NLD 17925343.
KNOPPEN Light (Licht)/ Keylock (knopvergrendeling) Up (Omhoog) Start Stop Beste Polar-gebruiker, Gefeliciteerd met de aanschaf van deze Polar Outdoor Computer. Wij zijn er trots op dit product te kunnen aanbieden dat speciaal is ontworpen voor alle liefhebbers van buitensport. Dankzij uw Polar Outdoor Computer kunt u buiten veilig en met veel plezier sporten.
SNEL VAN START MET DE AXN500 & AXN700 De blauwe tekst is uitsluitend van toepassing op de AXN700. Knopsymbolen: Start: Druk op de Start-knop. Up : Druk op de Up -knop. Stop: Houd de Stop-knop ingedrukt om vanuit elke functie terug te keren naar het beginpunt (hoofdvenster Time).
POLAR OUTDOOR COMPUTER SET AXN700 De verpakking van de Polar AXN Outdoor Computer bevat de volgende onderdelen: Toolkit bevat een aantal demo's waarmee het gebruik van de Polar AXN Outdoor Computer interactief wordt uitgelegd. Raadpleeg de aparte gebruiksaanwijzing bij de Toolkit voor meer informatie. Polsunit Met de polsunit kunt u uw buitensportactiviteiten volgen. Deze registreert ook de omgevingsomstandigheden.
INHOUD De blauwe tekst is uitsluitend van toepassing op de AXN700. Snel van Start .......................................................................................................................................................................... 3 Polar Outdoor Computer .......................................................................................................................................................... 4 1. DE KNOPPEN VAN DE POLSUNIT EN HUN FUNCTIE ...............................
3.2 3.3 3.4 3.5 4. 6 SUBFUNCTIE ALTI (HOOGTEMETER) ...................................................................................................................... 37 3.2.1 De hoogtemeter activeren .............................................................................................................. 37 3.2.2 De schaal voor de grafische trend instellen (Altitude Scale) ................................................................. 38 ....................................................
4.2 4.3 4.4 4.5 4.1.3 De datum (Date) wijzigen ...................................................................................................................... 63 4.1.4 Reminders instellen (Reminder) ............................................................................................................ 63 BESTANDEN .......................................................................................................................................................... 65 4.2.
7. VEELGESTELDE VRAGEN .............................................................................................................................................. 102 8. TECHNISCHE SPECIFICATIES ....................................................................................................................................... 103 9. INTERNATIONALE GARANTIE ........................................................................................................................................
1. DE KNOPPEN VAN DE POLSUNIT EN HUN FUNCTIE De knopsymbolen die bij de Outdoor Computer worden gebruikt, staan op de metalen behuizing van de polsunit. De namen van de hoofdfuncties staan op het lensframe. Light-knop (Licht) • Hiermee kunt u bij alle functies de verlichting inschakelen • U kunt de knopvergrendeling (Keylock) in- of uitschakelen (houd de knop ten minste 1 seconde ingedrukt). Met de knopvergrendeling voorkomt u dat de knop per ongeluk wordt ingedrukt.
1.1 DE OUTDOOR COMPUTER VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKEN Wanneer u de Outdoor Computer voor de eerste keer gaat gebruiken, geeft u de instellingen (tijd, datum, eenheden en persoonlijke instellingen) op via de functie Basisinstellingen (Basic Settings). U kunt de instellingen ook voorbereiden met behulp van de Polar Precision Performance software of met de Polar UpLink Tool, die u gratis kunt downloaden bij www.polar.fi. Zie de afzonderlijke gebruiksaanwijzing bij de Toolkit voor meer informatie.
Displayweergave: 5. Units (Eenheden): • Stel 1 (meter/hPa/graden Celsius) of 2 (foot/inch Hg/graden Fahrenheit) in Druk op de Up -knop of de Down -knop om de knipperende waarde in te stellen Druk op de Start-knop om de waarde te accepteren Up / Down Start Up / Down Start 7. Height (Hoogte): • Stel centimeter CM of voet FT in • Stel INCH (inches) in als u bij Units 2 hebt gekozen Up Up / Down / Down Start Start 8. • • • Up Up Up / Down / Down / Down Start Start Start Up / Down Start 6.
1.2 DE POLSBAND VAN DE AXN700 KORTER MAKEN Als de polsband korter moet worden gemaakt, kunt u dit laten doen door een plaatselijke juwelier. U kunt het ook zelf doen met behulp van de volgende instructies. 1. Plaats de AXN700 polsunit om uw pols en meet hoeveel secties u kunt verwijderen. Gedeelte van de polsband dat kan worden verwijderd Eén sectie van het gedeelte dat kan worden verwijderd 2. Maak de gesp met het Polar logo los door met een speld of ander puntig voorwerp op het pinnetje te drukken.
4. Maak de polsband één sectie korter: knip langs de groeven op de binnenkant van de polsband. Als u de polsband met meerdere secties moet inkorten, maakt u de gesp ook aan de andere kant los. Snij één sectie van de andere polsband af, zodat de gesp in het midden blijft. Snij de secties stuk voor stuk af, zodat u de polsband niet te kort maakt. 5. Schuif het pinnetje in het laatste aanpassingsgat. 6. Bevestig de polsband met het pinnnetje aan de gesp. Controleer of het pinnetje goed vastzit.
2. DE HOOFDFUNCTIES VAN DE POLAR OUTDOOR COMPUTER De Polar Outdoor Computer heeft zes hoofdfuncties: • Time (tijd, hoofdvenster) • Alti (hoogtemeter) • Baro (barometer) • Navi (kompas) • Test (fitness test en HFrust test) • Action (activiteitenregistratie) In dit gedeelte wordt beschreven hoe u deze verschillende functies gebruikt. Bij Snel van start vindt u een functieoverzicht waarin wordt aangegeven hoe u naar de hoofdfuncties en de subfuncties gaat.
Functieniveau-indicatoren Als u naar de subfuncties wilt gaan, gebruikt u de Start-knop bij de hoofdfuncties Time, Alti, Baro en Navi. Wanneer u de subfuncties doorloopt, geeft het symbool aan op welk niveau u zich in de functie bevindt. In het voorbeeld is de polsunit op het eerste niveau van de hoofdfunctie Time. Terwijl u de functies of menu's doorloopt, geeft de knipperende functieniveau-indicator aan bij welke functie of welk menu u bent. In het voorbeeld knippert het onderste symbool.
2.1 HOOFDFUNCTIE TIME U kunt de hoofdfunctie Time gebruiken als horloge. Bij deze functie wordt de tijd aangegeven, evenals de datum, alarmen en reminders. De Time-functie is het hoofdvenster van het systeem. U kunt vanuit elke functie of menu terugkeren naar het hoofdvenster door de Stop-knop ingedrukt te houden. Via de subfuncties van de hoofdfunctie Time kunt u instellingen voor het horloge, de gebruiker, het geheugen en algemene instellingen opgeven.
De dubbele tijd wijzigen U kunt tussen de eerste en de tweede tijd (Time 1 en 2) schakelen door de Down -knop ingedrukt te houden. 1. Tijdsaanduiding 1 2. Tijdsaanduiding 2 Op het display wordt de aanduiding Time 2 gedurende een paar seconden weergegeven. Ingedrukt houden Zie pagina 61 voor meer informatie over het instellen van twee verschillende tijden. Opmerking: • AM/PM geeft aan dat u de 12-uursnotatie gebruikt. Zie pagina 61 voor meer informatie als u de tijdsinstellingen wilt wijzigen.
2.2 HOOFDFUNCTIE ALTI (HOOGTEMETER) U gebruikt de hoofdfunctie Alti om te controleren op welke hoogte u zich bevindt terwijl u aan het sporten bent. U kunt deze functie bijvoorbeeld gebruiken om te controleren hoe hoog u bent gekomen bij een bergwandeling. Druk in de hoofdfunctie Time op de Up -knop om de hoofdfunctie Alti te activeren. Bij de hoofdfunctie Alti wordt de volgende informatie weergegeven: Het symbool wordt weergegeven wanneer de hoogtemeter actief is.
De totale-tijdas is gelijk aan Grafische hoogtetrend De grafiek geeft aan hoe uw hoogte is gewijzigd. Hoogte Het laatst bijgewerkte punt. Time (tijd) Hoogte • Welke schaal in de grafiek wordt gebruikt om uw hoogte aan te geven, is afhankelijk van de instellingen die u gebruikt. Zie pagina 38 voor meer informatie. Time (tijd) • Als de activiteitenregistratie niet is ingeschakeld, wordt de grafiek elke 15 minuten bijgewerkt. Op de gehele grafiek worden de laatste 11 uur en 45 minuten weergegeven.
De informatie op de bovenste regel wijzigen: Als u de informatie op de bovenste regel wilt wijzigen, houdt u de Up -knop ingedrukt: 1. Grafische hoogtetrend 2. Verticale stijgings- en dalingssnelheid (m/min) Ingedrukt houden De informatie op de onderste regel wijzigen: Als u de informatie op de onderste regel wilt wijzigen, houdt u de Down -knop ingedrukt: 1. Hartslag* 2. Huidig calorieverbruik (kcal/h)* Ingedrukt houden 3.
1. Voorbeelden van het gebruik van de hoogtemeter 1. Als u wilt nagaan hoe uw energieverbruik wijzigt met uw wandeltempo en de hoogte die u bereikt, selecteert u de verticale snelheid terwijl u stijgt of daalt en het aantal calorieën dat u per uur verbrandt. 2. 2. Als u wilt nagaan hoe uw lichaam reageert op veranderingen in tempo en hoogte, selecteert u uw verticale snelheid terwijl u stijgt of daalt en uw hartslag.
2.3 HOOFDFUNCTIE BARO (BAROMETER) U kunt de hoofdfunctie Baro gebruiken om het zeeniveau of het absolute niveau van de barometrische druk en de temperatuur te controleren. Er wordt van uitgegaan dat alle wijzigingen in de barometrische druk zijn veroorzaakt door weersveranderingen. U kunt de weersveranderingen interpreteren aan de hand van de wijzigingen in de gemeten barometrische druk wanneer u op dezelfde hoogte blijft.
Grafische barometertrend Deze grafiek geeft aan hoe de druk op zeeniveau is gewijzigd. De druk varieert per locatie. Ook varieert de druk met het seizoen en met de hoogte. U moet de lokale gemiddelde luchtdruk nagaan en leren de trends aan de hand van uw lokale waarnemingen te interpreteren. Luchtdruk zeeniveau: De gehele as is gelijk aan 15 hPa of 0,75 inHg. Eén witte pixel is gelijk aan 1 hPa of 0,05 inHg. Het laatst bijgewerkte punt. De trend wordt elke 15 minuten bijgewerkt.
Alarm voor barometerdruk daling Een drukverandering over een interval van ongeveer 2-3 uur is de beste indicator voor een weersvoorspelling. Als de barometerdruk in de loop van drie uur 4 hPa/0,12 inHg of meer daalt, wordt het symbool Alarm voor barometerdruk daling automatisch weergegeven, evenals de tekst Barometer ALARM. De tekst blijf aanwezig op het display totdat u een knop indrukt.
De informatie op de onderste regel wijzigen: Als u de informatie op de onderste regel wilt wijzigen, houdt u de Down -knop ingedrukt: 1. Temperatuur (°C/°F) 2. Tijd Ingedrukt houden Opmerking: • Omdat de temperatuurmeting wordt beïnvloed door uw lichaamstemperatuur, kunt u de polsunit het beste minstens tien minuten voordat u de meting uitvoert, afdoen. • U kunt ook de informatie in de bovenste en de onderste regel wijzigen terwijl u uw activiteiten registreert.
2.4 HOOFDFUNCTIE NAVI (KOMPAS) U kunt de hoofdfunctie Navi gebruiken om te navigeren en te bepalen in welke richting u zich verplaatst. Druk in de hoofdfunctie Time op de Up - of de Down -knop totdat de hoofdfunctie Navi wordt weergegeven.
2.5 HOOFDFUNCTIE TEST In de hoofdfunctie Test kunt u het volgende doen: • U kunt de Polar Fitness Test doen om uw OwnIndex®-waarde en zo uw aërobe conditie te bepalen. De OwnIndex is een waarde die vergelijkbaar is met de maximale zuurstofopname, VO2max. Zie pagina 52 voor meer informatie. • U kunt de Polar HFrust test doen om uw hartslag in rust te meten. Dit geeft u informatie over uw fysieke fitheid en herstelvermogen, of uw aanpassingsvermogen bij verschillende hoogten.
Druk in de hoofdfunctie Time op de Down -knop om de hoofdfunctie Action te activeren. Bij de hoofdfunctie Action wordt de volgende informatie weergegeven: Vooraf ingestelde hartslaglimieten en hoeveelheid beschikbaar geheugen (alternatieven). (hoogtemeter) of (barometer), afhankelijk van de functie die is geactiveerd. Duur van de activiteit. Target Zone Alarm symbool. Het hartsymbool knippert en uw huidige hartslag wordt weergegeven als uw hartslag wordt waargenomen.
De informatie op de onderste regel wijzigen Als u de informatie op de onderste regel wilt wijzigen, houdt u de Down -knop ingedrukt: 1. Huidige hartslag (slagen per minuut) 2. Huidig calorieverbruik (kcal/h)* Ingedrukt houden 3. Calorieverbruik tijdens activiteitenregistratie (kcal)* Ingedrukt houden 4. Huidige hartslag als percentage van maximale hartslag Ingedrukt houden *Het aantal calorieën dat u verbrandt wordt gemeten vanaf het moment dat u de registratie start.
3. METEN EN REGISTREREN MET UW OUTDOOR COMPUTER 3.1 SUBFUNCTIE ACTION 3.1.1 WAAROM MOET U UW HARTSLAG CONTROLEREN ALS U AAN BUITENSPORT DOET? Er zijn allerlei redenen om uw hartslag te controleren als u aan buitensport doet: Planning - U kunt uw hartslag gebruiken bij de planning van uw activiteiten, zodat u zo afwisselend mogelijk traint. Intensiteit - Uw hartslag is een nauwkeurige maat voor de intensiteit waarmee u aan het sporten bent: u weet hoe hard u zich inspant.
1. 1. Bevochtig de delen van de band die de elektroden bevatten grondig met behulp van stromend water. 2. Bevestig het zendgedeelte aan de band. Plaats de letter L op het zendgedeelte naast het woord LEFT (links) op de band en klik de sluiting dicht. 2. 3. Stel de lengte van het elastische bandje zo in dat de borstband strak maar comfortabel zit. Bevestig de band precies onder de borstspieren om uw borst en klik de tweede sluiting dicht. 4.
3.1.3 UW ACTIVITEITEN REGISTREREN 1. Druk in de hoofdfunctie Time op de Down -knop om de hoofdfunctie Action te activeren. Als u de borstband draagt, wordt uw hartslag binnen een paar seconden weergegeven. Druk op de Start-knop om te beginnen met het registreren van uw activiteiten. U kunt snel beginnen met het registreren van uw activiteiten door in de hoofdfunctie Time de Start-knop ingedrukt te houden. 2. Op de polsunit wordt Action: REC ON weergegeven en de activiteitentimer begint te lopen.
Grafische hartslagtrend De grafiek geeft aan hoe uw hartslag is gewijzigd. Hartslag: De gehele as is gelijk aan 15 slagen per minuut en één pixel is gelijk aan 1 slag per minuut (hsm). Het laatst bijgewerkte punt. De trend wordt elke 15 seconden bijgewerkt. Tijd: laatste 11 minuten en 45 seconden Opmerking: • Als de activiteitenregistratie is ingeschakeld en u de borstband draagt, wordt uw huidige hartslag ook weergegeven bij de hoofdfuncties Time en Alti.
3.1.4 FUNCTIES DIE U KUNT GEBRUIKEN TIJDENS DE ACTIVITEITENREGISTRATIE In de hoofdfunctie Action kunt u bij de activiteitenregistratie de volgende functies gebruiken. De geluiden in- of uitschakelen: Houd de Up -knop ingedrukt. Het symbool knoppen, activiteiten en Target Zone Alarm zijn ingeschakeld. geeft aan dat de geluiden voor Markeringen instellen voor interessante punten, ogenblikken of plaatsen: Druk op de Start-knop.
Target Zone Alarm: Met het Target Zone Alarm (alarm voor de trainingszone) kunt u ervoor zorgen dat u traint met de juiste intensiteit. Nadat u uw hartslaglimieten hebt ingesteld, geeft de polsunit een alarmsignaal als uw hartslag boven of onder deze limieten komt. U kunt de hartslaglimieten voor de trainingszone instellen via het menu Settings/General. Zie pagina 87 voor meer informatie.
1. Als u de functie FileView wilt activeren, houdt u de Start-knop ingedrukt terwijl de activiteitenregistratie wordt uitgevoerd. 2. FileView SPLIT wordt weergegeven. De functie FileView wordt automatisch gestart en de volgende gegevens worden doorlopen: FileView SPLIT Tussentijd HR AVG Gemiddelde hartslag HR MAX Maximale hartslag KCAL Calorieën cumulatief VERT.SPD AVG Gemiddelde stijgingssnelheid* VERT.SPD MAX Maximale stijgingssnelheid* VERT.SPD AVG Gemiddelde dalingssnelheid* VERT.
3.2 SUBFUNCTIE ALTI (HOOGTEMETER) In de subfunctie Alti kunt u het volgende doen: • Uw hoogtemeter activeren. • De hoogteschaal voor de grafische trend instellen op het soort activiteit dat u gaat uitvoeren. • Hoogtealarmen instellen om u te herinneren aan hoogtelimieten voor de dag of u te helpen bij de navigatie (als u een topografische kaart gebruikt). • De hoogte kalibreren. Druk op Start • ACTIVATE Druk op Up • SCALE Druk op Up • ALARM Druk op Up • CALIBRATION 3.2.
3. Ga verder door op de Start-knop te drukken en voer de onderstaande stap uit: 4. Displayweergave: Activate: ALTI of BARO Druk op de Up - of de Down -knop om ALTI (hoogtemeter) te selecteren. Druk op de Start-knop om de geselecteerde functie te activeren. • Houd de Stop-knop ingedrukt om terug te keren naar de hoofdfunctie Time. Opmerking: • Als u de hoogtemeter activeert, kunt u de luchtdruk op zeeniveau niet meer aflezen.
De schaal instellen: 1. Druk in de hoofdfunctie Alti op de Start-knop. Druk op de Up -knop totdat Altitude SCALE (Hoogte schaal) wordt weergegeven. 2. Ga verder door op de Start-knop te drukken en voer de onderstaande stap uit: 3. Displayweergave: Altitude SCALE Druk op de Up -knop of de Down -knop om de gewenste schaal te selecteren. Druk op de Start-knop. • De polsunit keert terug naar het menu Altitude SCALE. • Houd de Stop-knop ingedrukt om terug te keren naar het hoofdvenster Time.
3.2.3 HOOGTEALARMEN INSTELLEN Hoogtealarmen geven aan wanneer u een bepaalde vooraf ingestelde hoogtelimiet hebt bereikt. U kunt bijhouden hoeveel u elke dag klimt door een hoogtealarm voor de gewenste streefhoogte in te stellen. 1. Druk in de hoofdfunctie Alti op de Start-knop. Druk op de Up -knop of de Down -knop totdat Altitude Alarm (Hoogtealarm) wordt weergegeven. 2.
Werking van hoogtealarmen Hoogtealarmen werken in alle hoofdfuncties. Wanneer u een bepaalde vooraf ingestelde hoogte bereikt, geeft de polsunit een alarm en worden het symbool en de tekst Altitude Alarm! weergegeven. Druk op een willekeurige knop om het alarm te stoppen. Om te voorkomen dat het alarm constant afgaat voor dezelfde hoogte, geeft de polsunit het alarm alleen opnieuw als u ten minste 10 m / 33 ft hebt geklommen of bent gedaald voordat u dezelfde vooraf ingestelde hoogte opnieuw bereikt.
Handmatig kalibreren 1. Druk in de hoofdfunctie Alti op de Start-knop. Druk op de Down -knop. Altitude CALIBRATION wordt weergegeven. 2. Ga verder door op de Start-knop te drukken en voer de onderstaande stappen uit: Displayweergave: Druk op de Up -knop of de Down -knop om de knipperende waarde in te stellen Druk op de Start-knop om de waarde te accepteren 3. Calibrate MANUAL/ LIST Up / Down • selecteer handmatige kalibratie (MANUAL). Start 4.
3.3 SUBFUNCTIE BARO (BAROMETER) In de subfunctie Baro kunt u het volgende doen: • Uw barometer activeren. • De luchtdruk op zeeniveau kalibreren. Druk op Start • ACTIVATE Druk op Up • CALIBRATION 3.3.1 DE BAROMETER ACTIVEREN Omdat de barometrische druk aanzienlijk afneemt op grotere hoogte, is het aan te raden de barometer te gebruiken wanneer u langere tijd op dezelfde hoogte zult blijven, bijvoorbeeld als u 's nachts gaat kamperen.
3. Ga verder door op de Start-knop te drukken en voer de onderstaande stap uit: 4. Displayweergave: Activate: ALTI of BARO Druk op de Up - of de Down knop om BARO (barometer) te selecteren. Druk op de Start-knop om de geselecteerde functie te activeren. • Houd de Stop-knop ingedrukt als u wilt terugkeren naar de hoofdfunctie Time. Opmerking: • Omdat zowel de hoogtemeter als de barometer gebruikmaken van de barometrische druk, kunt u maar een van deze functies tegelijk activeren.
1. Druk in de hoofdfunctie Baro op de Start-knop. Druk op de Down -knop. Barometer CALIBRATION wordt weergegeven. 2. Ga verder door op de Start-knop te drukken en voer de onderstaande stap uit: 3. Displayweergave: Barometer SEA LEVEL Druk op de Up -knop of de Down -knop om de knipperende waarde voor de luchtdruk op zeeniveau in te stellen. Druk op de Start-knop om de waarde te accepteren. • Calibration OK wordt weergegeven en de polsunit keert terug naar de hoofdfunctie Baro.
3.4 SUBFUNCTIE NAVI (KOMPAS) In de subfunctie Navi kunt u het volgende doen: • Handmatig de koers uitzetten. • Het kompas kalibreren. • De kompasafwijking instellen. Druk op Start • BEARING Druk op Up • CALIBRATION Druk op Up • DECLINATION 3.4.1 RICHTINGINDICATIE Het kompas toont de volgende gegevens, afhankelijk van uw richting: Noord 3 richtingaanwijzers wijzen naar het Noorden, zodat u kunt zien in welke richting u nu gaat.
3.4.2 DE KOERS UITZETTEN (COMPASS: BEARING) U kunt een koers uitzetten om te zorgen dat u op het juiste spoor blijft. U kunt dit op twee manieren doen: • Wijs met het Polar logo van de polsunit naar uw bestemming of een oriëntatiepunt en zet een koers uit door de Up -knop in de hoofdfunctie Navi ingedrukt te houden. • U kunt de koers ook uitzetten door de stappen 1-3 uit te voeren. 1. Druk in de hoofdfunctie Navi op de Start-knop. Compass: BEARING wordt weergegeven. 2.
Hoe werkt het? De koersindicator geeft in de hoofdfunctie Navi de richting naar de bestemming aan. Draai naar de richting waar het Noorden en de koersindicator elkaar overlappen. U gaat in de goede richting U gaat in de verkeerde richting De koers die u hebt uitgezet. Noord-indicator en koersindicator wijzen in dezelfde richting Koersindicator Noord-indicator Als u een koers wilt wissen, houdt u de Up -knop in de hoofdfunctie Navi ingedrukt.
3.4.3 HET KOMPAS KALIBREREN (COMPASS: CALIBRATION) Kalibreer het kompas: • Wanneer u het voor de eerste keer gebruikt in een nieuwe omgeving. • Wanneer het is blootgesteld aan grote temperatuurwijzigingen of sterke magnetische velden, zoals die voorkomen bij luidsprekers, tv's of andere bronnen van sterke magnetische velden. • Als u merkt dat het kompas de richting niet correct aangeeft. • Nadat u een nieuwe batterij hebt geplaatst in de polsunit. 1. Druk in de hoofdfunctie Navi op de Start-knop.
4. 4. Als u helemaal bent rondgedraaid, vormen de indicatoren een cirkel op het display. Opmerking: Let op dat er geen lege ruimtes zijn tussen de indicatoren . Als er lege ruimtes zijn nadat u volledig bent rondgedraaid, moet u de kalibratie voltooien door nogmaals 360 graden rond te draaien. Op de polsunit wordt • Calibration OK - weergegeven als de kalibratie is geslaagd. De polsunit keert terug naar de hoofdfunctie Navi.
3.4.4 DE KOMPASAFWIJKING INSTELLEN (COMPASS: DECLINATION) De kompasafwijking (declinatie) is het verschil in graden tussen het magnetische Noorden (zoals aangegeven door het kompas) en het geografische Noorden. De kompasafwijking is afhankelijk van het gebied waar u zich bevindt. Ga na wat de lokale kompasafwijking is. U kunt hiervoor bijvoorbeeld een topografische kaart raadplegen. Stel de correcte kompasafwijking in. 1. Druk in de hoofdfunctie Navi op de Start-knop.
3.5 SUBFUNCTIE TEST 3.5.1 DE POLAR FITNESS TEST UITVOEREN Om na te gaan hoe uw conditie verbetert, kunt u gedurende de eerste twee weken dat u actief bent de Fitness Test een paar keer doen. U krijgt zo een basislijnwaarde. Herhaal de test vervolgens ongeveer een keer per maand om de wijzigingen in uw aërobe conditie te volgen. U kunt deze test pas uitvoeren als u uw persoonlijke gebruikersgegevens en uw fysieke activiteiten op lange termijn hebt ingevoerd in het menu Settings/User (zie pagina 82).
4. Ontspan u. Houd uw handen naast uw lichaam, beweeg zo weinig mogelijk en praat niet met andere personen. 5. Wanneer de test is voltooid, worden uw huidige OwnIndex en de interpretatie 5. Fitheidsklasse ervan weergegeven. Zie pagina 55 voor meer informatie over de interpretatie. 6. Druk op de Start-knop.
3.5.2 RESULTAAT VAN DE OWNINDEX - FITNESS TEST De OwnIndex is een waarde die vergelijkbaar is met de maximale zuurstofopname (VO2max in ml/kg/min) en die vaak wordt gebruikt voor het bepalen van de aërobe conditie. De cardiovasculaire of aërobe conditie geeft aan hoe goed uw cardiovasculaire systeem werkt bij de zuurstoftoevoer en -opname in uw lichaam. Hoe sterker en efficiënter uw hart is, des te beter is uw aërobe conditie.
1 2 3 4 Leeftijd (zeer (slecht) (redelijk) (gemiddeld) (jaar) slecht) 5 (goed) 6 (zeer goed) 7 (uitstekend) MANNEN 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-65 < 32 < 31 < 29 < 28 < 26 < 25 < 24 < 22 < 21 32-37 31-35 29-34 28-32 26-31 25-29 24-27 22-26 21-24 38-43 36-42 35-40 33-38 32-35 30-34 28-32 27-30 25-28 44-50 43-48 41-45 39-43 36-41 35-39 33-36 31-34 29-32 51-56 49-53 46-51 44-48 42-46 40-43 37-41 35-39 33-36 57-62 54-59 52-56 49-54 47-51 44-48 42-46 40-43 37-40 >62 >59 >56 >54
3.5.4 DE POLAR HFrust TEST UITVOEREN Uw rusthartslag (HFrust) is zeer persoonlijk. U moet de waarde daarom vergelijken met uw eigen basislijn. Om uw persoonlijke basislijn uit te zoeken, voert u de test vijf dagen achter elkaar 's ochtends thuis (of op dezelfde hoogte waarop u woont) uit. Daarna moet u uw rusthartslag eenmaal per zes maanden bijwerken. Als u regelmatig traint en uw conditie verbetert, dan is het aan te raden uw basislijn vaker aan te passen. De test is bedoeld voor gezonde volwassenen.
De HFrust test uitvoeren 1. Druk in het hoofdvenster Time op de Up - of de Down -knop totdat de hoofdfunctie Test wordt weergegeven. 2. Druk op de Start-knop. Druk op de Up -knop of de Down -knop om Test: HR REST (HFrust test) te selecteren. Druk op de Start-knop. Als u de test al eerder hebt uitgevoerd, worden uw laatste restresultaat en de testdatum weergegeven. Als u de test voor de eerste keer uitvoert, wordt de test gestart. U kunt stap 3 dan overslaan. 3. Druk op de Start-knop om de test te starten.
De test annuleren Als u de test tijdens de uitvoering wilt annuleren, drukt u op de Stop-knop. De test wordt afgebroken en uw laatste testresultaat wordt niet bijgewerkt. 3.5.5 RESULTAAT RUSTHARTSLAG - HFrust TEST Uw rusthartslag neemt af naarmate u fitter wordt. Uw rusthartslag zal in het algemeen toenemen door psychische stress.
4. INSTELLINGEN WIJZIGEN, BESTANDEN BEKIJKEN EN TIMERS GEBRUIKEN (HOOFDFUNCTIE TIME) Via de subfuncties van de hoofdfunctie Time kunt u instellingen voor het horloge, de gebruiker, het geheugen en de polsunit opgeven en kunt u tevens de stopwatch en de CountDown timer gebruiken, geheugenbestanden bekijken en de unit op een pc aansluiten. Raadpleeg de aparte gebruiksaanwijzing bij de Toolkit voor meer informatie over de aansluiting op een pc.
4.1.1 ALARMEN INSTELLEN (ALARM) In het menu Setting Alarm kunt u drie dagelijkse alarmen instellen. Maak u geen zorgen dat u misschien vergeet om 's avonds de wekfunctie in te schakelen. Als deze functie eenmaal is ingeschakeld, werkt deze elke dag. Als u moeite hebt met wakker worden, gebruik dan de snooze-functie van de polsunit om die tien waardevolle minuten langer te slapen. 1. Druk in het hoofdvenster Time op de Start-knop. Menu WATCH SET wordt weergegeven. 2. Druk op de Start-knop.
Hoe het alarm werkt Het alarm werkt in alle functies. Als het alarm klinkt, wordt Daily Alarm! (dagelijks alarm) weergeven in combinatie met een knipperende verlichting. De pieptoon blijft dan gedurende een minuut hoorbaar, tenzij u het alarm uitschakelt door op de Stop-knop te drukken. Als u nog 10 minuten langer wilt slapen, drukt u op de Up-, Down- of Start-knop: Snooze wordt weergegeven. Het alarm klinkt na 10 minuten opnieuw.
4. Ga verder door op de Start-knop te drukken en voer de onderstaande stappen uit: Displayweergave: Druk op de Up - of Down -knop om de knipperende waarde in te stellen Druk op de Start-knop om de waarde te accepteren 5. Time 1 SET Up / Down • selecteer de tijdzone (1 of 2). Start 6. SET 12h / 24h Up / Down • selecteer de knipperende 12h of 24h. Start (Sla stap 7 over als u de 24-uursnotatie hebt geselecteerd) 7. SET AM/PM (als u de 12-uursnotatie hebt geselecteerd) Up / Down • selecteer AM of PM.
4.1.3 DE DATUM (DATE) WIJZIGEN 1. Druk in het hoofdvenster Time op de Start-knop. Menu WATCH SET wordt weergegeven. 2. Druk op de Start-knop. WatchSet ALARM wordt weergegeven. 3. Druk op de Up - of Down -knop tot WatchSet DATE wordt weergegeven. 4. Ga verder door op de Start-knop te drukken en voer de onderstaande stappen uit: Displayweergave: Druk op de Up - of Down -knop om de knipperende waarde in te stellen Druk op de Start-knop om de waarde te accepteren 5. Date: DD.MM.YY of MM.DD.
3. Druk op de Down -knop. WatchSet REMINDER wordt weergegeven. 4. Ga verder door op de Start-knop te drukken en voer de onderstaande stappen uit: Displayweergave: Druk op de Up - of Down -knop om de knipperende waarde in te stellen Druk op de Start-knop om de waarde te accepteren 5. Remind1 Up / Down • selecteer een van de vijf reminders. Start 6. SET ON of OFF Up / Down • schakel de reminder in of uit.
4.2 BESTANDEN Druk op Start • AUTO LOG Druk op Up • ACTION FILE Druk op Up • SEASON TOT. Er zijn drie typen bestanden waarin informatie in de polsunit kan worden geregistreerd: • Automatisch logboek: bevat hoogte- en barometerinformatie van twee weken die automatisch en doorlopend is geregistreerd afhankelijk van de door u gebruikte functie. • Activiteitenbestand: bevat de informatie die u hebt geregistreerd tijdens uw activiteit.
4. Druk op de Start-knop. De laatst geregistreerde informatie (END) wordt weergegeven: Grafische hoogtetrend of barometerdruktrend. END geeft het eindpunt van de grafiek aan. Dit is de grafische trendinformatie die het kortst geleden is geregistreerd. Datum waarop de informatie werd geregistreerd. Tijd waarop de informatie werd geregistreerd (als u de 12-uursnotatie gebruikt: afwisselend A en P, afhankelijk van de tijd, A= am en P= pm).
6. U kunt gedetailleerdere informatie van een bepaalde datum bekijken door op de Start-knop te drukken om zo de datum te selecteren. De volgende informatie wordt weergegeven: Grafische hoogte- of barometertrend. De hoogte of barometerdruk op het moment dat de informatie werd geregistreerd. De tijd en datum waarop de informatie werd geregistreerd, wisselen elkaar af. 7. Gebruik de Up - of Down -knop om door de informatie te bladeren die elke 15 minuten werd geregistreerd. 8.
Het activiteitenbestand (Action File) bekijken 1. Druk in het hoofdvenster Time op de Start-knop. Menu WATCH SET wordt weergegeven. 2. Druk op de Up -knop. Menu FILES wordt weergegeven. 3. Druk op de Start-knop. Files AUTO LOG wordt weergegeven. 4. Druk op de Up -knop. Files ACTION FILE wordt weergegeven. 5. Druk op de Start-knop. Het laatste activiteitenbestand wordt weergegeven: Actiebestandnummer. De datum en tijd waarop het bestand werd geregistreerd.
7. U kunt de in een bestand geregistreerde informatie bekijken door op de Start-knop te drukken om zo het bestand te selecteren. Gebruik de Up - of Down -knop om door de geregistreerde informatie te bladeren. In activiteitenbestand geregistreerde informatie Duur van de geregistreerde activiteit. Maximale en gemiddelde hartslag. Limits, INZONE, ABOVE, BELOW wisselen elkaar af Tijd in, boven en onder uw trainingszone tijdens uw activiteit. Hartslaglimieten.
In activiteitenbestand geregistreerde informatie Totale stijging in meter/voet. De maximale en gemiddelde stijgingssnelheid wisselen elkaar af.* Totale daling in meter/voet. De maximale en gemiddelde dalingssnelheid wisselen elkaar af.* *Deze waarden worden niet weergegeven als de 70 barometer actief was.
In activiteitenbestand geregistreerde informatie Altitude MAX/MIN Hoogste en laagste punten.* Markers Zie pagina 72 om de aangebrachte markeringen te bekijken. File Delete? Zie pagina 73 voor het verwijderen van dit bestand. *Deze waarden worden niet weergegeven als de barometer actief was. • U kunt stoppen met bekijken van de bestandsgegevens door op de Stop-knop te drukken. U keert dan terug naar de lijst met bestanden (ga naar stap 6).
Aangebrachte markeringen bekijken (Marker) Markeringen worden op twee manieren in een activiteitenbestand aangebracht: • Handmatig: U hebt een momentopname gemaakt. • Automatisch: De polsunit brengt automatisch een markering aan wanneer: - U de activiteitenregistratie start (de hoogte of de luchtdruk op zeeniveau wordt geregistreerd). - U de hoogtemeter of barometer activeert of kalibreert. - U uw hartslaglimieten wijzigt, een koers uitzet of wanneer de polsunit een helling registreert die u hebt genomen.
4. Druk op de Stop-knop om te stoppen met bekijken van de markeringen. • Ga door met bladeren in de informatie van het activiteitenbestand, of keer terug naar het hoofdvenster Time door de Stop-knop ingedrukt te houden. Opmerking: Hoe hoger het markeringsnummer, des te recenter de markering. In de polsunit kunnen maximaal 255 markeringen per bestand worden aangebracht. Bestanden één voor één verwijderen U kunt geheugen vrijmaken door bestanden te verwijderen.
Alle bestanden verwijderen 1. Druk in het venster Files ACTION FILE op de Start-knop en op de Up -knop. 2. De polsunit vraagt: Delete ALL FILES? Als u niet alle bestanden wilt verwijderen, drukt u op de Up - of Down -knop. U kunt doorgaan met bladeren in de activiteitenbestanden. 3. Druk op de Start-knop. De polsunit vraagt: Are you SURE? (weet u het zeker?). 4. Voor het verwijderen van alle bestanden drukt u op de Start-knop. Files DELETED (Bestanden verwijderd) wordt weergegeven.
6. Gebruik de Up - of Down -knop om door de volgende informatie te bladeren: Periodieke totaalwaarden De datum waarop het totale calorieverbruik voor het laatst werd gereset. Het totale calorieverbruik vanaf de vorige reset. Voor het bijwerken van het totale calorieverbruik moet uw hartslag worden gemeten tijdens de activiteitenregistratie. De datum waarop het aantal hellingen voor het laatst werd gereset. Het cumulatieve aantal hellingen vanaf de vorige reset.
Periodieke totaalwaarden De datum waarop de maximale dalingssnelheid werd geregistreerd. Maximale dalingssnelheid.* De datum waarop de totale stijging voor het laatst werd gereset. Cumulatieve stijging vanaf de vorige reset.* De datum waarop de totale daling voor het laatst werd gereset. Cumulatieve daling vanaf de vorige reset.* *Voor het bijwerken van deze waarden moet de hoogtemeter zijn ingeschakeld tijdens de activiteitenregistratie. De waarde wordt niet bijgewerkt als de barometer werd geactiveerd.
Periodieke totaalwaarden De datum waarop de maximale hoogte werd geregistreerd. Maximale hoogte.* *Voor het bijwerken van deze waarden moet de hoogtemeter zijn ingeschakeld tijdens de activiteitenregistratie. De waarde wordt niet bijgewerkt als de barometer werd geactiveerd. 7. Druk op de Stop-knop om te stoppen met het bekijken van de waarden. • Houd de Stop-knop ingedrukt om terug te keren naar het hoofdvenster Time.
De eerder geregistreerde maximale hoogte gebruiken in de periodieke totaalwaarden Als de hoogtemeter een onjuiste maximale waarde aangeeft, kunt u de geregistreerde waarde corrigeren door de eerder geregistreerde maximale hoogte te gebruiken. 1. Druk in het venster Altitude max. op de Start-knop om de vorige maximale hoogtewaarde te gaan gebruiken. Op de polsunit verschijnt: Altitude RESET? 2. Druk op de Up -knop. De vorige maximale hoogte wordt weergegeven.
4.3 INSTELLINGEN (SETTINGS) Met het menu Settings kunt u instellingen voor het geheugen, de gebruiker en de polsunit handmatig invoeren. U kunt tevens instellingen maken met de Polar Precision Performance software en deze vanaf de pc naar de polsunit oversturen. Raadpleeg de aparte gebruiksaanwijzing bij de Toolkit voor meer informatie. Opmerking: U kunt het menu Settings niet openen wanneer u de activiteitenregistratie gebruikt. Druk op Start • MEMORY Druk op Up • USER Druk op Up • GENERAL 4.3.
In de volgende tabel vindt u enkele aanbevelingen voor registratie-intervallen bij verschillende activiteiten: Type activiteit Registratie-interval Afdalen op ski's - minder dan een dag Fietsen op een mountainbike - korte rit met een hoog inspanningsniveau Wildwaterkanoën Navigeren met behulp van de hoogtemeter 5s (Maximaal 11 uur vrij geheugen) Langlaufen Fietsen op een mountainbike - lange rit Wandelen door steil terrein 15 s (Maximaal 33 uur vrij geheugen) Lange trektochten - registratie van hartsl
1. 2. 3. 4. Druk in het hoofdvenster Time op de Start-knop om naar het menu Settings te gaan. Menu WATCH SET wordt weergegeven. Druk op de Up - of Down -knop tot Menu SETTINGS wordt weergegeven. Druk op de Start-knop. Settings MEMORY wordt weergegeven. Druk op de Start-knop. De volgende informatie wordt weergegeven: Opslaginterval. Resterende geheugen bij het geselecteerde opslaginterval. 5.
4.3.2 GEBRUIKERSINFORMATIE INSTELLEN (SETTINGS USER) Door het invoeren van uw persoonlijke informatie krijgen de meting van het calorieverbruik en de Fitness Test de hoogste graad van nauwkeurigheid. 1. 2. 3. 4. 5. Druk in het hoofdvenster Time op de Start-knop. Menu WATCH SET wordt weergegeven. Druk op de Up - of Down -knop tot Menu SETTINGS wordt weergegeven. Druk op de Start-knop. Settings MEMORY wordt weergegeven. Druk op de Up -knop. Settings USER wordt weergegeven.
Druk op de Up - of Down -knop om de knipperende waarde in te stellen Druk op de Start-knop om de waarde te accepteren Up Up / Down / Down Start Start Up / Down Start Up / Down Start Up / Down Start 9. Sex (Geslacht): Stel Male (MAN) of Female (VROUW) in Up / Down Start 10. Activity (Activiteit): Stel LOW, MODERATE, HIGH of TOP in (zie de instructies op pagina 85). Up / Down • selecteer uw activiteitenniveau voor de Fitness Test. Start 11.
Displayweergave: Druk op de Up - of Down -knop om de knipperende waarde in te stellen Druk op de Start-knop om de waarde te accepteren 12. HRmax SET Wanneer u deze waarde voor het eerst instelt, wordt de op leeftijd gebaseerde maximale hartslag (220-leeftijd) als standaardinstelling weergegeven (zie de instructies op pagina 86). Up / Down • wijzig deze waarde als u de waarde voor uw in het laboratorium gemeten huidige maximale hartslag kent. Start 13.
Activiteitenniveau (Activity) Bij het activiteitenniveau wordt het niveau van uw lichamelijke activiteit vastgesteld. Selecteer de optie die de algemene hoeveelheid lichamelijke activiteit en het inspanningsniveau ervan in het afgelopen half jaar het beste beschrijft. Activiteitenniveau Omschrijving Low (incidenteel) U neemt incidenteel deel aan buitensportactiviteiten of andere vormen van training waarbij u buiten adem raakt of hevig transpireert.
Maximale zuurstofopname (VO2max, ml/kg/min) VO2max wordt gebruikt bij de schatting van het energieverbruik. VO2max is de maximale zuurstofopname waartoe uw lichaam in staat is tijdens een maximale inspanning. Deze is ook bekend als maximaal aëroob vermogen of maximale zuurstoftoevoer/ maximaal zuurstofverbruik. VO2max wordt vaak gebruikt voor het bepalen van de aërobe (cardiovasculaire) conditie.
4.3.3 ALGEMENE INSTELLINGEN (GENERAL SETTINGS) Druk op Start • HR LIMITS Druk op Up • UNITS Druk op Up • VERT. SPEED Druk op Up • INTRO Druk op Up • SOUND Stel in het menu Settings/General de algemene instellingen voor uw polsunit in. U kunt de volgende informatie instellen: • Uw persoonlijke hartslagzone. Bij de AXN700 kunt u 3 verschillende hartslaglimieten instellen. • Meeteenheden. • Verticale snelheid, d.w.z. de stijgings- of dalingssnelheid in minuten of uren.
6. Druk op de Start-knop om uw hartslaglimieten in te stellen met behulp van onderstaande stappen: Displayweergave: Druk op de Up - of Down -knop om de knipperende waarde in te stellen Druk op de Start-knop om de waarde te accepteren Up / Down • selecteer de hartslaglimiet die u wilt instellen. Start • beëindig uw selectie. Up / Down • schakel de bovenlimiet in of uit. Start • Ga naar stap 8 als u de limiet uitschakelt. • SET LIMIT Up / Down • wijzig de bovenlimiet. Start 8.
Tip: De Target Heart Rate Zones gebruiken Bij de voorbereiding voor de meeste buitensportactiviteiten, is zwaarder niet altijd beter. Varieer het inspanningsniveau van uw training aan de hand van uw doelstellingen en conditie. Voer enkele oefeningen uit bij een laag tot matig inspanningsniveau (60-70 % van uw HFmax) en enkele bij een hoger inspanningsniveau. Hoe langer uw geplande activiteit, des te meer activiteit van een laag inspanningsniveau noodzakelijk is. Ga naar www.PolarOutdoorGuide.
5. Druk op de Start-knop. Set HR LIMITS wordt weergegeven. 6. Druk op de Up -knop. Set UNITS wordt weergegeven. 7. Druk op de Start-knop en volg onderstaande stappen: 8. Displayweergave: Units 1: M / HPA / °C of 2: FT / INHG / °F Druk op de Up - of Down -knop om de knipperende eenheid 1 of 2 te selecteren. Druk op de Start-knop om de eenheid te accepteren. • Houd de Stop-knop ingedrukt om terug te keren naar het hoofdvenster Time.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Druk in het hoofdvenster Time op de Start-knop. Menu WATCH SET wordt weergegeven. Druk op de Up - of Down -knop tot Menu SETTINGS wordt weergegeven. Druk op de Start-knop. Settings MEMORY wordt weergegeven. Druk op de Down -knop. Settings GENERAL wordt weergegeven. Druk op de Start-knop. Set HR LIMITS wordt weergegeven. Druk op de Up - of Down -knop tot Set VERT. SPEED wordt weergegeven. Druk op de Start-knop om de eenheid voor de verticale snelheid in te stellen: 8.
Intro in-/uitschakelen (Intro ON/OFF) Als u door de hoofdfuncties bladert, wordt de introductieanimatie van de hoofdfunctie gedurende enkele seconden weergegeven voordat de weergave van de hoofdfunctie verschijnt. Als u dit intro niet wilt laten weergegeven, kunt u het uitschakelen. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Druk in het hoofdvenster Time op de Start-knop. Menu WATCH SET wordt weergegeven. Druk op de Up - of Down -knop tot Menu SETTINGS wordt weergegeven. Druk op de Start-knop.
Geluid in-/uitschakelen (Sound ON/OFF) De geluidinstellingen zijn van invloed op de volgende geluidssignalen: het geluid bij de knoppen, Target Zone Alarmen voor hartslag en de start- en stopgeluiden van de stopwatch, CountDown en activiteitentimer. De geluidsinstellingen zijn niet van invloed op de horlogealarmen (dagelijkse alarmen en reminders), de hoogtealarmen, het alarm bij een vol geheugen of het geluid bij het voltooien/na het mislukken van de Fitness Test. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
4.4 STOPWATCH Gebruik de stopwatch wanneer u de duur van een bepaald onderdeel in tussentijden wilt meten, zoals bij het lopen van een bepaald traject of als u wilt weten hoelang het duurt om een bepaalde heuvel te beklimmen. Start Stop 1. Druk in het hoofdvenster Time op de Start-knop. Menu WATCH SET wordt weergegeven. 2. Druk op de Up - of Down -knop tot Menu STOPWATCH wordt weergegeven. 3. Druk op de Start-knop om de stopwatch te starten. De stopwatch begint te lopen. 4.
4.5 COUNTDOWN TIMER De CountDown timer werkt precies zoals de stopwatch, maar telt de tijd vanaf een vooraf ingestelde waarde terug tot nul. Stel de tijd op de CountDown timer in en start de timer in het menu CountDown. 1. U gaat naar het menu CountDown door in het hoofdvenster Time op de Start-knop te drukken en vervolgens op de Up of Down -knop te drukken tot Menu COUNTDOWN wordt weergegeven. 2. Druk op de Start-knop om de tijd op de timer in te stellen. 3.
Hoe het werkt: Als de hoofdfunctie Time actief is, geeft de knipperende indicator in de buitencirkel aan dat de stopwatch of CountDown timer is ingeschakeld. Zodra de timer stopt, laat de polsunit kortstondig een geluidsalarm klinken en wordt het volgende weergegeven: COUNTDOWN 00:00.00. Druk eenmaal op één van de knoppen (behalve op de Light-knop / licht) en vervolgens keert de polsunit terug naar de functie die actief was. Andere timers zijn niet van invloed op de CountDown timer.
5. ZORG EN ONDERHOUD Net als met elk ander elektronisch instrument dient u met de Polar Outdoor Computer zorgvuldig om te gaan. De onderstaande aanwijzingen helpen u om te handelen in overeenstemming met de garantievoorwaarden en om nog vele jaren plezier te hebben van dit product. Berg de polsunit en de borstband op een koele, droge plaats op. Berg deze niet op in een vochtige omgeving, in luchtdicht materiaal (zoals een plastic tas) of samen met geleidend materiaal, zoals een natte handdoek.
Onderhoud van de WearLink borstband Als u een insectenwerend middel op uw huid aanbrengt, dient u ervoor te zorgen dat dit niet in contact komt met de borstband. WearLink zendgedeelte • Maak het zendgedeelte na gebruik regelmatig schoon met een oplossing van water en een zachte zeep. Gebruik nooit alcohol of agressief materiaal zoals staalwol of reinigingsmiddelen om de onderdelen van de borstband schoon te maken. • Het zendgedeelte mag alleen worden afgedroogd met een handdoek.
Polsunit Voor het vervangen van de batterij in de polsunit hebt u een kleine schroevendraaier, een afsluitring, een muntstuk en een batterij (CR 2032) nodig. Het symbool voor een bijna lege batterij verschijnt wanneer er nog 10-15 % van het vermogen van de polsunitbatterij over is. Opmerking: • Veelvuldig gebruik van de verlichting, het kompas en de hoogtemeter zal de levensduur van batterij van de polsunit verkorten.
3. Plaats de negatieve (-) zijde van de batterij tegen de onderzijde en de positieve (+) zijde tegen het afsluitklepje. 4. Verwijder de afsluitring van het afsluitklepje en vervang deze door een nieuwe ring. Zorg ervoor dat u de afsluitring van het afsluitkapje goed in de groef plaatst. 5. Plaats het afsluitklepje weer terug en sluit het door met een muntstuk rechtsom (naar CLOSE) te draaien. Zorg ervoor dat het afsluitklepje goed wordt gesloten.
6. VEILIG GEBRUIK VAN DE OUTDOOR COMPUTER De Polar Outdoor Computer toont omgevingsomstandigheden zoals hoogte, barometerdruk, richting en de indicators van uw prestaties. De Outdoor Computer geeft het niveau van de lichamelijke belasting en de inspanning tijdens uw activiteit aan. Geen andere toepassing is beoogd of geïmpliceerd. De Polar Outdoor Computer dient niet te worden gebruikt voor het uitvoeren van omgevingsmetingen waarvoor professionele of industriële precisie vereist is.
7. VEELGESTELDE VRAGEN Wat moet ik doen als... ...de gegevensoverdracht van de polsunit naar de pc is mislukt? Controleer of: • de verbindingsfunctie (Connect) van de polsunit is geactiveerd. • de polsunit in de juiste positie staat voor het infraroodvenster of het externe apparaat. • de omgeving niet te licht is. Dit probleem komt vaak voor in de buurt van ramen of oppervlakken die licht reflecteren. • er zich geen obstakels tussen het infraroodvenster van de interface en de polsunit bevinden.
8. TECHNISCHE SPECIFICATIES Polsunit De polsunit is een Klasse 1 laserproduct.
9. INTERNATIONALE GARANTIE • Deze beperkte internationale Polar garantie is uitgevaardigd door Polar Electro Inc. voor klanten die dit product in de VS of Canada hebben aangeschaft. Deze beperkte internationale Polar garantie is uitgevaardigd door Polar Electro Oy voor klanten die dit product in andere landen hebben aangeschaft. • Polar Electro Inc. / Polar Electro Oy biedt de oorspronkelijke gebruiker/koper van dit product garantie tegen materiaalen productiefouten gedurende 2 jaar na de aankoopdatum.
10. AANSPRAKELIJKHEID • De gegevens in deze gebruiksaanwijzing dienen uitsluitend ter informatie. De hierin beschreven producten kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd in verband met het voortdurende ontwikkelingsprogramma van de fabrikant. • Polar Electro Inc. / Polar Electro Oy geeft geen garanties voor deze handleiding of de hierin beschreven producten. • Op geen enkele wijze kan Polar Electro Inc.
11. INDEX 12-/24-uursnotatie ................................................................... 10, 17, 61 Absolute barometerdruk ....................................................................... 24 ............................................................. 27, 32 Activiteit registreren Activiteitenbestand ........................................................................ 32, 67 Activiteitengegevens opvragen ............................................................. 67 Alarm aan/uit .....