Operation Manual
20
Sonic
V. BATTERIJEN EN HET LADEN
Uw scooter is voorzien van twee 12 ampère batterijen die gesloten zijn en onderhoudsvrij.
n Houdt uw batterijen zoveel mogelijk geladen om uw scooter soepel te laten rijden.
n Laad de batterijen op voordat u uw scooter voor de eerste keer gaat gebruiken.
HET LEZEN VAN UW BATTERIJVOLTAGE
De batterij conditiemeter op het bedieningspaneel geeft in kleurcodes een indicatie van de hoeveelheid energie in
uw batterijen. Zie figuur 8. Groen; volledig geladen batterijen, geel; afnemende lading, en rood; opladen dient
onmiddellijk te gebeuren. Om uw lading te controleren dient u eerst het laadsnoer uit het stopcontact te halen en uw
scooter aan te zetten.
U kunt de lading ook controleren met de ampèremeter. Het laadsnoer dient dan in een standaard stopcontact aan
de muur te worden gestoken om de stand te kunnen aflezen. Staat de ampèremeter vlakbij of op nul, dan is het
opladen voltooid. Zie figuur 9.
Figuur 9. Amperemeter geeft aan dat de
batterijen volledig zijn geladen
Figuur 8. Batterij Conditie Meter
HET LADEN VAN UW BATTERIJEN
Volg deze stappen om veilig uw batterijen te kunnen laden:
1. Zet uw scooter dicht bij een stopcontact.
2. Verwijder de sleutel uit de schakelaar.
3. Zorg ervoor dat de vrijloophendel in de rij-positie staat (naar voren).
4. Verwijder de beschermdop van het laadcontact en steek het laadsnoer in het laadcontact.
5. Steek het laadsnoer in het stopcontact aan de muur. We raden aan uw batterijen gedurende 8 tot 14 uur te
laden na dagelijks gebruik.
6. Wanneer de batterijen volledig zijn opgeladen, trek dan eerst de stekker uit het stopcontact aan de muur en
dan uit het laadcontact.
7. Plaats de beschermdop weer op het laadcontact.
LET OP: Er zit een laad-blokkeringsfunctie op uw scooter. Uw scooter zal niet rijden en de batterij
conditiemeter zal niet werken terwijl de batterijen worden opgeladen.