Polar CS300™ Gebruiksaanwijzing
POLAR CS300™ FIETSCOMPUTER ONDERDELEN WearLink™ gecodeerde borstband Het zendgedeelte stuurt het hartslagsignaal naar de fietscomputer. De elektroden van de borstband registreren uw hartslag. Polar Bike Mount™ Zet de stuurhouder vast op de fiets en bevestig de fietscomputer hieraan. Polar Snelheid Sensor™ Met een draadloze Magneet snelheidssensor wordt tijdens het fietsen de snelheid en de afgelegde Sensor afstand gemeten. Rubberen deel Tie rap polarpersonaltrainer.com polarpersonaltrainer.
INHOUD 1. BEGINNEN 1.1 BASISINSTELLINGEN.................................................................................................................................................6 1.2 MENUSTRUCTUUR.....................................................................................................................................................7 2. INSTALLATIE..............................................................................................................................................
CONDITIE VOLGEN............................................................................................................................................................25 4.1 Bestand (FILE)........................................................................................................................................................25 4.1.1 Trainingsbestand (EXERCISES)..................................................................................................................25 4.1.
1. INSTALLATIE 1.1 Basisinstellingen Pas voordat u begint te trainen met de Polar Fietscomputer eerst de basisinstellingen aan. Voer zo nauwkeurig mogelijk gegevens in voor een juiste feedback op uw prestaties. LICHT OMHOOG Schuif keuzes / waarden omhoog START / OK Keuze accepteren TERUG / STOP Terug naar het vorige display OMLAAG Schuif keuzes / waarden omlaag 1. Om uw Polar Fietscomputer te activeren, drukt u tweemaal op OK.
1.2 Menustructuur • CYCLING/OTHER (Fietsen/Overig) • START (Start) • SETTINGS (Instellingen) • SEND (Verzenden) • RECEIVE (Ontvangen) Druk op / om te bladeren en druk op OK om een weergave/menu te openen. • EXERCISES (Trainingen) • TOTALS (Totalen) Tip: • Om de toetsen te vergrendelen/ontgrendelen, houdt u de toets LICHT ingedrukt. • Om terug te gaan naar de tijdweergave, houdt u ingedrukt.
2. INSTALLATIE 2.1 Bevestigen van de stuurhouder Gebruik zoals hiernaast is aangegeven tie raps om de stuurhouder stevig op het stuur te bevestigen. Bevestig voor de meest nauwkeurige metingen steeds de polsunit op de stuurhouder wanneer u een fietstraining doet. 2.2 Bevestigen van de snelheidssensor 1. max 50 cm / 1’6’’ 2. 1. Bevestig de snelheidssensor aan de voorvork van uw fiets, tegenovergesteld van de bevestigde fietscomputer.
3. 4. 3. Haal tie raps door de gaten in de sensor en het rubberen onderdeel (afbeelding 3). Bevestig de sensor dusdanig op de voorvork dat het Polar logo naar buiten wijst (afbeelding 4). Trek de tie raps zachtjes aan trek ze nog niet volledig strak. 4. Bevestig de magneet op een spaak ter hoogte van de sensor (afbeelding 5). De opening in de magneet moet in de richting van de snelheidssensor wijzen. Bevestig de magneet aan de spaak en draai deze zachtjes aan met een schroevendraaier.
2.3 Fietsinstellingen (BIKE) Er kunnen twee afzonderlijke fietsvoorkeuren worden geprogrammeerd in de fietscomputer. Selecteer fiets 1 of 2 wanneer u begint met registreren. Bekijk of wijzig de volgende fietsinstellingen in het menu Settings (Instellingen). Kies Settings -> Bike -> BIKE 1 (fiets 1) of BIKE 2 (fiets 2): 1. AUTOSTART: ON / OFF (aan/uit) De functie AutoStart wordt de registratie van de training automatisch gestart of gestopt wanneer u start of stopt met fietsen.
METHODE 1 1. Zoek de wieldiameter die op het frame is afgedrukt. 2. Aan de hand van de diameter in inches of in ETRTO kunt u de wieldiameter in millimeters vinden in de rechterkolom van de tabel. Let op dat de wieldiameters in bovenstaande tabel bij benadering zijn, daar de wieldiameter afhankelijk is van het wieltype en de luchtdruk. METHODE 2. 1.
3. BEGINNEN MET TRAINEN 3.1 Draag de borstband 1. Bevochtig de elektroden (delen met diagonale structuur) van de borstband met wat water. + 2. Bevestig het ene uiteinde van het zendgedeelte aan de borstband. (LINKS=L of RECHTS=R.) 3. Pas de lengte aan tot de borstband strak om uw borst past. Het Polar logo moet recht in het midden zitten. Bevestig het andere uiteinde van het zendgedeelte aan de borstband. 4.
3.2 Trainingsgegevens registreren 1. Draag de zender en de polsunit. Start de hartslagmeting door op OK te drukken. Exercise (Training) wordt weergegeven en de fietscomputer begint uw hartslag te zoeken. Het verdient de voorkeur om geen andere hartslagmetersgebruikers in de buurt te hebben (binnen 1 meter / 3 voet) om interferentie te voorkomen. op het display. Het kader rond het hartsymbool geeft aan 2.
3.3 TRAININGSINSTELLINGEN (EXE. SET) U krijgt toegang tot de trainingsinstellingen door Settings -> EXE. SET te kiezen, of voordat u een training registreert Exercise (Training) -> CYCLING / OTHER (Fietsen / Overig)-> SETTINGS (Instellingen) te kiezen. Met deze instellingen kunt u het geluid van het hartslagzonealarm, de hartslagzonelimieten en de hartslagweergave aanpassen. 1. ALARM: VOL 2 / VOL 1 / OFF (Uit) Past het geluidsvolume van het hartslagzonealarm aan.
3.3.1 Persoonlijke limieten (OWNZONE) OwnZone is uw persoonlijke aërobe (cardiovasculaire) hartslagzone die automatisch wordt bepaald. OwnZone zorgt ervoor dat u traint binnen veilige limieten en maakt trainen makkelijker en plezieriger. OwnZone is gebaseerd op het meten van variaties in uw hartslag. OwnZone kan per dag verschillen, afhankelijk van uw lichamelijke en geestelijke conditie. Bij de meeste volwassenen ligt deze zone tussen 65 en 85% van de maximale hartslag.
Limieten voor uw persoonlijke hartslagzone bepalen Bepaal uw OwnZone-limieten in een tot vijf minuten tijdens een warm-up door te fietsen of hardlopen/joggen. U dient rustig en weinig intensief te beginnen met trainen, waarna u geleidelijk de trainingsintensiteit verhoogt, om de hartslag te doen toenemen. Controleer voordat u begint dat • Uw gebruikersinstellingen juist zijn. • De OwnZone-functie is geactiveerd.
3. Ergens tijdens de sessie hoort u twee opeenvolgende geluidssignalen. Dit houdt in dat de OwnZone is bepaald. Als de bepaling is gelukt, worden afwisselend OwnZone Updated en de hartslaglimieten weergegeven op uw display. Afhankelijk van uw instellingen worden de limieten weergegeven in slagen per minuut (hsm) of als een percentage van de maximale hartslag (%HFmax). 4.
3.3.2 Automatische limieten (AUTOMATIC) De automatische limieten worden bepaald met behulp van een leeftijdsgebaseerde formule (220 min de leeftijd). De limieten worden aangegeven in slagen per minuut (hsm) of als een percentage (%) van uw maximale hartslag. De fietscomputer heeft uw geboortedatum nodig voor het berekenen van de automatische limieten.
3.3.3 Handmatige limieten (MANUAL) Bepaal uw hartslagzones handmatig, in hsm of percentage van uw HFmax. 3.3.4 Trapfrequentie limieten (CADENCE) Stel de boven- en ondergrens in voor de trapfrequentie van een fietssessie. Hiervoor heeft u een optionele trapfrequentiesensor nodig. Opmerking: Als u de trapfrequentie limieten kiest voor een andere training dan fietsen (OTHER), worden standaard de automatische limieten gebruikt.
3.5 Functies tijdens de training Er zijn twee manieren om de knoppen in te drukken: • Kort drukken; druk op de knop en laat los • Lang drukken; houd de knop tenminste een seconde ingedrukt LICHT Kort drukken: Verlichting of nachtstand inschakelen. Lang drukken: Knopvergrendeling aan/uit. STOP Kort drukken: Training onderbreken. OMHOOG / OMLAAG Kort drukken: Bladeren door trainingsweergaven Lang drukken: Automatisch voor-/achteruit bladeren. Stop het bladeren door een korte druk op de knop.
3.6 Trainingsweergaven Hier kunt u verschillende combinaties van trainingsgegevens bekijken. Schakel tussen displays met / . De weergave Snelheid is alleen beschikbaar in de stand CYCLING (Fietsen). • Afwisselend afgelegde afstand / trajectafstand • Snelheid (km/h of mph) • Hartslag NLD Trapfrequentie is alleen beschikbaar wanneer trapfrequentiegegevens beschikbaar zijn in de stand CYCLING (Fietsen).
Tijd • De geschatte aankomsttijd (ETA = Estimated Time of Arrival) gebaseerd op de fietssnelheid. Opmerking: Als de ETA-functie niet wordt gebruikt, wisselen de huidige snelheid (Spd) en de gemiddelde snelheid (AvgSp) elkaar af op de bovenste rij. • Tijd • Hartslag De Zone Pointer helpt u binnen de hartslagzone te blijven. De huidige hartslag / trapfrequentie verschijnt als een hartslag-/trapfrequentiesymbool tussen de boven- en ondergrens.
De grafische vergelijkinsweergave kan alleen worden gebruikt in de stand CYCLING (Fietsen). De drie meters tonen de huidige • Hartslag, het aantal balkjes geeft uw huidige HF aan afhankelijk van de door u ingestelde maximale hartslag (min: 30 hsm; max: HFmax) • Snelheid, 1 balk staat voor 5 km/h (min: 1 km/h; max: 50 km/h ) • Trapfrequentie, 1 balk staat voor 12 rpm (min: 30 rpm; max: 150 rpm) De hartslag wordt aangegeven onder de meters.
3.7 Trainingsoverzicht bekijken Druk op om het registreren van de training te onderbreken. U heeft drie keuzes: • CONTINUE (Verder gaan met de training) • EXIT (Registratie stoppen en naar trainingsoverzicht gaan) • SETTINGS (Trainingsinstellingen aanpassen) Overzichtbestand Na het stoppen van de registratie van een fietstraining (CYCLING • Fietsgegevens en • Hartslaggegevens.
4. VOLGEN VAN UW PRESTATIES 4.1 File (Bestand) In het trainingsbestand kunt u uw hartslag en andere gegevens bekijken die tijdens een trainingssessie zijn verzameld. In de weergave File (Bestand) heeft u twee keuzes: • EXERCISES: Gedetailleerde gegevens over afzonderlijke trainingen. • TOTALS: De totalen van deze week/dit seizoen. 4.1.1 Trainingsbestand (EXERCISES) / te drukken en vervolgens NLD De fietscomputer kan maximaal 14 trainingsbestanden opslaan.
Druk op / om door het volgende te bladeren: 1. Duration (Duur) • Tijd waarop registratie van de training is gestart • Trainingsduur 4. Calorie Expenditure (Calorieverbruik) • Verbruikte calorieën (kcal / Cal) • Vetpercentage van verbruikte calorieën Opmerking: u kunt het actieve bestand verwijderen door de knop LICHT ingedrukt te houden. Opmerking: Het geschatte vetverbruik wordt berekend aan de hand van het totaal aantal tijdens een trainingssessie verbruikte kilocalorieën.
4.1.2 Totalenbestand (TOTALS) Het totalenbestand heeft twee keuzes voor totalen vanaf het laatste herstelpunt: De totalen van deze week (WEEK) of van dit seizoen (SEASON). 1. Trainingsduur (Exe.Time) • Hersteldatum • De totale trainingsduur van deze week/dit seizoen 8. Maximale snelheid (MaxSp) • De datum waarop de maximale snelheid is geregistreerd • De maximale snelheid van deze week/dit seizoen 2. Fietstijd (RideTime) • Hersteldatum • De totale fietstijd van deze week/dit seizoen 9.
Herstellen van de seizoenswaarden 1. Selecteer in het menu File (Bestand) TOTALS (Totalen) -> SEASON (Seizoen) -> Reset Total Counters? (Totalen herstellen?) 2. Kies de waarde die u wilt herstellen uit het menu en bevestig de keuze met OK. • EXE.TIME (Trainingstijd) • RIDETIME (Fietstijd) • CALORIES (Calorieën) • EXE.COUNT (Aantal trainingssessies) • RIDE.COUNT (Aantal ritten) • DISTANCE 1 (Afstand fiets 1) • DISTANCE 2 (Afstand fiets 2) • MAX.SPEED (Maximale snelheid) • MAX.
4.2 Gegevensoverdracht (Connect) De fietscomputer heeft twee manieren van communicatie met een PC: • SEND: Gegevens verzenden met Polar WebLink™ U kunt gegevens overdragen naar de Polar webservice met behulp van het programma Polar WebLink. • RECEIVE: Gegevens ontvangen met Polar UpLink™ Tool U kunt de instellingen van de fietscomputer bewerken en logo's van een PC naar uw polsunit verzenden met behulp van het programma Polar UpLink Tool.
4.3 Polar Fitness Test™ De Polar Fitness Test™ is een makkelijke, veilige en snelle manier om uw aërobe (cardiovasculaire) conditie in rust te meten . Het resultaat, Polar OwnIndex, voorspelt uw maximale zuurstofopname (VO2max). De Polar Fitness Test berekent ook de verwachte maximale hartslag (HFmax-p). De Polar Fitness Test is ontworpen voor gezonde volwassenen. Om ervoor te zorgen dat de testresultaten betrouwbaar zijn, dient u het volgende in acht te nemen: • U kunt de test overal uitvoeren.
4.3.1 De fitness test uitvoeren (TEST) Opmerking: Om de Polar Fitness Test uit te voeren moet u uw persoonlijke gebruikersgegevens en lichamelijke activiteitenniveau op lange termijn invoeren in de gebruikersinstellingen. Zie hoofdstuk 5.2, Gebruikersinstellingen voor meer informatie. Draag de borstband tijdens de test. NLD 1. Kies in de tijdsweergave Test -> TEST. De fitnesstest begint meteen. Fitness Test >_______ wordt weergegeven. De pijlen >> geven aan dat de test loopt. 2.
4.3.2 Resultaten van de fitness test OwnIndex De Polar Fitness Test leidt tot een waarde die OwnIndex wordt genoemd. Dit is een waarde die vergelijkbaar is met de maximale zuurstofopname (VO2max) en die vaak wordt gebruikt voor het bepalen van de aërobe (cardiovasculaire) conditie. Uw lichamelijke activiteitenniveau op lange termijn, hartslag, hartslagvariatie in rust, geslacht, leeftijd, lichaamslengte en gewicht zijn allemaal van invloed op de OwnIndex.
Fitheidsklassen 1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 7 Age VERY LOW LOW FAIR MODERATE GOOD VERY GOOD ELITE Leeftijd zeer laag laag redeliijk gemiddeld goed zeer goed uitstekend VROUWEN MANNEN Age VERY LOW LOW FAIR MODERATE GOOD VERY GOOD ELITE Leeftijd zeer laag laag redeliijk gemiddeld goed zeer goed uitstekend De classificatie is gebaseerd op literatuuronderzoek van 62 studies waarbij de VO2max rechtstreeks werd gemeten bij gezonde volwassen proefpersone
5. INSTELLINGEN 5.1 Horloge-instellingen (WATCH) 1. ALARM: OFF (Uit) / ONCE (Eenmaal) / MON - FRI (Maandag t/m vrijdag) / DAILY (Dagelijks) U kunt het alarm instellen op eenmaal overgaan (ONCE), van maandag t/m vrijdag (MON-FRI), of dagelijks (DAILY). Het alarm werkt in alle standen, behalve de trainingsstand, en gaat een minuut over, behalve als u op de knop drukt om het alarm te stoppen. Druk op / of OK om het alarm na 10 minuten nogmaals af te laten gaan. Druk op om de sluimerfunctie uit te schakelen.
5.2 Gebruikersinstellingen (USER) Door nauwkeurige persoonlijke gegevens in te voeren, bent u verzekerd van een juiste feedback op uw prestaties (calorieverbruik, bepaling van de OwnZone, etc). 1. Weight (Gewicht) 2. Height (Lichaamslengte) 3. Birthday (Geboortedatum) 4. Sex (Geslacht): MALE (Man) / FEMALE (Vrouw) TOP (Top) U sport regelmatig met zware lichamelijke inspanning, tenminste vijf keer per week, of u traint om uw prestaties te verbeteren voor wedstrijddoeleinden.
Extra gebruikersinstellingen (Extra User Settings) De fietscomputer gebruikt HFmax, HFsit en VO2max om uw energieverbruik te schatten. Opmerking: Er worden op uw leeftijd gebaseerde standaardwaarden gebruikt voor HFmax, HFsit en VO2max wanneer er geen voldoende nauwkeurige gegevens beschikbaar zijn. 1. HRmax (Maximale hartslag) HFmax is het hoogste aantal hartslagen per minuut bij een maximale lichamelijke inspanning. HFmax wordt gebruikt om de trainingsintensiteit te bepalen.
5.3 Algemene instellingen (GENERAL) 1. SOUND (Geluid): VOL 2 / VOL 1 / OFF (Uit) Aanpassen van het geluid van de fietscomputer. Opmerking: Wanneer en Battery low worden weergegeven, worden automatisch de verlichting en de geluidssignalen gedeactiveerd. 3. HELP: ON (Aan) / OFF (Uit) Als de helpfunctie is ingeschakeld, wordt u begeleid door helpteksten bij de functies.
ONDERHOUD Net als met elk ander elektronisch instrument dient u zorgvuldig om te gaan met de Polar Fietscomputer. Onderstaande aanwijzingen helpen u om te handelen in overeenstemming met de garantievoorwaarden en om nog vele jaren plezier te hebben van dit product. Onderhoud van de Polar Fietscomputer Polsunit Polar borstband (zendgedeelte / borstband) Snelheidssensor Bewaar de set op een koele, droge plaats.
Batterij van de snelheidssensor Neem contact op met een erkend Polar Service Center om de snelheidssensor te vervangen. Batterij voor de borstband Als de borstband niet meer werkt, kan dat worden veroorzaakt door een lege batterij. Om de batterij te vervangen, hebt u een muntstuk nodig, een afsluitring en een batterij (CR 2025). 1. Open het afsluitklepje van de batterijhouder in het zendgedeelte door het met een muntstuk tegen de klok in van de stand naar OPEN te draaien. 2.
VOORZORGSMAATREGELEN De Polar Fietscomputer geeft een indicatie van uw prestaties. De computer geeft het niveau van fysiologische inspanning en trainingsintensiteit aan. Ook meet de computer de snelheid en de afstand bij het fietsen met een Polar Snelheid Sensor. Geen andere toepassing is beoogd. Mogelijke risico's tijdens het trainen beperken Sporten kan risico's met zich meebrengen.
Elektromagnetische interferentie en trainingsapparatuur • Er kan zich interferentie voordoen in de buurt van hoogspanningskabels, verkeerslichten, de leidingen van een tram, trein of trolleybus, televisietoestellen, auto's, fietscomputers, elektrisch aangedreven fitnessaparatuur, mobiele telefoons, of als u door een elektronisch beveiligingspoortje loopt. • Voorkom onregelmatige metingen door uit de buurt te blijven van mogelijke storingsbronnen.
VEELGESTELDE VRAGEN Wat moet ik doen als... ... verschijnt en de batterij van de polsunit moet worden vervangen? Zie het hoofdstuk Onderhoud voor verdere instructies. ...ik niet weet waar ik ben in het menu? Houd ingedrukt tot de tijd wordt weergegeven. ...de knoppen niet reageren? Herstel de polsunit door alle knopen gelijktijdig twee seconden ingedrukt te houden. Stel na het herstellen de tijd en datum in in de basisinstellingen. Alle andere instellingen blijven bewaard.
POLSUNIT BORSTBAND SNELHEIDSSENSOR Levensduur batterij (1 uur per dag, 7 dagen per week) Gemiddeld 2 jaar Gemiddeld 2 jaar Gemiddeld 4500 uur Batterijtype CR 2430 CR 2025 – Afsluitring voor de batterij – O-ring 20,0 x 1,0 Materiaal: FPM – Gebruikstemperatuur -10 °C tot +50 °C / 14 °F tot 122 °F -10 °C tot +50 °C / 14 °F tot 122 °F -10 °C tot +50 °C / 14 °F tot 122 °F Materialen Polsband: Polyurethaan Achterklepje en polsbandgesp: Roestvrijstaal conform de EU-richtlijn 94/27/EU en amendem
De waterdichtheid van Polar producten is getest volgens de internationale standaard ISO 2281. Producten worden verdeeld in drie categorieën afhankelijk van de waterdichtheid. Zie de achterzijde van uw Polar product voor de waterdichtheidscategorie en vergelijk deze in de onderstaande tabel. Deze definities zijn niet noodzakelijk van toepassing op producten van andere fabrikanten. Indicatie op de achterzijde van de behuizing Wasspatten, zweet, regendruppels, enz.
Beperkte internationale Polar-garantie • Deze garantie heeft geen invloed op de wettelijke rechten van de klant volgens de geldende nationale en Europese regelgeving, noch op de rechten van de klant ten opzichte van de dealer ten gevolge van een verkoop-/aankoopovereenkomst. • Polar Electro Inc. verleent deze beperkte internationale garantie aan klanten die dit product in de Verenigde Staten of Canada hebben aangeschaft.
Aansprakelijkheid De gegevens in deze gebruiksaanwijzing dienen uitsluitend ter informatie. De hierin beschreven producten kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd in verband met het voortdurende ontwikkelingsprogramma van de fabrikant. • Polar Electro Inc./Polar Electro Oy geeft geen garanties voor deze handleiding of de hierin beschreven producten. • Op geen enkele wijze kan Polar Electro Inc.
12/24-uursnotatie . .............................6, 34 Aansprakelijkheid....................................46 Alarminstelling ...................................34 Algemene instellingen..............................37 Automatische limieten.............................18 AutoStart..................................................10 Basisinstellingen.......................................6 Batterij bijna leeg .................................39 Batterij vervangen...................................39 ........
Manufactured by Polar Electro Oy Professorintie 5 FIN-90440 KEMPELE Tel +358 8 5202 100 Fax +358 8 5202 300 www.polar.