Operation Manual
34 METEN EN REGISTREREN MET UW OUTDOOR COMPUTER
3.1.4 FUNCTIES DIE U KUNT GEBRUIKEN TIJDENS DE ACTIVITEITENREGISTRATIE
In de hoofdfunctie Action kunt u bij de activiteitenregistratie de volgende functies gebruiken.
De geluiden in- of uitschakelen: Houd de Up -knop ingedrukt. Het symbool geeft aan dat de geluiden voor
knoppen, activiteiten en Target Zone Alarm zijn ingeschakeld.
Markeringen instellen voor interessante punten, ogenblikken of plaatsen: Druk op de Start-knop. Op de polsunit wordt
gedurende een paar seconden de tekst Marker SET (Markering ingesteld) weergegeven. Na de activiteit kunt u de tijden
waarop markeringen zijn aangebracht en de tussentijden in het activiteitenbestand controleren. Zie pagina 72 voor meer
informatie.
Opmerking:
• Als u de activiteitenbestanden overbrengt naar uw pc, kunt u met behulp van de Polar Precision Performance software extra gegevens over
markeringen bekijken die u zo niet kunt zien in de activiteitenbestanden. Raadpleeg de aparte gebruiksaanwijzing bij de Toolkit voor meer
informatie.
• Markeringen worden ook automatisch aangebracht wanneer u bij de activiteitenregistratie de hoogtemeter of de barometer kalibreert.
• AXN700: Markeringen worden ook automatisch aangebracht wanneer u een helling naar boven of naar beneden neemt, wanneer u overschakelt op
een andere hartslaglimiet of wanneer u een koers uitzet.
• Als de tekst Marker full wordt weergegeven, is het geheugen van de polsunit vol. Stop met de activiteitenregistratie en verwijder bestanden. Zie
pagina 73 voor meer informatie.
•U kunt met behulp van de Polar Precision Performance software de HeartTouch-functie zo wijzigen dat niet de hoofdfuncties worden doorlopen,
maar dat markeringen worden ingesteld. Raadpleeg de aparte gebruiksaanwijzing bij de Toolkit voor meer informatie.