Operation Manual
21
serviceprovider nodig. Neemt u ook contact op met uw provider voor de noodzakelijke
informatie als de netwerkinstellingen niet zijn vooringesteld op uw telefoon.
U kunt de instellingen bekijken door te tikken op de home-knop > tik >
instellingen > meer > mobiele netwerken > namen van toegangspunten.
Wi-Fi aanzetten
Wi-Fi biedt draadloze toegang tot het internet over afstanden tot ongeveer 100 meter.
1. Druk op de home-knop > tik op > instellingen.
2. Tik naast het Wi-Fi menu om het aan te zetten, tik om de Wi-Fi
functie uit te zetten.
Verbinden met een Wi-Fi netwerk
1. Druk op de home-knop > tik op > instellingen> Wi-Fi.
Wanneer de Wi-Fi ingeschakeld is, worden de Wi-Fi toegangspunten of “hotspots”
die uw telefoon gevonden heeft weergegeven met hun naam en beveiliging.
2. Tik op een toegangspunt om verbinding te maken.
LET OP: Wanneer er een beveiliging wordt toegepast, dient u een wachtwoord in te
voeren.
Controleren van de Wi-Fi netwerk status
U kunt het Wi-Fi netwerk controleren door te kijken naar het icoon in de statusbalk.
USB tethering & draagbare hotspot
Deel de dataverbinding van uw telefoon via USB of als draagbare Wi-Fi hotspot.
USB tethering inschakelen
TIPS: De pc heeft toegang tot het internet via het mobiele netwerk van de telefoon.
Daarom dient u de netwerkverbinding correct in te stellen voordat u de telefoon als
modem wilt gebruiken.
Druk op de home-knop > tik op menu-knop > systeeminstellingen > meer >
tethering & draagbare hotspot en vink USB tethering aan.
USB tethering uitschakelen
Druk op de home-knop > tik op menu-knop > systeeminstellingen > meer >










