Operation Manual
Intelligente Scène gebruiken
Deze functie is met name handig voor beginnende fotografen, voor het maken van mooie foto’s zonder
enige kennis van fotografie. Breng het gewenste beeld op het scherm. Vervolgens kan de camera met
behulp van de Intelligente scènemodus uit 7 soorten scènes de meeste geschikte scène detecteren -
Portret, Landschap, Macro, Tegenlicht, Tegenlicht portret, Nachtscène en Nachtportret - en kiest de ideale
instellingen.
Pictogram Intelligente scène. Zodra de camera de
opnamecondities heeft gedetecteerd, verandert dit pictogram
in de gedetecteerde scènemodus.
De camera is in de Landschapmodus
geschakeld.
Zo activeert u Intelligente scène
1. Draai de Modusknop op het pictogram .
2. Focus de camera op het beeld dat u wilt
vastleggen.
3. De camera detecteert de omstandigheden en
schakelt naar de geschikte scènemodus.
4. Druk de Sluiterknop half in om scherp te
stellen. Het kader wordt groen om aan te
geven dat is scherpgesteld.
5. Druk op de Sluiterknop in om de foto te maken.
De Scènemodus instellen
Door gewoon één van de volgende 19 modi te kiezen, kunt u
foto’s onder de geschiktste instellingen nemen.
1. Draai de modusknop op het pictogram SCN om de laatst
gebruikte Scènemodus te activeren (standaard: Portret).
Druk op de MENU-knop om een andere scènemodus te
kiezen.
2. Blader door de selectie met de navigatiebesturing of draai
aan de opdrachtknop.
3. Druk op de OK-knop om de geselecteerde scènemodus op
te slaan en te activeren.
In onderstaande tabel staan alle beschikbare instellingen voor de scènemodus.
Pictogram Item Beschrijving
Portret De camera maakt de achtergrond onscherp en focust op het onderwerp.
Landschap Deze functie wordt gebruikt om wijde vergezichten te benadrukken.
29










