Operation Manual

POWX1110 NL
Copyright © 2015 VARO P a g i n a | 7 www.varo.com
Stel de gewenste afstand tussen de parallelgeleider en het werkstuk in.
Zet de schroef op de houder (rail) vast.
8 GEBRUIK
8.1 In- en uitschakelen (Afb. 5)
Controleer of de messen correct gemonteerd zitten vóór u de aan/uit-schakelaar bedient.
Stop de stekker in het stopcontact.
Om de schaaf in te schakelen, duwt u op de ontgrendelknop (5) en duwt u de aan/uit-
trekkerschakelaar (4) in.
Wanneer u de aan/uit-trekkerschakelaar loslaat, schakelt de machine uit.
8.2 Vervangen van de aandrijfriem (Afb. 6a, 6b)
Verwijder het riemdeksel (7) door de 3 montagebouten los te schroeven.
Draag handschoenen, draai met één hand traag aan het aandrijfwiel en trek met de
andere hand de riem naar buiten totdat hij van het aandrijfwiel loskomt.
Ga in omgekeerde zin te werk om de riem te plaatsen.
8.3 Schaven
Kies vóór het schaven de gewenste schaafdiepte.
Hou de schaaf vast met één hand aan de schakelaar en de andere hand aan de
instelknop (2).
Plaats de schaafvoet op het te schaven oppervlak. Zorg ervoor dat de messen het
oppervlak niet raken.
Duw krachtig op de instelknop van de schaaf zodat de schaafvoet volledig plat op het
werkstuk staat. Duw de ontgrendelknop in en duw op de trekkerschakelaar. Laat de motor
op volle snelheid komen vóór u begint te schaven.
Schuif de schaaf traag over het werkstuk en blijf een neerwaartse druk uitoefenen om de
schaaf vlak te houden. Wees vooral voorzichtig dat u het gereedschap aan het begin en
het uiteinde van oppervlak van het werkstuk vlak houdt.
OPGELET: Verander de schaafdiepte nooit tijdens het werken om geen oneffenheden op
het geschaafde oppervlak te krijgen.
8.4 Sponningen maken (Afb. 7)
De L-vormige diepteaanslag (18) wordt samen met de parallelgeleider (12) gebruikt voor
het maken van sponningen.
De diepte van de sponning wordt bepaald door de schaafdiepte en het aantal
schaafbewerkingen langsheen het werkstuk. De maximale sponningdiepte is 18 mm,
gemaakt met verschillende schaafbewerkingen van telkens 3 mm. De maximale breedte
van een sponning bedraagt 82 mm en wordt bepaald door de instelling van de
parallelgeleider (12).
Monteer de L-vormige diepteaanslag (18) en de parallelgeleider aan de tegenovergestelde
kanten van het gereedschap.
Stel de parallelgeleider in op de gewenste snijbreedte en zet hem vast met de
vleugelschroef (8).
Plaats het gereedschap op een vlak oppervlak met het achterste deel van de voet (16)
vlak op het oppervlak, stel de L-vormige diepteaanslag in zodat de afstand tussen de
onderkant van de L-vormige diepteaanslag en het plat oppervlak gelijk is aan de gewenste
sponningdiepte en zet hierna de vleugelschroef (8) van de L-vormige diepteaanslag vast.
Stel de instelknop voor de schaafdiepte (2) in op een geschikte diepte.
Voer de schaafbewerking uit terwijl u het vlakke deel van de parallelgeleider tegen de kant
van het werkstuk aangedrukt houdt. Herhaal de schaafbewerking totdat de onderkant van
de L-vormige diepteaanslag gelijk komt met het oppervlak van het werkstuk.