Operation Manual

POW302
NL
Copyright © 2012 VARO
P a g i n a | 6
www.varo.com
Nauwe kleding dragen; knopen aan de mouwen sluiten.
Hou het werkstuk tijdens het boren niet met de hand vast. Gebruik altijd een machineklem
of een ander spangereedschap.
Beveilig werkstukken en spangereedschappen op de tafel tegen meeslepen. Bevestig ze
zelf met schroeven of klem ze in een op de tafel vastgeschroefde machineklem.
Controleer of de boorhouder goed spant.
Controleer of de kabeldoorvoeren in orde zijn.
Gebruik voor het verwijderen van boorspaanders uitsluitend handvegers, kwasten,
rubberwissers, spaanhaken of overeenkomstige hulpmiddelen.
Verricht geen schoonmaak- of smeerwerkzaamheden aan machines die in bedrijf zijn.
Hou V-snaren altijd afgedekt (zodat de handen er niet in kunnen komen).
Draai de tandkransboorhouder alleen met de sleutel aan.
Laat de sleutel van de boorhouder nooit in de boorhouder zitten! Controleer voor het
inschakelen van de machine of de sleutel daadwerkelijk is verwijderd!
Gebruik geen boren waarvan de schacht beschadigd is.
De boormachine is niet geschikt voor freeswerkzaamheden!
Als het netsnoer is beschadigd, mag het uitsluitend worden vervangen door een
gelijkwaardig netsnoer.
6.1 Het apparaat onmiddelijk uitzetten bij:
Storing in de netstekker, netsnoer of snoerbeschadiging.
Defecte schakelaar.
Rook of stank van verschroeide isolatie.
7 MONTAGE (FIG. B)
Zet de voetplaat (13) op de juiste plaats.
Bevestig de kolom (11) met de bijgevoegde bouten 12) op de voetplaat.
Schuif nu de boortafelhouder (10) met de boortafel over de kolom. Met de klemhendel (6)
wordt de boortafel in de gewenste positie vastgezet.
Nu kunt u de machinebehuizing (7) monteren en met de borgpennen (8) borgen.
Omdat de boorspindel in de fabriek wordt gesmeerd, is het aan te raden de machine ca.
15 minuten in de laagste versnelling te laten inlopen.
Voordat u de boorhouder (9) in de boorspindel steekt, dient de binnenzijde
van de boorhouder volledig vetvrij te zijn!
7.1 Opstellen van de tafelboormachine
Voor ingebruikname dient de boormachine op een vaste ondergrond te worden gemonteerd.
De voetplaat (13) is daarom voorzien van boorgaten. Op die plaats kan de voetplaat door
middel van schroeven aan de ondergrond worden gemonteerd. Als er op een houten plaat
wordt bevestigd, dienen op de tegenoverliggende zijde voldoende grote sluitringen te worden
gebruikt, zodat de moeren niet in het hout worden gedrukt en de machine los kan raken.
De bevestigingsschroeven mogen zover worden vastgedraaid, dat de
voetplaat niet wordt gespannen of vervormd. Bij een te grote spanning
bestaat het risico van een breuk.
7.2 Toerentallen van de boorspindel fig. C
De verschillende toerentallen van de boorspindel kunnen via het omzetten van de V-snaar in
de snaaraandrijving (15) worden ingesteld. Vooraf dient de machine uitgeschakeld te worden
en de stekker uit het stopcontact worden gehaald.
Het omzetten van de V-snaar gaat als volgt: