User Manual

13
5. ONGEBALANCEERDE LIJNINGANGEN 2 & 3 (RCA)
RCA ingangen 2 & 3. Kunnen als stereo ingang dienen door het rechtersignaal aan te sluiten op rood en het linkersignaal
aan te sluiten op wit.
6. UITGANGSAANSLUITINGEN (KLEMMENBLOK)
Uitgangsaansluitingen voor zowel lage impedantie als constante spanning verdeelde audiosystemen. De luidspreker met
lage impedantie en 100V constante spanning delen een 4-PIN-aansluitblok, de linker twee aanslutingen kunnen worden
gebruikt om lage impedantie luidsprekers aan te sluiten, de rechter twee aansluitingen kunnen worden gebruikt om hoge
impedantie (100V constante spanning) luidsprekers aan te sluiten. Zone (1-4) uitgangen worden vertegenwoordigd door een
8-PIN klemmenblok.
7. MIC3 / LINE1, MIC2 & MIC1 INGANGEN
Deze kanalen maken gebruik van combinatie connectoren, die zowel XLR als 6,3 mm jack pluggen accepteren. Beide
ingangen zullen alle andere kanalen dempen wanneer er een signaal aanwezig is op de aangesloten microfoons en
ingangen. Mic-ingang 1 & 2 kunnen worden gebruikt voor capacitieve microfoons. Fantoomvoedingschakelaars schakelen
15 Volt fantoomvoeding in wanneer een capacitieve microfoon is aangesloten. Schakelaar 2 voert fantoomvoeding naar Mic-
ingang 1, terwijl schakelaar 1 fantoomvoeding naar Mic-ingang 2 voert.
8. NOODSIGNAAL INGANG
Hierop kunt u een alarmsysteem aansluiten.
9. TEL INGANG
Hierop kunt u een telefoonlijn aansluiten.
10. CHIME & FIRE INGANG
Met de ingangen Chime & Fire kunnen alle externe bronnen, zoals oproepposten, een signaalmatrix- of brandalarmsysteem
worden aangesloten. Deze ingangen hebben voorrang op andere ingangen.
11. BT ANTENNE
Zorg er bij het verbinden met- en het gebruiken van BT voor dat de BT-antenne in een verticale positie is om het best
mogelijke draadloze signaal te verzekeren.