Operation Manual
POW4731-4761-4781 (SC) NL
Copyright © 2011 VARO Pagina | 8 www.varo.com
9.2 Bijvullen met brandstof
WAARSCHUWING:
§ doe dit niet terwijl de motor draait of nog heet is.
§ Rook niet, hervul niet in de buurt van open vuur of gloeiende voorwerpen
§ Sluit het brandstofkraantje voor U bijvult.
§ Open de tankdop. (draai in tegenuurwijzerzin).
§ Vul geleidelijk en voorzichtig bij tot de benzinepeilmeter bijna op "F"=full (vol) staat.
(“E”=empty.(leeg)
§ let erop dat er geen vuil, stof of water in de brandstoftank terechtkomt.
§ Kuis gemorste brandstof zorgvuldig op voor U de motor herstart.
§ Sluit de tankdop opnieuw (urrwijzerzin) en draai stevig dicht.
9.3 Controle oliepeil
Zorg ervoor dat de motor is uitgeschakeld en dat de generator stevig en horizontaal staat
§ Neem de vuldop/peilstok eruit om het oliepeil te controleren. Veeg alle olie van de
peilstok met een niet pluisende proper doek, steek hem even terug in de opening, (zonder
hem opnieuw vast te schroeven), en neem hem er opnieuw uit. Minstens eenderde van de
peilstock moet met olie bedekt zijn, anders moet U olie bijvullen.
§ Vul met de geschikte olie tot aan de bovenste peilstreep. Gebruik goede, schone motor
olie met viscositeit SAE10W-40
§ Vervang de olie wanneer ze vervuild is.
§ Om een lege olietank te vullen heeft U de volgende hoeveelheid nodig :
type Inhoud Olietank
POW4731 0.4 liter
POW4761 0.6 liter
POW4781 1.1 liter
Olie bijvullen : zie 7. 2)
9.4 Lucht filter
De luchtfilter voorkomt dat er stof en vuildeeltjes in de carburator of verbrandingskamer van de
motor terecht komen.
Laat de generator nooit werken zonder luchtfilter, dit leidt tot ernstig verhoogde slijtage van de
motor!
Een vuil luchtfilter vermindert de efficiëntie van de motor, daarom moet U het luchtfilter
regelmatig reinigen, zeker en regelmatiger in een stoffige omgeving.
(Reinigen van het luchtfilter :zie 7. 3) )
10 GEBRUIK
GEVAAR : Voor U de generator gebruikt moet U deze aarden ! Hierdoor
vermijdt U statische lading (kan leiden tot elektrische schokken) en het
zorgt ervoor dat de veiligheidsvoorzieningen van de aangesloten
elektrische toestellen hun werk kunnen doen (bv lekstroom schakelaars)
Gebruik een afgeschermde geleider met een minimum doorsnede van 1.5mm² om de
generator te verbinden met een aardingspunt ( bv waterleiding of verwarmingsbuis). Verbind
het andere uiteinde aan de aardingsklem van de generator en schroef goed vast.