Operation Manual

7. EEN NIEUWE ACCESSOIRE GEBRUIKEN
Als u een nieuwe sensor aanschaft, moet deze door de fietscomputer worden geactiveerd en aangemeld.
Dit wordt programmeren genoemd en duurt slechts enkele seconden. Zo wordt gewaarborgd dat uw
fietscomputer alleen signalen van uw sensor ontvangt, waardoor u storingsvrij kunt trainen in een groep.
Als u de sensor tegelijk met de fietscomputer als set hebt aangeschaft, is de sensor al geprogrammeerd
voor samenwerking met de fietscomputer. Dan hoeft u de sensor alleen te activeren in uw fietscomputer.
Voor elke fietsinstelling kunt u een snelheids-, trapfrequentie- en vermogenssensor programmeren.
Nieuwe snelheidssensor programmeren
Kies Settings (Instellingen) > Bike SET (Fiets instellen) > Bike1/ 2 / 3 > Speed SET (Snelheid instellen) > ON
(Aan). Speed TEACH? (Snelheid aanmelden?) wordt weergegeven.
Zorg dat u niet in de buurt (40 meter/131 ft) van andere snelheidssensoren bent. Druk op OK om het
programmeren te bevestigen. Test drive (Test starten) wordt weergegeven. Druk op OK en draai het wiel
enkele malen rond om de sensor te activeren. Een knipperend rood licht geeft aan dat de sensor
geactiveerd is. Completed! (Voltooid!) verschijnt als het programmeren voltooid is. De fietscomputer is nu
klaar voor ontvangst van de gegevens over snelheid en afstand.
Als Teaching FAILED (Aanmelden mislukt) verschijnt, ontvangt de fietscomputer mogelijk het signaal van
meerdere sensoren of is de sensor niet geactiveerd. Zorg dat u niet in de buurt (40 m/131 ft) van andere
snelheidssensoren bent en druk op OK. Try again? (Nogmaals proberen?) verschijnt. Druk op OK en draai
het wiel enkele malen rond om de sensor te activeren.
Druk op STOP om het aanmelden te annuleren. Een eerder geprogrammeerde snelheidssensor wordt in
gebruik genomen.
Ga naar http://www.polar.com/en/polar_community/videos voor video-instructies.
Nieuwe trapfrequentiesensor programmeren*
Kies Settings (Instellingen) > Bike SET (Fiets instellen) > Bike (Fiets) 1 / 2 / 3 > Cadence SET
(Trapfrequentie instellen) > ON (Aan). Cadence TEACH? (Trapfrequentie aanmelden?) wordt weergegeven.
Zorg dat u niet in de buurt (40 meter/131 ft) van andere trapfrequentiesensoren bent. Druk op OK om het
programmeren te bevestigen. Test drive (Test starten) wordt weergegeven. Druk op OK en draai de trapas
enkele malen rond om de sensor te activeren. Een knipperend rood licht geeft aan dat de sensor
geactiveerd is. Completed! (Voltooid!) verschijnt als het programmeren voltooid is. De fietscomputer is nu
klaar voor ontvangst van de trapfrequentiegegevens.
Als Teaching FAILED (Programmeren mislukt) verschijnt, ontvangt de fietscomputer mogelijk het signaal van
meerdere sensoren of is de sensor niet geactiveerd. Zorg dat u niet in de buurt (40 m/131 ft) van andere
trapfrequentiesensoren bent en druk op OK. Try again? (Nogmaals proberen?) verschijnt. Druk op OK en
draai de trapas enkele malen rond om de sensor te activeren.
Druk op STOP om het aanmelden te annuleren. Een eerder geprogrammeerde trapfrequentiesensor wordt in
gebruik genomen.
Ga naar http://www.polar.com/en/polar_community/videos voor video-instructies.
Nieuwe vermogenssensor* programmeren
Selecteer Settings (Instellingen) > Bike SET (Fiets instellen) > Bike 1 / 2 / 3 (Fiets 1 / 2 / 3) > Power SET
(Vermogen instellen) > ON (Aan).
Als u het Polar LOOK Kéo Power systeem gebruikt, volg dan de onderstaande instructies.
Om het Polar LOOK Kéo Power systeem correct te laten werken, dient de fietscomputer de standaardinstellingen
te gebruiken. Zelfs als u de juiste waarden voor uw fiets kent, gebruik die dan niet.
C. length (Kettinglengte): Stel de kettinglengte in op 1473 mm. Bevestig de ingestelde waarde met
NEDERLANDS
28 Een nieuwe accessoire gebruiken