Instructions

~ 111 ~
2. De koolstoffilters zijn bedoeld om aan beide zijden
19
van de motor te worden
gemonteerd.
3. Plaats de koolstoffilter op de motor en draai het rechtsom totdat het stevig vastzit
(zie afb. hieronder).
Afb. vergelijkbaar: modificaties zijn mogelijk.
A
MOTOR
B
KOOLSTOFFILTER
C
DRAAIEN MET DE KLOK MEE = plaats de koolstoffilter op de motor
en draai het filter met de klok mee totdat het correct is geïnstalleerd.
4. Herhaal de procedure aan de andere kant van de motor.
20
5. Installeer de vetfilter(s).
6. Als u de koolstoffilters wilt verwijderen, draait u de filters tegen de klok in en
verwijdert u ze.
LET OP! Als de koolstoffilters zijn geïnstalleerd, wordt de zuigkracht
verminderd.
LET OP! Vervang de koolstoffilters om de drie tot zes maanden,
afhankelijk van de gebruiksfrequentie. Maak de vetfilter (s) regelmatig
schoon voor een goede werking van de motor.
19
Afhankelijk van het model.
20
Afhankelijk van het model.