Operation Manual

POW751 NL
Copyright © 2011 VARO Pagina | 7 www.varo.com
6.2 Verdunning
Denk er altijd aan om eerst de stekker uit het stopcontact te halen vóór u
het verfreservoir met spuitbaar materiaal vult.
De meeste geleverde verven zijn geschikt voor aanbrengen met de kwast en moeten worden
verdund voor ze geschikt zijn om te spuiten. Volg de aanwijzingen van de fabrikant op voor
het verdunnen van de verf voor spuitdoeleinden. De viscositeitsbeker helpt om de juiste
viscositeit van de te gebruiken verf te bepalen. Vul de beker tot aan de rand met verf. Meet de
tijd die nodig is om de beker te legen in het verfreservoir. De onderstaande tabel laat de tijden
zien voor verschillende soorten materiaal.
Plastic- en latexverf 24-28 seconden
Verf op waterbasis 20-25 seconden
Grondverfsoorten 24-26 seconden
Vernissoorten 25-35 seconden
Verfsoorten op oliebasis 18-22 seconden
Emaillak 18-22 seconden
Aluminiumverf 22-25 seconden
Dekking onderkant auto 25-35 seconden
Afdichtingsmiddelen hout 28-35 seconden
Conserveringsmiddelen hout geen verdunning nodig
Houtbeits geen verdunning nodig
Als de verf langer nodig heeft dan aanbevolen om in het verfreservoir te lopen, is verdere
verdunning nodig. Meng een kleine hoeveelheid van de geschikte verdunner en maak gebruik
van de viscositeitstest om te controleren of de juiste dikte is bereikt. Sommige spuitbare
materialen bevatten deeltjes of klonters. Deze materialen moeten worden gezeefd alvorens
het verfreservoir hiermee te vullen.
6.3 Keuze van de sproeikop
1 mm: Sproeikop voor algemeen gebruik, geschikt voor materiaal met een hoge viscositeit,
zoals emulsies, latex en dikkere verfsoorten.
0,8 mm: geschikt voor materiaal op basis van olie, voor vlekken, verzegelaars, lakverf,
waterdichtingsmiddelen en emaillak voor kleine oppervlakken
0,6 mm: geschikt voor materiaal met een lage viscositeit, zoals houtbeschermingsmiddelen,
pesticiden, olie, etc
6.3.1 Instellen van de sproeihoeveelheid
Gelieve de container opnieuw te vullen, wanneer hij bijna leeg is.
Indien de sproeicapaciteit niet is zoals u wenst, (sputteren/beneveling niet goed…) gelieve de
instelling te verbeteren door de debietregelknop in de juiste positie draaien.
6.4 Spuiten (fig. C)
Vul het verfvat met de juiste hoeveelheid verdunde en gezeefde verf. Sluit de verfspuit aan op
de netvoeding. Richt de verfspuit op een stukje afvalmateriaal en bedien de trekker tot de verf
begint te spuiten. Stel de debietregeling (2) in, tot het gewenste volume de spuit verlaat. Draai
de debietregeling in wijzerzin (B) om de doorstroom te verminderen en in tegenwijzerzin (A)
om de doorstroom te laten toenemen. Het instellen van de debietregeling heeft invloed op het
spuitpatroon. Een slecht patroon zorgt voor concentratie van de verf in het midden en zorgt
voor een vlekkerige verdeling. Een goed spuitpatroon geeft een gelijkmatige verdeling van de
verf over het hele patroon.