Operation Manual
POWX0760 NL
Copyright © 2014 VARO NV P a g e | 21 www.varo.com
Houdt het werkstuk altijd stevig tegen de tafel en de schulpgeleider. Buig en verdraai het
niet als u het invoert. Als het werkstuk verbogen of verdraaid is, kan dat gevaarlijke
terugslag veroorzaken.
Haal NOOIT een werkstuk terug als het zaagblad nog draait. Als u een werkstuk terug
moet halen voordat de zaagsnede voltooid is, moet u eerst de machine uitschakelen,
terwijl u het werkstuk stevig vasthoudt. Wacht totdat het zaagblad volledig tot stilstand is
gekomen, voordat u het werkstuk terughaalt. Als u dat niet doet kan het gevaarlijke
terugslag veroorzaken.
Verwijder NOOIT restmateriaal als het zaagblad nog draait.
Plaats NOOIT uw handen of vingers in het pad van het zaagblad.
Bevestig de schulpgeleider altijd stevig, anders kan het gevaarlijke terugslag veroorzaken.
Gebruik altijd hulpstukken, zoals duwstokken en duwblokken bij het zagen van kleine of
smalle werkstukken, of als het inzaagpunt buiten het zicht valt tijdens het zagen.
10.2.1 Hulpstukken
Duwstokken, duwblokken of extra geleiders zijn typische hulpstukken. Gebruik deze om een
veilige, zekere zaagsnede te maken zonder dat de bediener, met enig lichaamsdeel, in
aanraking kan komen met het zaagblad.
10.2.2 Duwblok (Fig. 57)
Gebruik een 19 mm dik stuk triplex. De handgreep moet in het midden op het stuk triplex
bevestigd worden. Bevestig met lijm en houtschroeven zoals afgebeeld. Het kleine stuk hout
(9,5 mm x 8 mm x 50 mm) moet altijd aan het triplex gelijmd worden, om te voorkomen dat het
zaagblad stomp wordt als de bediener per ongeluk in het duwblok zaagt. (Gebruik nooit
spijkers in het duwblok.)
10.2.3 Hulpgeleider (Fig. 58)
Maak een hulpgeleider van een stukken triplex van 9,5 mm en van 19 mm.
10.2.4 Schulpen
LET OP:
Demonteer de aanslag voor horizontaal verstek als u gaat schulpen.
Als u lange en grote werkstukken gaat zagen, moet u altijd voor voldoende ondersteuning
achter de tafel zorgen. Sta NIET toe dat een lange plank op de tafel kan bewegen of
schuiven. Hierdoor kan het zaagblad vastgeklemd raken en de mogelijkheid op terugslag
en persoonlijk letsel vergroten. De ondersteuning moet dezelfde hoogte hebben als de
tafel.
1. Stel de zaagdiepte iets groter in dan de dikte van het werkstuk. Raadpleeg voor deze
instelling het gedeelte “Instellen van de zaagdiepte”.
2. Plaats de schulpgeleider op de gewenste breedte van de schulp en klem deze stevig op
zijn plaats door de klemschroef (A) aan te draaien. Zorg ervoor dat, voordat u gaat
schulpen, de twee schroeven van de schulpgeleiderhouder vastzitten. Als deze niet vast
genoeg zitten, moet u ze vastdraaien.
3. Schakel de machine in en voer het werkstuk rustig, langs de schulpgeleider, naar het
zaagblad.
(1) Bij een schulpbreedte groter dan 150 mm, gebruikt u voorzichtig een hand om het
werkstuk in te voeren. Gebruik de andere hand om het werkstuk op zij plaats tegen de
schulpgeleider te houden. (Fig. 59)
(2) Bij een schulpbreedte van 65 mm – 150 mm, moet u een duwstok gebruiken om het
werkstuk in te voeren. (Fig. 60)
(3) Bij een schulpbreedte kleiner dan 65 mm kan de duwstok niet gebruikt worden omdat de
duwstok dan in aanraking komt met het zaagblad. Gebruik een hulpgeleider en een duwblok.
Bevestig de hulpgeleider aan de schulpgeleider met twee “C” houtklemmen. (Fig. 61)