Instructions

~ 117 ~
6. Problemen oplossen
STORING
MOGELIJKE OORZAAK
MOGELIJKE MAATREGEL (EN)
HET APPARAAT WERKT HELEMAAL NIET.
1. De stekker van het apparaat is niet
aangesloten op het stopcontact.
1. Sluit het apparaat goed aan op het
stopcontact.
2. De stekker is los komen te zitten.
2. Controleer de zekering.
3. Het stopcontact wordt niet met
energie gevoed.
3. Controleer het betreffende
stopcontact door een andere
apparaat in te schakelen.
4. De zekering is uitgeschakeld.
4. Controleer de huisbeveiliging.
5. De spanning is te laag.
5. Vergelijk de gegevens op het
typeplaatje met de gegevens van uw
energieleverancier.
HET LAMPJE BRANDT, MAAR DE MOTOR WERKT NIET.
1. Defecte stroomvoorziening.
1. Controleer de stroomvoorziening.
2. Motorlagering defect.
2. Vervang motor.
ABNORMALE MOTORISCHE-GEUR.
1. Motor defect.
1. Vervang motor.
SMEER VAN OLIE.
1. Eenrichtingsklep lekt.
1. Sluit de eenrichtingsklep af.
APPARAAT TRILT.
1. Motor niet goed vast.
1. Stel motor goed vast.
2. Kap niet goed vast.
2. Stel kap goed vast.
ONVOLDOENDE ZUIG CAPACITEIT.
1. Te grote afstand kap-kookplaat.
1. Hang de kap lager.
2. Te veel tocht door openstaande
deuren en / of ramen.
2. Sluit de deuren / ramen.
APPARAAT IS INSTABIEL.
1. Montagebeugel niet vast
gemonteerd.
1. Monteer de montagebeugel correct.
2. Montageschroeven niet stevig
aangedraaid.
2. Draai de montageschroeven vast.