Operation Manual

De HSV geeft de schommelingen van de hartslag rond een gemiddelde hartslag aan. Een gemiddelde
hartslag van 60 slagen per minuut (hsm) betekent niet dat het interval tussen twee opeenvolgende
hartslagen exact 1,0 seconde is, maar kan variëren van 0,5 tot 2,0 seconde.
De HSV wordt beïnvloed door de aerobe conditie. De HSV van een hart in goede conditie is meestal
groot in rust. Andere factoren die de HSV beïnvloeden zijn leeftijd, genen, lichaamshouding, tijdstip en
gezondheidstoestand. Tijdens inspanning wordt de HSV lager als de hartslag hoger wordt en de
inspanningsintensiteit groter wordt. De HSV neemt ook af tijdens perioden van stress.
De HSV wordt geregeld door het autonome zenuwsysteem. Parasympathetische activiteit verlaagt de
hartslag en verhoogt de HSV, terwijl sympathetische activiteit de hartslag verhoogt en de HSV verlaagt.
De HSV wordt gebruikt bij de functies OwnZone, OwnIndex, en OwnOptimizer. Het kan ook afzonderlijk
worden gevolgd door de training computer te gebruiken. Als uw HSV wijzigt bij een bepaald looptempo
en hartslag, kan dit een verandering in uw trainingsbelasting en stress aangeven.
Loopfrequentie en paslengte
Pasfrequentie* is het aantal keren per minuut dat de voet met de stride sensor* de grond raakt.
Paslengte* is de gemiddelde lengte van een pas. Dat is de afstand tussen uw linker- en rechtervoet
wanneer deze de grond raken.
Loopsnelheid = 2 * paslengte * pasfrequentie
Er zijn twee manieren om sneller te lopen: uw benen met een hogere frequentie bewegen of grotere
passen nemen.
Top langeafstandslopers lopen gewoonlijk met een hoge pasfrequentie van 85-95. Heuvel op zijn de
pasfrequentiewaarden lager. Heuvel af zijn ze hoger. Lopers passen hun paslengte aan om snelheid op
te bouwen; de paslengte neemt toe naarmate de snelheid toeneemt.
De meest gemaakte fout bij beginnende lopers is het maken van te grote passen. De meest efficiënte
paslengte is de natuurlijke – die waarbij men zich het prettigst voelt. U kunt tijdens wedstrijden harder
lopen door uw beenspieren te versterken, zodat deze u met grotere stappen vooruit brengen.
Probeer ook de efficiëntie van de pasfrequentie te maximaliseren. De pasfrequentie gaat niet
gemakkelijk vooruit, maar als u op de juiste wijze traint, kunt u het gedurende de gehele sessie
volhouden en uw prestaties maximaliseren. Om pasfrequentie te ontwikkelen, moet de
zenuw-spierbinding betrekkelijk vaak worden getraind. Eenmaal per week een sessie pasfrequentie
trainen is een goed begin. Neem wat pasfrequentiewerk op in de rest van uw week. Tijdens lange,
gemakkelijke afstanden kunt u zo nu en dan de pasfrequentie opvoeren.
Bij het trainen voor langere loopevenementen (½ marathon, marathon, of langer), kan het handig zijn
de pasfrequentie te volgen. Een lage pasfrequentie bij het verwachte wedstrijdtempo kan later in de
wedstrijd problemen opleveren, als uw benen vermoeid raken. Een manier om dit te voorkomen is de
beensnelheid te verhogen bij het verwachte wedstrijdtempo. U kunt uw training computer instellen om
tempo en pasfrequentie aan te geven. Probeer uw paslengte te verkleinen en uw pasfrequentie te
verhogen, terwijl u hetzelfde tempo aanhoudt (stel een smalle tempozone in om u audiofeedback te
Polar RS800CX Gebruiksaanwijzing 51