de
muziek dat op de achtergrond bleef spelen wordt nu hervat.
! Als u nogmaals op de toets [DIRECTION REV] drukt voordat er 8
beats zijn verstreken, wordt de slip-terugwaartse weergave geannu-
leerd en wordt de normale weergave van het geluid, dat op de achter-
grond bleef spelen, nu hervat.
Slip-beatsprong
1 Raak [SLIP] aan.
De weergavefunctie schakelt naar de slip-weergave.
2 Raak [PERFORM] aan.
3 Selecteren en de lengte van de beat blijven
vasthouden.
Beatsprong wordt gestart.
Normaal afspelen van het geluid dat op de achtergrond wordt afge-
speeld, gaat verder tijdens de slip-beatsprong.
4 Neem uw vinger weg.
Dit annuleert de slip-beatsprong en keert terug naar het normale afspe-
len dat op de achtergrond werd afgespeeld.
Slip-hotcue
1 Raak [SLIP] aan.
De weergavefunctie schakelt naar de slip-weergave.
2 Blijf een van de toetsen [HOT CUE (A,B,C)] aanraken.
Het hot-cueën begint.
Normale weergave van het geluid dat op de achtergrond wordt afge-
speeld, gaat verder, zelfs als [HOT CUE (A,B,C)] wordt aangeraakt.
! Na 4 beats nadat de hot-cue begon, wordt de slip-hotcuefunctie auto-
matisch geannuleerd en wordt de normale weergave van het geluid
dat op de achtergrond speelde hervat.
3 Neem uw vinger weg van [HOT CUE (A,B,C)].
Het normale afspelen van het geluid dat op de achtergrond werd afge-
speeld, wordt hervat als u uw vinger wegneemt van [HOT CUE (A,B,C)]
voordat 4 beats zijn verstreken vanaf de startpositie van de hot cue.
Annuleren van de slip-weergave
Raak [SLIP] aan in de slipmodus.
De slip-weergave wordt geannuleerd.
!
De slipmodus wordt ook geannuleerd wanneer een nieuw muziek-
stuk wordt geladen.
Afspelen vanaf de positie op de
golfvorm die werd aangeraakt
Raak de golfvorm aan met uw vinger om het afspelen van het geluid
te starten vanaf de aangeraakte positie. Blijf de golfvorm aanraken en
beweeg uw vinger om naar de gewenste positie te verplaatsen.
U kunt een muziekstuk zoeken door de golfvorm alleen in de volgende
omstandigheden aan te raken.
! In de pauzestand
! Wanneer u de instelknop ingedrukt houdt, als die op VINYL staat
Raak de golfvorm aan tijdens pauzeren.
De huidige afspeelpositie in de aanduiding van het afspeeladres wordt
verplaatst naar het punt precies boven de plek die u heeft aangeraakt.
!
Als u uw vinger snel beweegt, wordt de aanduiding van het afspeel-
adres mogelijk niet goed weergegeven.
Gebruik van de
beat-synchronisatiefunctie
Wanneer de beat-synchronisatiefunctie is ingeschakeld, kunnen de bpm
en de beatpositie van muziekstukken die worden afgespeeld met dit toe-
stel automatisch worden gesynchroniseerd met de DJ-speler die via PRO
DJ LINK met dit toestel is verbonden en die is ingesteld als de master.
! De beat-synchronisatiefunctie werkt niet voor muziekstukken die niet
zijn geanalyseerd met rekordbox.
1 Raak [BEAT SYNC MASTER] van de DJ-speler aan om
de synchronisatiemaster te gebruiken.
Stel de DJ-speler die u wilt gebruiken als synchronisatie-master in.
Wanneer de beat-synchronisatiefunctie is ingeschakeld, verandert de
bpm-aanduiding op de als master ingestelde DJ-speler naar oranje.
! rekordbox kan ook worden ingesteld als de synchronisatie-master.
Informatie over de procedure voor het instellen van rekordbox op
synchronisatiemaster, vindt u in de handleiding van de rekordbox
(Mac/Windows).